Laatste Berichten.
Benoemingen en "besluiten.
Kerknieuws.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
Weerkundige waarnemingen.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Gemeenteraad van Vlissingen.
4-10.7
11.7
i3.r
12.1
13.0
steld onder verantwoordelijkheid van den minister,
mr. F. A. baron van Hall" enz.
Gelukkig voegde een ander hooggeleerde, prof.
Opzoomer, bij deze opmerkingen zijner medeleden
de veronderstelling »dat men dikwijls achter zulke
dingen te veel zoekt". Al spreekt men van eene
motie-Keuchenius, daarom zal niemand het in
zijn hoofd krijgen, te zeggen daar ligt de hoed-
Keuchenius." Men moest, zeide de voorzitter der
afdeeling «toch vooral natuurlijk blijven."
Daarmede zullen wij, die ons bewust zijn eer
lijk ons best te doen om een redelijk Hollandsch
te schrijven, ons maar troosten, wanneer wij moe
ten voortgaan met van wet-Kappeyne, ministerie-
Van Lijnden, motie-Van Delden enz. te gewagen.
Onze taalgeleerden zouden eindigen met het
schrijven onmogelijk te maken aan ieder, die den
tijd niet heeft om over elk woord, dat hij ge
bruikt, een maand lang na te denken.
Het Dagblad verzoekt om toelichting van het
kon. besluit van 7 Febr. jl. waarbij aan een ge
wezen hulponderwijzer wordt teruggegeven de be
voegdheid tot het geven van lager onderwijs,
welke hem ontnomen was bij besluit der gedep.
staten van Noord-Holland dd. 9 Dec. 1878, wegens
«onzedelijke handelingen ten opzichte van vrouwe
lijke leerlingen op de school waar hij werkzaam was."
Terecht merkt het Dbl. op, dat een kon. besluit
als het hier bedoelde slechts gerechtvaardigd kan
zijn wanneer het besluit van gedep. staten later
gebleken is op eene dwaling te berusten, m. a. w.
wanneer de onderwijzer de handelingen, aan welke
hij schuldig is verklaard, niet gepleegd heeft.
Het kon. besluit bevat echter niets van dien
aard en deze laatste regeeringsdaad van den
minister Six heeft dus inderdaad behoefte aan
toelichting.
Het hoofdbestuur der algemeene watersnoodcom
missie in Noord-Brabant heeft aan Z. M. den
koning verslag uitgebracht over hare verrichtingen
van 31 Dec. 1880 tot 28 Jan. 1882. Blijkens dit
verslag is uitgekeerdvoor verzande gronden
15.305, voor veevoeder 1950, aan onderstand
in geld 54.417, voor pootaardappelen ƒ31.285,
voor zaaikoren 17.880, voor verdronken vee
32.386, voor herstel van huizen enz. 67.957,
te zamen 221.182. Het grootste aandeel ver
kreeg Nieuwkuik, nl. 71.267, daarna Vlijmen,
39.140, 't minste Haaren bij Oisterwijk, 180.
Met groot genoegen heeft het Middelburgsch
publiek gisteren zeker de kennismaking vernieuwd
met het Zweedsche vijftal, de heeren Lutteman,
Förholm, Sjöberg, Schill en Oedlund, die ons hier
weder op eenige hunner volkszangen kwamen ont
halen. Hun stemmen klinken nog even frisch als
vóór eenige jaren en hun voordracht had, onder de
aanhoudende aanraking met het publiek, nog niets
aan natuurlijkheid verloren. Dit vijftal zingt zonder
eenige aanmatiging of gemaaktheid, schijnbaar
zonder kunstmaar om tot zulk eene volmaakte
eenheid te geraken, is toch veel oefening en lang
durig samen zingen noodig.
