N° 57.
125e Jaargang.
1882.
W oensdag
8 Maart.
Middelburg 7 Maart.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met. uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Spoorweg-Enquête.
MIDDELRURGSCHE COURANT.
In ons Bijvoegsel van heden wordt het eerste
gedeelte medegedeeld van een der belangrijkste
adviezen, aan de commissie voor de spoorweg-en
quête ingeleverd naar aanleiding van haar daartoe
gedaan verzoek.
De verdere inhoud van dat antwoord volgt hier
onder.
De met kleinere letter gedrukte alinea's bevat
ten de punten, welke de enquête-commissie hij
hare circulaire van 20 Juli 1881 no. 91 (zie M. Ct.
van 26 Nov. a. p.) aan de uitgenoodigde lichamen
en besturen ter beantwoording heeft opgegeven.
Ad 1. Ligging van let. spoorwegnet;
Aansluiting van het spoorwegnet aan andere
openbare middelen van gemeenschap, land- en wa
terwegen en havens, huitenlaudsche spoorwegen
Inrichting van den weg en de stations; het ge
rief en de bezwaren daaruit voor den handel en
het verkeer voort.loeiende.
De aansluiting van het spoorwegnet aan
andere openbare middelen van gemeenschap, land
en waterwegen, havens en huitenlaudsche spoor
wegen, is over het algemeen bevredigend te achten
en daarin wordt (vooral ten opzichte onzer havens)
nog voortdurend verbetering gebracht.
Het verleenen van faciliteiten om onze fabrieken
en landerijen, door den aanleg van gezonken hulp-
sporen, zooveel mogelijk met de naastbij gelegen
spoorwegstations te verbinden, kan daarbij onze
regeering niet te veel worden aanbevolen.
De inrichting van den weg kan. naar onze op
vatting, eerst dan als voldoende worden beschouwd,
zoodra al onze spoorwegen met dubbel spoor zijn
belegd en daarmede de gelegenheid is geopend,
zonder gevaar voor de veiligheid en zonder tijd
verlies voor gevorderde kruisingen, extra-treinen
voor landbouw, handel en nijverheid te organiseeren,
telkens wanneer dit blijkt noodig te zijn.
De inrichting aan onze groote stations, zoowel
van de gebouwen als van de emplacementen, is
veelal gebrekkig en niet in verhouding tot het
verkeer, waarvoor zij moeten dienen.
Inzonderheid zijn de stations Amsterdam (Holl.
spoorweg) Rotterdam (Holl. spoorweg) Roozendaal,
Fijenoord, Breda en Yenlo onpractisch ingericht.
Afzonderlijke en ruime rangeerterreinen zijn daar
noodig, zal het laden, vervoeren en lossen van
goederen, paarden en vee met den vereischten
spoed en de noodige waarborgen voor de veilig
heid kunnen plaats hebben.,
Wil men de rangeerterreinen gemakkelijk in
richten, dan moet meer op breedte dan op bui
tensporige lengte van het emplacement worden
gelet en de sporen onderling zoodanig door wis
sels zijn verbonden, dat elke manoeuvre met het
minst mogelijke tijdverlies kauworden uitgevoerd.
De ladingsheuvels, waar paarden en vee worden
geladen en gelost, moeten door verplaatsbare
staketsels zoodanig zijn afgesloten, dat er geen
ongelukken kunnen gebeuren; de sporen langs de
ladingheuvels moeten, van minstens twee kanten,
door wissels met de overige sporen verbonden zijn,
zoodat lading en lossing regelmatig kunnen voort
gaan, zonder dat de eene wagen op den anderen
behoeft te wachten.
Ad. II. Verdeeling van het spoorwegnet tusschen de ex-
ploiteerende maatschappijen.
Voorwaarden waaronder deze maatschappijen
werken, concessie en statuten.
Belangrijkheid van den werkkring der verschil
lende maatschappijen in het binnenlandseh en in
het bnitenlandsch verkeer.
Onderlinge samenwerking der maatschapi>ijen,
vrijwillig of door toepassing der regeeriugsbevoegd-
heid, samenhang der exploitatie van het geheel.
Onderlinge samenwerking der Ned. spoorweg
maatschappijen ontbreekt te eenenmale. Han
digheden en slimmigheden, waardoor de eene zich
tracht meester te maken van het vervoer dat an
ders ten bate zou komen van den concurrent, be
letten elke eenigszins breede opvatting van de
groote belangen, die aan onze spoorwegmaatschap
pijen zijn toevertrouwd en doen deze zich in een
kring van kleingeestigheden bewegen, die elke
grootsche gedachte ten bate van het algemeen
gelang volkomen buitensluit.
Ad. III. Materieel der exploitatie; hoegrootheid hij elke
maatschappij, in verhouding (ot haar werkkring.
