Gemengde Berichten.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
de regeering een adres in te dienen tot afschaffing
der staatsloterij, na uitvoerige discussie met 29
tegen 9 stemmen verworpen. De tegenstanders
waren van gevoelen, dat door de aanneming van
het voorstel het doel van prof. Van Geer, nl. het
tegengaan van het hazardspel in het algemeen en
het bevorderen van den lust tot bezuiniging en
sparen voor den kwaden dag, niet zou worden
bereikt.
De Landbouw Courant ontleent aan een Duitsch
landbouwblad het volgende voorschrift om vroege
aardappelen te kweeken.
In den bodem van een vlakke kist, niet meer
dan 1012 centim. hoog, maakt men kleine
gaten. Men doet er daarna 3 centim. hoog zand
in, en legt daarop heele of stuk aardappelen (b.
v. Early Rose), met de oogen naar boven, dicht
naast elkaar, en vult dan de geheele kist gelijk
matig met zand. Dit zand begiet men van tijd
tot tijd met warm water en plaatst de kist in de
nabijheid van den haard of bij warm weder op
een vensterbank. Groeien de kiemen te snel, dan
moet men ze wat droger houden en de kist op
eene koeler plaats zetten. In 1520 dagen is
het geheel rijp om uit te drogen, d. i. men geeft
in éen of twee dagen geen water, keert de kist
om en schudt den inhoud er uit, die er uitziet,
als een van aarde ontdane graszode, want de uit-
geloopen aardappelen vormen één geheel. Door
voorzichtig schudden scheidt men ze, en let er
vooral op dat de versche kiemen de oorspronke
lijke aardappels niet loslaten, Men plant nu (het
best in den moestuin) op afstanden van 30 centim.
de uit elkaar gewarde uitgeloopen aardappelen
éen voor een uit, bedekt met fijnen, warmen mest
en strooit er gelijkmatig aarde overheen. Zijn
de uitloopers (kiemen) te lang aangegroeid, dan
legt men ze vlak uit en bedekt ze. Zij zul
len zeer snel groeien en ongeveer 60 dagen na
het planten kan men nieuwe aardappels oogsten.
De eerste nieuwe aardappels moet men, zonderde
struik te beschadigen voorzichtig rij voor rij, met
de hand wegnemen, en daarna de struiken weder
met goede aarde bedekken om er binnen kort een
tweeden oogst van te hebben.
Het Amsterdamsche IVuts-departement, dat ver
gunning heeft aangevraagd om in zijn gebouw
sterken drank te tappen, heeft van het bestuur der
Amsterdamsche afdeeling van de Ned.Ver. tot
afsch. van Sterken Drank een brief ontvangen,
waarin op intrekking der aanvrage wordt aange
drongen, opdat het Nut consequent blijve en niet
het woord van den voorzitter harer algemeene
vergadering in 1881 tot eene parodie verlage. De
heer H. J. Kist heeft nl. in zijne toespraak in Au
gustus 11. gewezen op de schromelijke gevolgen
van het gebruik van sterken drank.
Ingevolge den wensch van onzen minister van bin-
nenlandsche zaken zal de heer C. Rambousk, te
Zborow, in Bohemen, aan eenige maatschappijen van
landbouw in ons land een hoeveeelheid van de
nieuwste koren- en voor den verbouw geschikte
aardappelensoorten kosteloos afstaan. Hij is van
plan, jaarlijks het vereischte zaad te zenden en
heeft tot de betrokken maatschappijen eenige vra
gen gericht betreffende de soort van den grond
enz. De nieuwste voor 2 jaren uit zaad gewonnen
Zborower aardappelen hebben sedert dien tijd geen
ziekte vertoond; de opbrengst per hectare was
30.000 kilogram zeer lekkere knollen.
Opgave van brieven, geadresseerd aan onbeken
den, verzonden door het postkantoor Middelburg,
gedurende de le helft van Januari 1882. J. Kluijt,
Arnhem; J. Berntje, Domburg; Erven J. van As-
peren, 's Gravenhage; mej. Bouman, Den Helder;
K. van den Ende, Souburg; J. Bouman, Stavenisse.
üit Koudekerke W. Albregts.
