N° 25.
125e Jaargan
Maandag
30 Januari.
1.882.
Middelburg 28 Januari.
Zonder Tractaat?
FEUILLETON.
EEN VERWOEST LEVEN
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/ni. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Daübe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Hij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
De verwerping van het handelsverdrag met
Frankrijk, waartoe de tweede kamer in hare
avondzitting van gisteren, na langdurige be
raadslaging, met 46 tegen 32 stemmen beslo
ten heeft, kan als een teleurstelling, doch
moeilijk als eene nederlaag voor de regeering
beschouwd worden. Men heeft slechts te let
ten op de uiteenloopende redenen, welke de
bestrijders van het tractaat hebben aangevoerd,
om tot de slotsom te komen dat het votum
geen afkeuring bevatten kan van de beginselen
van handels-politiek, welke de regeering als de
hare heeft doen kennen. Besliste voorstanders
van den vrijen handel, zooals de heeren Tak,
Borgesius, Kops, Van Houten en Rutgers, stem
den tegen het tractaat, omdat het, toegevende
aan het protectionistische Frankrijk, meer
inbreuken op het vrijhandelstelsel toeliet dan
eischen daarvan huldigde. Met hen ver-
eenigden zich, in het afkeurend votum, behouds-
mannen als de heeren Wintgens en Insinger,
of verdedigers der reciprociteit, als de heeren
Bahlmann, Van Baar, Van Nispen enz., op
grond vooral dat het tractaat iedere verhooging
onzer inkomende rechten gedurende tien jaren
onmogelijk zou maken. Veronderstellende, -
wat zeker niet waarschijnlijk is, dat het
ministerie van deze zaak eene portefeuille-
quaestie wilde maken, dan zou een volgend
kabinet in de gevallen beslissing niet de min
ste aanwijzing vinden, in welke richting het
de onderhandelingen opnieuw zou moeten lei
den, om met betere kansen andermaal voor de
kamer te komen. Men weet wel wat de meer
derheid beter bevallen zoumaar volstrekt
niet wat, met eenige kans om het van Frank
rijk gedaan te krijgen, als grondslag zou kun
nen dienen voor een verdrag dat de kamer
aannemelijk zoo achten. Niet de beginselen
der regeering zijn door het votum van gisteren
avond afgekeurd; maar het werk dat, onder
ongunstige omstandigheden, door onze onder
handelaars te Parijs tot stand is gebracht.
Een nadeelige indruk is vooral te weegge-
bracht door eene voorwaarde, welke niet in
het tractaat zelf was opgenomen, maar waar
toe onze gevolmachtigden, blijkens het protocol
31
dook
JESSIE EOTHERGILL.J
HOOFDSTUK XIHI.
Èhi laatste dagen.
Philip had verlof van zijn principaal om zijn
vacantie zoo lang te maken als hij zelf lust had:
dat had hij verdienden ofschoon hij in het eerst
verklaarde dat hij zonder werk niet kon leven,
was hij in zeer korten tijd aan die ledigheid ge
wend. Zeker droegen alle omstandigheden er toe
bij om zijne luiheid te bevorderen. Het weelderige
zomerweder, het gezelschap der heide meisjes,
waarvan de eene hem op allerlei manieren ver
troetelde en verwende, in haar blijdschap van
hem weer hij zich te hebben, en haar trots over
zijn knapheid en bedrevenheid
Want er was een brief gekomen van mijnheer
Starkie aan den ouden heer Masseyover zijn
■zoon en wat hij gedaan had en de gelukkige
vader had niet kunnen nalaten dien brief aan de
dames voor te lezen, waarbij mevrouw Massey
pen fraan wegpinkte en Grace danste yan blijd-
der onderhandelingen, zich hadden laten over
halen. In art. 21 werd namelijk bedongen
1° dat Nederlandsche goederen, bij invoer in
eene Fransche kolonie, behandeld zouden wor
den op den voet der meest begunstigde Euro-
peesche natie 2° dat Fransche goederen, bij
invoer in Oost-Indië, wederkeerig dezelfde be
handeling zouden genieten. Bij de onderhan
deling vroeg echter een der Fransche gevol
machtigden, of onder „de meest begunstigde
natie", bij invoer in Nederlandsche koloniën,
ook verstaan zou worden het moederland zelf.
Hierop hebben de Nederlandsche gevolmach
tigden eenparig affirmativement geantwoord.