Toestand van het materieel hij de verschillende
maatschappijen, wat betreft zijne geschiktheid ter
beantwoording aan de eischen van het verkeer.
Gebruik van het materieel hij de verschillende
maatschappijen, medegebruik.
Het materieel der exploitatie komt ons voldoende
voor, zoowel wat inrichting als hoeveelheid betreft.
Wel is waar is het wagenpark des winters bij
stremming der scheepvaart ontoereikend, maar het
is naar onze meening, van geene enkele maatschap
pij te vergen, dat zjj haar wagenpark inrichte naar
een verkeer, dat jaarlijks hoogstens een maand
aanhoudt.
Wil het publiek een ruimer wagenpark, dan
kan het dit verkrijgen door voortdurend van het
vervoer met den spoorweg gebruik te maken. De
klachten over gebrek aan materieel, die bij strenge
vorst schier eiken winter worden aangeheven, ach
ten wij dan ook volkomen ongegrond.
Ad. IV. Personeel bij de exploitatie werkzaam; hoegroot
heid bij elke maatschappij in verhouding tot haar
werkkring.
Diensten, welke van het personeel geëischt
worden bij de verschillende maatschappijen.
Materieele en moreele toestand van het bij de
spoorweg-exploitatie werkzame personeel.
Om zeer bevroedbare redenen wenschen wij deze
vraag onbeantwoord te laten. Alleen meenen wij
te mogen opmerken;
1° dat het personeel bij de spoorwegen, vooral
dat van minderen rang, zeer vlottend is en het
dikwerf onze aandacht heeft getrokken, dat dien
tengevolge personen met de bediening van wissels
worden belast, wier diensttijd bij de spoorwegen
nog slechts bij dagen te tellen is. Dat de veilig
heid hierdoor wordt in de waagschaal gesteld, zal
zeker niemand betwisten;
2° dat de ambtenaren, door de omslachtigheid
en onduidelijkheid hunner voorschriften, aan het
publiek dikwijls tegenstrijdige inlichtingen ver
strekken.
Daarom dringen wij hier nogmaals aan op een
voud, eenvormigheid, duidelijkheid en bestendig
heid in de voorschriften, die aan het personeel
worden gegeven.
Het kan, dunkt ons, geen overwegend bezwaar
opleveren, dat zoo gewichtig deel van den dienst
op afdoende wijze te regelen, indien de regeering
zulks ernstig wil.
Het kennelijk streven der spoorwegadministra-
tiën, om hunne instructiën in zulk een vorm in
te richten dat zij alt ij d, het onderhebbend per
soneel daarentegen nooit verantwoord zijn, moet
worden bestreden met al de macht, die ter be
schikking is van uwe geachte commissie en dit
kan alleen, wanneer ieder ambtenaar al zijne voor
schriften in éen boekske bijeen heeft en deze
voorschriften niet, gelijk nu, over allerlei wetten,
reglementen, aanschrijvingen, dienstorders, et tutti
quanti, verspreid liggen.
Tevens moeten die voorschriften logisch zijn
ingedeeld en in zulk een heslisten vorm zijn
gesteld, dat tweeledige uitlegging bijna onmogelijk
is en er van tegenstrijdigheid tusschen de onder
scheiden bepalingen, geen sprake meer kan zijn.
Ad. V. Regelen voor den treinenloop.
Personentreinen, goederentreinen.
Getal der treinen, verhouding tot de te vervoeren
personen en goederen.
Verdeeling der treinen over de uren van ieder
etmaalverhouding tot het vervoer van personen
en goederen en de behoeften van het publiek
Invloed van de mededinging der verschillende
spoorwegmaatschappijen onderling en van die met
andere openbare middelen van verkeer op de trei-
nenregeling.
Invloed van maatregelen voor de veiligheid op
den treinenloop.
Diensten van de spoorweg-exploitatie aan het
personenverkeer en aan de goederenbeweging bin
nenslands en met het buitenland, ook in verhouding
tot huitenlandsche toestanden.
Bij de regeling van den dienst der treinen,
wordt gelijk wij reeds in ons voorwoord hebben
opgemerkt te weinig rekening gehouden met
de belangen van het binnenlandseh en lokaal-
verkeer.
Hierin zon verbetering zijn te brengen door de
volgende maatregelen.
1° de meest gewichtige exprestreinen op iedere
sectie te doen voorafgaan door een gemengden
trein, die aan alle stations en halten ophoudt en
de reizigers tijdig genoeg op een der hoofdstations
brengt om van daar met den exprestrein de reis
voort te zetten.