Het publiek was zeer tevreden en liet daarvan
telkens blijken; de zangers toonden zich niet minder
dankbaar en gaven op de 14 nommers van hun pro
gramma, drie toegiftjes en een Ws-nommer. Toch
viel de uitvoering, met hare achttien stukken voor
mannenstemmen, zonder eenige begeleiding en met
slechts een paar solo's, niemand lang. Er ligt in
deze eenvoudige zangwijzen en harmonieën, zoo
voortreffelijk voorgedragen, eene onbeschrijfelijke
bekoringiets dat de verbeelding aan de werke
lijkheid ontrukt en haar voert naar een toover-
land, waar zwijgende dennebosschen weerspiegeld
worden door kristalheldere watervlakten; waar het
maanlicht de bergtoppen verzilvert en de onder
gaande zon hun besneeuwde kruinen doet gloeien;
waar kerkkloktonen klinken door de onbewogen
lucht; waar de stemmen van het landvolk en d#
geluiden van het dorpsleven elkander kruisen boven
het golfgeklots der meren. Is men zoo aan 't
dwalen in het feeënland geweest en wordt men
daarna door het onwelluidend gestamp, dat onder
beschaafde lieden als teeken van bewondering is
aangenomen, tot zijne omgeving teruggevoerd,
»Ach, zooals gewoonlijk, man" zei mevrouw
»ik wilde juist eens in zijn kamer gaan zien.
Als hij slaapt, juffrouw Percival, wat ik wel denk,
moest gij hem even komen zien."
Zij gingen naar boven, Margaretha volgde haar
naar het einde van den gang; zij lette op de in
richting van het bovenhuis en zag dat haar kamer
aan het tegenovergestelde einde van dienzelfden
gang lag; een omstandigheid welke zij zich goed
in het geheugen prentte.
Toen mevrouw even in de kamer gekeken had,
keerde zij zich om en wenkte Margaretha. Deze
trad binnen en ging naar een laag ijzeren ledikant,
waarnaast op een tafel een lamp laag brandde.
Mevrouw draaide het licht een weinig op en zij
en Margaretha stonden ieder aan een kant van het
bed, naar den slapenden knaap te kijken. Zelfs
in den slaap was het een vreemd gelaat. Men
zag dat het bleek en ziekelijk was, er waren
scherpe trekken om den mond en diepe groeven
in het voorhoofd, trekken die men gelukkig
zelden ziet, bij een kind van veertien jaar. Het
voorhoofd scheen veel te groot en te breed voor
dat overigens fijn besneden gelaat. De mond was
groot, de lippen waren saamgeknepen, als had hjj
pijn, zelfs in den slaap. Welig licht bruin haar
viel over zijn voorhoofd. Margaretha kon niet
nagaan hoe zijn oogen waren di e bleven verbor
gen achter den geheimzinnigen sluier van den
slaap.
Zij staarde stilzwijgend op het bleeke inge-
dan ontwaart men, op niet altijd aangename wijze,
dat men gedroomd heeft.
Even als een liefelijke droom zijn licht werpt
over den dag die volgt, zoo blijft echter de her
innering aan den zang dezer Zweden, bij hen, die
het geluk hadden hem te mogen hooren, als het
beeld eener schoone, een oogenblik aanschouwde
wereld achter.
Sint Maartensdijk, 15 Febr. Een oude
olmboom, waarvan de leeftijd op vier en een halve
eeuw geschat werd, is dezer dagen alhier geroeid.
Volgens de kronieken geplant door de vorstin-
boomenplantster-pottenbakster Jacoba van Beieren,
prijkte hij eeuwen lang in het midden van het
plein, dat voor het ambtsheerlijke slot van Sint
Maartensdijk lag, en was zeker de stomme getuige
van menig feest en ridderspel. Bij de slooping
van het kasteel werd hij, als een afgeleefde grijs
aard, gespaard om den nazaten een treurig beeld
van vervallen grootheid te toonen. Hij is geplant,
heeft geleefd en is gestorven. Vrede zij zijne
assche
Op grond van nauwkeurige inlichtingen kunnen
wij mededeelen dat het aantal hectaren grond, dat
in het aanstaande jaar met uien beplant zal wor
den, aanmerkelijk grooter zal zijn dan het vorige
jaar. Ook zullen er meer suikerbieten gezaaid
worden.
