N° 66. 125e Jaargang. 1882. Zaterdag 18 Maart. NA HAAR DOOD. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad verten tien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van i -7 regels/11,50 iedere regel meer f 0,20. Groole letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor hel Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg 17 Maart. FEUILLETON. Marie von Ebner Eschenbach. MIDDELBIIRGSCH COURANT Aanstaanden Maandag zal door de tweede kamer beraadslaagd worden over het rapport der com missie voor de verzoekschriften, naar aanleiding van het adres van generaal Van der Heijden. Namens de commissie, samengesteld uit de heeren Lambrechts, Sickesz, Van der Feltz, Vermeulen en Nijst is door den heer Van der Feltz in de zitting van gisteren rapport uitgebracht. De commissie gaat, op het voetspoor van dén adressant, het eerste punt in het adres behandeld, zijn verwijdering als gouverneur van Atjeh stilzwijgend voorbij. Wat het tweede punt be treft, de gevraagde enquête omtrent de beweerde wreedheden in Atjeh, verklaart de commissie, dat, afgescheiden van de practische moeilijkheden aan zulk een onderzoek verhonden, en daargelaten de vraag of geheel persoonlijke grieven het onder werp van een enquête kunnen uitmaken, de grieven der legerhoofden in Indië en van generaal Van der Heijden in het hij zonder geen onderwerp van een enquête kunnen zijn, daar die grieven veeleer aanleiding zouden kunnen geven tot een rechterlijke vervolging. Ook met het oog op de geschiedenis van het recht van enquête meent de commissie, dat ook aan dit tweede gedeelte van het verzoek niet kan worden voldaan. De commissie heeft ook de vraag over wogen, of het raadzaam ware den minister van koloniën nadere inlichtingen te vragen omtrent de weigering, aan generaal Van der Heijden, tot openbaarmaking van stukken, doch zij meent, dat ook daarvoor geen grond bestaat, omdat de bescheiden, waarop de generaal doelt, deels be trekking hebben op de zaak-Kauffmann, deels van zeer geheimen aard of niet bij het departement van koloniën hekend zijn. Ten slotte meent de commissie echter, dat er wellicht een ander mid del bestaat om den adressant herstel van grieven te verschaffen en hem van den op hem gelegden blaam te zuiveren, namelijk door mededeeling van de verdere stukken, die de minister wellicht sedert 18 November 1881 mocht hebben ontvangen. Zij stelt daarom voor het adres te stellen in handen van den minister van koloniën met verzoek om die inlichtingen te geven, welke naar het oordeel des ministers kunnen dienen om de bezwaren van den adressant op te heffen. Thans komt ook in Belgie de eedsquaestie aan de orde. De commissie van rapporteurs over het eerste boek van het nieuw ontworpen wetboek van strafvordering heeft voorgesteld achter de bepaling, inhoudende dat de getuige zweren zal Voor God en de menschen, zweert gij te zullen spreken zonder haat en zonder vrees, de waarheid te zeggen en niets dan de waarheid met ophef- van Marianne had er zich bij de opvoeding harer dochter voornamelijk op toegelegd om bij het kind geen «sentimentaliteit" en geen «opgewondenheid" aan te kweeken. Haar verstand moest ontwikkeld en haar phantasie bedwongen worden. Men moest haar leeren dat haar stand weldadigheid en edel moedigheid eischte. Zij moest leeren geven, rijke lijk, met volle handen, doch nooit zonder overleg en vooral nooit uit een opwelling van medelijden. «Weet gij waarom, lieve Dumesnil?" zei de gravin tot de gouvernante harer dochter, «omdat elke weldaad met ondank beloond wordt en omdat wij ons daar gemakkelijker overheen zetten, wan neer ons gevoel er niets mede te maken heeft. «Ach, madame ik begrijp u!" antwoordde Madame Dumesnil, evenals hij elke gelegenheid wanneer zij den zin der woorden der gravin niet begreep. Madame Dumesnil was een droge fran9aise, alleen op eigen voordeel bedacht en onverschillig tegen de geheele wereld, zelfs tegen haar leerling. fing der rechterhand »lk zweer het", een nieuw artikel te voegen «Indien de getuige verklaart, wegens gewetens redenen, de