1882. mm N° 46. 125° Jaargang. Donderdag 23 Februari. Kostelooze Koepokineiitinfl: ei Her-inentini. Middelburg 22 Februari. FEUILLETON. EEN VAN DE DRIE. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentie n: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/" 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. IS De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken 'bekend dat het bureau van vaccinatie, te beginnen met Vrijdag 10 Maart e. k., zitting zal honden in het lokaal van het burgerlijk armbestuur, in de Oude Kerkstraat, wijk B no. 83, iederen Vrijdag, 's na middags te balf 4 uren, tot het kosteloos inenten en her-inenten van koepokstof. Burgemeester en wethouders noodigen een ieder ten dringendste uit, om van dat heilzaam middel, ter voorkoming van de pokziekte, zooveel mogelijk gebruik te maken. Middelburg, den 17 Februari 1882. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De commissaris des konings in Zeeland en de burgemeester van Middelburg hebben gisteren namiddag in het hötel de Nieuwe Doelen hunne opwachting gemaakt hij H. D. de vorstin van W aldeck-Pyrmont. Heden morgen is de vorstin en- haar gevolg met den trein van 10 u. 40 m. van hier naar de residentie vertrokken. H. D. onderhield zich eerst op het perron van het station en later in de wachtkamer le klasse 'met den commissaris des konings en den burgemeester, die, benevens de wethouders, de gemeente-secretaris en de vice- consul van Engeland, bij het vertrek der hooge gast tegenwoordig waren. De vorstin legde den weg van de wachtkamer naar het le klasse rijtuig, waarmede zij de reis deed, zonder moeite af en beantwoordde vriendelijk de groeten van het "ver zamelde publiek. Naar wij vernemen heeft H. D. hare tevreden heid betuigd over haar verblijf in de Nieuwe Doelen. De Victoria and Albert kwam gisteren morgen, met den hertog van Albany, zijne verloofde, den vorst van Waldeck en gevolg te negen uren voor Queenboro, waar nog geen water genoeg was om aan te leggen, zoodat de hooge passagiers met een gouvernements-sleepboot, de Locust, aan wal werden gebracht. De aanlegplaats was passend versierd, en namens de koningin werd prinses Helena welkom geheeten door de douairière, markiezin van Ely, lady of the bedchamber, en een generaal. De prinses droeg een prachtig bouquet (naar wij vernemen van den Middelbtxrgschen bloemist Blaas) en was gekleed in een sierlijk donkergroen reiscostuum. In een extra-trein, be stuurd door een directeur, twee administrateurs en een ingenieur van de L.-Ch.-D.-maatschappij, werd de reis naar Windsor voortgezet, waar naar het Engelsch. HOOFDSTUK X. Zingen aan liet strand. «Gij moet die ziekelijke gedachten op zij zetten als gij met mij zijt," antwoordde Margaretha, den hit de zweep gevende en snel over de brug en de andere hoogte half opdravende. Toen opende Ruprecht de oogen en zei haar welken weg zij rijden moest naar de stad. Hij kende elk plekje van den weg en scheen ervan te houden. Zij reden door de kronkelige nauwe straat en stapten bij het begin van de pier uit. Een forsche vis- schersknaap, die hem heel goed scheen te kennen, kwam den hit vasthouden, terwijl Johan Ruprecht ondersteunde om naar het einde van de pier te wandelen. Het was een korte steenen dam met een vuurtoren aan het einde en de rivier stroomde tusschen deze en een soortgelijke in zee. Toen Johan zoo goed mogelijk een zitplaats voor zijn jongen meester gemaakt had, verliet hij jien. Op dat oogenblik was er niemand anders prinses Helena aan bet station werd ontvangen door prinses Beatrice, de jongste en ongehuwde dochter van koningin Victoria. Zoowel te Queen boro en te Clapham, waar de trein even stilhield, als in de koninklijke residentie werd de prinses door de verzamelde volksmenigte met hartelijke toejuichingen welkom geheeten in Engeland. In het afgeloopen jaar zijn door de politie alhier opgemaakt 256 processen-verbaal, t. w.wegens diefstal 22, misbruik van vertrouwen 3, verbreken van afsluiting 3, moedwillige mishandeling 22, kwetsing der zeden 2, landlooperij 2, laster 4 en wegens overtreding van alg. prov. en pl. verorde ningen 198. Wegens dronkenschap werden 44 mannen en 1 vrouw tijdelijk in bewaring genomen. Uit het rijk werden verwijderd 16 vreemdelingen die geen geld of middel van bestaan hadden. 