N° 82.
125e Jaargang.
1882.
6 April.
Donderdag
Middelburg 5 April.
A d verten tien 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Oprichting van eene bergplaats
voor petroleum.
|UMUmJmMi:a3MMITBnT]BrRrMrwann1f"'Lll»^»wu».suii-gii»aiiM OMiwiaHMaBMoa—eanae—nmiiHiin m—
MIDDEL
De burgemeester en "wethouders van Middelburg,
gezien de artikelen 6 en 7 der wet van den
2en Juni 1875 (Stbl. n° 95) tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen welke
gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken,
maken bekend
dat ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd
een verzoek van den heer H. J. DRONKERS jr
alhier, om- vergunning tot het plaatsen van eene
loods tot berging van petroleum, aan den Molen
weg op bet Bolwerk nabij de Langeviele-buiten-
brug, op nader aan den gemeenteraad in erfpacht
te vragen terrein;
dat op Vrijdag den 21en April a., tenraadhuize
dezer gemeente, des namiddags te 2 uren, gele
genheid zal worden gegeven om tegen het plaatsen
dezer loods bezwaren in te brengen en deze mon
deling of schriftelijk toe te lichten.
Middelburg, den 3en April 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris
G. N. DE STOPPELAAR.
Met onvermoeiden ijver blijft de beer Goeman Bor-
gesius zijn krachten wijden aa* bet bestrijden der
groote volkskwaal, het misbruik van sterken drank.
Als voorzitter van den vroegeren Multapcitior''s bond,
tegenwoordig Volksbond tegen drankmisbruik ge
naamd, heeft bij thans weder in een bij Tjeenk Wil
link te Haarlem uitgekomen g eschrift, de leden van
dien bond en alle Nederlanders die nog niet tot
den bond zijn toegetreden, gewezen op betgeen,
in verband tot de drankwet, bun te doen staat,
Hij begint met bet egoïsme te bestrijden van ben
die, zelf matig zijnde, aldus redeneeren»Laat
ieder voor zichzelf zorgen. Indien ieder zoo matig
was als ik, zou er geen drank-quaestie bestaan."
Met dergelijke redeneeringen komt men niet ver
der. De vraag is, nu bet drankmisbruik eenmaal
bestaat, of er geen middelen zijn om sommige
oorzaken van bet kwaad weg te nemen, en of
niet door eendrachtige samenwerking van alle
goedgezinde krachten aan den jeneverduivel een
»tot hiertoe en niet verderkan toegeroepen
worden.
Op dat standpunt heeft de Volksbond zich van
het begin af geplaatst en ook reeds invloed op de
publieke opinie kunnen uitoefenen.
Het is nog niet lang geleden, dat zij, die tegen
bet drankmisbruik ijverden, vrij algemeen werden
uitgekreten voor Jan Salies, die bun medeburgers
de genoegens des levens misgunden. Tegenwoor
dig is dat niet meer het geval. Indien dr Schaep-
man zijn lofrede op de twee borrels eenige jaren
vroeger bad uitgesproken, de groote meerderheid
des volks zou hem nog hebben toegejuicht,
thans daarentegen zag men in die rede vrij
algemeen een miskenning van den ernst van bet
groot maatschappelijk vraagstuk, dat ook buiten
onze grenzen in steeds toenemende mate de aan
dacht van regeering en volksvertegenwoordigers
vordert.
Het recht om de zaak der drankbestrijding een
hoogst gewichtig, maatschappelijk vraagstuk te
noemen, wordt tegenwoordig door bijna niemand
meer betwist. Vroeger werd de zonde der dron
kenschap bjjna uitsluitend beschouwd uit een
zuiver individueel standpunt. Men wilde wel
dronkaards bekeeren, men wilde wel hulp verlee-
nen aan families, die door den drank ongelukkig
waren geworden; maar men begreep niet dat men
stond tegenover een kwaad, dat zoo diep in de
zeden en gewoonten des volks was ingeworteld,
dat de geïsoleerde werkzaamheid van enkelen daar
tegenover niets vermocht, en de vijand ook
op sociaal gebied bestreden moest worden. En
indien in de laatste jaren bet besef van het ern
stige van den toestand meer algemeen is doorge
drongen, dan is dat ongetwijfeld voor een deel te
danken aan de propaganda, die van den Volksbond
is uitgegaan.
