N° 37. 125e Jaargang. Maandag 13 Februari. jlöw& Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Marine en leger. Rechtszaken. Gemengde Berichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hooldapenlen voor liet Buitenland: de Compagnie générale de PuMicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg 11 "Februari. MlDDELBIIRGSCHE COURANT. De heer Pynacker Hordijk is te 's Gravenhage aangekomen om bezit te nemen van zijne porte feuille. De hoogleeraar in het oud-Nederlandsch recht is op openhaar politiek gebied een nieuw man, doch uit zijne antecedenten als lid van het bestuur der Amsterdamsche kiesvereenigiug Bur- gerpligt en hoofdbestuurder van het Nut mag men afleiden dat de heer Yan Lijnden bij deze vaca ture het liberaal element van zijn kabinet heeft versterkt. Door den minister van binnenl. zaken wordt in de St. Ct. bericht dat hij eiken Zaterdag, te be ginnen met 18 Februari, des middags te 12 uren, aan het lokaal van het dep. allen zal ontvangen, die hem over de zaken van zijn departement wenschen te spreken. De St. Ct. bevat de wet'tot vaststelling van het zesde hoofdstuk der staatshegrooting voor 1882. Door de Noordbrabantsch Duitsche Spoonveg- maatschappij zijn pogingen gedaan, om een door- loopende verbinding tot stand te brengen tusschen Kopenhagen en Ylissingen over Hamburg, Bremen en Oberhausen, en die pogingen schenen volkomen te zullen slagen. Thans echter hebben de spoor- wegbesturen van de Mecklenburgsche, Sleeswijksche en Jutlandsche lijnen bezwaar gemaakt, omdat de vervroeging van den sneltrein tusschen Bremen en Hamburg, welke voor die verbinding onmis baar is, hun aansluitingen in gevaar brengt. Dientengevolge is het tot stand, komen der zoo gewenechte directe verbinding weder zeer onzeker geworden. Hbl Met den 7en Maart a. worden verplaatst de rijks veldwachters 2e kl. (brigadier) G. E. Passenier van Grijpskerke naar Cortgene en J. Eckebusvan Cortgene naar Goes. Wij vinden in het Handelsblad eenige mede- deelingen van kapitein Taat, van de Edamomtrent het ongeval aan dit stoomschip op zijne reis van Rotterdam naar New-York overkomen en ontleend aan de New-York Herald. Den 13en Januari verloor het schip een zijner schroefbladen en den volgenden dag, bij slecht weder, waren ook de overige bladen gebroken en moest kapt. Taat zich tot zeilen bepalen, wat tot den 20en bij goed weer werd voortgezet. Toen kwam er weer slecht weer, en de gezagvoerder besloot de eerste boot die hij zag, te vragen om hem op sleeptouw te nemen. Nadat de Galileo van de Wilsonlijn was voorbijgevaren zonder zelfs notitie van de signalen te nemen, beproefde de Persian Monarchkapt. Duncombe, de Edam te sleepen. De kabel brak echter en in het slechte weer ge raakte men uit elkanders gezicht, wijl de Edam niet in staat was iets te doen om hij de andere boot te blijven, In den vroegen morgen van 23 Januari lag het schip dus hulpeloos in zee, niet ver verwijderd van de Amerikaansche kust. .Verblindende sneeuwvlagen, verhaalt kapi tein Taat, sloegen bijna onophoudelijk over het schip en dit was van voor tot achter letterlijk met ijs bekleed. Ik deed loodingen, en bevindende dat wij naar het noorden dreven, trachtte ik met meer zeil weder zuidwaarts te komen. Dit gelukte echter niet, omdat de zee te hoog was en bij de poging om zeilen in te halen, werden die allen door den storm weggeslagen. Met de weinige overgebleven zeilen dreven we zuid-oost tot over drieën. Kort te voren had ik nog zesmaal gelood en bevonden dat wij weder noordwaarts dreven en dat we in allerijl bet land naderden. Ik trachtte daarom het schip in zee te houden. Te 9 uren werd mijne ergste vrees bewaarheid, want wij kregen de Nantucket-banken in het gezicht. De toestand was uiterst hachelijk geworden; de wind gierde vreeselijk, en de eene zee na de andere brak over het schip. Ik poogde nogmaals af te houden, met hulp van alle zeilen, maar te vergeefs, wij dreven heen en weder voor de brekers. Te 12 uren kregen we den vuurtoren van Nantucket in het gezicht en toen begreep ik, dat wij in on middellijk gevaar verkeerden, daar wij ons dicht hij een der gevaarlijkste banken moesten bevinden. Een oogenblik raakten we zelfs de rots en het schudden van het schip werd duidelijk gevoeld. Ik gaf