BUITENLAND. Ingezonden Stukken. Verkooplngen en aanbestedingen. Duitschers overal. Muziekonderwij s. Uit de cantinekas veriekene men voorloopig de onkostengedurende zekeren tijd kan van de onderofficiers-menage een bijdrage per 5 dagen -worden geheven, gelijk ongeveer het bedrag, dat door het schilwerktuig wordt bezuinigd. Heeft men na eenige maanden genoegzame ondervinding opgedaan omtrent de goede uitkomsten met de machine verkregen, dan geloof ik, dat vertrouwd mag worden het gedane voorschot van het rijk terug te zullen ontvangen, daar door den minis ter van oorlog kan worden bepaald, dat voorloo pig bij die korpsen, waar de machine in werking is, per man zooveel aardappelen minder zal wor den ingekocht, dat hij aan geschilde aardappelen evenveel ontvangt als thans bij het jassen hem deelachtig wordt. Een ding zal alleen te betreuren zijn, nl. dat het «jassen" met al zijn eigenaardigheden verdwijnt. Zoo gaat langzamerhand de poëzie van het soldatenleven weg. Geen gezellige bij eenkomst dus meer op de tochtige binnenplaats, na afloop van vermoeiende marschen of langen arbeid, in den winter geen koude blauwe gezich ten en handen, geen gestamp en gevloek, niets meer van dat alles. In een klein zindelijk lokaal een machine, door een of twee man in alle stilte bewogen, voorts een paar man de grootendeels gezuiverde aardappelen van hunne laatste onrein heid genezende, dat is de prozaïsche toekomst. In de St. Ct. is opgenomen de akte van oprich ting der naamlooze vennootschap M~<i tot exploita tie van het Noordzeebad Wijk aan Zee, ten doel hebbende Wijk aan Zee als badplaats te ontwik kelen, daartoe aan te leggen een stoomtram van Wijk aan Zee naar Beverwijk, het aankoopen en verkoopen van bouwterreinen en gebouwen, de schelpvisscherij uit te oefenen enz. Het kapitaal der vennootschap bedraagt zes honderd duizend gulden, verdeeld in twaalf honderd aandeelen elk van vijf honderd gulden en is ten volle gestort. Tot di recteur is benoemd de heer H. Tappenbeck, koop man te Wijk aan Zee. Tliiolen, 17 Maart. Allerwege is de drukte op het veld in vollen gang. In lang heeft men niet zulk een heerlijk voorjaar gehad, en de land bouwer maakt er gebruik van om, zoo mogelijk, schadevergoeding te krijgen voor de slechte tijden, die achter den rug, maar nog niet uit de herinnering zijn. Handen komen te kort om het noodige werk te verlichten; grooten en kleinen worden geprest, zeer ten voordeele van de grootenmaar te be jammeren voor hen, wier handen en hoofden nog zoo dienden beziggehouden te worden met wat anders dan met «veldwerk." Kieriltiee» 17 Maart. Door het dagelijksch bestuur van het waterschap Schouwen zijn op 16 dezer in het oxienbaar aanbesteed het leveren en verwerken van 2800 scheepston stortsteen, aan de districten ZuidhoekBorren- damme, Elaauwers, Scharendijke en Langendijk, bij inschrijving en opbod, aan den laagsten inschrijver D. de Jong Az., te Ter Neuzen voor f 7924 het leveren van 1015 M3 grint voor het onder houd van de rijbanen der dijken aan de districten Borrendamme, Flaauwers, Koudekerke, Scharen dijke, Langendijk en Brouwershaven, bij enkele inschrijving, aan G. van den Berg onder Ouwer- kerk voor 1,78 per M.3; het leveren van 750 M3 grint ten behoeve dei- grintwegen aan den Westhavendijk te Zierikzee, aan den Schelphoek district Flaauwers, aan de Ossesluis, district Langendijk en op het haven plateau te Brouwershaven, bij enkele inschrijving, aan Bastiaan den Haan te Werkendam voor 1,64 per M3. een levendig gesprek, dat de gravin van lieverlede van algemeene op bijzondere en eindelijk op per soonlijke onderwerpen wist te brengen. Paul merkte weldra dat hij een klein verhoor onder ging, doch het geschiedde op zulk een vriendelijke en deelnemende manier dat het onmogelijk was om op een enkele vraag het antwoord schuldig te blijven. Marianne vroeg vooral met warmte en hartelijkheid naar zijn ouders en