N° 19. 125e J aargang. 1882, Maandag 23 Januari. Middelburg 21 Januari. Een slechte Koop. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicilé G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Bevolkingsregisterwijken P en T. De burgemeester en wethouders van Middelburg, in aanmerking genomen, dat zich de behoefte heeft doen gevoelen aan het op nieuw nommeren van de perceelen, gelegen in de wijken P en T dezer gemeente, terwijl aan een tweetal in laatst genoemde wijk nieuw aangelegde straten eene benaming behoort te worden gegeven brengen ter kennis van de belanghebbenden; dat de nieuw opgemaakte lijsten van den loop dier wijken en van de nommers gegeven aan de daarin gelegen perceelen, voor een ieder ter in zage zijn nedergelegd op de gemeente-secretarie; dat de eigenaren dier perceelen zijn aangeschre ven, om voor den 1 Februari a. zorg te dragen, voor het doen veranderen der nommers, terwijl, bij aldien dit alsdan niet mocht zijn geschied, het bestaande nommer van gemeentewege door eene roode streep zal worden vernietigd en daaronder of daarnevens, bet nieuwe nommer zal worden geplaatst dat aan de straat, ontstaan door de verlenging van het oude Arnemuidsche pad, alzoo tot de voormalige Dampoort, de naam is gegeven van oude Arnemuidsche pad aan de eerste straat, rechts, uitloopende op den toegangstrap naar de werf de Hoop en voor die werf, die van Kleine werfstraat; en aan de straat, zich aansluitende aan den Karelsgang, welke laatste leidt tot de aldaar ge legen bloemisterij, eveneens die van Karelsgang. Middelburg den 20en Januari 1882. De burgemeester en wethouders voornoemd, D. A. DRONKERS, L. B. De secretaris G. N. DE STOPPEL A AR. Toen Richard Cobden in 1865 overleed, bezat hij de voldoening dat de vrije handel, dien hij in Engeland na langen strijd bad doen zegevieren, de grondslag van het handelsver keer der natiën in Westelijk Europa geworden was. Zijn laatste verovering was Frankrijk geweest, dat door het handelstractaat van 1860 op dien voet van „wederkeerige afhankelijkheid" met Engeland gebracht was, dien Cobden den keizer afschilderde als het beste middel om de „staatkundige verbroedering" der beide natiën duurzaam te maken. Op het tractaat met En geland waren overeenkomsten in denzelfden geest gevolgd met alle industrieele en handel drijvende landen, die aan Frankrijk grenzen. Het stelsel van afsluiting en bescherming, dat voor den Franschen handel en nijverheid onder alle staatkundige omwentelingen in stand was gehouden, scheen door deze internationale ver bintenissen voorgoed opgeheven. Had Napoleon III niet, krachtens de consti tutie van 1852, het recht bezeten om eigen machtig, zonder tnsschenkomst der volksver tegenwoordiging, tractaten van handel te sluiten, het doel der onderhandelingen van Cobden ware nooit bereikt. Even als alle Fransche fabri kanten en landbouwers waren opgegroeid in 't geloof, dat hooge invoerrechten, of verbod van invoer des noods, het middel waren om de binnenlandsche nijverheid te doen bloeien, zoo was in alle wetgevende vergaderingen, welke Frankrijk te midden van de wisseling der staatsvormen bezeten heeft, de groote meer derheid steeds overtuigd, dat het haar plicht was, door het in stand houden dier hooge rechten en verbodsbepalingen, de welvaart des lands te bevorderen. Geen wonder dus dat het tractaat van '60, ofschoon minder vrijgevig nog dan de handelswetgeving der meeste landen, door velen als een misstap werd beschouwd. Met name Thiers, wiens vurig, maar eenzijdig en in vele opzichten gekrompen patriotismus nimmer verheven was boven het begrip, dat Frankrijk beter zou va ren, naarmate het minder tot de welvaart van andere volken toebracht, beschouwde het tot op het einde van zijn leven als een plicht der vaderlandsliefde, de Fransche markt zoo weinig mogelijk voor buiteniandsche mededingers toe gankelijk te