BUITENLAND. De Gotthard-Tannel. Belgische brieven. I port nabij Plymouth gebouwd en deed als Engelach marine-schip vijf jaren dienst op de Westkust van Atrika. Iu 1875 werd zij gekocht door sir Allen Young, den Engelschen Poolreiziger, die er reizen mee deed naar Peelstraat en Smith- eund. Later ging zij over aan den heer Bennet, den eigenaar den NewYork-Herald, die het tot dien tijd Pandora genoemde schip, naar zijn zus ter, Jeannette noemde. Hij richtte het schip voor de Poolvaart in, voorzag het van proviand voor drie jaren en van een draagbaar, geheel met vilt gevoerd huis om desnoods op het ijs te zetten en erin te overwinteren. Het schip, dat voor 24 uren stoomen 8 ton kolen noodig had, kon 120 ton van deze brandstol bergen. De staf der bemanning, waaronder de dokter, de meteoroloog en zoöloog, telde 8 koppen, de verdora equipage 23, waarvan zeven Amtrikanen waren, vijl Duit- schers, een Engelschman, een Ier, vijl Noren, een Rumeen en drie Chineezen. Deze zonen van het Hemelsch Rijk waren de hofmeester, de kok en kajuitsjongen. In eene gevangenis te Berlijn heeft verleden week een gevangene zijn cel willea in brand steken, nadat hij zijne deur zoo had bevestigd, dst de ambtenaren die niet konden openmaken. Er schoot niets anders over dan door het kijkgat der deur een waterstraal naar bianen te spuiten. Evenals dikwerf mensohen die zieh willen verdrinken, was ook deze zelfmoordenaar bang voor nattigheid. Toen hij het water voelde ruimde hij snel de versperringen van de deur weg. Wij hebben bericht dat Karl Marx erg ziek was, maar kunnen dit gelukkig op goed gezag tegenspreken. De bekende socialist Liebknecht heeft aan Duitsche bladen medegedeeld dat het gerucht onjuist is. De keizer van Oostenrijk heeft bevolen dat het Burgtheater vier weken gesloten zal worden, om er de noodige veiligheidsmaatregelen aan te brengeD. The Athenaeum zal in zijn laatste nommer van dezen jaargang de gewone serie artikelen over de letterkunde in verschillende landen van Europa geven. Het overzicht der Nederlandsche letterkunde zal van de hand zijn van den heer E. van Campen. Er wordt aangekondigd dat de heer Henry Sntton, te B&llarat in Australië, eene nieuwe methode heeft gevonden om electriciteit op te hoopen, welke meer doel treft dan de cellen vau Faure en Planté. De samenstelling is nog Diet bekend. De „gouden bijl," welke koning Koffie van de Ashauti'a onlangs aan koningin Yictoria ten geschenke zond, is in het Sout-Kensiugton- Museum geplaatst. De bijl zelf is een driehoekig Btuk ijzer, waarschijnlijk uit een ouden stoomketel gesneden, en bevestigd in een plomp handvatsel vau eikenhout. Dit is overtrokken met tijgervel, van boven doortrokken met het bloed der slacht offers welke onder het wapen vielen. Aan de scheede hangt een voorwerp van gesmeed goud in den vorm eener mosselschelp, dat vrij aardig met graveerwerk versierd is. Binnen enkele dagen zal een nieuwe verkeers weg worden geopend, de vrucht van reuzenarbeid, en zal de locomotief weler door de ingewanden van een nieuwen berg snellen, spottende met den afstand en met de groote hinderpalen door de natuur aan het verkeer der menschen in den weg geplaatst. Evenals Frankrijk en westelijk Zwit serland door den Mont-Cenis heen eene snelle verbinding met Italië gevonden hebben, zal de Gotthard-spoorweg voor oostelijk Zwitserland en „Uw verlangen om mij van dienst te zijn doet u vergeten dat mijnheer Dag een afspraak heeft en het zou dus tijd verliezen zijn om naar hem toe te gaan; maar misschien kunt gij mij eveu goed helpen als mijnheer Dag, of liever als iedereen, behalve mijnbeer Dag. In alle geval zal ik er de proef van nemen. Kom mede." Philip volgde zijn chef naar zijn eigen kamer en daar las mijnheer Starkie den brief dien bij in de hand hield nog eens over. „Zult gij tegen niemand van de andere klerken spreken over de boodscuap die ik u van daag laat doen?