zijn dochtertje; zij moest weten of het kindje op haar moeder geleek en wilde iets hooren van haar karakter, hare eigenaardigheden. Een spotachtig lachje speelde om zijn mond en hij antwoordde «Zij was nog in de lange kleeren toen ik haar voor het laatst gezien heb, dus kan ik u van het uiterlijk der jonge dame niet veel ver tellen. Maar haar karakter en hare eigenaardig heden zullen wel net zijn als die van alle kinde ren van haar leeftijd. «En die van haar eigen kleine persoonlijk heid." «Persoonlijkheid Ik geloof niet dat zij die reeds heeft. Op driejarigen leeftijd zijn alle kin deren hetzelfde." «Geen twee op de geheele wereld!" ant woordde de gravin beslist. «Zoo waarlijk?" hervatte hij verstrooid, ter wijl zijn blik vol naijverige verrukking Thekla volgde, die hen juist met haar danser voorbij ge sneld was. Het schijnt een noodlottig gevolg te zijn van elke verkrijging van macht dat de onleschbare dorst om nog meer te vermogen zich van den machtige meester maakt en hem, tenzij hij de kwade neiging met sterke hand bedwinge, top zwaar doet worden. Onwillekeurig kwam ons deze gedachte voor den geest na de lezing van twee artikelen in de KölniscJie Zeitung, onafhankelijk van elkander te Petersburg en te Keulen geschreven en over ver schillende onderwerpen handelende. Beiden echter gaan uit van het beginsel dat de Duitsche haan moet koning kraaien overal waar het beest zich heeft genesteld, onverschillig of de overige recht hebbenden in de kippenren of de oorspronkelijke bewoners den indringer dat recht betwisten. Naar wij reeds gemeld hebben, heeft het conserva- tief-federalistisch ministerie Taaffe in de Oostenrijk- sche vertegenwoordiging een voorstel gedaan, waar mede de liberale oppositie duchtig verlegen zit. Het strekt om het stemrecht uit te breiden tot allen die vijf gulden in de directe belasting betalen. Nu heeft uitbreiding van kiesrecht eens den roep gekregen van een liberale maatregel te zijn, en de liberale partij heeft het recht zich dien toe te eigenen, waar hij genomen is ter voldoening aan het rechtsgevoelmaar dezelfde uitbreiding wordt uit utiliteit door zoo vele anderen voorgestaan, dat men haar geene politieke kleur meer kan toeken nen. De oude betrekking echter van het libera lisme op het vraagstuk maakt het voor de Oos- tenrijksche oppositie moeilijk zich met kracht tegen de voorgestelde uitbreiding te verzetten,koezeer zij zeer goed weet dat de 100,000 nieuwe kiezers naar alle waarschijnlijkheid aan den leiband dei- conservatieven zullen loopen. Het voorstel is dus een fijne zet van graaf Taaffe. De KölniscJie wier stem gezag heeft waar Duitsch wordt gelezen, waarschuwt de Oostenrijksche libe ralen en raadt hun om den zet ongedaan te maken door eene poging om de kracht dezer 100,000 nieuwe kiezers te vermeesteren, waartoe zij dan van het observatorium der theorie zouden moeten nederdalen op de markt, van de hoogte der doc trinaire begrippen op den vlakken grond van het volksleven met al zijne behoeften, waarvan in onze eeuw zoovele nieuwe zijn ontstaan, voor welke de theoristen der politieke vrijzinnigheid slechts nooae de oogen openen. Een gezonde raad voor zeker, in Oostenrijk en elders. Maar het duiveltje van het pangermanisme laat zijn bokspoot even zien, lang genoeg echter voor wie hem reeds aan den gang herkende. Die liberale partij heet de Duitsch-liberale, de betite ling waarin de kiem harer ontbinding ligt. Want zoodra zij wederom de bovendrijvende partij zijn zal in Oostenrijk, en zij van het gebied der critiek zal overgaan op dat der daad, zal de tirannie der Duitsche meerderheid in haren boezem, welke niet alleen liberaal maar boven alles Duitsch- liberaal wil zijn, reactie wekken van de overige liberalen, wier Existenzberechtigtkeit, om een Duitsch woord te gebruiken, slechts te nauwernood door de anderen wordt erkend. Dergelijke gevoelens van de Duitschsprekende Oostenrijkers