Briefkaarten: J. A. van Maaren, Amsterdam.
Eenige dagen geleden verscheen in de N. R. Ct-
een artikel van de hand van den heer J. J. van
Kerkwijk, getiteld Tegen Stroom, waarin dit kamer
lid nogmaals aandringt op meerderen eerbied voor
lang bestudeerd, in de hoop dat zij verliefd op
hem zou worden, dat hij maar al te bereid was
om in alles een teeken te zien voor hetgeen hij
wenschte. Bovendien hield hij van haar niet zoo
veel als van zich zelf, natuurlijk het was niet zijn
onbaatzuchtigheid die van haar hield, maar zijn
ijdelheid, zijn zucht naar onderscheiding. Die
beide eigenschappen maakten dat de verovering
der jeugdige erfgename een zaak van groot ge
wicht voor hem geworden was. En toch had
mijnheer Pierce hem goed doorzien toen hij zei
Margaretha heeft verstand, ziet ge, en hij niet.
»Ja het verwondert mij dat gij nooit vroeger
opgemerkt hebt hoe bekoorlijk zij is. Maar mis
schien zult gjj haar nu wel beter leeren kennen."
»Hoe zoo
»Wel, ligt uw buiten te Beckbridge niet
vlak naast het mijne Dat heb ik althans hooren
zeggen."
»Ja zeker; maar wat zou dat?"
sik heb gehoord dat gij daar ging wonen."
(Wat, vroeg hij zich af, »kan dat met juffrouw
Percival te maken hebben En overluid zei hij, haar
uitnoodigende om naast hem op een bank plaats
te nemen
»Dat hangt geheel van de omstandigheden
af freule. Ik ga en ik ga misschien ook niet. Er
is een aantrekking noodig om mij daarheen te
lokken."
»Gij hebt zoo dikwijls gezegd dat gij bezig
heid zocht en dat gij gaarne wüdet dat ik u iets
aan de hand deed."
het beginsel van zelfstandig bestuur der gemeenten
dan tegenwoordig bij de hoogere staats- en pro
vinciale colleges heerscht.
Volgens den schrijver is de hoop dat volgens den
geest van art. 140 der grondwet door gedeputeerde
staten met mildheid en welwillendheid de wetten
zouden worden uitgevoerd, niet geheel verwezen
lijkt en is de voogdij van dat college over ge
meentebesturen in sommige provinciën strenger
uitgeoefend dan indien deze aan den minister
van binnenlandsche zaken ware opgedragen.
Ook door de wetten der laatste dertig jaren is
de macht der gemeentebesturen voortdurend inge
krompen, o. a. door de regeling der gemeente
belastingen en door die van het lager onderwijs.
Zonder het openlijk te erkennen gaat men terug
naar het vroeger zoo sterk bestreden gecentrali
seerd bestuur. Blijk daarvan is o. a. dat, terwijl
in artikel 82 der onderwijswet aan de gemeente
besturen de bevoegdheid gegeven wordt om ver
bodsbepalingen omtrent den arbeid der kinderen
beneden 12 jaren vast te stellen, nu in het
wetsontwerp op den kinderarbeid die macht hun
weder wordt ontnomen. Een tweede blijk is de
toepassing van artikel 61 der gemeentewet, dat
voorschrijft dat slechts in het belang der gemeente
kan worden afgeweken van de bepaling dat de
burgemeester moet zijn ingezeten der gemeente.
En in de laatste maanden zijn in niet minder dan
66 door den schrijver genoemde gemeenten niet-
ingezetenen tot burgemeester benoemd.