-'' vroeg hij. „Stellig niet" antwooedde Philip en door stond moedig den blik der doordringende oogen die op hem gevestigd waren. „Wij zijn bezig een spoorweglijn in China te leggen, in een tamelijk afgelegen district. IJ.... is de haven. Het was voornamelijk door den Britschen consul te IJdat wij de zaak op touw gezet hebben, en droegen er de leiding van op aan Bywell. Gij herinnert u Bywell mis kien nog wel hij is een paar weken vóór .jn vertrek nog hier geweest „Ja ik herinner mij hem nog; ofschoon ik nooit met hem gesproken heb". „Wij moesten hen met een groote mucht beklee- den, daar hij Eugelsche en Iersche polderjon gens zoowel als inboorlingen onder zijne bevelen kreegen de volle beschikking over groote geld het gansche daarachter zieh uitstrekkende Dnitsch- land den kortsten weg geopend hebben naar de vruchtbare valleiën achter den hoogen rug der Alpen. In den aanvang van het nieuwe jaar zal de geregelde dienst door den tunnel worden geopend; doch al de voordeelen van den nieuwen weg zullen nog niet dadelijk in het oog springen, wijl de toegangswegen tot den tunnel van beide zijden eerst enkele maanden later voor den dienst bruik baar zullen zijn. Zoover de spoorweg thans zal geopend worden, zal men slechts 4J a 5 uren winnen op de gewone reisdoch zoodra de gan- scne lijn van Luzern tot Milaan zal kunnen ge bruikt worden, zal de verkorting van den weg minstens 26 uren bedragen. Toch is reeds in dezen winter de reis over het moeilijkste deel van den bergpas onnoodig geworden. Het heeft heel wat moeite gekost eer het zoo ver gekomen is, en sedert het eerste contract den löen October lö69 tusschen Zwitserland en Italië werd gesloten, heeft de voltooiing der plannen aan menig gevaar blootgestaan. Eerst trachtte het Fransche keizerrijk de onder neming tegen te houden. Wat het ermeê te maken had? Evenveel, denken wij, als met menige andere zaak, waarin het den nens stak. Do regeering van keizer Napoleon, die reeds de rol vermoedde, welke Duitschland in de plannen voor dezen spoorweg speelde, liet zich door het kamer lid Mouy interpelleeren, doch zonder gevolg. Spoedig daarna barstte de oorlog uit, en van toen af is van tegenwerking der Franschen geen sprake meer geweest. In 1871 trad Duitschland in de overeenkomst. In eene conferentie van deskundigen der drie belanghebbende staten waren de kosten van den spoorweg geraamd op 187 millioen franken en bad men de uitvoering mogelijk geacht, indien daarvan 85 millioen als renteloos voorschot wer den gegeven. Deze som werd bijeengebracht in de verhouding dat Italië als grootste belangheb bende 45 mil ioen, Zwitserland en Duitschland ieder 20 millioen beschikbaar stelden. Men rekeudo toen deu tunnel in negen jaren te knDnon bouwen. Feitelijk echter is er veel Korter aan gearbeid. Want toen de uitwerking der plannen leerde dat de raming der kosten veel te laag was geweest, werd het werk geruimen tijd gestaakt. Men kwam tot een deficit van 102 millioen volgens eene eerste berekening, van 74 millioen naar de meest zuinige begrooting. Er ontstond eene crisis, waarop de gansche onder neming dreigde schipbreuk te lijden. De vennoot schap die den spoorweg bouwde, kon slechts door verdere hulp van de drie stateu op de been worden gehouden. Er volgde toen een tijd van onder handelingen, van zoeken naar eene aannemelijke oplossing. Eerst streefde men naar bezuiniging, en deze vond men door het deels weglaten, deels wijzigen van de op ruime schaal ontworpen toe gangswegen naar den tunnel. Men kwam zoover dat eene vermeerdering van het renteloos voorschot met 28 millioen de zaak zou redden. Na veel