N° 125e Jaargang. 1882. Dinsdag 28 Maart. Na haar dood, Nationale Militie. FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van l -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groot,e letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor liet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Tweede zitting van den Militieraad. Marie von Ebner Eschenbach. Middelburg 27 Maart. MIDDELBURGSCHE COURANT. De burgemeester en ■wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de lotelingen dezer ge meente, beboorende tot de lichting van bet jaar 1882, die door den militieraad voorden dienst der militie zijn aangewezen of omtrent welke nog geen uitspraak is gedaan, dat die raad op Dins dag den 11 April 1882, des voormiddags te 10 uren, in bet gewone lokaal in de Abdij een tweede zitting zal houden, om uitspraak te doen omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken, als mede omtrent ben, die als plaatsvervangers of nummerverwisselaars verlangen op te treden, en dat, bijaldien nopens hunne redenen van vrijstel ling nog geen uitspraak is gedaan of zij zich in den dienst der militie wenschen te doen vervangen, zij op gemelden tijd voor den militieraad moeten ver schijnen, vergezeld van de personen, die als plaats vervangers of nummerverwisselaars voor ben ver langen op te treden en voorzien van de navol gende stukken 1°. wat den plaatsvervanger betreft a. van een getuigschrift, dat bij is ingezeten, ongehuwd of kinderloos weduwnaar, niet beneden de 21 jaren oud, en dat hij een goed gedrag beeft geleid. (Dit getuigschrift wordt afgegeven dooi den burgemeester) ft. van een bewijs, dal bij zijne plichten ten aanzien van de militie beeft volbracht, of dat bij er geene te volbrengen bad c. indien hij vroeger als militair of op 's lands vloot mocht hebben gediend, van een bewijs van ontslag en een getuigschrift van goed gedrag, af gegeven door den kommandant van bet korps, waarbij hij laatstelijk beeft gediend. (Dit getuig schrift kan bij dien kommandant worden aange vraagd) d. zoo hij minderjarig is, van een bewijs van de toestemming van zijn vader of voogd, om als plaatsvervanger op te treden 2°. wat den nummerverwisselaar betreft: a. van een bewijs, afgegeven door den burge meester der gemeente, waar hij voor de militie is ingeschreven en onder anderen inhoudende, dat hij tot dusverre tot geen dienst bij de militie is ver plicht geweest ft. van de hierboven onder litt. c en d vermelde Stukken c. zoo hij voor de militie is ingeschreven binnen eene gemeente van een ander militie-district, dan waartoe de loteling behoort, wiens dienst hij ver langt waar te nemen, van een door den voorzitter van den militieraad van dat district afgegeven uittreksel uit het lotingsregister, waarop hij voor komt, bevattende de daarin te zijnen aanzien vermelde opgaven. Nadat de persoon, die als plaatsvervanger of nummerverwisselaar zal optreden, als zoodanig is toegelaten, zal door of van wege den loteling, die zich doet vervangen, aan den militieraad moeten worden overgelegd een afschiift van de notarieele akte van overeenkomst over de vervanging in den dienst. Tot afgifte van de stukken, hierboven onder 1 a en d en 2 a bedoeld, zal op Maandag den 3 April e. k. des voormiddags van 10 tot 12 uur, in een der lokalen van het raadhuis zitting worden gehouden. Die als plaatsvervanger verlangt op te treden, zal alsdan vergezeld moeten zijn van twee bij den O vak Waardoor?" herbaalde hij «waardoor?' Zijn gelaatskleur werd donkerder, de aderen aan zijne slapen zwollen op. Beminnen bemind worden maakt dat belachelijk. Thekla zag met verbazing, dat hij boos was. Wat heeft hij toch? Wat kan hem die arme graaf Erbach schelen Hij stelt zich toch niet in zijn plaats, hij vergelijkt zich toch niet met hem Zoo iets kan Thekla niet aannemen o niet eens vermoedenMet een haperende stem en het eigenwijze gezichtje van een kind, dat hoog dravende woorden van zijne lippen laat vloeien, zei de jonge gravin: »0 neen, het is niet belachelijk om liefde te gevoelen, maar wel om ermede te koop te loopen." Wie zegt n dat Erbach met opzet met zijn liefde te koop loopt Misschien ontbreekt het hem slechts aan de kracht om haar tegenover deze vrouw te verbergen, zooals hij doen moest. Despot hem niet, beklaag hem liever." burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerdeijarige ingezetenen, die de ver- eischte verklaring omtrent het gedrag - enz. van den plaatsvervanger kunnen afleggen en onder teekenen. