B UITEN L AND. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Verkoopingen en aanbestedingen. Ingezonden Stukken. De godsdienstige beweging in Rusland. Stoomgemaal—Hulst. Transvaal burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Reusel A. Willekens, secretaris dier gemeente; van Uden L. van Wijnaerden; van Hillegom M. W. de Kat, - met toekenning van eervol ontslag als burgemeester van Mijnsheerehhand en Westmaas; van Leimuiden F. M. Baud; van Bathmen T. M. Wentholt; en tot burgemeester der gemeente Sittard H. Rutten. Op verzoek eervol ontslag verleend aan C. Oly Pz., als burgemeester van Zuid- en Noordschermer; en aan mr. J. G. Sprenger, als burgemeester van Oostkapelle. {Zie Laatste berichten van gisteren.) koloniën. De heer T. Piper, leeraar aan het gymnasium te 's Hertogenbosch, is gesteld ter be schikking van den gouv.-gen. van N.-I. om te worden benoemd tot leeraar in de geschiedenis en in de aardrijkskunde bij de afdeeling »H. B. S." van het gymnasium Willem III te Batavia. *5EaanisIag> 30 Maart. Met leedwezen is hier vernomen dat onze algemeen geachte predikant d" L. D. G. Krol, het beroep naar de gemeente Groede heeft aangenomen. Zie Laatste Berichten van gisteren.) De aanbesteding, 28 Maart te St Maartensdijk gehouden en in de Midd. Ct. van 30 Maart me degedeeld, betrof niet het uitdiepen van 400 M3 grond, zoo als abusievelijk gemeld werd, doch 4000 M\ In het belangrijke tijdperk dat de geschiedenis van het groote Russische rijk doorloopt, nu eene plotselinge opbruising van den nationalen geest eene als ware het vulcanische werking vertoont, die een grooten invloed kan hebben op gansch Europa, zijn alle verschijnselen in het volksleven van belang om zoo na mogelijk te komen tot eene juiste onderscheiding van het belangwekkende proces waarvan wij de uiterlijke verschijnselen dagelijks waarnemen. In alle opzichten, betoogt de Kölnische Zeitung welker beschouwingen wij hier volgen, is de Rus sische staat achtergebleven bij de eischen van het krachtiger wordende volk. Jaarlijks wordt door duizenden de beschaving van het Westen tot in de fijnste aderen van het Russische volk geënt. Het zich steeds uitbreidende verkeer maakt zich van de natie meester en doet haar voortschrijden op den weg der beschaving en een beter begrip erlangen van haar eigen toestand. Doch de staat blijft op zijn patriarchaal standpunt staan en blijft het volk behandelen als onmondig. Nu is het eene wet van het organische leven, dat alle voor handen krachten willen arbeiden en dat een krachtig organisme zich niet kan schikken in een dwangbuis. Een treffend bewijs daarvan is ook de godsdienstige beweging in Rusland. Er zijn vele en zeer verschillende dissenters van de staatskerk, en zelfs de geestelijkheid begint in te zien dat men deze beweging niet kan meester worden door politiemaatregelen. Zeer gewichtige maatschappelijke oorzaken liggen ten grondslag aan de vorming dezer secten. Hare aanhangers doen der staatskerk het verwijt dat zij alleen het uiterlijke van den godsdienst heeft weten te ont wikkelen, doch niet in staat is te voldoen aan de eischen van het verstand. Vele Russen van weinig schoolsche ontwikkeling, doch met een helder verstand begaafd, worden door het zoeken naar waai'heid uit de kerk gedreven tot een zeker rationalisme, eene proeve om den godsdienst te vestigen op redeneering. Verstandelijk en moreel Zij bleef stil, stom, levenloos. Haalt zij wel adem In onbeschrijfelijke spanning houdt hij den adem in om beter naar den haren te luisteren daar klonken in het neven vertrek kleine trippel stapjes en het geluid van een schelletje. Eens klaps luistert Marietje, er wordt aan de deur ge- krabt, hoe langer hoe driftiger en het kind heft het hoofd op, een flauwe blos kleurt hare wangen, zij slaat de handjes in elkaar en roept juichend: Kitty, Kitty!" Paul opende de deur en daar sprong met luid geblaf een klein hondje naar het meisje toe. Het huppelde om haar heen, lekte hare handjes en haar gezicht, sprong weer