praten en haspelen namen Duitschland en Italië ieder tien, Zwitserland nog acht millioen voor zijne rekening. Bij deze overeenkomst, die den 12en Maart i 876 tot stand kwam, bepaalde men dat de gansche arbeid den laatsten September 1881 zon moeten voltooid zijn. Toen de volksvertegenwoordiging in de drie landen in Zwitserland niet zonder vele be zwaren hare toestemming had gegeven, werd de Gotthard-maatscbappij op nieuwe grondslagen gevestigd men toog met inspanning aan tien arbeid en mag nu de groote uitkomst met reden roemen. Nog enkele dagen, en tie Gotthard- spooiweg is geopend. Aan de Zwitsirsche zijde vangt de spoorweg aan bij Immensee aan het Zuger-meer, waar de Zwitsersche Noordoost- eu de Aargauer Zuider- lijnen zich aan den Gotthard-weg aansluiten. sommen. Gij kunt begrijpen dat het een zeer gewichtige post voor hem was." „Zeker mijnheer." „Nu, ik behoef niet in bijzonderheden te treden maar om ter zake te komenik heb alle reden om te wenschen iets meer aangaande dion Bywell te vernemen. Wij kregen de beste inlichtingen over hem van Blake en Robinson, waar hij een jaar geweest was. Als reden voor zijn vertrek gaf bij op, dat zij genoodzaakt waren het aantal hunner bedienden te verminderen en daar zij later bankroet gemaakt hebben, is dat vrij waaischijulijk. Maar als het mogelijk is, moet ik meer van hem weten; ofschoon mijnheer Grey niets kwaads vermoedt: „maar" voegde hij er ongeduldig bij, „die zal nergens kwaad vermoeden, voordat hij goed en wei getrouwd is met Lady Elisabeth Preston." Philip moest onwillekeurig glimlachen en boog het hoofd om dien glimlach te verbergen. Mijnheer Siarkie vervolgde «Mijnheer Blake, een der leden van de firma bij wie Bywell geweest is, woont nu op een zeer kleinen voet ergens buiten Edgeton, geloof ik. Gij moest hem eens gaan opzoeken en zooveel moge lijk zien te weten te komen waar Bywell van daan komt, wie hem aan Blake gerecommandeerd beeft eu welk soort van mensch hij is. Maar gij moogt toch niets laten merken, begrijpt gij? „Volkomen. Verlangt gij dat ik terstond ga Vandaar loopt de weg door het dal der Reuss, de woeste bergkloof, black and deep As if, in sotae convulsive spasm, The summits of the hills had cracked, doorsnijdt het hoogste deel van den berg in den tunnelen eindigt aan deltaliaansche zijde te Pino, waar de aansluiting der Italiaansche lijnen zich nog eenige maanden zal laten wachten. Het drieledig doel der grootsche onderneming werd eens door dr. Wanner, een der Zwitsersche deskundigen, aangegeven als: vooreerst de ver meerdering van het verkeer tnsBchen Duitschland, Zwitserland en Italië in het algemeen; ten tweede ontwikkeling der Italiaansche handeisscheepvaart door de opening van een nieuwen uitweg voor den aanvoer in de havens, en ten slotte de reebt- streeksche verbinding der Duitsche industrie met de Middellandsche Zei. De opening van zulk een verkeersweg kan groote veranderingen teweeg brengen. Zoo zal, om slechts éen sprekend voor. beeld te noemen, Italië, dat zQne 100.000 ton ijzer, waaraan het behoefte heett, nu bijna uit sluitend uit Engeland trekt, met goed gevolg na het openen van den spoorweg, het Rgn-Pruisiseh en Belgisch ijzer met het Engelsohe kunnen laten concurreeren. Of, zooais sommige in hooger sfeeren zwevende publicisten voorspellen, deze spoorweg de volken van Italië en Duitschland nader tot elkander zal brengen eu de grondslagen voor hechte vriendschap tusschen hen leggen, komt ons aan twijfel onderhevig voor. Het wegvallen der af standen door de wonderbaariyke uitbreiding dei middelen vanverkeer heeft nog geene zoodanige verbroedering onder de volken veroorzaakt. En al was dat zoo, dan zon men in die spoorwegen nog geen teeken des vredes mogen zien, wijl niet de volken beslissen