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort, heden den 27en Maart 1882. Burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De secretaris G. N. DE STOPPELAAR. De betrekking van administrateur van het kroon domein, waartoe het kamerlid baron Schimmelpen- ninck van der Oije is benoemd, is volgens de Arhn. Ct. geheel een eereambt. »Zijn wij wel ingelicht, schrijft het blad, dan bedraagt de daar aan verbonden bezoldiging slechts 2000, terwijl zij medebrengt dat de titularis zooveel mogelijk zich in Den Haag bevindt." Is dit juist, dan valt het moeielijk te begrijpen waarom de heer Van der Oije, die tot dusver deel uitmaakte van de antirevolutionaire kamerclub", zooals de Standaard de kamerleden harer richting aanduidt, wegens zijne benoeming gemeend heeft zijn mandaat als afgevaardigde voor het district Hilversum neder te moeten leggen. De benoeming is dan niet veel meer dan een voorwendsel voor dit ontslag, en het is misschien .onder den indruk daarvan, dat de Standaard hare verontwaardiging lucht geeft in dezen bitteren uitval »Kon een ander niet het kroondomein adminis- treeren De Heere zeide laat de dooden de dooden begravenEn een kroondomein is een dood werk, van bunders land en pachtsommen. Indertijd heeft Thorbecke onze kamerclub vermoord, door èn Elout èn Mackay in den raad van state, gelijk toen ieder zei, te begraven. Moet het nu dan heuseh dien weg weer op?" De insinuatie, die in deze woorden aan het adres van de regeering is vervat, schijnt niet gegrond. De administrateur van het kroondomein behoort volgens de wet van 1 Mei 1863 niet tot de reken - plichtige ambtenaren van den staat. Hij wordt door den koning benoemd en ontslagenheeft volgens zijne instructie Staatsblad 1863 N° 61) over alle aangelegenheden betreffende het kroondomein rechtstreeks de bevelen des konings te vragen en zendt zijne verantwoording in aan den koning en aan 's konings thesaurier. Het zou dus niet te verwonderen zijn, wanneer de benoemingen bij het kroondomein, zonder raadpleging van een minister, door den koning persoonlijk als particulier plaats vonden. Naar men ons mededeelt, geschiedt dit dan ook aldus. De Staals-Courant bevat een kon. besluit tot vernietiging van het besluit van den raad der «Achriep Thekla uit, »ik beklaag nie mand die verzen maakt." »Zoo?" Paul zweeg een poos en vroeg toen eensklaps«Hoe staat het met die gedichten die ik u onlangs bracht Hebt gij erin ge lezen »Ja", antwoordde zij aarzelend. »En wat zegt gij ervanIk heb dat boek jaren lang gehad en niet weten te waardeeren. Yoor eenige dagen kreeg ik het toevallig in handen en toen was het tnij alsof ik een schat ontdekte. Het is prachtig.vindt gij ook niet?" Prachtig ja, te prachtig voor mij." «Wat wil dat zeggen?" «Dat wil zeggen »Nu Ga tóch voort Thekia wierp het hoofd achterover en zei «Ik hond over het geheel niet van verzen." Hij haalde de schouders op en zei«dat hangt van den smaak af." »Ja." «En er is goede en een slechte smaak." Paul was weer in den barschen toon vervallen, dien hij tegenover haar nooit meer wilde aanslaan. Deze kleine woordenwisseling deed vorst Clemens zeer onaangenaam aan. Hij schoof op zijn stoel heen en weder, schraapte zich en wierp de gravin meewarige blikken toe. Eensklaps riep hij, als een goedige vader die kibbelende kinderen tot bedaren wil brengen, uit i-Gij hebt allebei gelijk eenigermate alle bei. gemeente Ylissingen, dd. 23 Sept. 1881, waarbij is bepaald dat de tot hoofd der school D in die gemeente te benoemen onderwijzeres bij het aan gaan van een huwelijk geacht wordt haar ontslag .uit die betrekking te nemen. Dit besluit rust op de