maken. Toch had de stoffelijke welvaart, welke de minst betwistbare karaktertrek van het tweede keizerrijk is geweest, de oogen moeten openen voor de voordeelen, welke de vrijheid van het handelsverkeer aan een volk verschaft. De in- en uitvoer steeg, van 3906 millioen franken in 1859, tot 7240 milloen in 1877, ongerekend het verlies van de bij uitstek industrieele pro vinciën Elzas en Lotharingen. Geven deze getallen den rechtstreekschen invloed der handelswetgeving op de handelsbeweging te zien, zie hier een maatstaf voor den vooruitgang van het vermogen der arbeidende klassen 338 millioen inbreng in de spaarbanken in 1860, 684 millioen in 1870. Ook heeft het in Frankrijk, gedurende het tijdvak van vrijen, of, om juister te spreken, van minder belem merden handel niet ontbroken aan proef ondervindelijke bewijzen voor deze waarheid, welke in theorie zoo moeilijk ingang vindt ontneem de nijverheid de bescherming door tarieven, en zij zal in die enkele gevallen, waarin zij ciet in den nationalen bodem wor telt, te niet gaan maar in veel meer ge vallen, door het opsporen van voordeeliger markten en manieren van voortbrenging, tot hooger bloei geraken. De verzoeking om naar de vleeschpotten der protectie terug te keeren is echter voor een rijk en machtig land, met eene talrijke bevol king, groot. Frankrijks bodem is bijna onuit puttelijk in voortbrengselen van het dieren-, het planten- en het delfstoffenrijk. Door hare spaarzaamheid, haar vlijt, haar nauwgezetheid, haar aanleg voor alle vakken van kunst en smaak, is de bevolking in staat om eene reus achtige voortbrenging ten deele zelve te ver bruiken, ten deele aan buitenland en koloniën te koop te bieden. Onder deze omstandigheden gelooft een volk licht, zichzelf genoeg te kunnen zijn en anderen te kunnen ontberen. Daarbij komen drijfveren van staatkundigen aard. Hoe beter eene groote natie, die het denkbeeld van veroveringen geenszins vaarwel gezegd heeft en op weerwraak voor ondergane neerlagen sterk belust is, in staat is in eigen behoeften te voorzien, zooveel te sterker staat zij, bij het uitbarsten van een oorlog, tegen over hare vijanden. De millioenen arbeiders wenschen hooge loonen en zijn op de inspan ning en het aanhoudend opsporen van nieuwe wegen, welke de vrije mededinging noodzake lijk maakt, niet bijzonder gesteld. De demo cratische regeering laat den wensch der arbeiders niet gaarne onvervuld. De groote industrieelen en grondbezitters oefenen op de keuzen van het algemeen stemrecht een niet geringen invloed uit. Sedert 1870 heerscht bij vele Franschen het geloof, dat alles wat in strijd is met de Napoleontische politiek, alleen daarom beter is dan deze. Zware be lastingen zijn opgelegd moeten worden om de rente der 12 milliarden oorlogsschuld, welke de erfenis was van het keizerrijk, op te brengen. Het klonk verleidelijk, een deel van dien last te laten opbrengen door het buitenland, al bleef de staathuishoudkunde leeren, dat al wat de buiteniandsche producent aan de grenzen betaalt, ten slotte door den binnenlandschen consument opgebracht moet worden. Eindelijk is, bij al deze drangredenen, de tarieven oorlog gekomen, dien het Duitsche rijk aan de wereld verklaard heeft. Al getuigen de verslagen der Duitsche kamers van koophandel reeds, dat handel en nijverheid bij dien strijd niet winnen en al hebben de verkiezingen voor den rijks dag bewezen dat de burgerij noch de fa briekarbeiders aan de overwinning geloof slaan, toch klonk het als eene uitdaging aan Frankrijk, om tegenover de gesloten Duitsche grenzen ook de zijne ontoegankelijk te maken. Aan al deze oorzaken is het te wijten, wan neer na den val van het keizerrijk eene andere handelspolitiek is aangenomen en in den laatsten tijd tot uitvoering gekomen. De door Napoleon gesloten tractaten werden hij hun afloop niet verlengd. Een nieuw algemeen tarief werd