formule van het vorig artikel niet te. kunnen bezigen, zal het hem vergund zijn die te vervangen door de plechtige belofte van te spreken zonder haat en zonder vrees, en te zeggen de waarheid en niets dan de waarheid. «Deze belofte wordt beschouwd als geheel gelijk staande met den eed. «De getuige zal de bevoegdheid hebben er de godsdienstige formule, voorgeschreven door de ge zindte waartoe hij behoort, bij te voegen." In Belgie wordt dus thans hetzelfde stelsel voorgesteld, als waarin ook wij de oplossing der eedsquaestie gelegen achten. (Wbl. v. h. R.) In de Landbouw-Kroniek van 24 Februari 11. komt een ingezonden stuk voor over de vee-verede- ling in Walcheren, van de hand van den heer H. J. E. Gerlach. De redactie voegt daarbij eenige opmerkingen over de graslanden in deze streken, en wijst erop dat, zonder een einde te maken aan de groote verwaarloozing, waaraan die, in tegen stelling van het bouwland, bloot staan, en zonder oprichting van een stoomgemaal, het gewenschte doel, ontwatering en daardoor verbetering, niet zal kunnen worden bereikt. Naar zijne meening zal eenmaal tot een stoomgemaal worden overge gaan, «zoo al niet door de opwekkende kracht van het gesproken of geschreven woord, dan door het krachtig sleepvermogen van 't trekkende voorbeeld, thans zoo vaak in ons land gegeven, en steeds met een de stoutste verwachtingen beschamend gevolg bekroond." In eene gisteren avond gehouden vergadering van leden van het kader der dienstdoende schut terij alhier is besloten, om, met het oog op de steeds bestaan hebbende goede verstandhouding met het hier in garnizoen liggende bataljon in fanterie, dat met Mei naar Bergen op Zoom ver trekt, aan het kader daarvan eene afscheidssoirée te geven. Men stelt zioh voor dat te doen in de tweede helft van April, door het opvoeren van tooneelstukjes en het houden van voordrachten, terwijl een bal den avond zal besluiten. Hoofdplaat, 16 Maart. Na het sluiten der inschrijvingen voor de 4£ pet. geldleening van f 18,000 op den 15en dezer, is gebleken dat voor 54,000 nominaal was ingeschreven. De hoogste koers der inschrijvingen was 90^ en voor 90 pet. was tot een voldoend bedrag ingeschreven. De gemeenteraad heeft echter met 4 tegen 3 stemmen besloten niets aan te nemen, op grond dat de inschrijvingen te laag waren en a pari hadden moeten wezen. Van den zoo vurig ver langden steenweg komt dus vooreerst weder niets. De tegenstemmers waren de raadsleden Cam- maert, Baars, Boone en De Meijer, alle in 1881 gekozen. Nog verdient vermelding dat het cijfer der in- Maar toen Thekla groot werd, vloeiend Engelsch en Fransch sprak, een brillant salonstuk met zekerheid en waardigheid wist voor te dragen, als een demon te paard zat, als een engel danste en een port de reine kreeg, toen kreeg haar gou vernante aanvallen eener koude afgemeten bewon dering voor haar. Eensklaps werd zij echter zuiniger met haar lof en zeer kwistig met hare waarschuwingen, die alle de gevaren der onwelvoegelijkheid betroffen. De jonge gravin, die tot nog toe zooveel uren daags aan de piano had doorgebracht, was namelijk eensklaps begonnen haar muzikaal talent te ver- waarloozen en zich met ongehoorde hartstochte lijkheid op de schilderkunst toe te leggen. Met moeite was zij te bewegen om haar ezel te ver laten, die dan ook meestal een aantrekkelijk schouwspel aanbood. Daar graasde een magere koe op een vette weide of een vette koe op een magere weidedaar doolde een geit eenzaam over de kale weide, daar steeg uit den afgrond een steile klip omhoog, waarop een gems stond met de heenen hij elkaar gedrongen, als een toegesla gen veldstoel. Zoo vaak de teekenaar kwam, kon Thekla hem een voltooid stuk vertoonen. Mijnheer Kramer wierp zich in een stoel, tegen over den ezel, strekte de beenen uit, liet de ellebogen op de knieën rusten en legde de handen over elkaar. «Omdat ik ze niet over mijn hoofd in elkaar kan slaan zei hij, zag eerst Thekla aan en schrijvingen van hen, die tot de kerkelijke partij alhier gerekend worden, nihil bedroeg. De gevolgtrekking, uit