238 bekendmakingen dat eene besmettelijke ziekte heerschte werden aangeplakt214 mazelen, 15 diphteritis, 6 roodvonk en 3 febris typhoidea. 4 zelfmoorden hadden in den loop van het jaar plaats. Van 1 November, het tijdstip der invoering van de drankwet, tot 31 December, werden 13 over tredingen van die wet geconstateerd. lïieiiw en St. Jooslanil, 22 Febr. Tot groote blijdschap van de inwoners onzer gemeente, heeft de heer A. Walraven voor zijne benoeming tot geneeskundige te Hoek bedankt. Veere21 Februari. Volgens de ter visie liggende lijst van kinderen tusschen de zes en twaalf jaren, die hier de school niet bezoeken, blijkt, dat het aantal van hen niet minder dan 25 bedraagt. Het is misschien niet zonder belang in het algemeen de redenen na te gaan die de ouders of voogden aanvaarden om hunnen kinderen het school onderwijs te onthouden. Zie hier den uitslag van een onderzoek daaromtrent: 5 kinderen bleven te huis, omdat de ouders geheel onverschillig waren en zooals een het uitdrukte, liever «den Bijhei zonder school" hadden. Een kind van 8 jaren werd, tot niet geringe verbazing van uw bericht gever, al volleerd geacht. Een jongen van bijna 12 jaren, zoon van een ambachtsman, had reeds ongeveer een jaar zijn vader in het vak moeten helpen, 5 kinderen werden thuis gehouden omdat de af stand van de school gedurende den winter te groot was. Twee kinderen, ouder dan zes jaren, waren eenvoudig de bewaarschool blijven bezoeken. Voor drie kinderen was kosteloos onderwijs aan gevraagd, maar daarvoor was nog geene vergun ning ontvangen. Een kind was overleden, een ander was op het punt om 12 jaren te worden en kon derhalve »zoo noe en dan al eens 'thuus wachten"Andere ouders hadden soortgelijke redenen. Heel rooskleurig ziet de zaak er dus niet uit. Den 4en Maart e. k. zal het stoomschip Amster dam van de Ned.-Amerikaansche Stoomvaartmaat- op de pier. Zij zaten met hun rug naar het land, maar als zij zich een weinig omdraaiden zagen zij in het noorden een lange reeks blinkende rotsen, die veeleer luchtig op de zee schenen te rusten dan met hunne reusachtige grondvesten uit hare diepte te verrijzen. Het was een prachtig panoramade blauwe zeede nog donkerder blauwe luchtdie ver schillende tinten op de rotsen en klippendie zachte en toch versterkende zeeluchtdat gekabbel van het water; die stemmen van menschen en kinderen in de vertede zachte tonen der kerkklok die drie uur sloeg en verder rust, vrede, kalmte en eenzaamheid, zooals de natuur, en ook zij al leen, kan geven aan harten die haar beminnen en waardeeren. Na een poos zei Ruprecht «Gij zeidet dat gij een weinig kondet zin gen, Margaretha, ik wilde wel dat gij het eens deedt." »Wat, hier?" «Waarom niet? Er is hier niemand, die het hoort en zoo er iemand is, is het geen deskundige. Toe zing eensMaar het moet iets eenvoudig en ongekunsteld zijn, geen opera aria, vol tril lers en fioritura Lieve hemel! Wat een komplimentenNu dan, daar hebt gij een Iersch volksliedje." Zij zong het lieve liedje van Samuel Lover: «Wat zondt gij beginnen lieve enz." «Dat bevalt mij," zei Ruprecht, toen zij ge ëindigd had. «Gij hebt een heerlijke stem, zoo schappij te Rotterdam, van daar vertrekken, om op de terugreis te Amsterdam te lossen en dan omstreeks 10 April weer naar New-York uit te varen. >Dit zal dan de eerste boot zijn, die de nieuwe lijn van die maatschappij tusschen Am sterdam en New-York openen zal. Behalve deze zullen op die lijn dienst doen de Edam, de Schiedam en de Zaandamlaatstge noemde is nog op stapel, maar komt met Mei gereed. Al deze schepen meten 3500 ton. De heeren Wambersie