als grondslag voor de vernieuwing der tractaten vastgesteld. Voor de producten der fabrieksnijverheid is dit tarief, ondanks alle pogingen der fabrikanten om verhooging te verkrijgen, in hoofdzaak onveranderd ge bleven. De wil om hen te believen was, bij de regeering en de meerderheid der kamer van afgevaardigden, goed genoegmaar men stuitte in de praktijk, gelijk in theorie zoo dikwijls betoogd was, op de onmogelijkheid om de verschillende wenschen met elkander in overeenstemming te brengen. De grondstof, die de eene fabrikant bij den invoer zwaar wilde belasten, verlangde de ander zoo goed koop en zoo onbelemmerd mogelijk, De eene industrie grondde hare aanspraken op die der andere, en het einde was dat slechts weinigen haar zin kregen. Aanmerkelijk verhoogd zijn daarentegen de rechten op voortbrengselen van den landbouw. Die op levend vee zijn driemaal, die op kaas tweemaal zoo hoog geworden als vroeger boter, eieren, honing, was, zoetwatervisch en vleeschwaren zijn, van vrij, belast geworden. Onder de artikelen van anderen aard, welke voornamelijk onze aandacht verdienen, behooren aardappelmeel, dat vijfmaal, zeep en gedistil leerd, die tweemaal zoo hoog zijn aangeslagen als weleer. Een algemeene wijziging eindelijk, welke in zeer veel gevallen verhooging tot gevolg heeft, is dat de vroegere heffing naar de waarde is vervangen door specifieke rechten, berekend naar het gewicht of de maat der ingevoerde goederen. Ieder onderhandelaar, die naar Frankrijk gezonden wordt om het afgeloopen handels tractaat voor zijn land te verlengen, wordt tegenover dit algemeen tarief geplaatst. Wil hij eenige verlaging bedingen, dan moet hij op de tarieven van zijn land wat laten vallen. Een loven en bieden dus, waarbij Frankrijk veel meer overvraagt en veel minder laat af dingen dan voor tien jaren. Wil men dien koop niet, dan is men natuurlijk vrij om geen tractaat te sluitendoch geeft den handel van zijn land prijs aan de rechten van het onver minderde algemeene tarief. Bovendien mist de handel dan een voordeel, dat een der hoofdredenen tot het sluiten van tractaten is het verkeer tusschen de twee contracteerende landen gedurende een overeengekomen tijdvak te binden aan vaste regelen, die geen der contractanten direct of indirect mag schenden, en waarnaar dus de fabrikant, de landbouwer, de koopman zijne berekeningen maken kan. Uit dit overzicht van den stand der zaken volgt reeds, dat toen ook de Nederlandsche regeering hare onderhandelaars naar Parijs zond, om de vernieuwing van haar, tot den 8en Februari 1882 verlengd handelstractaat tot stand te brengen, zij een ondankbaar werk begon. Winnen kon zij niets, want de andere partij begon de onderhandelingen met het er kende doel om ons, evenals alle andere con tractanten, te doen verliezen. Dat doel te verijdelen door het toestaan van groote verla gingen op het Nederlandsch tarief, was niet mogelijk, want dat tarief is reeds zuiver fiskaal en dus zoo laag mogelijk, en onze tarifeeriDg te wijzigen naar iederen wind van protectie die buiten onze grenzen waait, zou, afgescheiden nog van onze nationale waar digheid, voor onzen handel en nijverheid ver derfelijk wezen. Welke boodschap onze onder handelaars, baron Van Zuylen, gezant te Parijs, de heer Van Lier, consul aldaar en de heer Verkerk Pistorius, directeur-generaal der di recte belastingen, invoerrechten en aecijnsen, dus over mochten brengen, zij waren vooraf verzekerd van een slechten koop te huis te komen. Met het oog op eene paniek bij brand in den schouwburg alhier zijn door de eigenaren van dat gebouw, in overleg met den burgemeester, ver schillende voorzorgsmaatregelen genomen, opdat het publiek spoedig de lokalen zou kunnen ont ruimen. De deuren slaan thans all» naar buiten open en zullen zeer gemakkelijk door iedereen te openen zijn heneden is, tegenover den uitgang van het