over vrede en oorlog en met hunne sympathieën in dat opzicht dikwerf weinig rekening wordt gehouden. Maar het doorboren van den Aipenreus heeft voor de tijdgenooten toch eene groote beteekeuis. Het is wederom een sprekeud beeld van de hooge macht van den menscbelijken geest, die telkens nieuwe natuurkrachten in zijnen dienst neemt en, machtig door die hulptroepen, de beletselen welke de natuur hem in den weg legde, onschadelijk maakt. Zulk een feit bevestigt de weldadige overtuiging dat de grens vau het meuschehjk kunnen nog lang niet is bereikt en dat het men- schelijk geslacht zich in eene phase van voort- dnreude verstandelijke ontwikkeling bevindt. Nadenken over zulke feiten doet in de maat- schappjj der menschen het ontwikkelend besef van eigen kracht geboren worden, en op dien weg iigt zeker in een ver verschiet zoowel de verbroedering der volken als de triomf van het vrije, aan geene ketenen gebonden onderzoek van alie zaken. Eer echter het menschelijk geslacht die rust punten op zijn weg beeft bereikt, zal nog menige kloof moeten worden gedempt, nog menige tunnel geboord. Brussel, 23 December 1881. De kamer is heden uiteengegaan onder den indrnk van een zeer betreurenswaardig tooneel op den laatsten dag harer zittingen. Drie dagen geleden bad een debat plaats over eene interpellatie van een lid der rechterzijde, naar aanleiding eener maniieatatie der gemeente-overheid te Grammont, waarover eeue gerechtelijke instructie is ingesteld. In dit debat ontstond eene persoon lijke woordenwisseling tusschen de heeren Core- mans, clericaal afgevaardigde van Antwerpen, en Olin, het liberale lid voor Nivelles. Deze laatste had eene toespeling gemaakt op zekere aanraking met de rechterlijke macht, die tot ingetogen „Ja, hoe eerder hoe liever. Gij begrijpt in welk een verlegenheid wij zullen zijo als het misloopt met die menschen, die zoo moeielijk zijn om mee om te gaan. Ik wil die zaak zoo spoedig mogelijk in orde hebben," zei mijnheer Starkie, die er knorrig en bezorgd uit zag. „Waarom vraagt gij of het terstond moet?" „Als het na vijven kon begon Philip. „Na vijven? Eenige uren verlies! Bespot telijk 1 zei bij boos. „Wat belet u om nu te gaan „Ik moet om half vijf mijn zuster afhalen, een jong meisje, dat nooit te voren hier in de stad is geweest, anders niet. Ik zon er liever niet van gesproken hebben", voegde Philip er verontschul digend bij, „maar ik kan niet anders." Het denkbeeld van dien tocht lachte hem inderdaad zeer toe en het speet hem het te moeten opgeven, terwijl hij tevens verbaasd was dat de chef hem zulke bijzonderheden toevertrouwde. „Ik zou alles willen doen om u van dienst te zijn, maar mijn moeder zou het mij nooit vergeven als ik Grace in den steek liet „Heel juist", zei mijnbeer Starkie weer ge heel bedaard. „Stel u gerustik zal zelf uw zuster gaan afhalen en maak gij zoo spoedig mogelijk dat gij weg komt." „Gij mijnheer?" bracht de verbaasde Philip uit. „Ik kon niet denken „Stilwas het ongeduldig antwoord. heid moest aansporen. De heer Coremans, wien( de scnoen paste, heeft deze beleediging beant-l woord en den heer Okn een Fransohman en een >1 lafaard genoemd, waarop Olin met de verplette rende woorden antwoordde„Ik heb u voor de correctioueele rechtbank zieu zitten met het gelaat in de handen verborgen, terwijl zelfs uw advcoaat u in den steek liet." Men begrijpt welk eene sensatie door dien uitval werd teweeggebracht. Onmiddellijk na de zitting liet de president de beide partijen, ieder met een paar vrienden, in zijn kabinet komen, en na lange besprekingen, die den volgenden dag nog werden voortgezet, nam de president op zich om het incident te schrappen ui de officieele verslagen. Gisteren werd een door de vier vrienden geteekend procesverbaal