De heer Van Kerkwijk is geen voorstander van
centralisatie. »Veel geschrijf en omslag, schrijft
hij, zijn er het gevolg van; hoeveel tijd en
arbeid, die nuttiger besteed hadden kunnen wor
den, zijn niet noodig om de tallooze schrifturen
in orde te brengen, het is een kostbare, omslach
tige papierregeering. Geef een volk zooveel vrij
heid, als mogelijk iswie de vrijheid wil, moet
de vrijheid durven vertrouwen niet centraliseeren,
maar decentraliseeren maakt een volk geschikt
zichzelf te besturen. Wanneer de ondergeschikte
besturen de macht hebben, om hetgeen hen aan
gaat zelf te regelen, dan zullen de verordeningen
in overeenstemming blijven met de zienswijze, de
behoefte der maatschappij. Bij centralisatie is dit
onmogelijkalles hangt af van het algemeen be
stuur dit kan of wil niet steeds wijzigingen in
bestaande wetten voorstellen, teneinde die in
overeenstemming met het verlangen van het volk
te brengen. Een gecentraliseerd bestuur is meestal
verplicht dezelfde bepalingen te maken voor alle
gemeentenmaar wat in de eene gemeente goed
is, werkt soms in de andere slecht. Het dwangjuk
zal eindelijk te veel knellen, en het meest energieke
gedeelte der bevolking zal met geweld trachten
te krijgen, wat het bestuur niet geven kan of wil;
men denke b. v. om 1848.
»Geef, dus luidt de conclusie, aan de
gemeentebesturen een gepaste zelfstandigheid, dan
zullen de ingezetenen door den sterksten prikkel,
door eigenbelang, gedreven aan de verkiezing dier
besturen deelnemen en toezien of degenen, door
wie zij vertegenwoordigd worden, hunne betrek
king goed waarnemen. Hoe meer macht aan de
gemeentebesturen wordt gegeven, hoe meer de
ingezetenen belang in de verkiezingen zullen
stellen. De ingezetenen zullen zich langzamer
hand op de hoogte der staatkundige quaestiën
stellen, en een gevestigde politieke overtuiging
krijgen. Dientengevolge zal het onmogelijk zijn,
dat ministeriën van verschillende richting elkan
der zoo snel afwisselen, zoo dikwijls de regeerings-
beginselen gewijzigd worden.
»Geef het volk vrijheid zich zelf te besturen, de
zaken, die het van nabij kan beoordeelen, naar
zijn behoeften te regelen, en gij zult ontevreden
heid, schokken en oproer voorkomen, de belang
stelling in de publieke zaak bevorderen en daar
door bij het volk zich langzamerhand een politieke
overtuiging zien vestigen, tengevolge waarvan het
zich niet langer zal laten gebruiken door politieke
tinnegieters".
ministers. Op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als minister van binnenlandsche zaken aan
Dat was waar. Hij had zich dikwijls ter wille
van haar bewondering voor ijverige en practische
mannen in dien geest uitgelaten.
Zou het u aantrekken om daarheen te gaan
als ik zei dat gij er mij een dienst mee deedt?"
vroeg zij onvoorzichtig genoeg en reeds vóór dat
het antwoord kwam, berouwde het haar.
»Bij St. JorisJa, Margaretha
Woedend op zichzelf dat zij zich zoo verpraat
had, vroeg zij koel.
»Hoe bedoelt gij dat?"
»Hoe bedoelt gij dat," hernam Biddulph, ter
stond ziende dat hij te ver gegaan was. Maar
zou hij die vergissing niet tot zijn voordeel kunnen
gebruiken? Was hij niet knapper dan dit onbe
suisde meisje, die de meest gewaagde dingen
zei, zonder hare woorden te wikken of te wegen?
Hij zag dat zij boos op zich zelf was en al zijn
knapheid te hulp roepende, besloot hij tot een
diplomatieken streek over te gaan, die haar althans
zou dwingen aan hem te denken en hij zei bedaard
»Ik geloof, als gij mij veroorlooft het te
zeggen, dat wij eens tot een verklaring moesten
komen. Dat zou van weerszijden beter zijn."
O neen! Dat kan alleen onaangenaam zijn,"
zei Margaretha op zachten toon. Zij moest blijk
baar wat omzichtig behandeld worden, iets wat
voor een man van de wereld niet moeilijk zou
zijn. Zij was nog geen twee jaren van school
»Ik vrees dat ik erop moet aandringen. Gij
hebt mij van avond dingen gezegd die gij ver
klaren moet."
jhr. mr. W. Six, onder dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten door hem aan den
koning en aau den lande bewezen, en benoemd
tot minister van binnenlandsche zaken mr. C.