overwegingen dat volgens art. 29, in verband met art. 13 der wet van 17 Aug. 1878, St.bL n° 127, aan onder wijzeressen, aan gemeentescholen verbonden, die aan het hoofd eener school zijn geplaatst, dooi den gemeenteraad ontslag wordt verleend, hetzij rechtstreeks overeenkomstig eigen verzoek, hetzij op voordracht van den districts-schoolopziener dat door vermeld raadsbesluit het ontslag een onmiddellijk gevolg zal zijn van een daarbij aan gewezen feit, namelijk het huwelijk van het hoofd der schoolen dus niet verleend zou worden overeenkomstig de voorschriften van art. 29 van genoemde wet; dat ook, wanneer het raadsbesluit in dezen zin wordt uitgelegd, dat aan de benoeming eener onderwijzeres tot hoofd der school D de bepaling is verbonden, dat zij bij het aangaan van een huwelijk zal geacht worden haar ontslag te heb ben verzocht, dan nog de bedoelde bepaling niet overeenkomt met de voorschriften der wet dat immers met de woorden: «eigen verzoek", in art. 29 van genoemde wet gebezigd, wordt be doeld eene daad, die niet het gevolg is van de uit eene vooraf gestelde voorwaarde voortvloeiende verplichting, noch kan worden verondersteld stil zwijgend te hebben plaats gehad dat derhalve bij voormeld raadsbesluit eene dooi de wet niet toegelaten wijze van ontslag wordt voorgeschreven en het besluit daarom is in strijd met de wet. Yersebe, 26 Maart. Gisteren is benoemd tot ontvanger-griffier van den vrijen Molenpolder onder Terseke, in plaats van wijlen den heer A. M. Verschelling, de heer D. Spruit, secretaris dezer gemeente. Volgens het Utr. Dbl. bestaat bij de M* tot Expl. van staatsspoorwegen het voornemen bin nenkort tot eene verlaging der prijzen voor abon nementskaarten voor handelsreizigers en andere personen over te gaan. Vooral voor groote afstanden zullen de verla gingen zeer aanzienlijk zijn en tevens zullen abonnementskaarten, geldig voor het geheele Noor- dernet of Andemet der staatsspoorwegen, of voor beide netten, zoowel voor handelsreizigers als andere personen, voor eerstgenoemden tegen zeer lage prijzen, verkrijgbaar worden gesteld. Men zal zich herinneren, dat in de maand No vember 11. door de heeren Enderlein, oud-minister, Raat, gep. majoor, en Mulder, oud-scheepsgezag- voerder, aan den lnit.-generaal Van der Heyden, namens de burgerij van Atjeh, werd aangeboden een huldeblijk, bestaande uit een prachtig étui met tafelzilver en verdere zilverstukken voor een »0" vei-volgde hij met een ernstig gelaat tot Marianne, «dat kan heel dikwijls zijn; het gebeurt wel ja als men goed oplet is het bijna altijd het geval. Wat zegt gij ervan?" Hij wachtte het antwoord niet af, doch stond op, zeggende «Maar wij moeten wegGij hebt ook reeds de ouverture verzuimd, wat echter geen ongeluk is in het Burgtheater gij hebt immers van avond uw loge? «Wij niet, onze kameniers, want zij geven een treurspel. Wij blijven thuis en wilden n beiden verzoeken ons gezelschap te houden," hierbij knikte zij Paul vriendelijk toe. «Wij zijn bereid, o met genoegenriep de vorst en liet zich terstond in een gemakkelijken fauteuil neervallen, die tussc-hen den schoorsteen en het werktafeltje stond. De gravin nam haar tapisseriewerk op, waarover Clemens veel vleiends wist te zeggen. Hij vond de teekening, waarlijk men moest het zeggen, zeer smaakvol in de kleuren nog nooit had hij twee kleuren gezien die zoo goed bij elkaar pasten zelfs niet op een En- gelschen plaid zooals dit blauw en dit groen. Met de vrijmbedigheid van een huisvriend en met de belangstelling in naaidoosjes en werkmandjes, welke bijna alle heeren kenmerkt die aanleg tot verwijfdheid hebben, begon hij een sierlijk ivoren doosje te openen en te sluiten, de gouden gereed schappen er uit en in te doen, haalde de strengen zijde, die de gravin voor zich had neergelegd, door zijn vingers en speelde zoolang met de klosjes servies. Eergisteren werd nog door eerstgenoemde aan den generaal aangeboden een zilveren coupe, dessertmand en andere serviesstukken, speciaal van de hoofden en grooten te Oleh-Ieh en Kotta- Radja «als blijk