N° 7. I25e Jaargang. 1882. Maandag 9 Januari. FEUILLETON. Middelburg 7 Januari. EEN VERWOEST LEVEN Dit blad verschijnt dagelijks, met. uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent Advertentiën 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels/11,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend-naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor liet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze oonrant behoort een BIJVOEGSEL. 1881. LRURGSCH IV. Het is niet mogelijk op de staatkundige ge schiedenis van Nederland in 1881 met tevre denheid terug te zien. Het was een jaar zonder strijd en zonder overwinning; zonder wrijving en zonder licht. Wie in rustigheid het begeerlijkst goed ziet, moge dien toestand roemen; er bestaat minstens evenveel reden tot de vrees dat hij de stilte is, welke een storm voorafgaat. Volgt men de werkzaamheden der tweede kamer, dan wordt men getroffen door eene op weerzin gelijkende lusteloosheid. De eerste twee maanden van het jaar gingen voorbij zonder dat de kamer vergaderde. Den len Maart bijeengekomen, waarbij zij voor het eerst sedert vele jaren de leiding miste van den waardigen Dullert, duurde het tot half Maart eer de kamer, na het wegruimen van twee voorstellen tot uitstel van behandeling der ren tebelasting, deze sedert lang aanhangige wet onderhanden nam. Acht dagen later nam zij art. 1, het hoofdbeginsel der wet, aan. Maar weder na 14 dagen had zich over de onder deden zooveel verschil van meening geopen baard, dat de minister, tegenover het amende- ment-Blussé, waardoor het bedrijfskapitaal van kooplieden werd vrijgesteld, en tegenover andere aangenomen wijzigingen, schorsing der beraadslaging vroeg, teneinde de wet in haar geheel met hetgeen tot dusver vastgesteld was in overeenstemming te brengen. De wet kwam echter niet meer terug. De minister Vissering, die geestelijk noch lichamelijk tegen een monde ling debat van dezen omvang bestand was gebleken, kreeg den Hen Juni, op zijn verzoek, zijn eervol ontslag. De kamer was intusschen uiteengegaan en kwam eerst weder bijeen toën haar voorzitter verzocht was eene vergadering te beleggen door zes leden, die voor dezen ijver met een onvriendelijk debat en met eene nieuwe week vacantie beloond werden. Toen interpelleerde men een paar dagen lang, stelde twee kleine wetten op het zeevisschersbedrijf vast en bracht daarna, in een debat van 14 dagen, de drank wet tot stand. Mé DOOR JESSIE EOTHERGILIi. HOOFDSTUK VUL „Vertrouw liaUr niet, zij speelt met u." De verzuchtingen der arme Mabel waren vol strekt niet ongegrond. »Het stadsleven zon geloof ik altijd een opoffering zijn, na onze heerljjke woning te Venside, maar »Maar gelooft gij dat gij het ooit drageljjk zoudt kunnen vinden?" »Er zouden omstandigheden kunnen zijn, waaronder. O, mijnheer Massey Haar lange, smachtende blik was eerst halfweg toen Philip haar eensklaps bjj de hand vatte en begon Mejuffrouw, Angela!" en daarna ging hij voort, juist zoo als zij bedoelde, met het verhaal van zjjn liefde, zijn aanbidding; zijn onwaardig heid en aanmatiging en wat al meer; maar zijn toespraak eindigde, zooals die toespraken altijd eindigen, met feen innige bede dat zjj die onwaar digheid over het hoofd mocht zien en trachten Die wet is het lichtpunt van liet wetgevend jaar. Zij bewijst dat een man van ernstigen wil en bekwaamheid, ook onder ongunstige omstandigheden, nuttig en goed werk kan verrichten. De minister Modderman werd in dit werk door de heeren Goeman Borgesius, De Jonge en andere leden van verschillende richting, krachtig onderstennd. nun danken wij