N° 51.
125e Jaargang.
1882.
Woensdag
1 Maart.
Middelburg 28 Februari.
FEUILLETON.
EEN VAN DE DRIE.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Veemarkt te Middelburg,
Donderdag den 2en Maart 1882, van des voor
middags 8 tot des namiddags 4 uren.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ,
De secretaris,
G-. N. DE STOPPELAAR.
Van den gouv.-gen. van Ned.-Indië is hij het
dep. van koloniën het' telegrafisch bericht ontvan
gen, dat Zr. M'. stoomschip Atjeh, hetwelk na den
vergeefschen kruistocht van het particuliere stoom
schip Gouverneur-Generaal Van Lansberge van 17
November tol 23 December, door de Indische re
geering op 24 of 25 December werd uitgezonden
ter opsporing van de vermiste schipbreukelingen
van het verongelukte stoomschip Koning der Ne
derlanden, den 25en dezer te Batavia is terugge
keerd van zijn tocht naar de Nicobaren, de Male
diven en de Chagos-eilanden zonder iets gevonden
te hebben.
De St. Ct bevat de wet tot definitieve vaststel
ling van de koloniale huishoudelijke begrooting
van Suriname voor het dienstjaar 1882.
Van hoogerhand zijn opgaven en voorstellen van
de korpskommandanten gevraagd omtrent de wijze,
waarop in de positie der onderofficieren van het
leger verbetering zou gebracht kunnen worden
door betere inrichting van woonkamers, eet- en
slaapzalen, enz.
De majoor-kommandant der dienstdoende schut
terij alhier, heeft tot adjudant-onderofficier bij die
schutterij benoemd A. J. Lambertz, thans sergeant
majoor le kl. bij het depót van het 3e regiment
infanterie.
De volgende cijfers doen de werkzaamheid der
spaarbank van het departement Middelburg der
tot Nut van I Algemeen kennen over de jaren
1880 en '81.
Rente in beide jaren 4 pet. Inbreng 109157.55
in '81, 94792,65 in '80. Terugbetaling 76543.07
in '81, ƒ78910,55 in '80. Verschuldigd aan 4e
inbrengers 464025.70 op het einde van '81,
ƒ415245.724 op het einde van '80. Waarde der
bezittingen 568896.12 in '81, 515977.974 in '80.
Waarborgfonds ƒ104870.42 in '81, ƒ100732.25
in '80, zijnde in '81 gelijk aan 22.60 en in '80
gelijk aan 24.26 pet. van het aan de inbrengers
verschuldigde. Het aantal ingebrachte posten
■was 3652 in '81, 3255 in '80; dat der terug
betalingen 1734 in'81, 1576 in'80; dat der nieuwe
inbrengers 575 in '81, 513 in '80; dat der afge
sloten rekeningen 281 in '81, 319 in '80; dat der
inbrengers 3612 op het einde van '81, en 3318
naar het EngeJsch
HOOFDSTUK XI.
Oeilreven.
Mailabarr was op den drempel blijven staan,
met zijn karwats en hoed in de hand. Hij was
het toonbeeld van een knappen jongen Engelsch-
man, fier, flink en schoon; maar de glimlach, die
meestal zijn gelaat verhelderde, ontbrak. Er lag
een bezorgde, pijnlijke trek, een droeve uitdruk
king op zijn gelaat. Zijne neusgaten stonden wijd
geopend, zijn hoofd was achterover geworpen.
Margaretha had hem nooit zoo gezien en het maakte
haar angstig, doch haar verlegenheid bedwingende,
zei zij
»Wilt gij niet gaan zitten? Het is waar,
mevrouw is uit, maar zij zal niet lang wegblijven
en het zou haar spijten indien zij'u niet zag."
Mailabarr aarzelde een oogenblik, keek Marga
retha aan op een manier, die zij niet begreep, en
zei toen, bijna schoorvoetend
»Nu ik toch hier ben, zal ik in aUe geval
gyen wachten,"
op het einde van '80. Hun gemiddeld tegoed
was, ƒ128 47 in 81 en ƒ125.15 in '80. Men
telde onder de 3612 inbrengers op uit0 Dec. '81.
er 42 met een saldo van meer dan ƒ1000, 159
van ƒ500 tot ƒ1000; 1059 van 100 tot ƒ500;
550 van 50 tot 100 1258 van 5 tot 50;
544 van 5 of minder. Al deze_ getallen toonen
vooruitgang op de cijfers van 1880.
De Hulpbank te Middelburg verstrekte in het
afgeloopen jaar 206 voorschotten op borgtocht,
waaronder 164 aan alhier en de overige aan el
ders op Walcheren woonachtige personen. Het
totaal bedroeg ƒ21.080 tegen ƒ21.500 in 1880.