Pijnacker Hordijk, hoogleeraar aan de rijksuni
versiteit te Utrecht.
(Zie Laatste Berichten van gisteren.)
registratie en domeinen. Benoemd tot inspec
teur der registratie en domeinen: 1" kl. in de div.
van insp. Amsterdam (2e afd.) G. IJ. Blaauw, thans
insp. 2e kl. in de div. van insp. Haarlem2" kl.
in de div. van insp. Zwolle, C. A. Vriesendorp,
thans insp. 3e kl. in die div. van insp.3e kl. in
de div. van insp. Haarlem, F. R. I. Dubois, thans
in dezelfde betrekking in de div. van insp. Roer
mond en te Roermond, G. E. Breunissen Troost,
thans ontv. der reg. en dom. te Helmond.
Benoemd tot ontv. der reg. en dom. te Wer
kendam H. C. Snethlage, thans ontv. te Nijkerk;
te Hoogeveen D. M. van der Veen, thans ont. te
Holwerdte Groenloo G. G. Kuypers, thans ontv.
te Goorte Nijkerk J, van Blarkom, thans surn.
der reg. en dom.te Holwerd H. E. Meylink,
thans surn. der reg. en dom.te Goor J. W. A.
Dautzenbei'g, thans surn. der reg. en dom.te
Haarlem D. Raven, thans ontv. te Schiedam.
belastingen. Benoemd tot ontv. der dir. bel.
en acc. te Dussen c. a. A. Bruist, ontv. te Colijns-
plaat c. a., tot ontv. te Ridderkerk c. a. H. J. J.
A. Lulof's, ontv. te Ameide c. a.
In de 7e klasse gerangschikt het vacante ont
vangkantoor der dir. bel. en acc. te Barneveld c. a.,
waarvan de vermoedelijke belooning, na aftrek
der kosten van beheer, kan worden geraamd op
1660 'sjaars.
De reden, waarom gedeputeerde staten van
Overijsel hun goedkeuring onthielden aan de ge-
meentebegrooting van Denekamp, is, volgens de
Zio. Ct., de weigering van het gemeentebestuur,
om in het door de wet bevolen onderwijs in
nuttige handwerken voor meisjes te voorzien.
De voor den hydrographischen dienst in Oost-
Indie bestemde schoonerbrikken Melvillvan Carn-
bee en Blommendal, respectievelijk in aanbouw bij
de maatschappij De Atlas en de firma Huygens
en Yan Gelder, zullen door particulieren naar Ba
tavia worden overgevoerd.
In de verordeningen voor de kon. Ned. zeemacht
zijn opgenomen de bepalingen omtrent de ontslag
brieven, waaruit blijkt dat er voortaan drie soor
ten zijn en welde le soort met certificaat van
goed gedrag; de 2e soort zonder certificaat van
goed gedrag en de 3e soort met vermelding in
rood dat de bedoelde persoon onwaardig is den
lande te dienen.
Naar men verneemt wordt de off. van adm. 2e
kl. M. C. Hazenberg, als administrateur van 'srijks
marine-hospitaal te Willemsoord, met den len Mei
aanstaande vervangen door den off. van adm. 2e
kl. A. de Leef.
De off. van adm. 2de kl. W. F. Klompé, admi
nistrateur der ziekeninrichting te Hellevoetsluis,
wordt den len Mei a. vervangen door den off.
van adm. 3e kl. J. C. van Reijn.
YerseSse, 10 Febr. Omstreeks Kerstmis 11.
verweet een persoon in eene herberg alhier een
ander, dat hij de dader was van een den vorigen
zomer gepleegden diefstal van honderd duizend
zaaioesters ten nadeele van den heer J. M. Kake-
beeke te Goes. Waarschijnlijk naar aanleiding
van dit verwijt verscheen gisteren morgen de
justitie uit Middelburg hier ter plaatse om een
onderzoek in te stellen, dat tot laat in den avond
voortduurde. Verscheidene Yersekenaars zijn ge
hoord, doch van den uitslag van het onderzoek
is nog niets uitgelekt. De twee personen, die het
meest onder verdenking lagen en aangehouden
waren, zijn onmiddellijk weer vrijgelaten.