het, wanneer van 1881 af het staatsgezag niet langer, in 't belang der schatkist, werke loos ja medeplichtig is tegenover het grootste kwaad van ons volkmaar aan de bestrijding daarvan openlijk steun geeft. Na de aanneming der drankwet stond de kamer een oogenblik stil om over de hervor ming van het kiesrecht van gedachten te wis selen; verklaarde den 25en Mei eenparig dat die hervorming wenschelijk en dus de grond slag van haar eigen samenstelling verkeerd was en deed daarna, alsof er niets gebeurd was, nog een paar „spoedstukken" af. Het waren de wet tot invoering van den post-pak- ketdienst, welke met het oog op onze interna tionale verplichtingen niet langer wachten kon; de sedert jaren onder de Bijlagen figureerende wet op het auteursrecht, en eindelijk, in 't laatst van Juni, de wet tot aanleg van dat kanaal van Amsterdam tot de Merwede, waar tegen de hoofdstad te keer ging, alsof het de bedoeling was haar handelsgemeenschap af te snijden, in plaats van die, door aanwending van vele millioenen, te verbeteren. Even als het eerste werk van het jaar met motien van uitstel begroet was, zoo had ook het laatste een voorstel-Lenting tot vernieuwd onderzoek te overwinnen, vóór dat het tot stand gebracht kon worden. Na dien tijd is er niets meer gebeurd dan het onvruchtbaar debat over den eed. Met de begrooting werd zoo lang gewacht als even mogelijk was indien men de eerste kamer den tijd wilde laten de middelen-wet nog aan te nemen. Zoo sluiten wij het parlementaire jaar in credit met eene drankwet en met het plan tot een duur kanaal, waar de meest belangheb benden niet op verlangen te varen; in debet met een lusteloosheid en een gebrek aan warmte, die zich uit de raadzaal der tweede kamer over het volk verspreiden. Dat de kamer in zichzelve de kracht zal vinden om hare verklaring van den 25 Mei, waarbij zjj haar eigen samenstelling heeft afgekeurd, in eene daad om te zetten, daarop zien wij niet veel uitzicht. In de laatste maand des jaars zijn toch weder leden der meerderheid komen ver klaren dat, al bleef kieswet-herziening het hem eenmaal een weinig lief te hebben al duurde het nog zoo lang en hem daardoor voor altijd gelukkig te maken. »Ik! O, gij verbaast mij!" zei zij en bloosde niet -toen hare oogen de zijnen ontmoetten. Misschien heb ik u doen schrikken ik heb te vroeg gesproken gij waart er niet op voorbereid," stamelde hij. »Wat een idee, dat iets wat hjj zegt mij zou kunnen doen schrikken!" dacht Angela, met diepe minachting. »0, maar als gij slechts kondt zeggen dat ik 11 niet geheel onverschillig hen »Dat kan ik niet ontkennen," zei zij met een langen blik en een glimlach die terstond weer verdween. >En mag ik StilIk kan u niet zeggen dat ik u be min, maar", »Zoo iets verwachtte ik, dacht ik en hoopte ik ook niet. Maar mag ik hopen, Angela, d at eenmaal Stil 1 Wees niet zoo opgewonden, Philip, Ja, ik kan u niet verbieden te hopen. Ik ik zal er over denken." »Gij zijt een engel!" was al wat Philip zeggen konhaar de hand kussende met een innigen blik, waarin zooveel vereering lag, dat een edeler vrouw er zich door gestreeld zou ge voeld hebben, maar die Angela alleen deed he grijpen hoe wanhopig verliefd hjj op haar was, zoodat zjj hem met een glimlach beantwoordde. onderwerp hunner begeerten, niettemin andere hervormingen, van grooten omvang, hun nog begeerlijker voorkwamen. De regeering, tuk op vermijding van al wat buiten het terrein der „zaken" ligt, stemde volmondig daarmede in en aldus is er alle kans, dat de wensch van 25 Mei een in de lucht geschreven woord zal blijven. Wanneer nu in het land, zoo als tot