Onder de voorschotten waren er 17 van ƒ300,
23 van ƒ200, 30 van ƒ100, 13 van ƒ50, de
overige van daartusschen liggende bedragen. Ze
werden verleend aan 10 ambtenaren, 12 arbeiders,
17 kooplui, 15 landbouwers, 14 winkeliers, 12
winkeliersters, en voorts aan verschillende hand
werkslieden. De terugbetalingen bedroegen
ƒ37701.65; het totaal der uitstaande posten was
op het einde des jaars 15375.50, of 423.25
meer dan een jaar te voren. Het cijfer der be
boetingen was 97, tegen 98 in '80; er werden
twee opvorderingen gedaan van leeners en vier
borgen, welke laatste 229.50 te betalen hadden.
De ontvangsten der bank bedroegen 992.57,
hare uitgaven ƒ736.714.
De Indische Gids over Maart 1882 bevat op
stellen over de Indische brigade en eene reserve
voor het Indische leger, door E. H. A. de Neve;
de reorganisatie van het rechtswezen in de bui
tenbezittingen; den politieken toestand van Hal-
mahera; de bereiding en verzending der koffiei
door Ch. Smits. Voorts Varia over de opium-
quaestie en andere onderwerpen; verschillende
opgaven en berichteneen overzicht der koloniale
litteratuur; een woord over »eene nieuwe Neder-
landscbe koran-concordantie", door dr. A. W.
Juynboll enz.
Knidzande, 26 Febr. De heer (1. A.
Vorsterman van Oijen hield heden avond alhier
eene voordracht over winterstalvoedering, bepaald
over de voederbehandeling voor dat vee dat
's zomers de weide heeft en 'swinters op stal ver
zorgd wordt.
Met sprekers bekende gemakkelijkheid van
spreken werd het den landbouwers ten sterkste
aanbevolen om de schoonmaak hunner stallen
nooit te vergeten en erop gewezen dat het reinigen
van het vee en licht en lucht in de stallen eerste
vereischten zijn, terwijl op zeer duidelijke wijze
werd aangetoond hoe de veehouder zijn voeder
moet verdeelen om het gebruik van zuiver hooi
te verminderen of te vervangen, zonder nadeel voor
zijn veestapel.
Met ernst waarschuwde spreker tegen de gewoonte
van velen om bekalfde koeien minder voeder te
geven zoodra het melkgeven eindigt, daar het
dier integendeel meer voedsel noodig heeft wil men
een krachtig kalf en eene goede melkgevende koe
verkrijgen.
Hij legde hoed en karwats op een tafeltje, streek
de hand door zijn haar en ging naast Ruprecht
op de rustbank zitten,
»Wel, mijn jongen, hoe maakt gij het?"
vroeg hij op eenigszins matten toon en slaakte
daarna een zucht.
»Ik onet als altijd," zei Ruprecht on
verschillig. Geologie studeerende, met behulp van
boeken voor de aardlagen. Maar hoe komt gij
zoo gauw terug? Ik dacht dat gij zooveel van
Londen hieldt."
Hij kon geen onwelkomer vraag gedaan hebben,
voor de ooren der drie personen die zich hij hem
bevonden. Mailabarr antwoordde niet terstond.
Margaretha zat roerloos en keek strak uit het
venster; maai- haar verhoogde blos, dien zij niet
kon bedwingen, ergerde haar en was duidelijk
zichtbaar voor Louis Baldwin, alhoewel hij schijn
baar verdiept was in het samenstellen van nieuwe,
denkbeeldige, beweegbare lagen. Eindelijk zei
Johan
»Ik placht veel van Londen te houden, toen
ik jong wasmaar nu verveelt mij elke plaats.
Ik heb mij er zoo doodelijk verveeld dat ik weg-
geloopen hen.
»Ik zou denken dat gij u hier nog vrij wat
meer vervelen zult," antwoordde Ruprecht, die
niet opgetogen was over den terugkeer van Mai
labarr, op eenigszins wreveligen toon.
Johan lachte even en zei:
»Dat is wel mogelijk. Als dat het geval is,
kan ik weer ergens anders heengaan. Het verwon -
Voor ieder was het een leerrijke avond en de
flinke opkomst zal den spreker het bewijs ge
leverd hebben van belangstelling in zijne voor
dracht.
Een bewijs dat niet alle tramwegen bij hun
eersten aanleg dadelijk goed liggen, wordt gele
verd door hetgeen aan de N. R. Ct. geschreven
wordt over de lijn van Bolsward naar Sneek:
»Wat daarvan onlangs geschreven werd: »de
tram rijdt en derailleert weder geregeld", kan ook
nu nog gezegd worden. En waarlijk geen wonder.