2° op marktdagen markttreinen te organiseeren
heen en terug, die niet alleen aan alle stations en
halten reizigers opnemen en uitlaten; maar zulks
ook doen aan de buurtschappen en gehuchten, die
nabij den spoorweg liggen, even als dit geschiedt
bij den dienst der tramwegen
3e omtrent elke dienstregeling, zoodra deze een
maand in werking is, bet oordeel te vragen van
de betrokken gemeentebesturen en kamers van
koophandel, teneinde bij bet opmaken der volgende
dienstregeling op dat oordeel te letten, voor zoo
ver het dit waard blijkt te zijn en de algemeene
belangen zulks veroorloven.
Ten aanzien van de goederentreinen merken wij
op, dat deze doorgaans te lang en te zwaar bela
den zijn.
Hierdoor ontstaat (ten nadeele van den handel,
vooral in paarden en vee) grootere vertraging in
het vervoer dan werkelijk noodig is, terwijl het
rangeeren met zulke lange treinen op de stations
emplacementen de vervoerde goederen en het ma
terieel aan groote beschadiging bloot stelt.
Goederentreinen van hoogstens 30 tot 40 bela
den wagens kunnen aan de voorwaarden van snel
heid en veiligheid voldoen, die ook voor het goe
de renverkeer noodzakelijk zijn.
Samenstelling van speciale treinen voor het ver
voer van meststoffen tegen lage vrachtprijzen zou
den wij zeer in het belang achten van onzen land
bouw. Mocht de regeering daartoe kunnen heslui
ten, dan zullen de Nederlandsehe landbouwmaat-
schappijen ongetwijfeld gaarne worden bereid be
vonden, tot de uitvoering daarvan krachtig mede
te werken.
De veiligheid van den treinenloop is een be
langrijke stap vooruitgegaan door de schier alge
meene invoering van bet zoogenaamde blokstelsel,
waarbij bet beginsel geldt, dat in elk blok op
hetzelfde oogenblik nooit meer dan èen trein zich
mag bewegen. Toch blijkt uit de ongevallen der
laatste maanden dat ook dit stelsel niet afdoende
is. Wij gelooven dan ook, dat een werkelijk goed
beveiligingsstelsel alleen te verkrijgen is door de
invoering van automatische seininrichtingen, waar
hij geen trein in de stations zich op een bepaald
baanvak kan bewegen, zonder dat zulks blijkt
aan de afstandsseinen, die elk station ter weers
zijden beschermen en aan een gelijkwerkend sein,
dat zich aan het station zelf bevindt, op de plaats
waar de stationschef gewoon is den dienst te
leiden. Het stelsel-Löbbecke, dat onder N°. 984
van den catalogus op de laatste electriciteits-ten-
toonstelling te Parijs de algemeene aandacht trok,
komt dit stelsel al vrij nabij.
Maar zelfs bij de invoering van dit aan vol
maaktheid grenzende stelsel, blijft toch de veilig
heid nog voor een belangrijk deel berusten in de
hand van het spoorwegpersoneel en daarom kan
er niet te veel worden gedaan, om de plichtsbe
trachting en toewijding van dat personeel zoo veel
mogelijk óp te wekken en te versterken.
Ad VI. Regelen voor de vracht berekening geldende
voor reizigersvoor goederen enz. enz.
De reglementen en voorschriften, die de vracht
berekeningen beheerschen, zijn zoo ingewikkeld,
zoo omslachtig, zoo dubbelzinnig en door zooveel
uitzonderingsbepalingen gedisloqueerd, dat eene
langdurige oefening wordt vereischt, om daarin
den weg te vinden en het niet tot de zeldzaam
heden behoort dat zelfs de spoorweg-ambtenaren,
aan het publiek slechts verkeerde of tegenstrijdige
inlichtingen weten te geven.
Het publiek is daardoor gedwongen zijne toe
vlucht tot expediteurs te nemen, eene tamelijk
kostbare bemiddeling, die zoo wel ten nadeele is
van de spoorwegmaatschappij als van het publiek.
Ook bier dus is vereenvoudiging dringend noo
dig en dat deze mogelijk is bljjkt uit de bij uit
nemendheid practiscbe en duidelijke reglementen
en tarieven, die bij de Nederlandsehe tramwegmaat
schappij in gebruik zijn en algemeen voldoen.
Kennismaking daarmede bevelen wij uwe geachte
commissie bescheidenlijk aan.
Hiermede achten wij onze taak geëindigd.
Wij zijn onwillekeurig uitvoeriger geworden,
dan aanvankelijk ons voornemen was.
Wij meenen ons echter te mogen vleien, dat
uwe geachte commissie, ter wille der groote be
langen, die bier in bet spel zijn, ons dit zal ten
goede houden.
Met ware hoogachting, enz.
Wij vertrouwen dat dit krachtig advies weer
klank zal vinden bij het Nederlandsehe volk en
bij de beide kamers onzer staten generaal en dat
de Nederlandsehe regeering erdoor gedrongen zal
worden in het beheer en in de politiek der Ne
derlandsehe spoorwegen de verbeteringen te bren
gen, die meer en meer blijken noodig te zijn, om
ze te doen worden, wat ze moeten zijn, de be
vorderaars van Neerlands landbouw,
handel en nijverheid.