worden door de pers van het Duitsche vaderland telkens in de hand gewerkt, en in plaats dat men den Oosten rijker, waar men zich geroepen acht hem raad te geven, toeroept: wees Oostenrijker boven alles en vaderlander, wekt men hem op om Duitscher te zijn tegenover den Czech, Germaansch tegen Slavisch. Een anderen voet zet de Duitsche polyp in Rusland, waar de Germanen werden binnengehaald door Peter den Groote. Gelijk wij reeds vroeger deden opmerken, openbaart zich vooral in den laatsten tijd met groote kracht eene nationale partij in Rusland, welke de kwalen van het rijk grootendeels toeschrijft aan de kunstmatige, den Russen tegen wil en dank opgedrongen, hun niet passende ontwikkeling uit het Westen. De eminente leiders der Slavische partij stemmen toe dat hun volk nog een langen weg moet afleggen op de baan der ontwikkeling, doch zij willen dien op hun eigen, voor hunnen aanleg berekende wijze teneinde brengen. Liever nog dan den Duitschen stempel voorgoed gedrukt te zien op de Slavische maatschappij, willen ze twee eeuwen achteruit, brekende met de Westersche beschaving, een Rus land terugvinden dat aan zijn volk toebehoort, een Russisch Rusland enkel voor de Russen, zijn eigen bestemming zoekende. Het heirleger van Duitsche schoolmeesters en officieren van regeeringswege in Rusland ingevoerd, de talrijke Duitsche kooplieden en industrieelen, die Rusland voor het veld van hunnen arbeid kozen, moeten zich op eene voor hen moeilijk bereikbare hoogte stellen om dit nationaal Sla vische streven- op zijne hooge waarde te schatten en het jeugdig frissche te ontdekken in een volk dat zelfs met de beschaving wil breken om zich zelf te zijn. Niet wijl die Duitschers verstandelijk de hoogte niet hebben bereikt om die opvatting te deelen, maar wijl zij van eene dergelijke ver andering de eerste dupes zullen zijn en dus hun oordeel door eigenbelang en door zeker eerlijk gemeend besef dat zij eigenlijk het toekomstig geluk der Russen in hun Germaanschen boezem dragen, is beneveld. Sprekend komt deze richting uit in het tweede der door ons bedoelde artikelen, eene nalezing van den Petersburgschen correspondent van het Keul- sche blad op de ruwe wijze waarop generaal Skobeleff het Slavische program ook in westelijk Europa heeft verkondigd, alsof hij den handschoen toewierp aan wie lust gevoelde dien op te rapen. Wij vertalen enkele zinsneden. «Dat keizer Alexander III die inzichten (dei- nationale partij) deelt, is bekend, en een uiterlijk kenteeken der nationaliseering is dat, in plaats der uniformen van Europeeschen snit, in het leger de oud-Russische kleederdracht wordt ingevoerd. Deze wijde broeken in laarzen met lange kappen, de kiel zonder knoopen en de echt nationale muts van schaapsvacht in plaats -van helm en lcépi, zijn een zinnebeeld der eigenaardig Slavische cultuur. Dat voor de enkele buitenlanders die nog in het leger dienen, onder die omstandigheden geen kans meer bestaat op carrièrespreekt vanzelf." Spreekt daaruit niet duidelijk het vooroordeel dat den schrijver bezielt? Wat zou beter zijn voor den Russischen soldaat, die in felle vorst en diepe sneeuw moet weten te bivakkeeren, de door Europeesche koningen en kleerenmakers uitgevon den wapenrokken of de eng sluitende kiel sinds eeuwen door de behoefte als kleedingstuk aange wezen? Wat beter, de warme muts van schaaps vacht, waarin hij tot over de ooren zit gedoken, of de Pickelhaube der Duitschers, de losse képi van het tweede keizerrijk Zulke aanmerkingen waarvan het artikel over vloeit, de scherpe in scheldwoorden ontaardende critiek van Skobeleff's optreden, strekken ons ten bewijze dat de Duitschers in St. Petersburg ernstig vreezen dat aan hun rijk een einde zal worden gemaakt. Terwijl zij onder den vorigen czaar aan het hof, in de' scholen en werkplaatsen den boventoon voerden, bespeuren zij thans dat Rusland door ondervinding meent geleerd