Zn., te Rotterdam, zullen te Amsterdam een succursale vestigen, om, evenals daar, als vracht-agenten op te treden. De hoofddirectie blijft, wat comptabiliteit en administratie betreft, te Rotterdam. Verder za.l alles, wat op de vaart betrekking heeft, van Am sterdam uitgaan en geregeld wordenterwijl ook de landverhuizers zoowel te Amsterdam als te Rotterdam zullen kunnen scheep gaan. (N. v. d. DJ. De Arnh. Ct. bevat, tot bestrijding van het aan hangige wetsontwerp tot wederopvatting van de verbetering" van den Rotterdamschen waterweg, een betoog onderteekend H. Het luidt als volgt De omstandigheden zijn ernstig. Er zijn reeds millioenen besteed, en er worden nog steeds milli- oenen gevraagd. Zal het baten? Met de gegevens, destijds ter beschikking van een ieder, omtrent de gelegenheid en den aard der zandbanken om en aan den Hoek van Holland, en de stroomingen waardoor deze gevormd werden, scheen mij de voorgenomen doorsnijding een waag stuk, waarvoor geen hoop op goed gevolg bestond. Tegenover de deskundigen mocht men toen echter geene meening overstellen. Alsof de hoofdinspecteur Fijnje en anderen, die grooten twijfel koesterden, geen deskundigen waren In 1861 kwam hij H. van Elk te Dordrecht een brochure uit, die de stelling rondweg uitsprak en verdedigde, dat Rotterdam zich bitter zoude be klagen, het ontwerp te hebben doorgedreven. Ook de kamer van koophandel te Dordrecht drong meermalen aan om te letten op de gevolgen van de doorsnijding voor de andere bestaande waterwegen, opdat bij mislukking, men niet geheel zonder uitweg naar zee geraken zou. En nu in 1882 kunnen wij constateeren, dat de bestaande waterwegen bedorven, millioenen schats uitgegeven zijn voor iets wat destijds als een chimère werd beschouwd door velen. De voornaamste gronden waarop het ongunstig oordeel toen rustte, en deze bestaan nu nog, waren de volgende De vloed, uit het Kanaal komende, pleegt in oostelijke richting onze zeegaten te bereiken, ter wijl een tegenstroom uit het noorden komende, een neerslag vormt aan de noordzijde onzer rivieren, van het zand, door den vloed opgewoeld. De Hoek van Holland en alle eilanden, behalve Walcheren, toonen dit door hun vorm. De noordkust slijt af, de zuidkust landt aan. En dan hoe tusschen de hoofden, niet bij storm, maar bij eenigszins harden westenwind binnen te zeilen, welke hoofden bij helder en frisch als een bergstroom. Ik wilde wel dat gij voortgingt, als gij er niet tegen hebt." Margaretha schepte er zelf behagen in ombaar stem uit te zetten in de open lucht over die on afzienbare watervlakte. Zij was geheel en veine" om voort te gaan en begon terstond een Schotsche ballade. Toen zij die geëindigd had zei Ruprecht »Het ia hier een muzikaal volk en zij krijgen niet alle dagen kosteloos een concert op de pier. Draai u eens om en aanschouw uw publiek." Margaretha keerde zich schielijk om en ontwaarde op eenigen afstand achter zich een zestal visschers, staande in een halven cirkel, dood stil, aandachtig luisterende, met hunne gebronsde gezichten, die schilderachtig uitkwamen boven hunne nauwslui tende blauwe en roode baatjes. Zij keken elkaar eenigszins verbluft aan toen zij zagen dat hun tegenwoordigheid opgemerkt was. Die tegenwoor digheid alleen zou echter Margaretha zeker niet verschrikt hebben; maar Louis Baldwin, die bij hen stond, deed haar ontstellen. Hij had blijkbaar ook naar haar zingen geluis terd en leunde nu, met een glimlach op zijn gelaat, tegen een paal in de nabijheid der visschers. Hij nam zijn hoed af toen hij haar blik ontmoette, wenschte haar beleefd goeden middag en zei, een der visschers aanziende «Gij kijkt net alsof gij lust hadt om iets te zeggen, Jaap misschien om die dame te bedanken. Ik ben overtuigd dat zij gaarne naar u luisteren zal." boog water blinde klippen vormen, die ten gevolge van de doorsnijding, geheel onbeschermd zijn door zandbanken Wij landrotten denken dat het al heel iets voordeeligs is eene schoone