De Volksbond heeft echter meer gedaan. Over
eenkomstig art. 2 zijner statuten is hij op ver
schillende plaatsen werkzaam geweest tot aanmoe
diging van het sparen, tot het stichten van goede
arbeiderswoningen, tot veredeling der volksver
maken, tot bet bevorderen van bet onderricht in
huis-arbeid, tot wering van den jenever in werk
plaatsen en fabrieken. Dit alles strekt indirect
tot bestrijding van het drank-misbruik, want als
hoofdoorzaken daarvan moeten zeker genoemd
worden: 1°. verveling, 2°. onvoldaanheid in huise-
lijken kring, 3°. de gewoonte om te leven bij den
dag en niet op de kleintjes te passen.
Als allen geleerd hadden hun vrije avonduren,
nuttig en aangenaam, in en ten behoeve van den
huiselijken kring te besteden, als ieder kon wonen
in een huisje, dat, hoe eenvoudig ook, door netheid
en orde tot thuis blijven uitlokte, en eindelijk,
als het besef van ook voor den ouden dag te
moeten zorgen, voldoende was doorgedrongen om
in elke nieuwe spaarkas een ernstigen concurrent
voor kroegen en drankwinkels te mogen begroeten,
zou dan niet de dageraad eener betere toekomst
zijn aangebroken, omdat bet den jeneverduivel
onder dergelijke omstandigheden veel moeilijker
zou vallen zijne gelederen voltallig te houden en
nieuwe slachtoffers te maken
Op al deze wegen moeten de Volksbond en allen,
die zich niet uit onverschilligheid aan den strijd
onttrekken, voort blijven gaan. Maar sedert de
invoering der drankwet zijn bun wapenen gegeven
om ook meer rechtstreeks het voortwoekeren van
het kwaad te beletten.
Nooit is door de drankbestrijders eene wet ge
vraagd om daarna zelf minder te kunnen doen,
maar wel om zelf meer te doen. Yan den be
ginne af was bet duidelijk, dat onder den nieuwen
toestand, waarbij de staat zou voorgaan bet kwaad
der dronkenschap aan de kaak te stellen, het
veld van werkzaamheid nog veel grooter zou
worden, maar men is daarvoor niet teruggeschrikt,
omdat men de stellige verwachting koesterde, dat
dan ook het werk beter uitkomsten zou geven en
op meer steun onder alle klassen van het volk
gerekend -zou mogen worden.
Zonder dien steun, zonder die medewerking der
natie geeft de wet niets. Zeer juist heeft de
minister van justitie datzelfde denkbeeld uitgedrukt,
toen bij zeide»De wet alleen vermag weinig,
maar inet de wet vermag de natie zeer vee 1."
De wet kan steunen, maar niet voorgaan; krachtig
bevorderen, maar niet aan het volksleven een ge
heel andere plooi geven. De wet is slechts een
middel, niet het bezielend elementhet leven, de
bezieling moet komen uit de natie zelf.
De heer Goeman Borgesius toont aan op welke
wijze de bestrijders van het drankmisbruik de
middelen kunnen gebruiken, hun tot bereiking
van bet doel in de drankwet gegeven. Die wet
bevat bepalingen tot voorkoming en andere tot
bestraffing van het misbruik van sterken drank.