In stede van een vlakke lijn, zooals het wezen
moest, vormen de rails eene aaneenschakeling van
hoogten en laagten. De oorzaak daarvan ligt in
de constructie van den weg. De ingenieurs van
de Ned. Tramwegmaatschappij hebben blijkbaar
niet geweten met welk een bodem ze te rekenen
hadden. Onze zware kleigrond, die hij droogte
zoo vast als een muur is, verandert bij nat weder
in een slijkerige pap, waarin zelfs de lichtste
voorwerpen wegzinken. Hoe zou hij dan machines
van 10.000 kg. dragen Men heeft gedacht, dat
aanvulling met zand van de onder de rails gekapte
sleuven van ongeveer 40 cm. breedte en diepte
een genoegzame versterking zou zijn; doch de een
voudigste werkman kon wel voorzien, dat de
maatregel moest falen. Toen het de vorige week
wat geregend had, zakten de rails wel een voet
diep in den grond weg. Zoodra was niet de
machine gepasseerd, of zij sprongen weder in de
hoogte, en daardoor moesten de wagens wel ont
sporen. Thans wordt met man en macht aan de
verbetering van den weg gewerkt. Men zegt dat
nu het plan bestaat hem over een breedte van
2.5 M. onder de rails te ontgraven en ter diepte
van 60 cm. met zand aan te vullen. Zoo had
men van meet af aan moeten werken."
Adolf Glaser zal weder een roman in het licht
geven, getiteld: Von der Bretterwelt, fret nach dem
Hollandischen, maar zonder vermelding van den
oorspronkelijken schrijver. Of Cremer's Tooneel-
spelers soms als stof gediend hebben, zullen we
spoedig kunnen nagaan. Naar den titel te oor-
deelen is het niet onmogelijk. (Portef.)
De gemeenteraad van Den Helder is bezig te
overwegen op welke wijze de afslag van visch
aldaar beter te regelen is dan thans. Reeds in
het verslag van het College voor de Zeevisscherijen
over 1880 las men deze opmerking
»Naar het eenparig gevoelen van de visschers,
geven zij aan vreemde marktplaatsen verre de
voorkeur boven het Nieuwediep, omdat de afslag
er slecht geregeld is en dus minder waarborgen
oplevert voor den voordeeligen verkoop van hunne
vangst."
Uit een paar brieven van den heer Strikwerda,
directeur der maatschappij Neptunus, blijkt het
volgende
Gewoonlijk bestaat de lading visch der sloepen
uit kabeljauw, leng, heilbot en sehelvisch. Bij
den afslag wordt de eenheidsprijs voor eiken
dert mij dat gij niet buiten zit, met dit mooie
weêr."
»Dat zouden wij ook, als gij niet hier waart."
Ruprechtriep Margaretha.
»Nu, ik meen, dat juffrouw Percival mij be
loofd had met mij uit te gaan, zoodra Lonis weg
was."
»Het is voor het eerst dat ik iets van zulk een be
lofte hoor," zei Louis, terwijl Margaretha weer
vuurrood werd. »Ik zal dien wenk opvolgen en
het is ook hoog tijd dat ik heenga. Ik had geen
vermoeden dat het al zóo laat was."
»Het wordt heel gauw laat op sommige
plaatsen," zei Mailabarr, zijn hoofd achterover
werpende en aandachtig de figuren aan het plafond
besturende.
»Komt gij mede, of blijft gij nog op mevrouw
wachten vroeg Louis op een toon, dien men
niet van hem gewoon was, met een zweem van
plagerij, spotternij, of iets dergelijks. Mailabarr
die anders zoo vastberaden en flink was, scheen
die vraag moeielijk te beantwoorden te vinden;
hij kuchte, keek uit het venster en aar
zelde. Margaretha kon niet langer stil blijven
zitten, onder dien bedekten strijdzij sprong op,
raapte de boeken op, die over den vloer verspreid
lagen en was nu bezig om, met haar rug naai
de jonge lieden gekeerd, de deelen weer op hun
plaats in een laag boekenkastje te schikken.
Louis bleef Mailabarr kalm aanzien, met een
soort van glimlach op de lippen. Mailabarr ving
dien blik op en fronste eensklaps de wenkbrauwen,
levenden kabeljauw bepaald en wordt de hoogste
bieder tegen dien prijs kooper van het geheel.