hevel de booten gereed te houden, om ze terstond te water te kunnen laten, en deelde lifepreservers uit aan iedereen aan boord. Ik yond alle tusschendekspassagiers naar heneden 1 en hield de luiken boven hen gesloten. Dit was volstrekt noodzakelijk, daar plotseling een paniek kon ontstaan en ik bovendien bevreesd was dat sommigen van hen zouden overboord slaan door de hevige zeeën, die onophoudelijk over het dek sloegen. Wij dreven juist voorbij de gevaarlijkste banken te 2 uren 's namiddags, en zoodra het grootste gevaar was geweken, ging ik naar beneden en stelde de passagiers gerust, die na tuurlijk in een toestand van verslagenheid en angst verkeerden. Ik verzekerde hun, dat het on middellijk gevaar was geweken en dat wij nu on getwijfeld te recht zouden komen. »Er ging nog een zware zee en het schip was bedekt met ijs. Het groot zeil woei toen weg en we hieven over zonder iets dan twee gereefde marszeilen. Wij bleven den geheelen nacht door zuidwaarts drijven, maar ik gevoelde dat wij, voor het oogenblik althans, buiten gevaar waren." Nadat nog eene stoomboot was doorgevaren, zonder op de seinen te letten, vond kapitein Taat eindelijk de gewenschte bulp bij de Napier, die hem behouden te New-York binnenbracht, onder overeenkomst dat het hulploon later te Londen door scheidslieden zal worden vastgesteld. De passagiers hebben, vóór het schip té verla ten, hun dank betuigd aan den gezagvoerder voor zijn uitnemende zeemanschap) en den waren moed door hem op deze moeilijke reis betoond. Yolgens particulier bericht is Zr. Ms. stoom schip Atjeh, na geruimen tijd in de wateren van Atjeh te hebben vertoefd, den 11 Januari te Point de Galle (Ceylon) gearriveerd, met bestemming om nu ook eens naar de schipbreukelingen van de Koning der Nederlanden, die sedert October nog niet terecht zijn, te zoeken. Het ware niet overbodig, dat de regeering en de maatschappij Nederland eindelijk een volledig bericht gaven van wat er gedaan is om de verlorenen te vinden, over wier lot velen in de akeligste onzekerheid blijven verkeeren. (N. R. Ct.) Aan het Rott. Nbld. wordt geschreven dat de Chineesche gezant bij ons hof gemachtigd is de officieele toezegging te doen van China's deelne ming aan de internationale tentoonstelling, in 1883 te Amsterdam te houdep. Naar aanleiding van een onlangs door ons op genomen bericht uit St. Maartensdijk, dat de uien-oogst aldaar ongeveer een ton gouds heeft opge bracht, schrijft men ons uit die gemeente dat het niet al goud is wat er blinkt, hoezeer de opbrengst der uien dit jaar bevredigend was en vele land bouwers daardoor nog een klein batig saldo hebben overgehouden. En als voorbeeld van den min welvarenden toestand van den landbouw voert de briefschrijver aan dat de hoeren een groot gedeelte hunner landerijen voor suikerbieten verhuren, alleen om der wille van het door onzen Schou- wen-Duivelandschen correspondent meermalen behandelde voorschot. Wij gelooven den briefschrijver gaarne, en wij hebben dan ook niet anders gedaan dan het feit der uienteelt en het hooge cijfer der opbrengst genoemd, als een verschijnsel dat in den tegen- woordigen toestand van den landbouw de volle aandacht verdient. In het Nieuws v. d. Dag lezen wij Klein maar rein! zal gewis het oordeel van iederen kenner zijn, die het 40tal schilderstuk ken, bestemd voor de internationale tentoonstel ling te Weenen, in Arti gaat bezichtigen. Behalve van onze bekende schilders, Springer, mevr. Ronner, Mesdag, Stroebei, den heer enmej. v. d. Sande Bakhuijzen, Cunaeus, Stortenbeker, Th. Schwartze en mev. Bilders van Rosse, troffen wij er ook aan van Melis, Alb. Neuhuijs, Valkenburg, Nakken, Van Everdingen, Poggenbeek, Bastert, Schipperus en J. H. B. en W. Koekkoek. Dat het getal niet grooter is, moet aan verschil lende omstandigheden toegeschreven worden. De ruimte toch, die aan de Nederlandsche kunst in het Künstlerhaus te Weenen is toegewezen, bedraagt slechts 50 vierk. meter, dus aanmerkelijk minder dan in 1873 bij de toen te Weenen gehouden internationale tentoonstelling beschikbaar was. Maar nog eene andere oorzaak werkte mee, dat de commissie, bestaande uit de heerenCunaeus, Greive, Julius v. d. Sande Bakhuizen, Artz en Stortenbeker, zich in de keuze moest beperken, en