N«. 300.
121® Jaargang!
Woensdag
21 December.
Gemengde .Berichten.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
AdvertentiSn: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 20 December.
IFBTJII-LJBXCXISr.
EEN VERWOEST LEVEN
I
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
IIRGSC
De commissie benoemd voor het afnemen alhier
van de examens van apothekers-bediende, heeft
heden aan drie caudidaten de akte van bevoegd
heid uitgereikt, zijnde de heeren P. C. de Vletter,
geboren te Rotterdam en wonende te 's Hertogen
bosch, J. Leemkoel, geboren te Harlingen en
wonende te 's Hertogenbosch, en W. Nieuwstad,
geboren en wonende te Beets. Een candidaat
trok zich tijdens het examen terug. Het examen
duurt voort.
Volgens de N. B. Ct. zijn aan de door gedepu
teerde staten van Zeeland benoemde opzichters
bij den provincialen waterstaatsdienst de volgende
standplaatsen aangewezende opzichters le ki.
J. Mulder, BreskensP. W. Waltmau, Wissen-
kerke; L. R. Plasschaert, Middelburg en J. Dor-
maar, St. Maartensdijk de opzichters 2e kl. M.
Eijke, Ter Neuzen; F. Sturm, Goes en L. M.
van der Made, Zierikzee.
Opgave van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden tloor het postkantoor Middel
burg gedurende de eerste helft der maand Nov.
1881.
Mej. J. Averborst, Amsterdam Beukenhouts-
koolfabriek, Amsterdam.
Brief kaartmej. A. de Bree, 's Gravenhage.
Vllsslngen, 19 December. Betreffende de
ontworpen duinwaterleiding voor deze gemeente»
vernemen wij dat sedert een paar maanden in
de duinen proeven genomen worden om de beste
plaats te bepalen waar tiet drinkwater zuiver en
in voldoende hoeveelüeid gevonden wordt, om
het van daar stadwaarts te voeren.
Na de noodige opmeting en waterpassing, heeft
men in de duimn, op de hoogte van het
hof Valkenisse, aan deze zijde van Zoutelaude,
eenige putten gegraven en daarbij een loco
mobiel geplaatst, die eene pomp in beweging
breLgt, waarmede aanhoudend gepompt wordt om
de hoeveel- en hoedanigheid van het water te
onderzoeken. Daar de uitkomsten tot hiertoe nog
niet volkomen aan de verwachting beantwoorden,
worden de proefnemingen voortgezet.
Vllssingen, 20 Dec. De gisteren gemelde
brik is door een visscher uit Ostende vóór de
Wielingen door het volk verlaten gevonden, en
door eene sleepboot hier binnen gebracht. Het is
de Alfredmet steenkolen geladen en lek, ofschoon
met pumpen gemakkelijk boven te houden.
Een ambtenaar van de rijks-belasting en viel
gisteien, door de duisternis misleid, boven van de
door
JESSIE EOTHERGILL.
HOOFDSTUK I.
De Laurensstraat.
In het noorden van Engeland ligt zekere groote
stad, die ik Irkford zal noemen. Ofschoon verre
van een tweede Londen, draagt zij toch den
stempel eener wereldstad, hetgeen haar onder
scheidt van alle andere provinciesteden. Zij is in
de eerste plaats een groote fabriekstad, doch
talrijke andere handelstakken hebben kooplieden
van allerlei aard en van alle natiën daarheen
gevoerd; zoodat men er dagelijks, 'tzjj in de
straten of langs de uitgestrekte boulevards Joden,
Turken, ongeloovigen en ketters kan ontmoeten.
Grieken ook en Franschen en een menigte Duit*
schers, ja het zou moeilijk zijn een natie te
bedenken die niet een paar zielen had bijgedragen
tot de bevolking van deze groote, drukke stad.
Natuurlijk leven in zulk een middelpunt van
handel en welvaart mensclien van allerlei atan-
jlen, in weelde of in armoede, al naar gelang
groote zeesluis alhier in 't water, doch werd door
de in de nabijheid zijnde roeiers van het Ned.
loodswezen gelukkig gered.
Breskens, 19 December. Gisteren zette
de Franscbe vischlogger Galopergezagvoerder
B. Huret, van Duinkerken, bij harden westen
wind en vallend water, het alhier op de haven»
waarbij het schip tegen den oosthavendam sloeg'
Bij den opkomenden vloed werd het later binnen
gehaald.