Xierikzee, 17 Feb. Zeker was de faam den
heer W. J. van Gorkom voorgegaan, want toen hij
heden avond in onze iVufóvergadering optrad was
er geen plekje onbezet en stellig zijn niemands
verwachtingen teleurgesteld.
In een causerie, tintelend van geest en leven,
gunde de spreker ons een kijkje in de Transvaal,
liet het schoone land, het leven, de zeden en de
gewoonten zijner bewoners als een levende schil
derij ons oog voorbij trekken, en al duurde dit een
half uur langer dan anders, niemand verlangde
naar het einde.
Blijkbaar deed het velen goed, na den stroom
van Transvaal-litteratuur, waarmee vooral menschen
die er nooit geweest waren, ons verveeld en ge
kweld hebben, eens iemand te hooren, dieteeken-
de wat hij door eigen aanschouwing kende.
De St. Ct bevat de wet houdende vaststelling
van het zevende hoofdstuk B der staatsbegrooting
voor het dienstjaar 1882.
De commissaris des konings in Overijsel is
gemachtigd tot bijeenroeping van de staten dier
provincie in buitengewone vergadering op 9 Maart a.,
ten einde daarin te behandelen de voorstellen van
gedeputeerde staten van dat gewestomtrent het
verzoek van den raad van administratie der Ne-
derlandsche Centraalspoorwegm*1, om concessie en
subsidie voor eene stoomtramlijn in de Vechtstreek
en langs de Dedemsvaartomtrent het verzoek
van de GelderschOverijsselsche Lokaalspoor-
wegnN, te Winterswijk, om subsidie voor dep
aanleg van lokaalspoorwegen van Winterswijk
naar Zevenaar en van Winterswijk naar Hengelo,
met zijtakken naar Enschedé en Ruurlo, en tot
vaststelling van een plan van leening groot
500,000, voor buitengewone uitgaven voor open
bare werken.
financiën. Benoemd tot commies bij het agent
schap van het ministerie van financiën te Amsterdam
N. W. C. Heufke Kantelaar, thans adj.-commies.
bedastingen. Benoemd tot ontvanger der dir*
bel., invoerr. en acc. te Stavoren c. residentie
Koudum, A. Volkmaars, ontvanger te Peize c. a.
te Peize c. a. H. Edema, surnumerair uit de in
spectie Amsterdam.
Benoemd tot ontv. der dir. bel. en acc. te Rijp
c. a. J. W. van Riet, ontv. te Simpelveld c. a.
en tot ontv. te Simpelveld c. a. F. J. A. Pastoors,
surn. uit de inspectie Maastricht.
geneeskundige dienst. Benoemd bij het pers.
van den gen. dienst der landmacht, tot paarden
arts 3e kl. H. Vixseboxse, rijks-veearts.
vallen gelaat, totdat hij zich eensklaps in den
slaap omdraaide en het gelaat naar Margaretha
toekeerde. Mevrouw Lascelles draaide terstond
het licht neer. Ruprecht stak een hand uit, als
zocht hij iets, waaraan hij gewoon was zich vast
te klemmen. Hij opende halverwege de oogen
en Margaretha legde de hand op de zijne. Een
oogenblik sloten zijne vingers er zich omheen
en zij voelde een zenuwachtigen handdruk
ofschoon de hand mager en uitgeteerd was. Hij
zuchtte, als voldaan en daarna lieten zijne vingers
los en viel hij opnieuw gerust in slaap. Margaretha
keek glimlachend op en zag dat mevrouw Lascelles
de oogen op haar gevestigd hield. Zij waren vol
tranen.
«Dat is een gelukkig voorteeken" zei zij.