wel een weigerend antwoord, dat zij op hare aan vrage om eenig subsidie van rijkswege, zoowel tot dekking van onvermijdelijke kosten als om een paar harer leden te delegeeren om de stukken te Weenen te ontvangen en te rangschikken, ont ving. Dit laatste is, jammer genoeg, op aantal en ge halte niet zonder invloed gebleven, hoewel het onbetwistbaar is dat onze Hollandsche.kunst, door wat nu ook onder deze minder gunstige omstan digheden is bijeengebracht, zeer zeker te Weenen een goed figuur zal maken. Naar aanleiding der alhier verrezen nieuwe kegelhaan had het N. v. d. D. erop gewezen, als op een verblijdend teeken, dat de Oud-Hollandsche spelen, als kegelen en kolven, hier en daar weer beginnen te herleven. Iedere zaak echter heeft twee zijden, en dit bleek wederom uit een schrij ven aan dezelfde courant uit Noord-Holland, waar uit een niet onbelangrijk licht valt op het herberg- leven in die provincie. Zooals werd opgemerkt, schrijft de bedoelde inzender, bezit Noord-Holland wel de meeste kolfbanen, en ofschoon schrijver dezes dit zelf niet zoo grondig kan beoordeelen, gelooft hij het graag, want in de gemeente, waarin hij woont, met circa 2000 zielen, worden er niet minder dan vier ge vonden. En hoe wordt hier van deze inrichtingen gebruik gemaakt? Men speelt hier som partij" en »boven partij." Bestaat het gezelschap uit niet meer dan acht personen, dan zal er niet licht boven partij" gespeeld worden of het moest zijn om een minder gewenschte kameraadschap te voorkomen, en men betaalt dan het gewone tarief, naar ik meen 10 cents voor eiken bal en voor elke partij. Komen er echter meer liefhebbers opdagen, dan kunnen zij alleen dan aan de beurt komen, wanneer de actieve spelers hunne kolven een wijle willen laten rusten, of zij moeten »boven partij" gaan. Nu begint de veiling van het recht tot het spel, dat soms wel voor 3, 4 a 5 gulden gekocht wordt, en men speelt .boven partij." De verlie zende partij betaalt nu aan den kastelein het geboden bedrag, waarvoor de winnende het recht be komt zooveel drank te drinken als voor die som gele verd kan worden. Van geld winnen is dus geen sprake, al zegt men om zooveel of zooveel geld te kolven. Men wint eigenlijk een zekere hoe veelheid drank. Behalve dat op deze wijze menig een van dit anders zoo schoone spel wordt uitge sloten, wordt menig liefhebher ervan verleid tot het spelen tegen hooger bedrag, dan zijne finan- cieele krachten toelaten. .Dat de reglementaire bepalingen bij het spel, waaruit genoemde handelwijze voortvloeit, (ook voor het biljarten bestaan ze hier, bij de toepassing alleen hierin verschillende, dat men dan bij borrels en flesschen biedt), dat deze bepalingen zeer in het voordeel van den kastelein zijn is duidelijk, maar niet minder klaar is het, dat zij het drankmisbruik schromelijk moeten bevorderen. De weinige erva ring, die ik in het noorden van Noord Holland heb opgedaan, leert dan ook, dat daar, waar kolfbanen het langst bestaan hebben, het drankmisbruik ook thans nog grooter is dan op vele andereplaatsen. Hoe menig huisvader reeds heeft zijne lauweren hij kolf- en biljartspel betaald met de welvaart van zijn gezin, en voor menige huismoeder, die niet weet op welk een onschuldige wijze men zich met genoemde spelen kan bezig houden, zal het raad selachtig toeschijnen, dat men het verrijzen van kolf banen roemen kan." consuls. Benoemd tot zaakgelastigde te Bucha rest, met den persoonlijken titel van minister resident de heer J. A. Keun. [Zie Laatste Berichten van gisteren pensioenen. Tijdelijk op pensioen gesteld voor 5 jaren, ten bedrage van ƒ400 'sjaars, de le luit. K. Schraver, pi. adj. te Amersfoort. Tot leeraar-directeur aan de op te richten bur ger-avondschool voor M. O. te Kralingen is benoemd- de heer G. Leeuwenburgh, hoofd eener school aldaar. Door den koning is voor 2 jaren dispensa tie verleend voor de oprichting eener burger-dag- Bchool aldaar. Met 1 April aanstaande zullen van de kweek school voor de zeevaart te Leiden ongeveer een honderdtal jongens op elk der opleidingsschepen Anna Pauloivna en Admiraal van Wassenaer wor den overgeplaatst. De off. van adm. 2de kl. D. A. Van der Laan, dienende a-an boord va,n Zr. Ms. artilerie-instrac- tieschip Het Loo, wordt 1 Mei aanstaande