deze feiten in hun on derling verhand af te leiden, zij aan het oordeel van hen overgelaten die met den toestand in onze gemeente bekend zijn. Door ingezetenen van Padang worden pogingen in het werk gesteld om aldaar eene coöperatieve winkelvereehiging op te richten. Wanneer men hekend is met de enorme prijs- verhooging, welke vooral in Indië het gevolg is van de tusschenkomst der tweede of derde hand, dan kan aan deze eerste proeve eener toepassing van het coöperatie-beginsel in de koloniën, hij voldoende deelneming, eene kans tot welslagen niet ontzegd worden. Op den dag der invoering van den postpakket- dienst te Amsterdam kreeg de firma GAbt^Koster,' die een honderdtal pakketten tes Verzending wilde aanbieden, op het kantoer 'ten antwoord dat ei- slechts acht adressen voorhanden waren. Men zou echter om, meer telegrafeeren Aan tijcKtot voorbereiding, zou men zeggen, heeft het toch niet ontbroken. Niet alleen de firma Yan Gend en Loos, maar ook andere transport-ondernemingen hebben haar tarief in overeenstemming met dat van de pak- ketpost gebracht. Zoodoende werkt deze, ook in direct, reeds in het algemeen belang. Behalve handwagentjes, zijn voor den dienst van het vervoer van postpakketten in Den Haag ook met paarden hespannen kleine omnibussen in gebruik genomen. De koetsiers zijn gekleed in blauw laken jas en dito pet, de jas met roode kraag en roode mouwopslagen en de pet met rooden band. Niet zeer practisch schijnt het, dat de koetsiers op een duizelingwekkend hoogen bok boven op het rij tuig zitten, zoodat zij bij het doorrijden van elke poort, ook die van het postpakketten-kantoor, zich aanmerkelijk voorover moeten bukken, op gevaar af van naar beneden te tuimelen, in welk laatste geval zij er wellicht niet veel meer van zouden navertellen. (Dbl.) In het Indisch Vaderland komt een correspon dentie uit Bantam voor, waarin de goede uitwer king van de uitdeeling en beschikbaarstelling van de Saigon-rijst op de rijstprijzen, en het flinke bestuur van den resident Spaan zeer geroemd wordt, de regeering wordt geprezen voor hetgeen zij voor Bantam gedaan heeft, en met zekere verbazing wordt opgemerkt, dat de herstellende bevolking al hare apathie schijnt afgeschud te hebben en overal de grootste bedrijvigheid heerscht, zoodat de meeste velden bebouwd zijn, terwijl zelfs de natuur door een goed koffie-gewas tot de algemeene herleving schijnt mede te werken. De Surinaamsche Ct. bevat de statuten van twee vennootschappen, de Nederlandsch-Guyana-maat- dan haar nieuw werk en riep met een zonderlinge uitdrukking op het gelaat voortdurend: «Kijk, kijk ons gravinnetje. Maar wat beduidt toch die bank daar midden op den weg? O, het is een paard ha, haGa maar zoo voort dat wil neen zeggen heel anders ik meen houd vol. Geduld overwint zuurkool." Madame Dumesnil wierp hem een verontwaar digden blik toe, maar Thekla nam penseel en palet ter hand en begon weer vol ijver te werken. Kramer maakte het geheele uur door gekheid, nam nu en dan een penseel en wischte, over den schouder van zijn leerling, de helft van de schil derij, waaraan zij zooveel moeite besteedde, uit. Zjj nam het niet kwalijk, sprak geen woord tegen en Madame Dumesnil, die jaloers werd van een ge dweeheid die Thekla haar nooit betoond had, kreeg een hekel aan den schilder. Daar geschiedde op zekeren wintermorgen iets vreeselijks, iets ongehoords. Madame Dumesnil stoof de slaapkamer van Marianne binnen en legde een van de teekenvoorbeelden van mijnheer Kramer op het bed der gravin. Madame, voila Iriep zij en wees op een regel, die op zijde van het blad gekrabbeld was en de woorden bevatte: «Hebt gij mij lief?" Daarnaast stond met een veel flinker, veel mooier hand, ach I met de hand van Thekla, duidelijk: »Ja!" geschreven. Marianne staarde op die akelige letters en haar gelaat werd zoo wit als het kussen waarop zij lag. «Dit blad", steunde de gouvernante, «dit schappij en de Excelsior, beide te Paramaribo ge vestigd en ten doel hebbende de exploitatie van goud en andere metalen en voortbrengselen van den