Gemengde Berichten.
Benoemingen en "besluiten.
Kerknieuws.
Rechtszaken.
wezig zijn, zonder vergunning van burg. en weth.
Ter verzekering der uitvoering dezer bepalingen
hebben de ambtenaren der politie en die van de
brandweer de bevoegdheid om, met inachtneming-
der bepalingen van de wet van 31 Aug. 1881
(Stbl. n° 83) de in art. 287a bedoelde localiteiten,
ondanks de eigenaars of ondernemers binnen te
treden.
De overtredingen worden door het personeel dei-
brandweer (uitgezonderd de brandwachts 2e klasse)
en door de ambtenaren en beambten der politie
geconstateerd bij proces-verbaal, door hen opge
maakt op den eed bij den aanvang hunner be
diening gedaan.
In kerken, scholen, schouwburgen en in alle
andere localiteiten, bestemd tot het houden van
bijeenkomsten of vergaderingen, moeten alle deuren,
zoo binnen- als buitendeuren, naar buiten open
slaan.
De deuren mogen, van het oogenblik waarop
de localiteit voor de bezoekers wordt opengesteld,
totdat zij die hebben verlaten, op geene andere
wijze gesloten worden dan door een bovengrendel
met trekstang, die steeds onder het bereik van
het publiek is. Deze sluiting moet zoodanig zijn
ingericht, dat zij bij den minsten aandrang van
het publiek wijkt.
De trappen, de deuren en gangen moeten, naar
het oordeel van burg. en weth., in voldoend aan
tal en van voldoende breedte zijn; de trappen
moeten aan beide zjjden van stevige leuningen
zijn voorzien en, indien zulks door burg. en weth.
noodig geoordeeld wordt, van steen zijn ver
vaardigd.
In bestaande gebouwen moeten binnen drie
maanden na de aanschrijving van burg. en weth.,
de trappen, de deuren, de corridors en de gangen
zoodanig zijn gewijzigd als in de aanschrijving is
bepaald. Na verloop van dat tijdvak mogen die
gebouwen niet worden gebruikt alvorens de in
richting der deuren, trappen, corridors en gangen
door burg. en weth. is goedgekeurd.
rechterlijke macht. Benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger te Hulst, C. Bergsma, ontv. der
reg. en dom. aldaar.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester dei-
gemeente Ketkel en Spaland A. van Baak.
leger. Eervol ontslag verleend uit den mil.
dienst, op verzoek, aan den le luit. C. H. Humme-
linck, van het reg. grenad. en jag.
Wegens lichaamsgebreken, het gevolg van ver
wonding in den strijd, eervol uit Zr. M". mil. dienst
ontslagen, onder toekenning van den tit. rang
van kapitein en van pensioen, de met verlof hier
te lande aanwezige le luit. der inf. van het leger
in N. I., J. A. II. Kirchner.
De heer J. W. Knottenbelt, predikant te Sou
burg, heeft voor de beroeping naar 's Heer Hen
drikskinderen bedankt.
De gewezen stationschef te Akkrum, tegen wiens
vonnis, wegens het ongeval in het najaar bij de
brug over de Boorne, hooger beroep was aange-
teekend door den officier van justitie te Heerenveen,
is door het gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld
tot 45 dagen celstraf, wegens het zonder opzet
doen ontstaan van gevaar voor een trein, welk
gevaar hij had kunnen en moeten voorzien.
Het hof beslistedat in den avond van 20
Sept., op het oogenblik toen bekl. het teeken gaf
tot het vertrek van den laatsten trein, de seinen
op de brug over de Boorne en het afstandsein op
onveilig stonden dat een stationschef verplicht is,
op het oogenblik dat hij het teken geeft tot ver
trek van den trein, te zien of de seinen op veilig
staan, hetwelk bekl. toen niet heeft gedaan.
De hooge raad behandelde gisteren o. a. de
casatieberoepen van
L. de F. te Ter Neuzen, door het gerechtshof te
geheel gunstig, beoordeelde. Niet dat het er iets
toe deed, of hij met haar ingenomen was of niet;
dat voegde zij er in gedachte tot haar geruststel
ling bij.