vervan gen door den off. van adm. 2de kl. A. Vermeulen. Door den kantonrechter te Helmond is de bur gemeester van Mierlo, tevens brievengaarder, ver oordeeld tot tien geldboeten ieder van 50 cent, subsidiair 1 dag gevangenisstraf voor iedere boete, wegens het op zijn hulppostkantoor voorhanden hebben van elf gewichten, welke niet van het ver- eischte stempelmerk voorzien waren. De burgemeester bracht tot zijne verontschuldi ging in, dat hij niet wist. dat de gewichten jaar lijks geijkt moesten worden, omdat ze van het rijk waren, doch hij verzweeg, dat hij bij de ge wichten een voorschrift had'ontvangen, waarvan de laatste zinsnede luidt als volgt: De gewichten moeten ieder jaar opnieuw geijkt worden. De ba lans is daaraan echter niet vóór het jaar 1880 onderworpen." Kierikzee, 10 Febr. Verleden Vrijdag werd voor de rechtbank alhier behandeld de zaak van acht der voornaamste kwajongens van Brouwers haven, beklaagd van aldaar op 11 Januari 11. 's avonds tusschen 7 en 8 uren, te zamen en in vereeniging, den predikant hunner gemeente, toen deze m de consistoriekamer bezig was godsdienst onderwijs te geven, dus in de waarneming zijner bediening, en nadat hij zich genoodzaakt had gezien om n° 2, 8, 4 en 5 wegens hun onbehoor lijk gedrag te verwijderen, opzettelijk met woor den en gebaren te hebben bespot: n° l'door na de verwijdering der vier weg te loopen en den predikant sarrend toe te roepen »we gaan ook weg" en »je doe maar"; n° 1, 2, 3, 7 en 8 door daarop moedwillig tegen de gesloten deur der consistoriekamer met steenen te gooienn° 4 door den predikant door het sleutelgat toe te roepen en luidkeels te schreeuwen n° 5 door den predi kant sarrend toe te roepen »wel te rusten"; n° 3 door opzettelijk hij de deur iets, dat ik niet noe men zal, te doen. Op verzoek van den president-kerkvoogd werd dit tafereel, niet door het penseel van Jan Steen, maar door de pen van den veldwachter bjj proces verbaal geconstateerd, die dan ook met den pre dikant als getuige verscheen. De beklaagden, jongens van 11 tot 15 jaren, de oude schouten zouden ze onder den schoorsteen een geeselingetje toegediend hebben, waren allen present en ofschoon de voorlezing van het proces verbaal en de akten van geboorte, ja mogelijk de gansche zaak, als een galmend gerucht hun on deugende zielen voorbijging, waren ze eerlijk genoeg om ieder voor zich, het hun te laste gelegde feit te bekennen. De veldwachter was er echter niet bij geweest en de andere getuige had de jongens in het bedrijven des kwaads niet kun nen zien, noch hunne stemmen kunnen onder scheiden. De rechtbank achtte daarom het hun te laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en sprak hen heden allen vrij. Nochtans zijn ze niet ongestraft. Uit het getuigenverhoor bleek namelijk dat de bengels door hunne respectieve ouders, na het plegen der baldadigheid, naar eisch aan den lijve gestraft zijn, en die kastijding, gevoegd bij de ernstige vermaning van den voorzitter, zal hen zeker in 't vervolg van het opvoeren van zulke stukjes weerhouden. Door de heeren Woudhuizen en Van der Gant (firma Wamsteeker) is een vervolging wegens las ter ingesteld tegen den uitgever van het GeïlluS' treerd Politienieuws, ter zake van door dat blaadje verspreide mededeelingen omtrent de geschiedenis van Jannetje Struik. Op de in sommige bladen geplaatste annonces ter oproeping van schuldeischers van de millioenen- juffrouw moeten zich, naar men zegt, zeven per sonen aangemeld hebben, waaruit men tot de zekerheid gekomen is dat de schuldenlast thans meer dan 700,000 bedraagt. (Dbl.) Een zeer talrijk publiek had zich gisteren avond in de groote zaal van het Schuttershof alhier vereenigd, ter bijwoning van eene door eenige leerlingen en oud-leerlingen van het gymnasium en de rijks hoogere burgerschool gegeven uitvoe ring. Het programma bestond uit gymnastiek en schermen, onder leiding van den heer P. B. Oost Lievense, en uit de opvoering van het blijspel De twee Dooven. Alles liep flink van stapel. De gymnastiek- en schermoefeningen getuigden van eene goede school en werden vlug en géregeld afgedaan, zooals het bij lichaamsoefeningen be hoort. De opvoering van het bljjspel vooral droeg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1