weg, strekte de voorpooten uit zoover het kon, blafte, zag haar aan, liet de tong uit den bek hangen en hijgde naar zijn adem. En zij hoe lokte zij hetmet welke lieve naampjes riep zij het, hoe sloeg zij hare armpjes om het diertje heen, drukte zijn kopje aan haar borst en wiegde het met de grootste teederheid. ja tegen hem kan zij wel lief zijnDie staat in haar gunstMen zou er jaloersch van worden Paul lachte over zijn kinderachtigheid. Het is ver met hem gekomenhij is jaloersch van een hond Mismoedig schelde hij om de kindermeid en ge lastte haar de kleine weg te brengen. Hij keerde zich af; wat behoefde hij te zien hoe gaarne zij hem verliet zijn het de besten die dezen weg kiezenzij oefe nen dus grooten invloed uit en hun voorbeeld wekt velen tot navolging; zoo velen zelfs dat men de dissenters thans op 12 millioenen schat. Rekent men van de bevolking van 80 millioenen, 20 millioen af voor katholieken, protestanten, Joden en Mohammedanen, dan is dus éen vijfde der leden van de staatskerk met kettersche leeringen behept, een cijfer des te merkwaardiger, als men bedenkt dat in bijna geen enkel geval de dissenters rech tens de vrijheid genieten om hunne leer te ver breiden. Dit is geene beweging die een voorbijgaand karakter draagt en door den staat met kracht kan worden tegengegaan. De oude secten die slechts in vormen en gebruiken afwijken van de staatskerk, nemen af in kracht en verdwijnen, terwijl de secten die de godsdienstige vraagstukken aan den toets van redeneering onderwerpen,'dage lijks door het toetreden van frissche, krachtige persoonlijkheden aan invloed winnen. Zoo begint het volk zich een eigen weg te banen, onaf hanke- lijk van de overlevering der Grieksche kerk. Het gevaar van dit verschijnsel voor den staat is dat het volk zich gaat verdeelen in een aantal afgesloten kringen, ieder met zijn bijzonder wacht woord. Daarom moet de staat zich van de bewe ging meester maken, zoolang dit nog mogelijk is- Een zeer merkwaardig teeken in dit streven is het dat deze beteren uit het volk, die zich hebben afgescheiden van de staatskerk, en die de vrijheid missen om bot te vieren u,an hunne maatschappe lijke en politieke idealen, toch op hunne wijze, vrij wat op politiek en economisch gebied tot stand brachten. Zoo zijn die gemeenten van afge scheidenen middelpunten geworden van welvaart en ontwikkeling, welke het ontzag afdwingen van de orthodoxen, en er heerscht bij haar een zin voor rust en orde, die haar groot aanzien verschaft bij de ambtenaren des rijks. Nu de dissenters zulk een standpunt innemen, zou het een onvergefelijke misgreep zijn als men tegen hen wilde strijden door verbod van vrije godsdienstoefening of van gemeenteleven. Zij be zitten moreele kracht en zuiverheid van zedenzij staan vast in het geloof, steunende op verstand en karakterzulke lieden met politiemacht te ver volgen is hen moreel versterken en zou hunne gansche kracht onder de wapenen roepen tegen de regeering. Noch de heerschende kerk, noch de staat hebben iets te winnen door onverdraagzaam heid tegen deze ketters. Er zijn er onder die secten enkelen die gevaar lijk zijn voor de maatschappij ën wier barbaarsche gebruiken niet kunnen geduld worden, zooals de Skopzen, maar niet deze soort hebben wij op het oog, doch de groote meerderheid der dissenters die tot de beste Russische staatsburgers behooren. Thans duldt men ze hier en daar in stilte, doch zij hebben recht op erkenning, recht om openlijk naar hunne godsdienstige opvatting te leven. Zoover is de regeering echter nog niet. Feitelijk genieten de secten bij de uitoefening van hunnen godsdienst slechts zooveel vrijheid als zij door om- kooping van de politie kunnen verkrijgen. Hare geschiedenis in de laatste veertig jaren, van de ver volgingen in den Kaukasus tot de vernieling der bede huizen en gemeenschappelijke woningen in Ar- changelsk, nu twee of drie jaren geleden, is eene aaneenschakeling van mishandeling van vreedzame burgers. Een Russisch dissenter is geen oogenblik