»Maar als ik dat nu niet kan?"
»Ik weet zeker dat gij het kunt. Luister,
freule, en tracht te vergeten dat ik u zooeven
Margaretha genoemd heb, evenals ik wil trachten
te vergeten dat gij er mij toe getart hebt."
»Ik heb niet bedoeld
»Ik weet niet wat gij bedoeld hebt. Ik
weet alleen wat gij gezegd hebt en wat ik voel.
Bij voorbeeld die vraag over mijn gaan naar Beck
bridge, dat was een vreemde vraag om aan een
man te doen."
»Dat was het ook. Ik zie het nu in. Ik
ik meende er niets mee. Ten minste ik dacht
aan iets anders."
»Iets anders dan wat vroeg hij met eenigen
rechtmatigen toorn in zijn stem, hetgeen zijn
uitwerking niet scheen te missen, want Margaretha
keerde haar gelaat af en antwoordde op alles be
halve vasten toon
»Ik kan zulk een vraag niet beantwoorden."
Dacht gij dat mijn tegenwoordigheid te
Beckbridgehof het verblijf op het slot voor uwat
minder vervelend zou maken vroeg hij en boog
zich een weinig tot haar over. Het zou niet ver
standig zijn om haar aan het schreien te maken.
Haar gelaat bleef afgewenden zij zaten op een
bank, waar het bijna geheel donker was. -
De Chineesche lantarens waren voor het huis
aangebracht en zij zagen er slechts den weerschijn
van.
»Ik ik neen dat dacht ik niet," ant
woordde zij nog aarzelend en beverig. Mijnheer
Woensdag avond heeft te Rotterdam een
merkwaardige wedstrijd plaats gehad tusschen den
hard- en langlooper Otto King uit Berlijn en
A. Dibbels, dien eerstgenoemde tot een wedloop
had uitgedaagd. Eerst moest ieder op zich zelf
eene Engelsche mijl gelijkstaande met achtmaal
de zaal van het Feestgebouw in het rond in
4 a 4} minuut afloopen, hetgeen door beiden
volbracht werd. Daarna liepen beiden 10 Engelsche
mijlen gelijkstaande met tachtigmaal de zaal
van het Feestgebouw in het rond in 50 minu
ten. Toen bleek het echter, dat King in Dibbels
zijn meester gevonden had, want in dien tijd was
deze hem niet alleen twee zalen vooruit, maar
had hij hem daarenboven onderwijl telkens nog
zooveel voorgegeven, dat dit nog wel op twee
zalen mocht geschat worden. King bleek vermoeid,
doch Dibbels geenszins. Dibbels heeft thans 50Q
uitgeloofd aan een ieder, die Zondag a. zes kwar
tier uurs met hem in denzelfden draf loopen wil,
hetgeen King heeft aangenomen.
Donderdag trad te Zwolle een paartje in den
echtVrijdag was er reeds een compleet gezin,
doordien de vrouw van tweelingen beviel en
Zondag was het gezin ontbonden, wijl den man
en vader het leven thuis niet langer beviel en hij
naar zijne moeder terugkeerde.
Volgens het Dagblad heeft de Engelsche
bank Maandag voor 360.000 Nederlandsch goud
gekocht. De toch reeds schaarsche tientjes zullen
hoe langer des te zeldzamer worden.
De door eenige dames te Bergen op Zoom
georganiseerde liefdadigheidsloterij, ten voordeele
eener weduwe met 8 kinderen, heeft 552 opge
bracht.
De wegens meineed tot 6 maanden celstraf
veroordeelde veearts H. Schurink te Zwolle, die
bij arrest van het gerechtshof te Arnhem evenzoo
veroordeeld werd en daarvan in cassatie kwam,
heeft de uitspraak van den hoogen raad niet
afgewacht, maar zich ter beoefening der veeartsenij
naar Amerika begeven.