»Gjj kent mijnheer Baldwin reeds lang
vroeg zij, plaatsnemende.
»Zoolang als hij leeft, durf ik wel zeggen."
»0! nu herinner ik mij," zei Margaretka
eensklaps, »dat mijnheer Mallabarr gisteren zei,
hoe goed gij voor hem en eenige anderen geweest
waart, »Louis Baldwin, bij voorbeeld", dat waren
zijne eigen woorden."
»Och ik heb hem zooveel vriendelijkheid
bewezen als in mijn vermogen lag. Zij waren
beiden vroeg moederloos en zonder nadere bloed
verwanten. Hunne vaders waren onze beste vrien
den en raadpleegden mij vaak over de opvoeding
van hunne jongens. Zij zijn beiden goed uitgeval
len en ik ben bepaald trotsch op John Mallabarr,
hij is zoo'n knappe jongen. Maar hij is nooit
voor ons geweest wat Louis Baldwin is geweest.
Woont mijnheer Baldwin in dat oude,
bruine huis, dat ik uit mijn venster zie?"
»Ja, zijn familie heeft daar van het eene
geslacht op het andere gewoond. Zij waren vol
strekt niet rijk, maar toch onaf hankelijk. Louis
had altijd liefhebberij om te dokteren" zooals
wij het noemen en haalde zijn vader over om hem
in de medicijnen te laten studeeren en promo-
veeren. Toen hij zijne studies voltooid had kwam
hij thuis en kreeg terstond praktijk, want de oude
dokter, Bainbridge, was erg afgeleefd en zijn tijd
's Gravenhage, met bevestiging van een vonnis
der rechtbank te Middelburg, veroordeeld tot 45
dagen eenzame opsluiting en 8 boete, ter zake
van het moedwillig toebrengen van slagen, stooten
en kwetsuren, zonder dat hierdoor eenigerlei ziekte
of beletsel van te werken is ontstaan van meer
dan 20 dagen. Bij _deze uitspraak was ook eene
vordering van den mishandelde, als civiele partij,
toegewezen, en nu strekte het middel van cassatie
tot toelichting van de voorziening, ontwikkeld
door den advocaat mr. D. van Eek, tot schending
van art. 231 van het wetboek van strafvordering,
omdat de vordering der civiele partij alleen had
kunnen worden ingesteld tegen den wettigen ver
tegenwoordiger van den beklaagde, die minder
jarig is. Pleiter geloofde dat op grond van dit
middel het arrest van het hof moest worden ver
nietigd.
J. C. O. te Middelburg, door hetzelfde gerechts
hof, met bevestiging van een vonnis der Mid-
delburgsche rechtbank, veroordeeld tot 3 maanden
eenzame opsluiting ter zake van diefstal dooreen
loonbediende ten nadeele van haren meester. Dooi
den advocaat, mr. Lasonder uit Middelburg, werd
beweerd dat in deze eene schending en verkeerde
toepassing van art. 210 in verband met art. 234
wetboek van strafvordering, had plaats gehad,
maar hij bewoog zich bij de bespreking van het
middel geheel op feitelijk terrein. Dit laatste was
ook het gevoelen van den advocaat-generaal mr.
Polis, die overigens niet kon inzien dat de aange
haalde artt. waren geschonden of verkeerd toege
past. Mitsdien strekte zijne conclusie tot verwer
ping van het beroep. De uitspraak is bepaald op
6 Maart, op welken dag adv. gen. Polis in de
eerstgenoemde zaak zijne conclusie zal voordragen.
(TV. R. Ct)
Msesisiijke» 20 Februari. Gisterenavond
te acht uren ontstond er brand op het hofsteedje
van den landbouwer W. A., in den Oranje-polder.
Behalve het woonhuis is alles verbrand een paard
en vier koebeesten kwamen om. De spruiten van
IJzendijke en Schoondijke zijn op de hofstede ge
weest, doch konden zeer weinig verrichten.