Met andere woordendoor deze uitlegging
zou Nederland zich verbonden hebben om
Fransche goederen bij invoer in onze koloniën
te behandelen, niet als de meest begunstigde
vreemde, maar als Nederlandsche goederen.
Deze concessie was inderdaad overdreven.
Het moge waar zijn dat Nederland in zijne
koloniën geen differen'tieele rechten heft en niet
voornemens is ze weder te gaan heffenonge
hoord is het dat een land zich voor het regelen
der verhouding tusschen zich en zijne koloniën
bindt aaneen tractaat met eene vreemde mogend
heid. Zulk een beding ware, bij onze tegenwoor
dige vrijgevige koloniale politiek, nauwelijks te
rechtvaardigen geweest, wanneer er veel meer
verkregen was dan de enkele verminderingen
welüe onze onderhandelaars op het buitensporige
Fransche Tarifgénéral hebben weten te bedingen.
Te vergeefs heeft de minister van buiten-
landsche zaken gepoogd, door taalkundige en
diplomatische uitleggingen, het karakter der
toegestane concessie te verzwakken. Het ïako-
nieke en ondubbelzinnige antwoord onzer onder
handelaars, was inderdaad niet anders te
verbeteren dan door het leuke voorstel van
den heer Haffmans, die vroeg of men het niet
als een druk of schrijffout beschouwen en in
plaats van ojftrmaüvcmentbij voorbeeld néga-
tivement lezen kon. Er viel ook niets te zeggen
tegen deze woorden van den heer Wintgens
„Ik geloof nooit, dat dit de bedoeling van
het tractaat was. Ik zal niet zeggen dat die
vraag, zoo opgeworpen en klakkeloos beant
woord, eene surprise voor onze onderhandelaars
is geweestmaar het was een van dié zetten
in dit whistspel, waarop wij niet genoeg hebben
gelet".
De partij welke onze regeering bezig was,
met dit tractaat als inzet, in de kamer te
spelen, stond slecht genoeg om door zulk een
zet verloren te worden. Wij gelooven dan ook
dat de zonderlinge uitlegging van 'dit artikel
meer gedaan heeft om de weifelende stemmen
schap en verzocht dien brief te mogen bewaren,
als een erfstukterwijl de derde dame op de nach-
tergrond zat, met een gebogen hoofd en een gloeiend
gelaat, op bare lippen bijtende en voelende dat
baar hart hevig klopte.
Op datzelfde oogenblik was bet onderwerp van
den brief binnengekomen en had gevraagd wat
eraan scheelde. Men gaf hem den brief en hij
las hem, terwijl aller oogen op hem gevestigd
waren en, met een blos op zijn gelaat, opziende
en al die oogen ontmoetende, begon bij eenigszins
verlegen te lachen, kuste zijn moeder en zei.
Allemaal bluf! Wij hebben altijd gezegd
dat niemand zoo dik met de groote kwast kon
poederen als de oude Starkie".
>Het is een soort van kwast waarmede ik
graag zie dat men poedert," zei Grace, den
brief tot zich nemende, die voortaan bij bare
archieven zou rusten. Daarna maakte zij nog veel
meer werk van Philip dan vroeger; niets was te
goed of liever goed genoeg voor hem en zij ver
moordde hem bijna uit louter liefde.
Maar zooals gezegd is, hij schikte er zich heel
goed in. Die man, die zoo onvermoeid en ruste
loos was geweest, die zoo bard gewerkt bad, te
midden van betgeen mijnbeer Starkie onbeschrijfe
lijke ontberingen noemde, in een onbekend land,
dat bijna door geen beschaafden voet, behalve
den zijnen betreden was net als Robinson
Crusoë, zei Grace wiens gestel sterker gewor
den was tengevolge van zijn moeilijk leven; die
zich bad weten te behelpen, somtijds op den khlea
*ot tegenstemmen te bewogen, dan alle andere
bepalingen, welke men in het tractaat miste
of betreurde.
Het is de vraag wat er, na de gevallen be
slissing, nu gebeuren moet. De verwerping
van het tractaat is voor niemand voordeelig.