dusver, de opgewektheid en de wilskracht blijven ontbreken om hervorming van het kiesrecht te vragen met zoodanige eenparigheid en nadruk, dat geen wetgevende macht daaraan langer wederstand kan bie den, dan staat te vreezen dat 1881 geens zins het laatste jaar van politieken wan-oogst zal blijken te zijn. Op ander gebied dan het staatkundige, dat als hoogste levensuiting eener natie in de eerste plaats onze belangstelling verdiendeheeft 1881, dooreengemengd als het was, zooals altijd, van goed en kwaad, stof tot meer te vredenheid gegeven. De eenparigheidde geestdrift en het verstandig beraadwaarmede de dappere strijd der Transvalers voor hunne onafhankelijkheid door heel ons land gevolgd en ondersteund werd, mag als een onvergetelijk levensteeken onzer natie herdacht worden. Gunstige verschijnselen in handel en nijverheid waren de uitbreiding, welke de stoomvaart ondernemingen op Indië aan hare diensten gaven, het aanvangen eener lijn tusschen Amsterdam en Amerika en het beramen eener andere op Surinamede oprichting, te Amster dam, van eene koloniale bank, eene Zuid- Afrikaansche handelmaatschappij, eene onder neming voor de kina- en eene voor de rameh- cultuur. Aan deze opflikkering van den ondernemingsgeest heeft de opening der uit muntende havenwerken van Batavia nieuw voedsel gegeven. Voegen wij daarbij de belang rijke uitbreiding van het tram en locaalspoor- wegnet in alle deelen des lands, het begin van telephoon-gemeenschap op verschillende punten, de toeneming van het verkeer op de spoorwegen, het verrijzen van panorama-ondernemingen en andere gelegenheden tot vertering, de opening der rijks-spaarbank, die weldra haar eerste millioen aan spaarpenningen te bewaren gpkregen zal hebben, en eindelijk de buiten gewone stijging van de opbrengst der belastingen, dan is het niet mogelijk tot eene andere slotsom dan toeneming der algemeene welvaart te geraken, ook al wordt daarin over het algemeen niet gedeeld door de landbouwers, die de in 't begin des jaars geopende vooruit zichten op een ruimen oogst voor een groot gedeelte gelogenstraft zagen. Een glimlach was gewoonlijk haar eenig ant woord op alles wat men tot haar zei, om het even of het een vraag, een bekentenis, een com pliment een berisping of een verwijt was. Onvriendelijke naijverige meisjes zooals Grace en Thekla, plachten wel eens te zeggen dat die manier van antwoorden op den duur eentonig werd; maar hoe kan zulk een glimlach eentonig worden, op zulk een gelaat en blijkbaar in het leven geroepen door een ongekend diep gevoel, dat uit een paar goddelijke oogen spreekt! »Ik heb zooveel geluk niet verdiend," zei Philip en kreeg weer een glimlach tot antwoord. En toen was de droom van gelukzaligheid uit. De trein hield stiler kwam leven, beweging, geroep, gepraat. Zjj voegden zich bij hunne vrien den en gingen door het station, de drukke verlichte straat in. Vervolgens kwam dat pro zaïsche voertuig, de omnibus weer, waarin het Philip gelukte naast Angela te gaan zitten. Toen zij half weg waren hoorde hij haar op zachten toon zeggen. Philip, verroer li niet! Doe alsof wij over niets bjjzonders spraken. Ik moet u iets zeggen." >Ja; ik luister. Wat is er?" »Ik heb liever niet dat gjj spreekt over het geen wij van avond verhandeld hebben. Gjj weet er is niets beslist, niets bepaald. Het zou mjj zoo ik weet niet makenik zou het niet kun nen uithouden als het beschouwd werd als een fait accompli »Ik zal precies doen wat gij verlangt en er Vatten wij het een en het ander samen, dan bestaat er geen reden om het oor te leenen aan eenzijdige klachten, die ons op een ver keerden weg zouden voeren tot bestrijding van kwalen, welke niet ingebeeld zijn, doch door de voorgestelde redmiddelen zeker niet genezen zouden worden.