Te Maastricht is de omloop van Belgische
centen in den laats ten tijd weder zoo toegenomen,
dat de politie het noodig heeft geoordeeld een
verscherpt toezicht daarop uit te oefenen.
Te Arnhem hadden in den laatsten tijd ver
schillende diefstallen van manufacturen, schoenen
enz. plaats, zonder dat men den dader kon ont
dekken. Gisteren bleek het een verpleegde uit het
gesticht Bronbeek te zijn, waaruit hij terstond
werd ontslagen om in een ander gesticht te wor
den opgenomen.
Te Oud-Alblas heeft zekere N. H. H., woon
achtig te Drimmelen, op zijn zwager L. de B.,
veearts te Oud-Alblas, 's avonds te 9 uren, in de
nabijheid van diens woning, met een revolver twee
schoten gelost, waarvan het eene L. de B. door de
linkerhand, welke hij in den zak had, in de linkër-
lies getroffen heeft, tot heden zonder doodelijken
afloop.
De dader heeft zich hierop uit de voeten gemaakt,
is naar Dordrecht gegaan en heeft zich denzelfden
avond aan het politiebureau aldaar aangemeld.
Volgens zijne verklaring was H. tot deze daad
gelegd, door medelijden met zijne zuster, die door
haar man, De B., zeer slecht behandeld werd.
Gansch Berlijn is onder den indruk eener
ontzettende gebeurtenis, die aldaar Maandag heeft
plaats gehad. Een drietal knapen ging de inva-
liëdenzuil voorbij en vroeg plagend aan den soldaat,
die daar op post stond, of hij bij dag zijn geweer
mocht afschieten; toen hij »ja" antwoordde, lach
ten zij hem uit en zeiden, dat zij hem niet
geloofden. Zij begingen allerlei plagerijen, lie
pen op het groen om de zuil, wat verboden is,
en jouwden den soldaat voortdurend uit. Deze
deed nu alsof hij zijn geweer laadde en om
hen angstig te maken deed hij er werkelijk een
patroon in. Ze riepen hem echter toe, dat hij er
water en zand in had en toch niet durfde schie
ten. Op 150 pas afstand roept ten slotte een
der jongetjes: »Leg-aan, vuur!" en de soldaat
gehoorzaamt. De kogel drong eerst een der kin
deren door rug en borst heen, vervolgde zijn loop
en doorboorde ook den tweeden knaap, terwijl
de derde nog aan den arm werd gewond. De
eerste stierf na weinig oogenblikken, de tweede
denzelfden avond; de derde wordt beter.
Het kan haast geen twijfel meer lijden dat
het Brusselsche parkét weet wie Bernays vermo ord
heeft. In handen der Etoile Beige is de nota ge
komen, door de Belgische politie aan die te Lyon
verschaft, met aanwijzingen tot het opsporen van
den misdadiger. Vooral moeten de logementen
Biddulph was zóo knap dat het niet in hem op
kwam, dat iemand hem kon uitlachen en dan die
stem zoo liefelijk en zacht
»Er is slechts éen ding, maar ook slechts
éen, dat mij zou kunnen nopen om voorgoed
naar Beckbridge te gaan," zei hij, »en dat zou
wezen als gij, Margaretha, met mij daarheen wildet
gaan, als mijn echtgenoot en meesteres van het
goed."
Er volgde een diepe stilte. Margaretha voelde
zich vernederd, geschokt, op het punt van in
tranen uit te barsten. »Het is afschuwelijk om
er mij zoo te laten inloopen," dacht zij. »Van
mij houden dat doet hij niet. En het kan mij
niet schelen wat ik nu zeg."
En zich omkeerende en hem aanziende ant
woordde zij: »Dat is onmogelijk, mijnheer Biddulph."
Haar toon was zóo beslist, zóo ernstig, zóo be
daard, dat hij een zeer onaangename gewaarwor
ding kreeg.
Wordt vervolgd.)