De fabrikanten van aardappelmeel, kaarsen en
gedistilleerd zullen nu, na den 8" Februari,
nog veel zwaarder benadeeld worden dan vol
gens het tractaat, dat hun aanleiding tot zoo
veel klachten gaf. Bij hen komen de kaas
handelaars en een aantal anderen, die bij het
tractaat in gelijke conditie waren gebleven of
iets gewonnen zouden hebben, en nu groot ver
lies zullen gaan lijden. Wel zijn wij thans vrij
om Frankrijk op onze beurt met invoerrechten
te gaan plagenmaar zulk eene verandering
van handelspolitiek laat zich niet in een
oogenblik improviseeren, evenmin als wij zoo
dadelijk gereed kunnen zijn met eene verhoo
ging van den wijnaccijns, waarvoor wij nu de
handen vrij gekregen hebben De verwerping
zou dus slechts eenig voordeel opleveren
wanneer zij tot nieuwe onderhandelingen kon
voeren, waarin betere conditiën bedongen
mochten worden en althans het ergernis gevende
protocol betreffende art. 21 gewijzigd zou
worden. Maar op het oogenblik verkeert
Frankrijk in volle politieke crisis en welke
bewindslieden ook het „groote" ministerie
Gambetta opvolgen, het is vrij zeker, gelijk
ook de Belgische minister van buitenlandsche
zaken eergisteren opmerkte, dat een nieuw
Fransch ministerie .op het punt van tarief-
concessien niet vrijgeviger, misschien wel nog
minder vrijgevig wezen zal dan het tegen
woordige.
De verwerping van het tractaat moge dan
ook eene voldoening wezen voor die bonte
meerderheid, welke op grond van de meest
uiteenloopende motieven bet werk afkeurde,
waarvoor het kabinet-Van Lijnden de verant
woordelijkheid moest aanvaarden, dat een
betere toestand voor onzen handel en onze
nijverheid eruit geboren zal worden, meenen
wij voor alsnog te moeten betwijfelen.
De meerderheid is gevormd door al de con
servatieven, de anti-revolutionairen met uitzon
dering van de heeren Van Wassenaer en Mac-
kay, de katholieken met uitzondering van den
heer v. d. Hoeven, en de liberalen Zijlker, Bergs-
ma, Holtzman, Schepel, Van Eysinga, Lieftinck,
De Vos van Steenwijk, Bastert, Wickers, Rom-
bach, Tak, Rutgers, Van Houten, Gratama,
Borgesius, Van Heeckeren en De Bruyn Kops.
Is het waar, gelijk de N. B. Ct gisteren te
kennen gaf, dat politieke bedoelingen van de
grond, onder den blooten hemel overnacht had en
die met zijn eigen handen even hard gewerkt had
als de minste polderwerker, dien hij onder zijne be
velen had, die schikte zich nu met de grootste
beminnelijkheid in het dolce far niente eener
zomervacantie, in doellooze tochten over de dui
nen met dokter Johnson en een of twee dames,
of hij lag met het grootste genoegen uitgestrekt
boven ®p den top van een duin, terwijl een van
de dames Browning of Tennyson voorlas, of welke
dichter juist op dat oogenblik in den smaak viel;
of hij zat in den welriekenden tuin, in den mane
schijn, met Grace den grootsten onzin te praten
en somtijds ook met Mabel, of' hij reed op een
sukkeldrafje in den hittewagen (altijd met dokter
Johnson en de meisjes) over de lommerrijke wegen,
naar heerlijke bosschen of mooie buitenplaatsen,
zooals er zeer vele in die buurt waren.
Die laatste tochten vooral waren zeer prettig.
Philip mende en Grace en Mabel zaten om beurten
naast hem, terwijl dr. Johnson het achterbankje
deelde met de andere jonge dame. Het waren
zeer gelukkige uren, die zij op die manier door
brachten, terwijl Philip, als zij er sterk op aan
drongen, iets vertelde van de onbeschrijfelijke
ontberingen," die naar hij vreesde in zijn familie
historisch zouden worden. Zijn zuster luisterde en
ondervroeg hem met een blik in hare donkere
oogen, die van groote liefde getuigde. En Mabel
luisterde ook, misschien nog aandachtiger, omdat
zij minder zeide.
Grace plaagde Philip met zijn pas ontloken
liberalen, welke tot de Kappeyne-groep gere
kend worden, bij deze stemming in 't spel
geweest zijn, dan kunnen die moeilijk een
ernstiger beteekenis gehad hebben dan als eene
poging om het kabinetVan Lijnden iets onaan
genaams aan te doen. Eene levensvatbare
politieke combinatie kan toch uit het ongelijk
soortig geheel, dat de 17 tegenstemmende
liberalen met elkander vormen, onmogelijk
geboren worden. En met de overige tegen
stemmers is nog minder te beginnen.