Dewijl de juiste afstand van een brand, vooral
's avonds, moeilijk te schatten is, en ook het be
palen van de richting vaak mank gaat, kon men
de plaats van het onheil slechts gissen en ver
keerden ettelijke gezinnen in ongerustheid voor in
die richting wonende familieleden.
(Zie Laatste Berichten van gisteren.)
Te Goes zijn sedert de invoering der drank
wet 44 processenverbaal wegens overtreding dier
wet Opgemaakt.
De heer N. A. Bouwman, kapelmeester bij
het 3e reg. inf. te Bergen-op-Zoom, heeft het
declamatorium de Watergeuzengebonden in een
fraaien rood fluweelen band met vergulde inscrip
tie en hoeken, aan den koning op Zr. M". ver
jaardag aangeboden.
Onder de vele geschenken, die Z. M. den
koning ter gelegenheid van zijn verjaardag zijn
aangeboden, behoort ook een monster-heilbot, van
den vischhandelaar H. P. te Mijtelaar te Amsterdam.
Het dier was ruim 1 meter breed en springlevend.
Het monument op het Plein 1813, te 's Gra
venhage, dat in 1863 door de natie aan de
gemeente werd aangeboden, diende Zondag gedu
rende de parade als amphitheater voor vele toe
schouwers. Binnen het monument stonden eenige
honderde jongens niet alleen op de trappen, maar
zij klouterden op tegen de bas-reliefs, gebruik
makende van de hoofden der beelden om zich
op te trekken of vast te houden en van de bene-
denfiguren tot steunpunt van hun voeten. Indien
het monument niet erg beschadigd is, mag men
van geluk spreken.
Tot verbetering van het bericht uit Gemert,
dat aldaar bij de loting voor de nationale militie
twee nummers te weinig in de bus zouden geweest
zijn, wordt medegedeeld dat er niet twee nummers te
weinig waren, maar dat door eene vergissing twee
militieplichtigen niet waren ingeschreven, en dat
de commissaris des konings voor deze militieplich
tigen eene naloting (geen nieuwe) heeft bevolen.
ten achteren. Louis hielp hem uit louter liefde
voor het vak, geheel belangeloos en werd weldra
zeer bemind bij de meesten zijner patiënten.
Toen dokter Bainbridge een paar jaar daarna stierf,
zei Louis dat hij, nu hij eenmaal in het gareel
geweest was, er nooit weer uit zou willen. Hij
volgde den ouden dokter geheel in zijn praktijk
op. Daarop stierf zijn vader en toen bestond er geen
bepaalde noodzakelijkheid meer voor hem om te
blijven werken, maar hij hield ervan. Hij zegt
dat het hem een levensdoel geeft, en op de hoogte
houdt van zijn vak. In zijn vrijen tijd studeert
hij het liefst over biologie. En wij vinden hem
natuurlijk een model van een geneesheer maar
dat zal wel gedeeltelijk partijdigheid zijn."
»Dat denk ik ook wel," zei mijnheer Lascelles
»want als ik zoo rondrij hoor ik een heele boel
praatjes over den dokter en merk ik wel dat de
meeningen over hem zeer verschillend zijn. Enkele
menschen zweren bij hem, aanbidden hem bijna,
zooals onze arme jongen en zijn moeder; en anderen
verfoeien hem, schuwen hem bepaald, als vergif
»Zoo! hoe komt dat?"
»Ja, als ik ernaar informeer blijkt het
meestal dat het de eerlijke lieden zijn die van hem
houden, en de slechtste die hem haten. Hij heeft
eigenaardige denkbeelden en daar hij niet van
zijn praktijk behoeft te leven, kan hij die vrij
uitsprekenwant gij moet weten dat Louis, met
al zijn verstand, iemand is die zou sterven voor
een denkbeeld. Zoo heeft hij bijvoorbeeld de ge
woonte om zeer strenge gezegden heel bedaard
Naar men verzekert kan te Maastricht wel
dra de uitgave van een nieuw ultramontaansch
blad te gemoet gezien worden, dat zich ten doel
stelt, de Roomsche belangen uit een algemeener
oogpunt te beschouwen en voor te staan, en dus
bestemd is de locale blaadjes, als de Courrier enz.,
te overvleugelen en van de baan te schuiven.