»De sehelvisch blijft geheel huiten berekening,
hoe groot de massa ook zij, en vandaar de reden,
dat de prijs van de kabeljauw aan den afslag
soms zoo buitensporig hoog klimt en dikwijls het
dubbel bedraagt van dien, voor welke de kooper
later dezelfde kabeljauw weder afstaat. Immers,
die kooper betaalt in den prijs van de kabeljauw
aan den afslag, ook de waarde van de sehelvisch,
die hem als toegift wordt afgestaan.
»Voor de leng en heilbot wordt de eenheidsprijs,
voor de kabeljauw gemijnd, berekenden wel
twee lengen voor éen kabeljauw en éen heilbot
voor éen kabeljauw.
»Het ligt voor de hand, dat deze wijze van ver
koop in het nadeel moet zijn van den visscher,
omdat nu van de mededinging worden uitgesloten
allen voor wie de geheele massa te groot is en
al degenen, die alleen kabeljauw of zij, die enkel
sehelvisch noodig hebben en dit ten gevolge heeft,
dat de verkoop in massa minder opbrengt dan
bij eene meer rationeele wijze het geval zou zijn."
De tramdienst op de lijn die de binnenstad van
Arnhem omgeeft, de ceintuurlijn dus levert
het bewijs dat in betrekkelijk kleine plaatsen de
tramwegen geen winstgevende zaken zijn, indien
de lijn niet dwars door de stad kan gelegd worden,
zoodat de hoofdaders van het verkeer gekruist
worden. Te Arnhem is een lijn door de stad,
naar het schijnt, onmogelijk, en de ceintuurlijn
beteekent op gewone dagen letterlijk niets. De
lijn Arnhem—Velp gaat uitstekend, en de maat
schappij is daarom op middelen bedacht geweest
om den dienst op heide lijnen tot éen te brengen.
Een voorstel daartoe is door den raad der ge
meente Zaterdag goedgekeurd. De wagens zullen
nu om den anderen keer de Rijnkade of den Jans
binnensingel volgen. Dit bespaart een aanzienlijk
getal ritten op de ceintuurbaan. (Zw. Ct.)
Naar wij vernemen, is H. K. H. prinses Marianne
op haar buitenverblijf bjj Wiesbaden ernstig onge
steld. De 71jarige prinses moet aan een hartkwaal
lijden. (Vad)
De hoogleeraar d'. P. Harting te Utrecht heeft
gisteren zijn 70en geboortedag gevierd en behoort
sedert dien datum tot de rustende leden der Kon,
Academie van Wetenschappen, waarvan hij tot
dusver een werkzaam lid was.
De pokken-epidemie neemt te Gouda gelukkig
niet toe, waartoe de gelegenheid om gratis van
het kalf te worden gevaccineerd, waarvan veel
gebruik wordt gemaakt, zeker veel zal medewer
ken. Zondag 19 dezer werden ruim 400 personen
op het raadhuis gevaccineerd, Vrjjdag 160 en
Zondag jl. 214.
Bij den burgemeester van Wonseradeel is aan
gebracht een op het strand gevonden flesch, waarin
een briefje van den volgenden inhoud:
Denkt om degenen die gestorven zijn: Eduard
met een uitdrukking zóo zwart als de nacht.
Als gij heen gaat en Ruprecht uitgaat, zal ik
ook maar gaan", antwoordde hij op ijskouden toon.
»Heel goed;" zei Louis,maar ik moet nog
eenige papieren uit het salon halen. Goeden mid
dag, juffrouw Percival."
Goeden middag!" zei Margaretha, zonder
zich om te keeren.
Louis ging langzaam de kamer uit.
Mallabar deed een paar stappen door de kamer
in de richting der boekenkast en zei j
Juffrouw Percival!"
Zij schrikte en liet een hoek vallen. Beiden
bukten gelijktijdig om het op te rapen, en hunne
handen raakten elkaar aan. Toen hij weer sprak
was zijn stem zacht als gewoonlijk.
»Wilt gij mijne complimenten aan mevrouw
Lascelles doen en zeggen dat ik het genoegen hoop
te hebben spoedig terug te komen Zeg haar, als
't u blieft, dat ik genoeg had van Londen en naar
huis ben gekomen."
»Ik zal het zeggen", zei Margaretha nog altjjd
met een verlegen uitdrukking.
»Zijt gij wèl geweest en gelukkig vroeg
hij zacht.
Ja, zeker," maar zij kon er niet bij voegen
vooral omdat gij weg waart."
»Dat doet mij genoegen. Vaarwel dus. Wilt
gij mij geen hand geven?"
Zwijgend voldeed zij aan zijn verzoek en ofschoon
zij wist dat hij haar doordringend aanzag, hief
zjj de oogen niet tot hein op.