Tot het toepassen van beide kan het publiek me
dewerken. De wet bedoelt, het aantal gelegen
heden tot drankverkoop te beperken, zoowel door
bepaalde voorwaarden aan de vergunning te ver
binden, als door overtredingen met intrekking
der vergunning te straffen. Kroeghouders, die hun
plicht niet doen, hangt de intrekking der vergun
ning steeds als een zwaard van Damocles boven het
hoofd, maar het behoeft nauwelijks betoog dat burg.
en weth., zullen zij de wet stipt uitvoeren, steeds op
de hoogte moeten bljjven van betgeen er voor
valt en zelfs met de levensomstandigheden der
drankverkoopers bekend moeten zijn. Op de voor
standers der drankbestrijding rust de plicht om
de autoriteiten bare taak zoo gemakkelijk moge
lijk te maken. Voldoen burg. en weth. ondanks
de hun verstrekte inlichtingen aan de voorschrif
ten der wet niet, dan is openbaarheid dikwijls
het eenige middel tot herstel, terwijl men mag
verwachten, dat aan raadsleden, die willens en
wetens het doel van den wetgever tegenwerkèn,
bij volgende verkiezingen het vertrouwen hunner
medeburgers zal ontzegd worden.
Bovendien hebben de gemeentebesturen nog,
behalve de op hen gelegde verplichtingen, de be
voegdheid om den drankverkoop te beperken, door
straten en wijken aan te wijzen, waar de drank
nering met of slechts onder zekere voorwaarden
kan worden uitgeoefend, alsmede door aan de
localiteiten, waar de nering wordt uitgeoefend,
eenige eischen te stellen. Ook om de besturen te
bewegen van deze bevoegdheid gebruik te maken,
kan bet publiek met vrucht werkzaam zijn.
Ook de gedeputeerde staten worden tot de uit
voering der wet geroepen. Zij zijn het, die de
vergunningen moeten geven tot het overschrijden
van het wettelijk maximum der gelegenheden tot
drankverkoop, en die over de opheffing van som
mige uitsluitingen voor eene vergunning moeten
heslissen. Of alle colleges van gedeputeerde staten
de groote verantwoordelijkheid, die op hen rust,
heseffen, mag betwijfeld worden. In enkele provin
ciën schijnt, in strijd met de bedoeling van den
wetgever, nagenoeg aan allen die dispensatie
vroegen, vergunning gegeven te zijnzelfs wordt
beweerd dat het wel eens is voorgekomen, dat
dispensatie voor langer tijd werd verleend dan
door den belanghebbende was gevraagd.
Maar ook gedeputeerde staten staan onder con
trole der publieke opinie. Ook zij zijn tot bun
ambt geroepen door bet vertrouwen der burgerij,
en de burgerij beeft er recht op, dat bij de be
hartiging van zulke groote volksbelangen dat ver
trouwen niet worde beschaamd. Wil men echter
met goed gevolg controle uitoefenen, dan is
weder een eerste vereischte, dat men geheel
op de hoogte is van de genomen beslissingen
en van de plaatselijke toestanden. Individueele
werkzaamheid is ook in dezen geheel onvoldoende.
Volledige gegevens te verzamelen van alles wat
de uitvoering der drankwet betreft en daarvan
aan het hoofdbestuur van den bond meêdeeling
te doen, behoort tot bet werk der afdeelingen van
den Volksbond.
Eindelijk kan het publiek medewerken tot bet
toepassen der strafbepalingen, gesteld op bet tappen
aan beschonkenen of aan kinderen, op bet geven
van drank-bons, op openbare dronkenschap enz.
Ook hierbij is bet noodig de politie behulpzaam te
zijn, de gemeentebesturen te bewegen tot verster
king van de politie, tot opwekking van den ijver
der agenten en tot het nemen van andere ge
schikte maatregelen.
Tengevolge der invoering van de drankwet is
dus voor de afdeelingen van den Volksbond een
nieuw veld van werkzaamheid geopend en het
stichten van afdeelingen, op plaatsen waar die tot
dusver nog niet bestonden, meer noodzakelijk ge
worden. Daartoe wekt de heer Goeman Borgesius
de natie op.
Het is bekend genoeg, op vele plaatsen wordt
niets gedaan. De zaak der drankbestrijding is
nog geen volkszaak geworden. Duizenden weige
ren mee te strijden, alleen omdat de strijd zoo
moeilijk is en de resultaten nog zoo gering zijn.