Het pand, waarin de drukkerij gevestigd zal
worden, is reeds aangekocht. Waarschijnlijk staat
deze onderneming in verband met die, welke dooi
den heer Schaepman in Friesland en Groningen
is op touw gezet. De Maastrichlsche Ster, het
lang verbeide liberale blad, wil nog maar altijd
niet verrijzen. Het daartoe benoodigd kapitaal
van 25.000 is nog niet volgeteekend. (Ii. Ct
Tot tweeden geneesheer in het krankzinnigen
gesticht te Utrecht is benoemd dr. G. Luchtmans,
gexi. inspecteur van den burgerlijken geneeskundi
gen dienst in Ned. Oost-Indië, thans praktizeerend
geneesheer te Oisterwijk.
De feestverlichting te 's Gravenhage Zondag
avond slaagde beter dan met het oog op het
weder verwacht werd. In het Voorhout brandden
de lampions naar omstandigheden goed; alleen aan
de windzijde viel het moeilijk ze op den duur aan
te houden. De rijkverlichte muziektent tegenover
het paleis van H. K. H. prinses Hendrik, waarin
de schutterijmuziek zich deed hooren, was het
middelpunt waarom zich het publiek in opgewekte
stemming bewoog. Van tijd tot tijd schoot een
electrische lichtstraal van het toestel van den hoek
van den Vijverberg bij het Tournooiveld door het
Voorhout, tot groot vermaak der menigte. Zoo
wel dit toestel als dat geplaatst op 't Buitenhof
deden uitstekend dienst. Het licht, door de hee-
ren Wisse en Piccaluga geleverd, was zeer helder
en standvastig en weerkaatste schitterend op zeer
aanzienlijken afstand, namelijk van de geheele
lengte van den Vijver tot op de huizen op den
Korten Vijverberg.
De inrichting van de toestellen was zoo dat ze
naar keuze in elke richting lichtstralen konden
uitzenden met behulp van gekleurde glazen in de
nationale kleuren.
Op 't eilandje in den Vijver was een lichtbron
geplaatst zonder beweegbaar toestel, terwijl in
een bootje op den vijver nu en dan bengaalsch
vuur werd afgestoken. (Vad.)
Naar aanleiding van ontvangen klachten
over de beperkte gelegenheid tot het nemen van
abonnementen, tot verminderden prijs, op de spoor
wegen, deelt het Iibl. mede dat de Ned. Rijnspoor
wegmaatschappij abonnementen voor de le en 2e
klasse uitgeeft en voor jongelieden, die inrichtin
gen van onderwijs bezoeken, ook voor de 3e klasse.
De Afu tot Expl. van Staatsspoorwegen stelt voor
handelsreizigers, die hun photographisch portret
overleggen, abonnementen 2e en 3e klasse ver
krijgbaar. De Holl. Spoorioegmheeft abonne
menten 3e klasse ingevoerd voor werklieden en
schoolgaande kinderen, en voor de laatste kan
men ook zulke kaarten 2e klasse krijgen. Voor
handelsreizigers geschiedt dit niet, omdat de prijs
te hoog zou worden, daar een abonnement alleen
voordeel geeft voor degenen die dagelijks dezelfde
route afleggen.
Te Amsterdam is op eene vergadering van
verschillende Nederlandsche schaatsenrijdersveree-
nigingen besloten een bond op te richten. Met
het ontwerpen der statuten werden belast de Am-
sterdamsche Skating Club, de ijsclub Leeuwarden,
de ijsclub Kralingen en omstrekende IJs-vereeni-
ging te Groningen en de studenten-ij sclub Leiden.
Men schrijft aan de N. R- Ct. uit Abbenbroek.