zijn have of zijn vrijheid zeker. Heden is hij vrij, morgen wellicht gevangene heden is hij een ver mogend man, morgen zendt men hem naar de mijnen van Siberië. De aanklacht van een poli tieagent, die niet hoog genoeg voor zijn zwijgen is betaald, van een gekrenkten dorpspope, is dik werf genoeg om honderden familiën in het ongeluk te storten. Dit vraagstuk eischt dringend dat de Russische regeering er zich ernstig mede bemoeit. Zoowel in den godsdienst als in menige andere zaak bleef de staat onbewegelijk, terwijl het volk vooruitging. En als de staat in zijn versteenden toestand blijft, zal het volk de banden verbreken, welke zijn krachtig gestel verhinderen tot zijn recht te komen. Eens in het leven valt de liefde voor ons uit den hemel, eenmaal maar meer ook niet. Hebt gij die gave Gods niet op prijs weten te stellen, dan moet gij nu voor haar dienen.Het ruikertje viooltjes was op den grond gevallen Paul raapte het op en legde het naast zich op de schrijftafel. Hij begon een nieuwen brief aan Thekla, maar het was hierboven besloten, dat hij ook dezen niet ten einde zou brengen. Op den straatweg klonk een zonderling geluid. Alsof er duizenden wespen gonsden, alsof er een zwerm bromvliegen aan kwam en daartusschen door op een doedelzak ge- geblazen werd, zóo klonk het. Een geluid op zich zelf niet minder beroemd dan de »luchtmuziek" op Ceylon, maar gemakkelijker te verklaren door geleerden en niet geleerdenwant zoodra het zich liet hooren wist iedereen een half uur in den omtrekde baron van Kamnitzky is uit rijden en hetgeen daar rammelt, piept en knarst is zijne historische calèche. Een deftige koets, een eer waardig monument van het verleden. Wanneer die gemaakt is, daarvan hebben de tegen woordige kinderen geen begrip." In vorm en kleur geleek zij de helft van een tiroler appel en zij was met donker bruin laken bekleed maar dat was uit den lat eren tijd want het was nog geen vijfentwintig jaar oud. De koets zweefde in de nabijheid van de wolken op spiraalveeren, een zware remschoen hing aan een stevigen ketting onder den bak. Er waren een paar dikke schimmels, met korte halzen en beenen als pilaren, voorgespannen; prachtige paarden, die Mijnheer de redacteur Allen, die eenigszins met de belangen van het zoogenaamde land van Hulst bekend zijn, zullen het met mij eens wezen, dat het voor een groot deel daarvan van het hoogste gewicht is, om een bete ren waterafvoer te verkrijgen.' Bij hooge water standen hebben o. a. (om voor het oogenblik van andere polders niet te spreken) de laaggelegen landen in de polders en waterschappen, uitwa- terende door de zeesluizen aan den 's Heer-Arends polder, veel te lijden van het overtollige water; een overlast, die voor genoemde landen winter op winter regelmatig terugkeert. De winter van 1880, 81 leverde daarvan o. a. nog de sprekendste bewijzen, onnoodig zal het zijn dit nader te be spreken, daartoe ligt die gebeurtenis nog te versch in het geheugen. Evenmin zal het noodig zijn al de nadeelen op te sommen, veroorzaakt door een te hoogen waterstand. Deze zijn helaas van te algemeene bekendheid. Reeds meermalen werden er pogingen aange wend, om aan dien treurigen toestand een einde te maken en eene afdoende verbetering in de suatie aan te brengen. Herhaaldelijk werd dit punt dan ook in de vergaderingen van ingelanden der betrokken polders en waterschappen bespro ken. Het gevoelen van een groot deel der inge landen, evenals van alle deskundigen, was steeds dat dit niet anders zoude kunnen geschieden, dan door het bouwen van een stoomgemaal. Tot heden toe kwam het echter niet tot eene uitvoe ring; men bepaalde zich tot de bespreking dezer verbetering en intusschen bleef alles bij het oude. Overbodig zal het zijn, deze verschillende pogin gen afzonderlijk te behandelen; ieder belangheb bende zal daarmede genoegzaam bekend wezen. Niet ondienstig kan het misschien echter zijn te dezer plaatse te wijzen op de groote vermeer dering van het aantal stoomgemalen in de laatst verloopen