te hebben dat eene Westersche leefwijze voor zijn gestel niet gezond is, en dat het lichaam der natie Russisch voedsel en eene Russische omgeving behoeft. Wordt eens die overtuiging bij de regeering zoo vast dat zij tot handelen dringt, dan zijn harde maatregelen veeleer te wachten dan palliatieven. Vandaar de noodkreet der Petersburgsche Duit schers, der mannen die, te goeder trouw, meenden en nog meenen dat in hun voorspoed en in den vooruitgang hunner begrippen heil was te vinden voor het groote organisme van den Russischen staat. Het is eene proeve van geweldigen omvang, die men met Rusland wil nemen. De Westersche geest is er doorgedrongen in het staatsbeheer en in menige levensverhouding in de steden. Daarmede opeens geheel te breken is onmogelijk, maar reeds eene poging om twee eeuwen ver terug te keeren op een weg dien men voor verkeerd houdt, brengt geweldige afscheuring met zich, die diepe wonden nalaat. Het denkbeeld echter is grootsch en edel, en indien de beweging der Russische patriotten daad wordt, en vooral wanneer zij consequent blijft voortwerken, verdient zij de volle sympathie van ieder patriot, aan welk vaderland ook hij zijne liefde wijdt. Aan groote mannen om voor te gaan, kan het den Russen, bij hun uitnemenden aanleg, niet licht falen. En de Duitschers die dan zullen worden ver dreven, zijn zij niet te beklagen Hadden zij niet door bewezen diensten een verkregen recht op de verdere opleiding der Russische natie? Wij gelooven het niet. Rusland was lang een der vele oorden waar de overtollige spruiten der Duitsche natie een onderkomen vonden en beloo ning voor bewezen diensten. Dit kan echter Rus kinds recht niet krachteloos maken om, zoodra het overtuigd is dat die vreemdelingen gevaarlijk worden voor zijne huiselijke rust, huisrecht te oefenen en de indringers buiten de deur te zetten. In het experiment der nationale partij om Rusland eene zelfstandige ontwikkeling te bezorgen, zijn de te overwinnen bezwaren talloos. Waar echter de groote Slavische beweging op Russischen bodem de in den weg staande Duitschers vertreedt, blijft zij in hare rol en binnen de grenzen van haar recht. Niettegenstaande de meeste vakken van onder wijs onder controle van de wet zijn gesteld en de bevoegdheid om, na lange en volhardende studie en daarop volgend examen, als onderwijzer te mogen optreden, door eene staatscommissie moet worden verstrekt, bleef het muzikaal onderwijs te eenenmale bandeloos. Zelfs het vroeger vereischte patent is opgeheven. De eenige waarborg die belanghebbenden ten dienste stond om te kunnen bepalen wie voor muziekonderwijzer of onderwijzeres in aanmerking konden komen, wasöf een diploma door dezen aan een muziekschool (conservatoire) verkregen óf doordien zij in 't publiek optraden. Ten einde nu aan de bestaande beunhazerij in 't muziekonderwijs paal en perk te stellen wendde de sedert Mei 1875 bestaande Nederlandsche Toonkunstenaars Vereeniging, wier doel het is de belangen der Nederlandsche toonkunst te bevor deren, zich tot de regeering; doch te vergeefs. De vereeniging nam nu zelve het iniatief, door jaarlijks een commissie van bevoegde mannen samen te stellen waarbij ieder, volgens een vooraf bepaald programma, zich in eiken lak van muziek aan een examen kan onderwerpen en, bij gunstigen uitslag, door een diploma wordt geautoriseerd. Aan het eerste examen, gehouden te Utrecht in Augustus 1880, hebben zich een twaalftal perso nen van beider kunne onderworpen. Acht ervan slaagden. De commissie bestond uit vijf autori teiten, waaronder de heeren Hol,Nicolaï en Meyroos. Het tweede examen had plaats in Juli 1881, insgelijks te Utrecht. Bij de vele tegenwoordig voorkomende aanbie dingen, waaronder die vermelden waar ofbijwien ze hebben geleerd, zonder eenig bewijs wat of hoeveel, en vervolgens die hun talent zelf zoo laag schatten dat zij zich niet durven noemen en beloven weinig