bodem der kolonie. De eerstgenoemde is aange gaan voor 25 jaren met 50000, de andere voor 5 jaren met 6000 kapitaal, doch onder bevoegd heid tot uitbreiding. Directeur der eerstgenoemde is de heer J. P. Wessels, terwijl Excelsior onder het bestuur van den heer N. J. Bloemendaal staat. De^commissie, hij besluit van den gouverneur der kolonie benoemd om de deelneming te bevorderen in de in 1883 te Amsterdam te houden internationale tentoonstelling, heeft eene oproeping uitgevaardigd, waarin zij o. a. zegt: «Nu langzamerhand in onze kolonie een nieuw leven schijnt te o.ntstaiis, lab et meer dan ooit wenschelijk dat van dat nieuw leven tastbare bewijzen aan het moederland wor gden gelevefd. Daarvoor is deze tentoonstelling eene alleszins gunstige gelegenheid. Zij kan ons helpen om Nederland het geloof en het vertrouwen af te dwingen dat Suriname rijk is wanneer men het rijk wil doen zijndat Suriname een eervolle plaats in de rij der koloniën kan innemen, wan neer slechts partij getrokken wordt van de rijk dommen die in haren bodem sluimeren; dat Suri name, zoovele jaren als een lastpost van Neder land beschouwd, een bron van welvaart voor Ne derland kan worden, zoo slechts onverschilligheid voor belangstelling, wantrouwen voor vertrouwen plaats make. Het geldt hier een wedstrijd tus- schen de verschillende koloniseerende volken,maar niet minder een wedstrijd tusachen koloniën zelve. In dien wedstrijd kan Suriname geen eersten prijs behalen wanneer de voorwerpen, welke van ver schillende kanten kunnen en zullen worden ge zonden, met eene inhoud s-maat worden ge meten, maar bij hare zusterkoloniën behoeft Suriname niet achter te staan wanneer qualiteit en verscheidenheid in beoordeeling worden genomen." Blijkens in de N. R. Ct. en in de Tijd voor komende waarschuwingen en stukken, is de firma Doesburg en C0., wonende Schoolstraat 28, te Rotterdam, niet te vertrouwen. Zij beveelt zich in advertentiën aan voor 't bezorgen' van voor schotten en andere financieele bemoeiingen, neemt daarvoor, hij vooruitbetaling, «administratiekosten" in ontvang, doch van den uitslag harer bemoei ingen wordt men gewoonlijk niet veel gewaar. Het schijnt daarom raadzaam, zich met de genoemde firma niet in te laten. Burg. en weth. van Leeuwarden hebben aan den raad voorgesteld het verzoek van Brusselsche aan vragers om gunning tot het oprichten van een openbaar slachthuis af te wijzen, op grond dat het gemeentebestuur niet bevoegd is tot het maken eener verordening als door de aanvragers verlangd wordt, waarbij het slachten buiten het abattoir verboden zou worden. Het examen om als leerling aan 's rijks veeart- blad moest den onbeschaamde heden overhandigd worden Marianne stuitte den stroom harer woorden, dankte haar voor haar waakzaamheid en verlangde alleen gelaten te worden. Toen Kramer, zooals gewoonlijk te laat, voor de teekenles kwam, werd hij in den gang door den kamerdienaar opgewacht en in plaats van naar de leerkamer, naar het salon geleid. Dat deed hem reeds ontstellen, doch toen hij de gra vin gewaar werd, die hem met het corpus delicti te gemoet trad, ontzonk hem de moed geheel en al. «Mijnheer Kramer", begon zij, «het is onbe tamelijk van u haar verontwaardiging belette haar voort te gaan en de onbeschaafde jonge man en de kalme, welopgevoede vrouw stonden spra keloos tegenover elkander. Hij was de eerste die zijn tegenwoordigheid van geest terug kreeg. «Mevrouw de gravin", zei hij en wees op het blad, dat zij hem eerst had voorgehouden en nu in hare bevende rechterhand liet hangen. «Neem het mij niet kwalijk, mevrouw de gravin. Het gravinnetje begon altijd zoo lief te blozen en toen heb ik mij een grapje met haar veroorloofde Een slechte gedachte heb ik er niet bij gebade «Neem het mij niet kwalijk", herhaalde hij goedig. Marianne zag hem aan en voor het eerst viel het haar op dat mijnheer Kramer een mooie man was, met lieve oogen en een open gelaat. Het hare werd hoe langer hoe somherder en na eeu pjjnljjke pauze sprak zg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1