jaren. Was dat getal voor een twin tigtal jaren nog zeer gering, thans vindt men er reeds zeer vele. Ten bewijze daarvan mogen de navolgende cijfers dienen, aangevende het aantal stoomgemalen, welke zich aan het einde van elk der onderstaande jaren in ons vaderland bevonden 1861 28 1865 50 1871 96 1872 125 1873 149 1877 238 1880 304 Wel een bewjjs, dat men hoe langer hoe meer het groote nut inziet van deze wijze om laagge legen landen van het overtollige water te bevrijden. In het afgeloopen jaar werd, vooral op initiatief van den heer A. Hombach te Hulst, dit plan opnieuw aan de orde gesteld en in de vergaderin gen van ingelanden der betrokken polders en waterschappen breedvoerig besproken. In ver schillende polders werd alstoen het polderbestuur gemachtigd, om voorloopig een onderzoek naar de kosten van oprichting en onderhoud van een stoomgemaal te doen plaats hebben. Naar ik verneem is men nu met dat onderzoek gereed, bestekken en teekeningen zijn bereids opgemaakt en waarschijnlijk zal nu spoedig door de com missie voor de uitwatering van Stoppeldijk c. a. beslist worden, of er al of niet gevolg aan ge noemd plan zal kunnen gegeven worden. Van de leden dier commissie hangt het dus voor het oogenblik af, of een groot deel van het land van Hulst winter op winter door het water gekweld zal worden en dus in een even ellendigen toestand zal blijven verkeeren als tot heden toe. Dat zij dus wel bedenken, welke gewichtige be langen aan hun zijn toevertrouwd, welke groote verantwoording op hen rust. Wellicht bevinden er zich onder hen die nog twijfelen, misschien zijn enkelen hunner de zaak ongenegen. Laten dezul ke, aleer zij eene definitieve beslissing nemen, alles nogmaals wel overwegen en niet vergeten, dat zij door hunne stem aan de verbetering der volgens het zeggen van hun heer, als zij eens aan den gang waren, niet op een paar mijlen berg op of berg af, zagen. De baron van Kamnitzky had altijd een grap op de tong en een paar gulden in den zak en was dus bij de bedienden van het slot Sonnberg zeer gezienzij verdrongen elkaar om zijn portier open te doen en de treê, die uit verscheiden trap pen bestond, neer te laten. Kamnitzky stond juist op het punt om die hangende trap te betreden, toen Paul het slot uitgeloopen kwam om hem te begroeten. »Wat drommel!" riep hij en bleef als ver steend staan. Paul hielp hem uit het rijtuig en zei»Ik kon u toch niet voor niets naar Weenen laten reizen." »Voor niets naar Weenen mij Wees zoo goed en zeg dat aan uwe ouders voor niets O dat is weer maar 't is waar neem mij niet kwalijk, zoo dwaas praten alleen heel knappe lieden," riep Kamnitzky met minach ting uit en verzuimde ook deze gelegenheid niet om de knappe lieden" een steek onder water te geven. Hij vroeg aan een knecht, niet aan Paul, want daar sprak hij voorloopig geen woord tegen, hoe mijnheer de graaf het maakte en verzocht aangediend te worden. Dit was een beleefdheid die hij nooit verzuimde, evenmin als de graaf ooit naliet om hem daarover te berispen. Maar er gaat niets boven een goedevan oudsher ge- suatie te onthouden, wellicht weder voor lange jareneene verbetering onmogelijk maken, die velen uit de .ellende zoude helpen en voor allen in meer of mindere mate goede vruchten zoude afwerpen, terwijl zij aan den anderen kant, door er hunne stem aan te schenken, een groot deel van het land van Hulst ten zeerste aan zich zou den verplichten. Doch het zal wel niet noodig zijn, hen dit onder het oog te brengen. Men kan niet veronderstelle n dat mannen, die geroepen zijn om zulke gewich tige belangen te behartigen, niet belangeloos ge noeg zouden wezen om hun mogelijk eigenbelang voor het algemeen belang te vergeten, noch kort zichtig genoeg, om niet het groote nutte beseffen dat de oprichting van een stoomgemaal voor de betrokken polders bezit; dat zij slechts te rade zouden gaan met het bezwaar dat eene verhooging van het dijkgeschot hen zoude veroorzaken, daar bij de groote voordeelen over het hoofd ziende, welke