- Wij bedoelen daarmede de neiging, die zich in de laatste maanden ver toond heeft, om af te wijken van de beginse len van handelsvrijheid, welke voor ons land zulke goede vruchten gedragen hebben. Nog is het slechts eene minderheid van industrieelen, die heil ziet in eene bescherming der nijverheid, welke ons kleine land van het wereld-verkeer zou afsluiten, zonder binnen onze enge grenzen op den duur een gnnstigen toestand in stand te kunnen houden. Wij moeten trachten te voorkomen, dat die minder heid ooit meerderheid worde. Voor alsnog vindt de roep om bescherming beslisten tegen stand bij de regeering, welke nog vóór weinige weken haar onwankelbaar vertrouwen in de handelsvrijheid heeft uitgesproken bij monde vau den nieuwen minister van buitenlandsche zaken, die door zijn langdurig verblijf in Ber lijn, het middelpunt van het Europeesche pro tectie-systeem, de redenen aan beide zijden van nabij heeft kunnen overwegen. Slechts verhooging van de werkkracht der natie kan Nederland in staat stellen, in den wedstrijd der volken niet achteruit te raken. De schoolwet van 1878, met gematigdheid en overleg, doch vast en ernstig uitgevoerd, zal door verbetering van het volksonderwijs in 't algemeen krachtig daartoe medewerken. Daar nevens moet aan land- en tuin bouw-onderwijs, aan de opleiding der zeevarenden en hand werkslieden, aan het kunst-industrieel onder wijs, aan ontwikkeling van veeteelt en land bouw door tentoonstellingen enz., aan verbetering van het handelsverkeer de hand gehouden worden. Al deze hefboomen van weivaart en vooruitgang moeten door natie en regeering in beweging gebracht worden en zullen ons ver der brengen dan wettelijke bescherming. In deze richting hopen wij op 't einde van 1882 eenige goede stappen te mogen aanwijzen. Naar wij vernemen zal, op grond van de giste ren door ons gemelde informaliteiten, welke bjj het overbrengen van stembussen uit onder-kiesdis tricten op Walcheren en bjj het in ontvangst nemen daarvan te Middelburg, bij gelegenheid der verkiezing op den 3en Januari jl, begaan zijn, door eenige kiezers een protest tegen de verkie zing van den heer 't Hooft aan de tweede kamer worden ingediend. tegen niemand over spreken, teitejj gij het weiiseht maar Grace, gi) hebt er toch niet tegen dat Grace het weet?" »Neen, neen, Zeker, Grace moet het weten. Daar is niets aan te doen. Maar laat haar beloven dat zij het niet verder vertelt, Gjj kunt haar immers alles laten beloven." »Dat zal ik. Gjj kunt u op mij verlaten." »0, lieve kind! Wat ben ik moe en wat was het vervelendriep Angela uit en wierp zich op de canapé. »Draai het gas op, Mabel, en laat ik eens zien of mijn japon erg gekreukeld is, Die was bepaald veel te mooi voor zulk een tocht," Mabel gehoorzaamde in stilte. Angela stond weer op en bekeek haar japon zorgvuldig aan alle kanten. »Niet zoo erg als ik vreesde. Gelukkig zaten Philip en ik geheel alleen in een compartiment eerste klasse, en Philip en gij? Gij spreekt al heel fami liaar over hem, Angela.." »Zoo? Ik mag wel voorzichtig zjjn en ik hoop ook voorzichtig te zjjn; hjj is nog al onbe suisd en onhandig. Heb ik u niet gezegd dat hjj mjj van daag zou vragen? Ik heb mij in die dingen nog nooit bedrogen en dus van daag. ook niet. Hjj heeft mij gevraagd en als men hem hoort, zou men denken dat het een quaestie van leven en dood is." Heeft hij u gevraagd! En gij Angela, w&tj hebt gij gezegd?" i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1