De acht opvarenden hadden gedurende den
laatsten storm vele gevaren en ongemakken door
staan. De sloep werd door een stortzee tegen
het dek verbrijzeld, waarbij twee man over boord
sloegen, die echter gelukkig gered konden worden.
Een tweede stortzee sloeg den boegspriet stuk.
Voorts is het schip zwaar lek geworden en heeft
het veel schade aan zeilen en tuig bekomen.
Men is begonnen de schade en lekken te
herstellen.
Tegenover den heer Oppedijk, die van oudsher
candidaat der antirevolutionairen is in het hoofd
kiesdistrict Sneek, wordt van liberale zijde ge
steld de heer A. Buma, lid der prov. staten van
Friesland, te Hindelopen.
In de vergadering der afdeeling Wijmbritsera-
deel van het kiesdistrict, is echter tot candidaat
verkozen jhr. Van Swinderen van Rijn. Met drang
van redenen werd door sommigen de caudidatuur
van mr. A. Kerdijk te Amsterdam aanbevolen,
doch de meerderheid was van oordeel, dat de
anti-revolutionairen eene zóo geduchte en aaneen-
geslotene partij zullen uitmaken ter verkiezing
van hunnen candidaat, dat men aan jhr. Van
Swinderen om meer eenparigheid van stemmen bij
de liberalen de voorkeur moet geven.
Het behoud van het district Sneek voor de
liberale partij staat op het spel, en in het belang
daarvan is voor ditmaal weder de candidatuur
Kerdijk opgeofferd.
Indien jhr. v. Swinderen niet kan besluiten, bij
eveutueele verkiezing, tot de 2e kamer terug te
keeren, die hij, als afgevaardigde van Dokkum,
voor het lidmaatschap der le kamer verlaten heeft,
dan zullen er velen zijn, die aan niemand liever
hunne staatsburgerlijke belangen willen opdragen
dan aan mr. Kerdijü. Maar zooals voorloopig de
toestand is, heeft men gezegd, moet men het
beste lateu varen, om in den strijd het goede
niet te verliezen.
Tegen de verkiezing van den heer Van Heec-
keren van Keil zyn bij de tweede kamer eenige
bezwaarschriften ingekomen op grond dat in een
der busseu een biljet te veel, een der bijgevoegde
stemlijsten niet onderteekend en op zeven stem
briefjes een zegel vergeten was. Deze laatsten
zijn duor het stembureau van onwaarde verklaard
en op zijde gelegd.
hunner bekwaamheden of omstandighedenvan
den handelsvorst met zijn huis als een paleis»
langs al de graden van kapitalisten, deelgenooten'
klerken en bedienden, tot de handwerkslieden'
ambachtslieden, „leegluopers en vagebonden," in
allerlei zaken en beroepen, goede, slechte, middel
matige. In een groote stad is plaats voor
eenige van die allen en men vindt ze er allen;
de hoogsten en laagsten stouten elkaar in de
drukke straten vaak met de ellebogenmaar
en dat is een der eigenaardigheden der bevolking
van irkford allen, zoowel de geldvorst boven
aan de ladder, als de bedelaar onderaan, hebben
het zoo druk, dat zij in honderd jaar nauwelijks
met hunne bezigheden schijnen te zullen klaar
komen. Zij hebben het veel te druk om te zien
wien zij tegen het lyf loopen, te drua naar het
schijnt om een vriend aan te spreken, waut
wanneer gij u de moeite wilt geven en uw kost
baren tijd verspillen om een ontmoeting tusschen
twee kennissen te Irkford gade te slaan, zult gij
meestal zien dat zij tegen elkaar aanstuiven,
elkaar met een Boort van schrik herkennen,
schielijk beginnen te praten, beide te gelijk en
hoe langer hoe verder van elkaar afwijkende,
totdat ten laatste de elkaar toegestoken handen
losglijdende vingertoppen van den een raken
nog even de vingertoppen van den ander aan en
met een knikje, mompelen zij op een verstrooiden
toon; „Morgen 1" terwijl met verdubbelden spoed,
Een smartelijke indruk is teweeg gebracht door
het bericht van het plotseling overlijden te Che-
ribou van den kapitein ter zee C. J. Smith,
kommandant van Zr. Ms. ramtorenschip Koning
der Nederlanden. Een der bekwaamste officieren
der zeemacht is aan den lande ontvallen, een man
die, door rijpe ondervinding, onkreukbare trouw,
degelijke beoelening van het zeewezen en stipte
opvolging van zijn dienstplicht, zich een naam
heeft verworven, die bij het korps zeeofficieren
met eer genoemd werd en door de vruchten van
zijn geest daarbij zal blijven voortleven. In het
bijzonder maakte kolonel Smith een studie
van onze kustverdediging en meermalen hield hij
over dit onderwerp openbare lezingen, o. a, in de
Vereen, tot bev. der Krijgswetenschap.