meergenoemde verbetering zoude teweeg brengen, voordeelen in vergelijking waarvan de vermeerdering in polderlasten bijna niet in aan merking komt, te meer, daar die, naar ik verno men heb, betrekkelijk vrij gering zal zijn. Mijnheer de redacteur U zeer dank zeggende voor de plaatsing van bovenstaande regelen, eindig ik deze met den hartelijken wensch, dat het zoo lang besprokene en door velen zoo zeer gewenschte plan nu eindelijk tot uitvoering moge komen en het land van Hulst spoedig moge roemen op het bezit van een stoomgemaal. H. O. (Na het opnemen van dit opstel komt ons de Ter Neuzensche Ct. in handen, die gisteren avond is uitgekomen en vinden wij daarin het zelfde stuk reeds geplaatst. Den schrijver geven wij. hierbij de verzekering, dat indien wij hiermede bekend waren geweest, zijn stuk voor plaatsing in de Midd. Ct. niet in aanmerking zou zijn gekomen. Red.) Weinige jaren geleden kenden weinigen de Trans vaal. Nu is dat anders geworden. Ieder weet dat daar Nederlanders wonen, dat daar onze taal gespro ken, ons geloof beleden wordt. Geen wonder dat bij den grooten trek naar landverhuizing, ook de oogen opengaan om zich in Afrika te vestigen. Te Sloterdijk is onlangs eene druk bezochte vergadering gehouden, waarin de vraag besproken is, of Nederlanders niet beter doen als zij naar Transvaal, dan wanneer zij naar Amerika trekken. Op die vergadering was de heer Bührmann, grond bezitter en veehouder in Transvaal, tegenwoordig wiens inlichtingen strekten tot verhuizing naar Transvaal, boven Amerika. Te Amsterdam is een commissie in het leven geroepen, om inlichtingen in te winnen en te ver strekken over de kansen van verhuizing naar Transvaal en over de mogelijkheid van de oprich ting eener geregelde stoomvaart verbinding tusschen Nederland en dit stamverwante land. Zouden Middelburg en Vlissiogen, met hun schoone waterwegen en met hun kapitalen, ook de mogelijk heid niet beproeven om een stoomvaart in het leven te roepen? Welk eene eer, welk een genot, wie weet welk een voordeel, in deze dagen van groote landverhuizing, indien een zoodanige onder neming tot stand kwam. Uitgestrekte velden van vruchtbaar land, die later een bron worden van handel tusschen Afrika en Nederland, indien de transportmiddelen niet ontbreken. Daar is nog plaats voor ieder, zelfs kantoorklerken kunnen daar werk vinden, die in Amerika reeds jaren in den weg loopen en in Nederland in groote getallen overcompleet zijn. Daar kan de landbouwer, de werkman werk vinden. Aandachtige lezers hebben daar in den laatsten tijd genoeg van kunnen lezen, zoodat ik het onnoodig acht daarover uit te weiden. Moge onze driekleur spoedig wapperen aan de kusten van Afrika, en ware het mogelijk, eene aansluiting plaats vinden tusschen dat land en Middelburg of Vlissingen. 0. bruikelijke manier om een gesprek te beginnen en zoo werd dan ook heden, als altijd, de gast ontvangen met de woorden »Laat gij u aanmelden? Oude vriend, hoe komt gij er aan?" Aan tafel was Kamnitzky bijna uitgelaten vroolijk, hij at en dronk veel, maakte laffe grap pen, zonder er over te blozen. Zijn vroolijke luim en zijn eetlust bevielen de oude lui uitstekend maar zij werden een beetje bezorgd toen hij na den eten op de regeering begon te smalen, dat zou Paul kwalijk kunnen nemen. »Hij bedoelt u niet," zei de oude man goedig tot zijn zoon. Verzoek excuusIk meen hem wel, hem en geheel de kliek die hem nabauwt," riep de baron opgewonden. Hij ging met den rug voor den haard zonder vuur staan, stak de handen in zijne broekzakken en begon met zijn bovenlijf heen en weder te zwaaien, waarbij de panden van zijn rok, die hij onder de armen hield, er uit zagen als twee zwarte roeispanen in de lucht. Hij had het hoofd ach terover geworpen en een lange cigaar tusschen de tanden geklemd, die zooals gewoonlijk niet wilde trekken. Zijn gelaat verkondigde den groot sten strijdlust. Wordt vervolgd.) gedrukt bij de gebroeders abrahams te middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 6