Wat een verschil bij vroeger, wanneer men
thans ctnzen polder doorwandeltAnders, van
vroeg in den herfst tot laat in het voorjaar water,
water, alles en overal water. Een enkel hekpaal
tje of drijvend bruggetje moest den vreemdeling
doen gelooven dat uit dien waterplas des zomers
land verrees. Nu hebben we een stoomgemaal, en
de weldadige werking doet zich ruimschoots ge
voelen. In den verleden herfst kon de landman
zijne akkers bearbeiden en bezaaien, dat anders
öf niet kon gebeuren, of als het gebeurd was,
herschiep het water zijne akkers des winters in
een zee. Stukken land, vroeger haast te laag
voor weiland of bestemd voor boezem, zijn reeds
tot bouwland gemaakt. Zoo zaten we tot verle-
te uiten, maar op een manier die snijdt als een
mes, en in een taal die niet te fijn is voor onze
visschers, boeren en landbouwers om te verstaan.
Hij leest hun soms de les over het drinken, de
verkwisting, het mishandelen hunner vrouwen
en zoo voort. Zoo zag ik eens een reus van een
visscher, die hem had kunnen vermorzelen als het
op kracht aangekomen was, naar huis sluipen
als een hond die slaag gehad had, en met den
staart tusschen de beenen wegliep."
»Ik denk dat hij een benijdenswaardigen slag
van berisping heeft."
»0 neen het is geen berispen. Hij zegt de
ergste dingen met een glimlach op het gelaat.
Maar waar hij het hevigst tegen te velde trekt,
dat is de leugen, bedrog onder welken vorm
ook. Voor iets van dien aard kent hij geen me-
dedoogen, en neemt hij geen verzachtende omstan
digheden aan. Ik zou niet gaarne ofschoon ik
zijn vader zou kunnen zijn zijn blik ontmoeten
als ik geen heel zuiver geweten had."
»Zoo ja zei Margaretha schijnbaar
onverschillig en, achterover in haar stoel geleund,
bracht zij haar glas aan hare lippen.
»Hij is een rare vent, een heel rare vent.
Die afkeer van bedrog wordt bijna een manie."
Margaretha voelde zich verlicht toen mijnheer
Lascelles van dit onderwerp afstapte en zei
Ruprecht is zóóveel beter dat hij zich van
middag naar het strand wil laten rijden en daar
een uurtje blijven zitten, als gij hem vergezellen
wilt."
den jaar met drie watermolens en veel water.
Nu zijn de watermolens onder de mokerslagen
gevallen en dreigt de regen nog eens het verloren
gebied te herwinnen, dan is in éen of twee dagen
het water beneden peil. De voortreffelijke wer
king der machine heeft dan ook reeds den laatsten
vijand of tegenstander in een voorstander veran
derd.
Twee passagiers van de stoomboot Sardinian
hebben het volgende verhaal van hun wedervaren
gedaan. Den 28en Januari verliet de boot, onder
commando van kapitein Dutton, Halifax met 44
passagiers. Den volgenden dag stak de wind op,
en den 30en woei het hard met hooge zeeën.
Den 31en werd een lek ontdekt in het achterschip
en een gedeelte der lading werd versjouwd om
bij het lek te komen. Den len en 2en Februari
stormde het hevig; de kapitein liet zeil minderen,
en terwijl dit geschiedde, sloeg het schip opeens
recht in den wind: het roer met den roersteven
was weggeslagen en de zeilen sloegen aan flarden
los van het tuig. Het schip werkte geweldig en
werd heen en weer geslingerd door de zeeëntot
dat men den 3en Februari, toen de wind wat be
daard was, een hulproer kon maken, dat echter
twee uren nadat het te water was gelaten, in
tweeën brak. Den volgenden dag maakte men
een ander sleeproer, waarmede de boot acht mijlen
liep. Den 5en schoot de wind noordoost en kon
het schip niet meer met het sleeproer geregeerd
worden, dat eindelijk weer aan boord werd ge
nomen. Het schip lag toen totaal hulpeloos, tot
dat dsn 9en de Nederland van de Antwerpsche
Red Star lijn in het gezicht kwam. Tot den
kommandant richtte men de vraag of hij de Sar
dinian sleepen wilde, maar hij moest dit weigeren,
wijl hij de post aan boord had. Hij was echter
bereid de passagiers over te nemen. Negentien
passagiers gaven daaraan gevolg; de anderen ver
kozen liever aan boord van de Sardinian te blijven
dan bij de nog altijd hooge zee van het eene schip
op het andere overgezet te worden. Toen zij de
Sardinian verlieten, was de bemanning bezig haar
vierde hulproer uit te brengen.