Op zijn reizen legde de overledene er zich bij
zonder op toe, de landen en volken die hij bezocht
te leeren kennen. Met groot gemak sprak hij 9
levende talen en was vooral op de hoogte van de
inrichting van het zeewezen in den vreemde.
Zeker was voor dezen zeeofficier nog een schoone
toekomst weggelegd, toen de dood hem in de
volle kracht zijns levens wegrukte. Dbl
De Hollandsch-Duitsche opvoering van Otliello
te Amsterdam, met Bamay in de titelrol, waar
van wij gisteren melding maakten, geschiedt ten
voordeele van de slachtoffers van den schouw
burg-brand te Weenen.
Dat maakt de zonde tegen den goeden smaak
wat minder erg. Even als aan watersnood-poëeten
veel vergeven wordt, kan men er desnoods vrede
mede hebben, dat voor een menschlievend doel een
Eiigeisch drama op een Nederiandach tooneel
polyglottisch opgevoerd wordt.
De audiënties van de ministers van financiën,
oordog en waterstaat zullen aanstaanden Donderdag
niet plaats hebben.
De St. Ct. bevat de wetten tot bekrachtiging
van provinciale heffingen in Groningen, Noord.
Brabant en Gelderland; voorts de wet tot wij
ziging vau het IX hooldstuk der staatsbegrooting
voor 1880 en die tot aanvulling en verhooging
van het IX hooldstuk der staatsbegrooting voor
1881.
Men leest in het overzicht van het Alg. Dagblad
van Ned.-Indië
Uit Atjeh blij ven de berichten gunstig. Het
officieel verslag noemt den toestand op Groot-
Atjeti over het algemeen zeer bevredigend en een
feit is het, dat nog bij geen enkelen aanval, als men
het gebeurde bij Auagaloeng twee a drte maanden
geleden uitzondert, de maraudeurs materieel
voordeel behaald hebben.
De Palembangsche samenzweerders zijn ver
bannen of zullen worden verbannen. Zij maken
ieder zijns weegs gaat, als berouwde hem de
anderhalve minuut, welke hij met dit praatje
verspeeld heeft.
Zulke dingen hebben gedurende de werk
uren plaats. Nadat echter de fabrieken het werk
gestaakt hebben, als de winkels gesloten eu de
straten wat minder vol zijn, dan schijnt het dat
Irkford, jong en oud, rijk en arm, tijd over heeft
voor vermaken, ontspanning, en rust.
De stad is aan alle kanten door voorsteden
omringd. Er zijn enkele buurten met prachtige
huizen, die een eind van den weg afstaan en
waar alleen rijke lui wonen. Er is een voorstad
van den tweeden rang, waarvan de bewoners vrij
welgesteld mogen zijn, maar door niemand van
te veel weelde beschuldigd kunnen worden. Er
zijn er echter nog meer die iemand, die er door
heen wandelt of rijdt, weemoedig maken zoo
tindeloos en eentonig zijn die lange straten, zoo
precies eender die onafzienbare rijen van kleine
huidjes. Zoo akelig eender zyn de orgeldraaier en
de man met de piano op een wagentjede blinde
bedelaar met zijn houd; de „zeer arme doch
hoogst fatsoenlijke" zangers, die hunne melanko*
lieke geestelijke liederen, of nog akeliger klin
kende chansons cotnique uitgalmen. Er zijn zoo
veel van die stratenzij zijn zoo lang, zoo een
tonig, 's zomers zoo heet, en zoo akelig kond en
somber in den winter} elk klein huisje iu elke
nge rij is zoo overbevolkt en volgepropt met
een zeer rustigen indruk en weten zelfs bij som«
migen, die hen gezien hebben, twijfel op te wekken
aan hun schuld en aan 't ernstige van het Pa
lembangsche complot.