kust te heb ben, zonder eenige zandplaat of eiland. Maar de zeerob en de loods, die zijn weg weet door die banken, ziet ze als zeebrekers aan en beschouwt zich daarachter op de ree. De Hoek van Hólland was werkelijk eene beschutting, die het nieuwe zeegat mist, terwijl de neerslag van het zand nu op dezelfde wijze als altijd ook in het nieuwe vaarwater dringt. Het is een oud zwak, waarvan de Noordzee met geen millioenen of milliarden te „enezen is. De oud-kapitein Kauffmann, gewezen komman- dant van de dwangarbeiders-gevangenis te Atjeh, spreekt in de Locomotief de beschuldigingen van wreedheid en mishandeling, welke door den minister van koloniën in de tweede kamer tegen hem gericht zijn, tegen. Over generaal Yan der Heyden beweert hij tot den procureur-generaal het vol gende gezegd te hebben «Mijnheer Trip, denkt u bij geval, dat ik iets ten nadeele van generaal Yan der Heijden zou zeggen Ik passeer u mijn woord van eer, dat ik liever mijn hand afhak, maar liet K. er dadelijk op volgen mij is ook niets ten nadeele van dien generaal hekend." De gemeenteraad van Den Haag heeft, op voor stel van burg. en weth., met 20 tegen 13 stemmen besloten afwijzend te beschikken op het verzoek van F. N. Stoel j*., tot aankoop van het badhuis en de renbaan te Scheveningen voor f 600.000. Ook het nader verzoek van J. W. L. Burgers, om hem tot 1 Nov. het badhuis, met uitsluiting van de buiten- en binnenbaden en de stallen, te ver pachten en hem tot dien datum in de beslissing tot den aankoop vrij te laten, werd met algemeene stemmen verworpen. Er zal dus niets anders overblijven dan dat het gemeentebestuur zelf de exploitatie voortzette. Tot het uitvoeren van groote verbouwingsplannen met het badhuis zal nu, vóór den aanvang van het hadseizoen, wel geen tijd bestaan. En toch zijn noch het badhotel noch de overige inrich tingen te Scheveningen op de hoogte van de eischen eener zeebadplaats van den eersten rang. Onder de ingekomen stukken behoorde eene aanvraag om gunning voor de oprichting en de exploitatie van een algemeen slachthuis, welke aanvraag uitgaat van niemand minder dan twee Fransche graven De Toccjueville en De Clèves. Burg. en weth. hebben zich natuurlijk gehaast voor te stellen, door het verleenen der concessie, aan de «koninklijke residentie" het verkrijgen van een «grafelijk abattoir" mogeljjk te maken. De hoogleeraar Buys Ballot maakt in het Utf. Dbl. bekend dat de benoodigde som, tot het uit rusten eener Nederlandsche wetenschappelijke Noordpool-expiditie, tot zijne blijdschap bijeenge bracht is. Jaap keek inderdaad heel verlegen, toen de aandacht zoo bepaald op hem gevestigd werd, hij draaide op zijn voeten, greep met zijn eeae hand zijn elleboog beet en hield de andere voor zijn mond. «Wat?" herhaalde Baldwin met onverstooï» bare deftigheid. «Niets, alleen dat wij haar niet wilden hinde4 ren. Ik hoop dat zij niet kwalijk neemt dat wij naar haar geluisterd hebben," bracht hij eindelijk stotterend uit. «Kwalijk nemen, o neenzei Margaretha lachende. «Ik ben heel blij dat gij er pleizier in hebt gehad." «Dat hebben wij wezenlijk, juffrouw," zei Jaap, aangemoedigd door haar vriendelijke opvat ting zijner woorden en zijne makkers lieten een toestemmend gemompel hooren. «Als gij niet moede zijt, juffrouw, en lust hebt om nog wat te zingen, zullen wjj u vaii harte dankbaar zijn," vervolgde hij, boe langer hoe driester wordende. «Weiger niet, Margaretha", fluisterde Ru precht, «zij houden heusch zooveel van zingen." Zij aarzelde een oogenblik en zei bij zich zelf i Ik beb honderd maal gezongen voor kamers vol fatten, en onverschillige vreemdelingen, die al den tijd dat ik mij inspande, zaten te praten. Waarom dus ook niet voor een publiek zooals dit, dat mij oprecht dankbaar is Bovendien voelde zij dat Baldwin haar gade sloeg en gade geslagen had van het eerste oogen blik dat hij haar zag en zjj wilde zich niet late»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1