Zij verlieten de kamer en Margaretha vroeg
fluisterend.
«Slaapt hij all#en?"
»Er ligt slechts een kleedkamer tusschen
zijn kamer en de onze. Welnu, wat denkt gij er
van?
»Ik wil gaarne voor hem zorgen en trachten
hem gelukkig te maken," zei Margaretha en zag
de moeder ernstig aan.
»Ach! beproef het! God zegene u voor uwe
goedheid antwoordde deze, drukte haar de hand
en ging in haar kamer.
De heer J. W. Knottenbelt, predikant te Som-
burg, is beroepen te 's Heer-Hendrikskinderen.
De smillioenen-juffrouw" is Maandag door den
rechter van instructie bij de Amsterdamsche recht
bank verhoord. De antwoorden op hetgeen kaar
werd gevraagd moeten zeer kort geweest zijn en
zoo gevat, dat de justitie niet veel wijzer is
geworden.
Het Gëill. P.N. meldde gisteren dat mej. Struik
den heer Van der Gant betaling heeft aangeboden
van de bij rechterlijke uitspraak gevorderde 1250.
De nieuwe kegelbaan der sociëteit De Ver
genoeging, op de Markt alhier, waarvan in ons
nommer van den len dezer eene beschrijving ge
geven werd, is gisteren door de leden dier sociëteit
feestelijk ingewijd.
De Haagsche nachtwachts zijn gewapend met
signaalhoorns, om bij brand alarmseinen te geven.
Tusschen het alarm blazen zullen ze de plaats,
waar de brand is, door roepen bekend maken.
Naar het Vad. verneemt heeft de heer Six
de candidatuur van de vereeniging De Grondwet
voor het lidmaatschap van den Haagschen ge
meenteraad aangenomen.
Bij de loting voor de nationale militie te
Gemert deed zich het geval voor, dat, ofschoon
het benoodigde aantal nommers in de bus gedaan
was, op het einde der loting twee nommers te
kort kwamen. Hoewel van de zijde van hen, die
een hoog nommer trokken, hevig geprotesteerd
werd, zal toch een nieuwe loting moeten plaats
hebben.
Gedurende 1881 werden uit Bergen op Zoom
2 millioen kilogram mosselen en 360,000 Kg.
oesters per staatsspoorweg verzonden.
In westelijk Zuid-Beveland worden vele
contracten gesloten om suikerbieten te telen. Tot
12.50 per 1000 Kg. wordt bedongen.
Aan dr. G. A. N. Allebé te Amsterdam is te
Winschoten een eigenaardige hulde gebracht. Daar
is namelijk een vereeniging opgericht die zich
ten doel stelt de gymnastiek te beoefenen en
belangstelling voor de gymnastiek op te wekken,
onder den naam van Vereeniging Allebé.
Te Amsterdam is met een kapitaal van
150,000, in 150 aandeelen, eene Nederlandsche
biscuitfabriek opgericht, tot vervaardiging van
z. g. n. Engelsche biscuits. De heeren L. B. Snoek
en W. G. F. L. Krooneman zijn tot directeuren,
aangesteld.
De geel lederen scheede, met zilver gemon
teerd, van het zwaard van den beul van Leeuwarden,
welke scheede in een folterkamer van de gevan
genpoort te 's Gravenhage bewaard wordt, is
Dinsdag daaruit gestolen, terwijl de bewaarder
aan een paar Engelschen de bovenlokalen liet
zien. Als dader wordt een werkman aangezien,
die in het aangrenzende Va'lkhuis werkzaam was,
doch de politie heeft nog geen bewijzen gevonden.
Binnen kort zal een nieuwe telegraafdraad
tusschen 's Gravenhage en Rotterdam gereed zijn,
terwijl ook spoedig tusschen de residentie en de
hoofdstad de aanleg van een nieuwen draad wordt
tegemoet gezien. Het hoofdbestuur der telegra-
phie heeft tot een en ander besloten, met het oog
op het vooral tijdens de kamerzittingen zeer
drukke telegrafisch verkeer.