Het toegezegde vergaan van de wereld op 12
Nov. heeft men in Indie weinig herdacht. Enkele
inlanders en half-Europeanen zijn in afwachting,
netjes aangekleed voor de plechtigheid, dien nacht
wat later dan gewoonlijk naar bed gegaan. Als
een toppunt van goede bedoeling kan een brief
gelden van een sinjo, groot harmonica-speler, die
van zijn vroegeren chef nit Holland een prachtig
instrument ten geschenke gekregen hebbende, in
zvin bedankbrief den wensch uitsprak, dat, mocht
werkelijk op 12 Nov. de wereld vergaan, God
Neder'and mocht sparen.
burgemeesters. Op verzoek eervol ontslag
verleend als burgemeester van PrinoeDhage aan
A. Wermenbol.
belastihges. Benoemd tot ontv. der dir. bel.
euz. te Zweeloo c. a. H. C. Berger, commies-verif.
le kat. voor den activen dienst der dir. bel. enz.
te Gennep, tot ontvanger te Beilen c. a. M. P.
Raech, commies-verit. 2e kat. voor den activen
dienst der dir. bel. enz. te Oldeuzaaltot ontv.
te Boreulo c. a. M. J. Römer, ontv. te Rijp c. a.
en tot ontv. te Domburg c. a. jhr. S. Trip, ontv.
te Stavoren e. a.
leger. Overgeplaatst in zyn rang bij het wapen
der inf. hier te lande de le luit. R. A. Jackson,
vau het wapen der inf. van tiet leger in Ned.-Indië,
onder bepaling dat hy tot 1 Jan. 1884 bij laatst-;
gemeld leger zal gedetacheerd blijven.
Benoemd tot onderwijzeres aan de openbare
lagere school te Cortgene mej. J. H. Bal, te Sluis.
De heer J. P. Nonhebei werd Zondag ochtend
in de Groote Kerk te Dordrecht bevestigd door
zijn broeder den heer J. C. K. Nonhebei uit
Vlaardiugen, terwijl hy des avonds zijne intree
rede hield.
De heer M. Bazelmans, gedurende ruim 46
jareu pastoor te Baardwijk, werd 18 December
1821, dus thans 60 jaren geleden, te Mechelen tot
priester gewijd. Dit feest werd Zondag jl. in zijne
parochie gevierd.
Iu den nacht van Zaterdag op Zondag is doof
de poiitie alhier pioces-verbaal opgemaakt tegen
kinderen en de kar van den groenteman rijdt ef
zoo vreeselijk geregeld door, dat men zich moet
verbazen hoe de bewoners het er uithouden.
Ik breng u in eeu straat van den tweeden rang,
een straat met huizen waarin men zou denken
dat gelukkige menschen moesten wonen, wijl zij,
zooais iu het eerste aardrijkskundige leerboekje
staat, „niet zeer rija en niet bijzonder arm zyn"
het is zeker de straat der middelklasse. Zij heette
de Lanrensstraat, was tamelijk lang en bezat het
voori echt van in het midden een bocht te maken.
De huizen die voor die bocht stonden waren kleiner
dan die welke er voorbij lagen. Dat boveneinde
van de Laurenstraat genoot allerlei voorrechten,
onder anderen ook dat van een rij kastanje*
Doornen aan wêerszyuen van den weg, die in den
tyd waarvan ik spreken wil juist een bekoorlijk
groen waas begonnen te vertoonen. Het was in
het uegiu van Meide knopjes en blaadjes waren
nog te jong om bezoedeld te zijn met het stof
dat door ue voorbijgaande karren en omnibussen
opgejaagd werd. Die bezoedeling zou spoedig
genoeg komen, maar nu was het groen nog zóo
irisch, alsof het in plaats van in een druxke
straat, midden in een bosch stond. Achter die
hoornen bevonden zich natuurlijk aan iederen kant
van de straat een ry huizen. Zij waren van mid
delmatige grootte, met gepleisterde gevels, die
sedert lang een vaal grijzen tint hadden aange
nomen. Men kon zien dat zij licht eu