Door 530 personen zijn bij de Vereen. Uit het
volkvoor het volk alhier, op den 4en en 5eB dezer,
2900 planten aangevraagd.
In 1881 melddeu zich 606, in '80 603, in '79
466, in '78 305, in '77 242 en in '76 256 personen
bij de N/ora/fa-commissie aan.
Aan de Zierikzeesche Nieuwsbode wordt van hier
gemeld, dat op een van de vele Zondagsscholen,
van de strengste orthodoxe richting, onlangs
boekjes ter belooning gegeven zijn aan die kin
deren, welke op Zondag niet naar de parade
voor 's konings verjaardag zijn gaan kijken
Aangezien wij voorzien dat bet bericht tegen
gesproken zal worden, voegen wij erbij dat de
school werd aangeduid, als vroeger gestaan te
hebben onder de directie vanmej. N., en thans
bestuurd te worden door jonkvrouwe v. D.
Zaterdag avond is te Goes eene vergadering
gehouden, teneinde van gedachten te wisselen
omtrent de aldaar te houden tentoonstelling en
wedstrijd der nijverheid. Er waren slechts 18
personen aanwezig.
Verschillende vragen werden gedaan, die door
de leden van het comité werden beantwoord.
Vooral betrof dit de vraag van geheel of ge
deeltelijk eigen fabrikaat.
Uit de inlichtingen bleek, dat voor zoover het
mogelijk en practisch is geheel eigen fabrikaat te
leveren, dit bij de jury zeker het eerst voor een
prijs in aanmerking komen zal.
Verder werd meegedeeld dat bij de voorwerpen,
bestemd voor den wedstrijd, een schriftelijke ver
klaring gevoegd moet worden, dat de inzender
die zelf heeft vervaardigd.
Ten slotte werd door het comité de verzekering
gegeven, dat in het belang der zaak nog eene
bijeenkomst zal worden gehouden om nog aan
anderen gelegenheid te geven zich te doen in
schrijven of inlichtingen te vragen.
Nu lieten zich 15 personen inschrijven als deel
nemers, maar daar men meende dat de Zaterdag
avond een slechte avond was, gaf men in over
weging een Dinsdag avond te kiezen voor die
bijeenkomst.
Deze is bepaald op Dinsdag 14 dezer des avonds
te 8 nren, op het Slot Oostende.
De heer Th. Gast, nieuw benoemd burgemeester
der gemeente Duivendijke, is den 4en dezer, na
zijne beëediging, aldaar door eene eerewaebt ont
vangen en ingehaald. Van de meeste huizen
wapperden vlaggeneerepoorten waren in het
dorp opgericht en op verschillende wijzen werd
door de Duivendijkers hunne ingenomenheid met
de benoeming aan den dag gelegd. Ter beant
woording daarvan noodigde de burgemeester de
raadsleden en vele andere ingezetenen in zijne
woning, waar tot laat in den nacht feest werd
gevierd.
Bij de klacht, welke tegenwoordig af en toe
vernomen wordtdat bet recht van benoe
ming der burgemeesters door de regeering niet
uitgeoefend wordt in overeenstemming met den
geest der burgerijen, verdienen, naar 't ons voor
komt, deze en andere, zeer dikwijls voorkomende
feestvieringen, waarbij de ingezetenen ondubbel
zinnig hunne ingenomenheid aan den dag leggen,
meer dan vroeger' de aandacht.
In het Rott. Nbl. lezen wij het volgende, dat
wij meenen te moeten overnemen, niettegenstaande
de daarin voorkomende beschouwing omtrent de
meekrapteelt niet in alle opzichten met de onze
overeenstemt.
Opnieuw, luidt het bericht, wordt uit
Zeeland eene rechtmatige klacht vernomen over
de knoeierijen, die er thans weer schijnen plaats
te hebben met de meekrap: Reeds vroeger wezen
wij er herhaalde malen op, dat juist dat erbarme
lijke knoeien een der hoofdoorzaken was, waar
door de handel in dit gewas zoo zeer was afge-
genomen en daarmee ook de welvaart van vele
Zeeuwen gaandeweg verminderde. In de laatste
weken schijnen weer eenige partijtjes meekrap
aan de markt gekomen te zijn, die oogenschijnlijk
tot de beste soort moesten gerekend worden,
maar die bij nader onderzoek ongeveer 30 a 35
ascb bleken te bevatten, met niet weinig zand
vermengd. We gaven reeds vroeger te kennen
dat de hoop op eene goede toekomst voor het
artikel meekrap nog geenszins vervlogen was, maar
begint men weer met knoeien, dan vreezea W9