In Zwitserland is dit jaar zoo weinig sneeuw
gevallen, dat men rekent dat de bergpassen Furka
en Oberalp reeds in het midden van Juni open
zullen zjjn voor het verkeer.
De gemeenteraad van Weenen staat voor
een moeilijk geval. Twee zijner leden, de heeren
Goldschmidt en Guuesch, zijn door een derde
beschuldigd dat zij zich hebben laten omkoopen,
om door hun invloed in den gemeenteraad de
concessie voor een spoorweg om de stad aan eene
zekere combinatie te bezorgen. Van verschillende
zijden werd dit in de zitting van 10 Februari
tegengesproken en er waren brieven van betrok-
HOOFDSTUK VII.
tl uprcclil eu Margaretha.
Mevrouw Lascelles verscheen nooit aan het
ontbijt. Haar man was een van die menschen,
die reeds buitengewoon vroeg opstaan, ontbijten en
uren lang uitgeweest zijn terwijl een ander denkt
dat het nog nacht is. Gelukkig eisckte hij niet
van het gewone menschdom, met al zijne zwak
heden en tekortkomingen, dat het zijn voorbeeld
zou volgen. Margaretha en Damaris ontbeten dus
alleen om half negen, op den morgen na de aan
komst van eerstgenoemde. Daarna zou zij Ru
precht in de leeskamer gaan opzoeken. Zij zond
Damaris naar buiten om te spelen en zei haar
dat zij dien morgen niet behoefde te leeren, maar
dat zij haar zou laten roepen als zij haar noodig
had. Daarna bereidde zij zich op de groote ont
moeting voorwant zij wist nu reeds dat Ruprecht
eigenlijk het middelpunt was, waarom dit heele
huisgezin draaide niet alleen, maar dat hij voor
dit gezin het middelpunt van het heelal was.
Het verwonderde haar niet. Zij had gedurende
den nacht den toestand overdacht en besloten dat
indien die ziekelijke jongen van haar ging hou
den, zij zeer gaarne zou blijven. Het bewust
zijn dat zij van eenig nut was en iemand kon
helpen, zou haar het leven veel aangenamer
maken.
ken personen ingekomen om de onschuld def
beide leden te betoogen. Niettegenstaande deze
tegenspraak hield de beschuldiger, dr. Liiger, vol
dat al wat hij aan Goldschmidt en Gunesch had
te laste gelegd, volkomen waar was.
Nadat sir Garnet Wolseley het gevaar voor
Engeland van den tunnel onder het Nauw van
Calais heeft betoogd, zijn nu twee officieren, sir
John Adye en sir Andrew Clarke, met eene tegen
overgestelde meening voor den dag gekomen.
Laatstgenoemde acht het nut van spoorwegen om
groote legers te vervoeren zeer betrekkelijk, en
hem is geen geval bekend, waarin een groot leger
enkel per spoorweg eenigen grooten afstand
aflegde.
Een sterk staaltje van den geest die in den
Elzas heerschtvinden wij in een bericht uit
Metz. Daar wordt jaarlijks een bal gegeven ten
voordeele der armen, waarvan thans de regeling
natuurlijk in handen van Pruisische luitenants is.
De Fransche bevolking teekent ruim op de lijsten,
zoodat de armen er niet bij te kort komen, maar
geen enkel Franschman laat zich op het feest
zien.
De tentoonstelling van kachels, haarden en
brandstoffen, in Londen aangelegd om de middelen
te leeren kennen tot verdrijving van den rook die
de bewoners der groote stad zoo plaagt, is Dins
dag gesloten. Zij werd den 30en November geo
pend en door 106.000 menschen bezocht. Bijna
1000 werd besteed aan verschillende proefne
mingen.