van warme sympathie en uit oprechte dankbaarheid voor hetgeen de generaal als gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden voor hen gedaan heeft." Toen de heer Meng verleden Zondag avond te Rotterdam in de zaal van Verscheidenheid en Over eenstemming eene lezing hield over »het doel des levens" deelde hij mede, da,t hij in antwoord op vele tot hem gerichte vragen, wenschte te berich ten dat hij niet van plan is zijn voordrachten te staken. Ten slotte deelde hij mede, dat een vijf tigtal personen waren toegetreden tot eene kor telings opgerichte vereeniging, genaamd Het Vrije Woord. Volgens de statuten, is het doel dier vereeniging de «bevordering der vrije gedachte" en zal naar dit doel worden gestreefd o. a. door »het houden van wetenschappelijke en wijsgeerige voordrachten." De statuten worden tot het be komen der koninklijke goedkeuring opgezonden aan den minister van justitie. De heer Meng is tot voorzitter der vereeniging gekozen. (Hbl.) Hoeveel er nog voor het openbaar onderwijs te doen is, zelfs in steden die in onbekrompen zorg voor dat volksbelang sedert jaren vooraan staan, blijkt uit hetgeen een berichtgever van de Amster dammer uit Rotterdam schrijft Burg. en weth. hebben voorgesteld eene 9e kos- telooze school «tijdelijk" te vestigen in de boven lokalen van het zeekantoor, dat ter beschikking komt van de eigenaresse, d. i. de gemeente. Misschien zullen er onder mijne stadgenooten zijn, die zich mijne ingenomenheid niet kunnen verklaren met een voorstel waardoor deze lokalen, die juist geen hijster vriendelijken indruk maken, voor eene school in gebruik zullen worden geno men, vooral omdat zij allerminst aan de eischen voldoen, welke bij het bekende koninklijk besluit van 30 Aug. 1880 aan de inriehting van scholen gesteld zijn. Ik beaam dit volkomen en aarzel geen oogenblik de voorkeur te geven aan de in richting der zes a zeven nieuwe scholen, die ach tereenvolgens binnen een of twee jaar op verschil lende punten onzer stad zullen verrijzen. Maar dit zijn nog plannen, en reeds nu wachten meer dan 1000 kinderen te vergeefs op plaatsing in de openbare scholen; en daar die kinderen vóór de voltooing dier plannen inmiddels ook weder éen of twee jaren ouder geworden zullen zijn, wat voor verreweg de meesten met even zoo veel korteren leertijd gelijk staat, zoo mag het een lofwaardig besluit geacht worden, het meer dere niet aan het mindere op te offeren en aan onderwijs in slechte lokalen de voorkeur te geven boven in 1t geheel geen onderwijs. Wel is 't een bezwaar dat er zelden maatregelen van taaier le venskracht zijn dan juist die welke «tijdelijk" ge nomen worden, maar dit bezwaar is onbeduidend en kluwentjes tot Marianne eindelijk ongeduldig uitriep »Wat ik u bidden mag, Clemens, laat mijn naaiwerk met rust." Hij gehoorzaamde gedwee, zooals een ridderlijke man, die gewoon is streng onder appèl gehouden te worden en vestigde thans zijn aandacht op het anonyme bruidspaar, zooals hij Paul en Thekla noemde. De jongelieden waren in de zaal gegaan. Thekla nam plaats aan de piano: de eerste maten van een étude van Bertini klonken onder hare vingers. Zij speelde zuiver, netjes met be wonderenswaardige vlugheid. Haar gelaat nam een aandachtige ernstige uitdrukking aan. die uitdrukking welke Paul niet zien kon zonder met innige verrukking te denkengij zijt meer dan gij zelf weet, meer dan gij schijnt, meer dan het oppervlakkige leven dat gij leidt, doet vermoeden. Hij stond tegenover haar met de armen op de piano, boog zich voorover en verzonk in bewonde ring van haar aanblik. O schoonheid HartenveroveraarsterHeersche- resKoningin I Gij zijt de vrede wie kan boos op u zijn Gij zijt de overwinning wie kan u weerstaan Slechts kortzichtige dwaasheid vraagt, of in dat schoone omhulsel ook een schoone ziel woont! Het omhulsel is slechts daarom schoon, omdat de ziel haar bezielt Onafgewend rustten zijne oögen op het edele gelaat, zij sloeg de hare tot hem op en zag hens vorschend, eenigszins bezorgd aap.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1