in dezen ziu in de kamer voorgelezen, eu de heer Pirmez noemde het gelukkig dat deze zaak, in plaats van in een duel, eindigde in eene soort scheids rechterlijke uitspraak. Doch hij had gerekend buiten de rechtmatige verstoordheid vau den heer Olin, die heden in den aanvang der zitting eene verklaring voorlas, waarin hij zeide verbaasd te zijn dat in zijne afwezigheid een procesverbaal was voorgelezen, van welks inhoud hij geen kennis droeg. Zelfs wist hij niet dat er eene oplossing was gevonden „Dit proees-verbaal, zegt hij verder, sohijnt eene scheidsrechterlijke uitspraak te be vatten, aan welke de partgen zieh moeten onder werpen. Mijne beide vrienden schenen dat als de strekking van hun mandaat beschouwd te hebben. Ik had hun volmacht gegeven om te doen wat zij in het gegeven geval noodig achtten en dit heeft hen geleid tot de meening dat zij deel uit Konden makeu vau eene rechtbank, welke over het geschil uitspraak zou kuuneu doen. Zg hadden de beBte voornemens, maar mijne waardigheid gebiedt mg een anderen weg in te s aan. Ik ben aan do kamer eenige verklaring verschuldigd aangaande de beteekeuis van het officieel verslag van het voorgevallene. De president heelt gisteren reeds gezegd oat hg het is, die met verzoenende oogmerken, het verslag heeft gewijzigd, maar ik moet daar bijvoegen dat het opzettelijk is over eengekomen dat deze vorm van openbaarheid slechts voorloopig zou zijn, en dat dadelijk rnadat in de kamer het incident was gesloten, een definitief verslag het licht zou zien. Tweemalen heb ik daarop bg mijne getuigen aangedrongen, eu slechts twee uren vóór de zitting van gisteren stelde ik dat nog als voorwaarde voor iedere schikking. Men heeft die voorwaarde niet willen vervuilen, en wat de heer president beslist heelt dat in het verslag zal blijven staan, krijgt door den wil onzer scheidsrechters eene andere beteekeuis dan met mijne bedoeling strookt. Deze positie kan ik niet aannemen; mijne eer verbiedt dat ik mg by deze oplossing neerleg. Dit wilde ik voor de kamer verklaren." Zoo sprak de heer Olin, de strijdlustige, en hij koos nieuwe getuigen. De heeren Scailquin en een kapitein der Guides zulleu zijn gevecht met den heer Coremans moeten voorbereiden, die nog geene nieuwe getuigen heeft en het daarom met de oude doet. Niettegenstaande dit zwaardgekletter vond de kamer nog de bedaardheid om de begrooting van justitie en eeredienst aan te uemen, nadat by zitten en opstaan het amendement van de com missie van rapporteurs was verworpen, strekkende om het crediet voor de bezoldiging der kanun niken te schrappen. De quaestie komt echter nogmaals aan de orde. De heer Bara beloofde in den loop van dit zit tingjaar een rapport aangaande den toestand der Belgische geesteigkheid. Als de heeren Oiin en Coremans elkander dau niet wreedaardigigk ver moord hebben, knnnen ze Dieuwe stof vinuen om elkander uit te Bohelden. „Verspil niet meer tijd met praten. Ik kan zelf piet op informaties uitgaan, dat zou achterdocht wekken. Als ik de boodschap vau Grey had kunnen doen, zon ik het gaarne gedaan hebben; maar daar zou Lady Elisabeth niet tevreden mee geweest zijn. Maar daar het uw zuster is en niet uw aanstaande, die afgehaald moet worden, is dit gemakkelijk te vinden. Aan welk station komt zij aan en hoe ziet zg er uit „Zij komt aan het station van de ParryStraat aan, met den trein van Yorken sy lijkt men zegt dat zg op mij lijkt." „Heel goed. Half vijf, zegt ge Ik zal er voor zorgen. En nu geen tgd meer verloren. Vaarwel 1 „Moet ik u bericht zenden?" „0, ja 1 Als gij vau avond terugkomt moet ik u verzoeken morgen naar mijn buiten te komen om mij de uitkomst te zeggen. Op welk uur ook." Wordt vervolgd.) GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 6