Uit eene officieele statistiek blijkt dat het
aantal misdrijven in Ierland van 1866 tot 1878
gemiddeld 2578 bedroeg. In 1879 steeg dit getal
tot 3505, in 1800 tot 5669 en in 1881 tot 7788.
Een boot van de Allan-ljjn, de Sardinian
op reis van Liverpool naar Canada, werd den 9en
zonder roer op den Atlantischen Oceaan aange
troffen door de Antwerpsche boot Nederland, die
de passagiers overnam, welke het schip wilden
verlaten. Elf passagiers eerste klas en een aantal
tusschendekspassagiers bleven echter aan boord
van de Sardinian.
Si-oustaiitinopel. De toestand van luite
nant Silby, die door de Albaneezen verwond werd,
is zeer gevaarlijk.
Een Turksch en een Engelsch oorlogsschip
worden naar Artakia gezonden.
16 Februari des morgens te 8 uren.
KAMEN
VER
PLAATSEN.
rom.
afwijk.
Wind-
richt.
Toe-
I stand
kracht.! lucht.
Tem
pera
tuur.
Cels.
Delfzijl
Groningen
Den Helder
Vlissingen
Maastricht
Sylt
Shields
Valentia.
Hamburg
Swinemunde
Leipzig
Carlsruhe
Grisnez
Parijs
St Mathieu.
Biarritz
Ferpignan
Christiaansund.
Stockholm
Kopenhagen
Stornoway
8.5
4- 8.4.
10.4
4-10.1
5.3
3.8
11.9
6.1
1.5
8.1
8.6
3.5
0.5
0.5
ZW
zzw
ZW
w
ZW
NNW
WZW
wzw
w
NNW
w
ZW
w
w
WNW
z
NW
NNW
NW
NNW
1
1
1
2
2
4
2
5
5
5
3
3
3
1
3
1
4
7
8
6
1. bew.
helder
z. bew.
1. bew.
1. bew.
betr.
regen
helder
bew.
helder
betr.
l.bew.
helder
1. bew.
bew.
helder
z. bew.
betr.
z. bew.
0
0
3
4
2
2
4
9
2
1
1
2
3
O
7
6
4
1
8
Grootste verschil in Nederland
'sochtends 8 uren: V. 2. G.
des namiddags
Thermometerstand te Middelburg.
15 Febr. 's avonds 11 uren 40 gr.
16 's morgens 8 uren 37 gr. 's middags 1 uur 46 gr.
's avonds 5 uren 43 gr. F.
Bij de gisteren plaats gehad hebbende aanbesteding
van het bouwen eener kerk voor de Ned. Herv.
gemeente te Nieuw- en St. Joosland was de laagste
inschrijver de heer P. van Leerdam, te Nieuw- en
St. Joosland, voor eene som van 15097.
Zitting van Woensdag 15 Februari.
Voorzitter de heer A. Smit.
Afwezig de heer Van der Beke Callenfels, met
kennisgeving.
Na mededeeling en overlegging van eenige in
gekomen stukken, wordt mededeeling gedaan van
de door burg. en weth., in overleg met de school-
autoriteiten, opgemaakte voordrachten voor onder-
Damaris wees haar waar de leerkamer was en
Margaretha had zich uit den tuin komende ge
wapend met een bosje riekende bloemen en een
paar narcissen, waarmede zij Ruprecht voor zich
hoopte in te nemen, door hem die zoo vriendelijk
mogelijk aan te bieden. Men moet niet vergeten
dat Margaretha zeer raooi was, behalve de eigen
aardige bekoorlijkheid die van haar uitging en
die ieder, die met haar in aanraking kwam,
moest ondervinden. Het eenvoudige, nauwslui
tende zwarte kleed, met de gladde linnen kraag
en manchetten, deden het glanzige bruin van hare
lokken, de blankheid van haar tint en de slankheid
van haar figuur zooveel te beter uitkomen. Zij ging
de kamer in en deed de deur achter zich dicht.
(Wordt vervolgd