Mag men zich echter door zulke overwegingen
laten leiden waar zulke groote volksbelangen op het
spel staan Ziet men ooit af van den strijd tegen
de misdaad, op grond dat ondanks al de sedert
eeuwen aangewende pogingen het aantal misdadi
gers nog even groot blijft
Bovendien, de strijd tegen drankmisbruik behoeft
niet vruchteloos te zijn. Het Zweedsche volk heeft
getoond, wat geestkracht en volharding vermogen.
Weliswaar is ook daar de demon niet geheel over
wonnen, maar het gebruik van gedistilleerd is
er toch gedurende de laatste 25 jaren per hoofd en
per jaar van 40 tot 12 liter gedaald. Bij ons daar
entegen is het gebruik van sterken drank in dien
zelfden tijd met drie liter per hoofd en per jaar
toegenomen. Is bet dan niet meer dan tijd om met
vereende krachten ook hier den strijd te aan
vaarden
Vroeger heeft de natie gezegd: zonder den steun
van den staat is de strijd te zwaargeef ons een
drankwet en wij zullen overwinnen. Welnu, de
drankwet is er. Thans aan de natie om te toonen>
dat het haar met die verzekering ernst geweest is'
De door ons overgenomen beschouwing van het
Wag. Wkbl. over den overwegenden invloed van
Roomschen op het Indisch legerbestuur, was in
zooverre onjuist, dat de gemalin van den gouver
neur-generaal, mr. Van Lansberge, wel een Spaan-
scbe dame, maar korten tijd na baar huwelijk tot
de Protestantsche kerk overgegaan was.
Het Haagsche Dagblad, waaraan wij deze ver
betering ontleenen, beweert echter ten onrechte,
naar wij meenen, dat deze bijzonderheid de sleutel
der gebeele geschiedenis" is. De onderstelde bemoei
ing van mevr. Van Lansberge was slechts een bijko
mende omstandigheid in de beschouwing van het Wag
Wbl. De overwegende invloed van Roomsche ele
menten in het Indisch legerbestuur is sedert jaren
voor niemand een geheim, die met de zaken be
kend is. Behalve de algemeen bekende generaal
Verspyck, zouden nog een aantal andere katho
lieke opper- en hoofdofficieren genoemd kunnen
worden, die in de laatste jaren belangrijken invloed
uitgeoefend hebben.
Veere, 5 Maart. Heden nacht omstreeks 12
uren werden door de vischsloep de Jonge Jan
alhier elf visscherlieden binnengebracht, welke
met groote moeite, wegens de zware branding, bij
den Banjert in eene sloep waren opgevisckt. Zij
maakten de bemanning uit van eene groote, aan
de gebroeders Crabeels te Antwerpen toebehoo-
rende vischsloep, de I.eopoldwelke vroeger voor
Vlissingsche rekening gebouwd is en gevaren heeft.
De schipper verklaarde zich in de tonnen vergist
te hebben, terwijl de bemanning zich over den
schipper beklaagde, die hen met kalm weder en
Oostelijken wind deze ramp bezorgd beeft. Het
vaartuig sloeg spoedig na het stooten over zijde
is nu geheel verloren. De schipbreukelingen zijn
bier onder dak gebracht en van het noodige voor
zien, waarvoor zij zich zeer dankbaar toonden.
ffSoes, 4 April. Ook de afd. Westelijk deel
van Zuid-Beveland der centrale liberale kiesveree-
niging heeft in hare jl. Maandag gehouden bijeen
komst tot candidaat voor het lidmaatschap der
provinciale staten gekozen den heer Mr. C. de Witt
Hamer te Goes.
{Zie Laatste berichten van gisteren.)
Goes, 5 April. Alhier heeft zich eene com
missie gevormd, bestaande nit de heeren J. Per
sant Snoep, te Wolfaartsdijk, 3. L. v. d. Pauwert
en jhr. M. J. de Marees van Swinderen alhier, tot het
inzamelen van gelden voor de vervolgd wordende
Russische Joden.