parterre, een derde uitgang gemaakt en boven op de galerij een nieuwe uitgang aangebracht, toegang gevende tot een flinke breede trap, die buiten het gebouw staat. Afgescheiden van de gasverlichting worden de gangen met lantaarns verlicht, terwijl ook de hluschmiddelen zullen worden vermeerderd. Naar wij vernemen heeft de burgemeester, na het advies van het bestuur over de brandweer ingewonnen te hebben, verlof gegeven om aan staande week eene tooneelvoorstelling te doen plaats hebben. Door den minister van koloniën wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht dat op Maan dag 5 Juni a. en volgende dagen, des voormiddags te negen uren in het pharmaceutisch laboratorium te Utrecht, zal worden afgenomen het vergelij kend examen voor hen, die van rijkswege wenschen te worden opgeleid tot militair apotheker voorden dienst in Oost-Indië. De gelegenheid bestaat tot plaatsing van drie aspiranten, en de aanvraag om toelating (hij gezegeld request) moet vóór 1 Mei a. bij het ministerie van koloniën zijn ontvangen verge zeld van de stukken, vermeld in de Staats.-Ct. n°. 18. Amemuiden, 21 Jan. De heden morgen hjjna huis aan huis wapperende vlaggen en eene sierlijke eerepoort voor de deur der school toonden de algemeene belangstelling in de door den heer P. Kwekkeboom, hoofd der openbare school alhier, heden herdacht wordende veertigjarige vervulling dier betrekking. Doch ook nog op andere wijze werd den jubilaris, aan wien de meeste ingezetenen hunne opleiding te danken hebben, blijk gegeven van waardeering. In den voormiddag werd hij door het gemeentebestuur met dezen dag geluk gewenscht en hem namens de gemeente een zilve ren inktkoker met inschrift aangeboden. Eenige visschers voegden hij hun gelukwensch een fraaien barometer, anderen een prachtige spiegel, terwijl eenige oud-leerlingen hem twee met zilver gemon teerde schenkkannen, henevens een rooktoestel schonken, 's Middags bood de heer C. M. van Visvliet, districts-schoolopziener, hem, namens de regeering, een prachtwerk aan en vereerden de onderwijzers uit Walcheren den jubilaris een fraai bewerkten leuningstoel. De onderwij zers-zangver- eeniging kwam te half zes hierheen en zong den heer Kwekkeboom een toepasselijk lied toe, waar van hem de woorden, in uitstekend calligrafiseh schrift, vervaardigd door den heer J. Sanders, werden aangeboden. De heer Kwekkeboom genoot zijne opleiding aan de kweekschool te Haarlem, bestuurd door den heer P. J. Prinsen, en onderscheidt zich steeds door eene humane en blijmoedige levensopvatting, die hij ook hij anderen zoekt op te wekken en te bevorderen. In Arnemuiden is de »meester" de raadgever en helper van velen en geniet hij, even als bij zijne collega's in Walcheren, algemeene achting en waardeering. Men meldt dat de verhooren, door de commissie van enquête naar de spoorweg-exploitatie afgeno men, eerst in druk zullen verschijnen Ha afloop dier enquête. Volkomen hetzelfde is indertijd gebeurd met het verslag der scheepvaart-enquête. De verhooren zijn bouwstoffen voor het verslag en behooren, met alle bijlagen, daarbij. Z. M. de koning en de koningin, zullen op hunne reis naar Engeland vergezeld worden door de hofdames freule Van Ittersum enjonkvrouwe Van de Poll, den adjudant-generaal vice-admiraal jhr. J. H. van Capellen, den adjudant luit.-kolo- nel jhr. Alewijn en den ordonnance-officier luite nant De Ranitz. De vorstin van Waldeck-Pyrmont, moeder van H. M. de koningin, wordt met haar jongste doch ter Elisabeth, oud 9 jaren, in 't begin van Febr; te 's Grravenhage verwacht. In het koninklijk paleis worden reeds appartementen voor de vor stelijke gasten in gereedheid gebracht. In 1884 zal het Nut van Algemeen honderd jaar bestaan hebben. Ongetwijfeld zal nien bij die gelegenheid verne men wat die maatschappij al heeft tot stand

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1