Het Vaderland zegt nu weder dat het koninklijk
jacht Victoria and Albert Dinsdag van Portsmouth
naar Duitschland zal vertrekken om prins Leopold
en zijn verloofde, prinses Helena van Waldeck,
naar Engeland over te brengen.
Ter verbetering van de waterloozing naar de
Graauwsche kreek in den polder Willem-Hendrik
heeft de regeering een onteigeningswet ingediend
voor verbreeding van eene sloot, loopende ten
westen van de oude waterleiding langs den bin-
nenherm van den dijk, tusschen de polders Willem-
Hendrik en Van Alstein, in N.O., N. en N.W.
richting tot aan genoemde kreek. Thans toch
wordt de waterleiding door wellen in den bodem
telkens met zand en veen bijna geheel gevuld.
De door twee personen ingebrachte bezwaren zijn
deels ongegrond, deels niet overwegend gebleken;
een hunner, vroeger dijkgraaf, G. Staal, heeft tot
zijn aftreden, in Augustus 1880, een door ingelanden
in 1878 genomen besluit tot het maken van een
nieuwe waterleiding onuitgevoerd gelaten en bleef
zich nu ook verzetten tegen de pogingen van het
waterschapsbestuur om een minnelijke schikking te
treffen.
Vlissingen, 28 Jan. Gisteren zijn, op de
werf der maatschappij De Schelde alhier, de kielen
gelegd voor twee stalen raderstoombooten voor
rekening eener Engelsche firma en bestemd voor
Calcutta.
Oost-Souburg-, 27 Jan. De zittingen van
den rijks-ontvanger, die hier tot dusver in een
herberglokaal gehouden werden, zullen voortaan
in het gemeentehuis plaats hebben.
Tliolen, 27 Jan. »Neen, zuster, we zien
nog niets komenMet blijdschap hebben we in
't afgeloopen najaar vernomen, dat wij toch ook
kans zouden krijgen om van nabijeen tram te
zien. De zachte winter deed ons hopen, dat er aan
den weg wel wat zoud gedaan worden. Zoolang
immers als er geen vriezend weer is, kan men
buiten werkenAls we van Tholen op den Berg-
schen weg kwamen, dan zagen we reikhalzend uit
naar arbeiders, die voor ons de vertegenwoordigers
van onzen »vooruitgang" zouden zijn. Maar een heel
stuk van den zachten winter is voorbij en we
zien nog niets. Misschien werkt men binnenshuis
hard; maar het publiek ziet »nog niets komen."
talent voor ledigheid en hij zei dat de mensch ei'
voor berekend was om zich in alle omstandigheden
te kunnen schikken.
»Zelfs in droeve," opperde Grace.
»Zelfs in droeve, zooals deze, mijn kind,''
antwoordde hij.
Mabel dacht na over de onaangename beschrijf
ving die hij haar van zijn karakter had gegeven,
Niets, had hij gezegd, kon hem anders dan ruw en
hardvochtig maken.
Ruw was hij wel eens, dat wil zeggen in
zijne uitdrukkingen, ruw in den zin dat zijn ma
nieren in een beschaafden kring niet fijn genoeg
zouden zijn, zijn buiging niet bevallig genoeg en
zijn complimenten in den regel geheel ontbra
ken. Mabel vond dat zij nooit iemand gezien had,
wiens gedrag en manieren jegens zijn moeder en
zuster zoo volmaakt waren als die van Philip
Massey.
Indien hij eenige verouderde begrippen had
aangaande de sfeer, waarin een vrouw nuttig kan
zijn en de wenschelijkheid dat zij hare huishou
delijke talenten en haar kennis van de kookkunst
ontwikkelde, kwam dat zeker niet omdat hij zich
verbeeldde dat zij niet een waardig aandeel in
andere dingen kon nemen. Dat bleek uit de
onderwerpen die hij met Grace en zijn moeder
behandelde en de waarde die hij aan haar oordeel
hechtte.
Op zekeren dag, toen een dame met zeer gea
vanceerde begrippen op het punt van de roeping
der vrouw, met Philip aan het redetwisten wa^