Men vertelt in St. Petersburg dat de czaar
dezer dagen een brief heeft ontvangen die hem
zeer boos maakte, niet van een nihilist die zijn
leven bedreigde of hem voorwaarden voor de ver
vulling van zijn ambt wilde stellen, maar van
een der voornaamste prelaten'in zijn rijk. De
metropolitaan van Moskou, aartsbisschop Macaire,
een man van veel invloed in Rusland, heeft tot
den czaar een openhartige bede gericht om niet
meer afgezonderd van zijn volk te blijven leven.
Hij zegt dat lafhartigheid in strijd is met de
nationale overlevering van duizend jaren en dat
afzondering van het hoofd van den staat leidt
tot vervreemding tusschen keizer en volk, zoodat
dit laatste allengs kan gaan denken dat het den
czaar zou kunnen missen. Een keizer van Rus
land moet zich omringen door verlichte ministers
en zich sterk genoeg gevoelen om te regeeren en
niet in afzondering van zijn volk te leven. Toen
Alexander III dezen brief had gelezen, zoo vertellen
de geruchten verder, was hij boos en liet hij den
procureur-generaal van de synode roepen, den heer
Pobedonoszeff, om hem te vragen of hij als keizer
het recht had een metropolitaan te ontslaan.
Jawel, Majesteit, luidde het antwoord,
mits met toestemming van de aartsbisschoppen,
vergaderd in de Heilige Synode." Deze is eene
hooge macht in Rusland, tegen welke zelfs de
czaar weinig vermag.
Na mijnheer Duverdy komt nu een tweede,
zekere Louis Vabre, van Zola eischen dat zijn
naam uit Pot-Bouille zal geschrapt worden. Door
al het leven dat rond deze nieuwe naturalistische
schepping wordt gemaakt, verdienen de uitgevers
van de Gaulois schatten met hun feuilleton.
Prins Alexander van Bulgarije houdt zijn
dictatuur nog vol en liet Vrijdag zijn oud-minis
ter Zankoff gevangen zetten, wijl hij agitatie
dreef ten behoeve van den vroegeren constitutio-
neelen regeeringsvorm.
Nadat troepen Peruaansche soldaten, stroo-
pende en plunderende in het regeeringlooze land,
eenige dagen geleden de stad Chincha hadden
»0 heel gaarne. Ik verlang er zelf naar om
de zee te zien," zei Margaretha.
Dit plan werd onmiddellijk na het dejeuner ten
uitvoer gebracht. Er kwam een panier voor en
Margaretha, zich een oogenblik vergetende, riep
uit
»0 wat zou ik gaarne dien ponny mennen,
als ik mocht!"
»Kunt gij mennen vroeg Ruprecht eens
klaps.
»0 ja. Ik placht ik placht veel met de
kinderen van mevrouw Pierce te rijden," zei Mar
garetha, zoover het ging, naar waarheid. Ruprecht
gaf gereedelijk zijn toestemming. De knecht
Johan, die hem op dergelijke tochten altijd ver
gezelde, ging op het achterbankje zitten met een
pak plaids en sjaals. De knaap zag er bleek en
vervallen uit, zooals Margaretha met deernis zag,
maar hij scheen opgeruimd en maakte geen
toespelingen op de gebeurtenissen van den vorigen
nacht. Toen zij wegreden, den heuvel af, naai
de stoenen brug, zei hij op fluisterenden toon
Rijd hard over dê brug, ik doe mijne oogen
toe. Als ik het laten kan, kijk ik er nooit naar.
Daaraan heb ik mijn ongeluk te danken en ik
denk dikwijls dat die eindelijk nog wel eens mijn
dood zal zijn, hoe weet ik niet."
Wordt vervolgd.)