Zonder eenigen twijfel zal dit werk van echte
humaniteit steun vinden bij allen, die doordron
gen zijn van de verplichting, welke rust op ieder
bewoner van Nederland, als het land der men-
schenliefde en der verdraagzaamheid in 't bijzonder.
Amsterdam, 4 April. De directie der
stoomvaartmaatschappij Nederland schijnt, helaas,
de hoop van nog iets van de steeds vermiste drie
sloepen van de Koning der Nederlanden te zullen
vernemen, op te geven. Dezer dagen ten minste
zijn aan de familiën der nog vermiste passagiers,
de waarden in geld of papier, die zij bij den
kommandant gedurende de reis ter bewaring had
den gegeven, en die alle in éene cassette bij de
schipbreuk zijn gered, ter hand gesteld. Ook zijn
aan de achtergelaten betrekkingen der bemanning
de aan de manschappen toekomende gage-gelden
verstrekt.
Hotterdffini, 4 April. Men meende vrij
algemeen, dat de premieleening voor onzen nieuwen
schouwburg binnen den voor de inschrijving ge
stelden termijn geheel geplaatst was. Dit is echter
niet het gevalof liever, niet voor het volle be
drag is door bet publiek ingeschreven. Een groot
deel der leening is genomen door een consortium,
dat thans de loten aan den man zal brengen, en
wel tegen 2.70 per stuk, terwijl de oorspron
kelijke prijs van inschrijving 2.50 bedroeg-
Tegen dien verhoogden prijs komen dus thans de
premieloten onder het bereik van den minderen
man, of liever van hen, wier beurs niet gevuld
genoeg was om voor een zeker getal loten tegelijk
in te schrijven.
De chef van het militaire huis en de opper
kamerheer des konings maken in de St.-Ct. bekend,
dat Z. M. op Woensdag den 12en April a., des
voormiddags te uur, in het paleis te Amster
dam, audiëntie zal verleenen aan militairen, civiele
autoriteiten en commissiën, en op Donderdag den
13en daaraanvolgende, te 9uur, aan particulieren.
Twee liberale kiesvereenigingen te Steenwijk
hebben mr. P. J. G. van Diggelen, advocaat te
Zwolle, tot candidaat voor de tweede kamer gekozen
en ook te Zwartsluis bleek deze het meest gewild.
Te Avereest koos men den oud-minister van jus
titie m'. H. J. Smidt. De centrale kiesvereeniging
te Meppel moet echter de beslissende keus doen.
Naar het Dagblad verneemt, heeft Z. M. de
koning het wetsontwerp geteekend, waarbij de
annexatie van een gedeelte van Nieuwer-Amstel
bij de hoofdstad wordt ingetrokken.
{Zie laatste berichten van gisteren.)
Uit goede bron wordt bericht dat m'. IJssel de
Schepper, vroeger procureur-generaal te Utrecht,
thans vice-president van bet gerechtshof te Arnhem,
wegens redenen van gezondheid zijn ontslag heeft
gevraagd.
De groote Missa Solemnis van Beethoven zal
Vrijdag avond door de afdeeling Rotterdam der
Mij t. b. der Toonkunst, voor het eerst aldaar,
g e h e e 1 worden uitgevoerd. Als solisten treden
op de dames Muller-Ronneberger, sopraan, Ass-
mann, alt, de heeren dr. Gunz, tenor en Hill, bas.
De heer Gernsheim voert, als gewoonlijk, den
dirigeerstok en de heer Csillag is solo-violist en
concertmeester.
Een van de invloedrijkste mannen in de Transvaal
schreef voor eenigen tijd, naar aanleiding van de
in Nederland overwogen pogingen tot bevordering
van landverhuizing naar Zuid-Afrika, bet volgende i
Wanneer de Hollandsche kapitalisten iets voor
de Transvaal willen doen, dan moet zich eene
commissie vormen, en die commissie moet be
daarde, verstandige en eerlijke menscben afvaar
digen naar dit land, om het in persoon te kornet