belooning te zullen eischen, acht ik mij, in de mij door de vereeniging, na het overlijden van den heer Kirrwald, opgedragen functie, verplicht een en ander meer bekend te maken. A. DE Jongh correspondeerend lid der N. T. V. Middelburg, 17 Maart 1882. de «het standbeeld is van zijn voetstuk afgestapt en danst!" Marianne keerde zich langzaam om toen zij die bekende stem hoorde en antwoordde «Dat is minder verwonderlijk, mijnheer Yon Rothenburg, dan dat gij komt om er naar te kijken." «Daar kom ik niet voor, maar om, zooals gewoonlijk, mijne opmerkingen te maken bij het einde van onze vastenavondstentoonstelling, van onze kindermarkt." De gravin haalde zwijgend de schouders op, maar hij nam naast haar plaats en vervolgde «Altijd hetzelfde, niet waar? Vraag en aanbod stemmen niet overeen." Zooals de meeste bijzienden kneep hij zijne kleine oogen dicht en zag Marianne heel scherp aan. «Wat scheelt eraan, mevrouw de gravin? Gij zijt opgewonden. Zou de gebeurtenis, die in uw familie op handen is, niet uwe volkomen goedkeu ring wegdragen?" Wordt vervolgd.) GEDEUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG, Marianne vergeleek de hartstochtelijkheid die thans uit zijne oogen sprak niet die koelheid, waarmede hij haar had aangezien toen zij van zijne ouders en zijn kind sprak en dachtwelk soort van mensch zijt gij eigenlijk? Er is iets onafgewerkts, iets ongeopenbaards in u. Achhij heeft te veel in de boeken gezeten, hij kent het leven niet. De school en een afgelegen kasteel, dat was tot nog toe zijn wereld. Hij bevindt zich voor het eerst in het gewoel der menschen en is met al zijn wijsheid toch een nieuweling. Maar waar heeft hij wortel geschoten Wat is zijn eigenlijk element Niet het familieleven want hij schijnt zeer onverschillig voor al de zijnen te wezen. Als iemand Marianne op een bal was gaan praten over de bekoorlijkheden van het familie leven zou zij het belachelijk gevonden hebben maar zoo droog als die Sonnberg er over sprak, mocht men iemand niet afschepen die naar zijn familie vraagt. De gravin zag hem van ter zijde aan en zei bij zich zelfVerwend zijt gijdat is het Vooreerst door het geluk, dat u zoo rijk met talenten gezegend heeft en ook met de mid delen om die te ontwikkelen, en dan door overgroote liefde. Gij voelt er u door bezwaard en meent reeds genoeg te doen wanneer gjj haar slechts duldt, verdraagt. Zij zag hem opnieuw vorschend aan. Zijn ge laat drukte de grootste spanning uit. «De dames kiezenhad de dansmeester geroepen. Thekla, die pas op haar plaats terug gebracht was, stond op. Verscheiden jongelieden snelden naar haar toe en smeekten «Kies mijmijdoch zij schudde het hoofdde kring, die haar omsloot, opende zich en zij trad, alle teleurgestelden voorbij, langzaam de geheele breedte van de zaal door, en op Sonnberg toe. En nu stond zij beminnelijk en fier in haar luchtig gewaad, met een blos op de wangen, de handen in elkaar geslagen voor hem en groette hem met een nauw merkbare buiging van het hoofd. Hij sprong op alle kleur was van zijn gelaat ver dwenen hij beefde, ja hij beefde, zijn borst hijgde naar adem. Doch in hetzelfde oogen- blik herkreeg hij zijn zelfbeheersching, sloeg zijn arm om de slanke gestalte en daar vlogen zij op de maat der muziek voort het schoonste van alle paren in de geheele zaal. Aan de zijde van dezen man zag de dochter van Marianne er bijna tenger uit; maar er lag een groote kalmte op haar gelaat; blijmoedig als altijd glinsterden hare schoone oogen, terwijl de zijnen schenen te branden en zijn geheele wezen een diep gevoelde zaligheid verried. De gravin voelde dat de bange zorg, die haar gekweld had, week. Die zal hem niet bederven; voor zijn tweede vrouw zal hjj moeten bui gen Een lange, deftige man, die haar naderde, stoor de, haar in hare bespiegelingen. «Hij danst!" sprak hij, op Sonnberg wijzen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 6