N« 288. 124® Jaargang! 1881. W oensdag 7 December. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb A Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich en*. Middelburg, 6 December. COURANT. Het Handelsblad schrijft over een gisteren door de tweede kamer genomen besluit »De tweede kamer heeft heden met groote meerderheid het kleingeestig besluit genomen, om wegens allerlei gezochte redenen niet op de begrooting te brengen een toelage van 1600 voor haren afgetreden griffier, ten einde dien 80jarigen ambtenaar, die bij de vijftig dienst jaren telt, zijn vol traktement te verzekeren. In plaats van op gracieuse wijze, wat zulk een onderscheiding aangenaam en aannemelijk maakt en wat heel het land zou hebben toegejuicht, met algemeene stemmen een buitengewoon blijk van waardeering te geven aan een hoogst verdienstelijk man, wat tot niets bond, beeft zij aan allerlei haarkloverijen gehoor gegeven Het prestige der kamer zal er énorm door winnen I" Wij zijn het met deze beschouwing niet eens. De kamer heeft, naar onze meening, eene moedige en verstandige daad gepleegd, door het voorstel der heeren Van der Linden, Blnssé, Heydenryck, Schimmelpenninck van der Oye en Roëll met Al tegen 18 stemmen te verwerpen. Moedig, omdat het moeite moet gekost hebben aan menig kamerlid, die door veel. jarige samenwerking en vriendschapsbanden met den heer Veegens verbonden was, hem dit blijk van waardeering te ontzeggen. Verstandig, omdat de kamer, die den zedelijken moed bezitten moet, om in 't belang van 's lands financiën, ten nadeele van verdienstelijke en hulpbehoevende personen somtijds kleine poBtjes op de staatsbegrooting te schrappen, haar aanzien onherstelbaar ondermijnd zou hebben, wanneer zij haar eigen dienaar en den persoon lijken vriend van de meeste harer leden zulk eene financieele tegemoetkoming uit 's lands kas ge schonken bad. Op de verdiensten van den heer Veegens als penvoerder der kamer kunnen wij natuurlijk niets afdingen maar hij is daarvoor beloond door tot op een leeftijd, waarop het aan geen ander lands- ambtenaar vergund is in functie te blijven, te mogen doorwerken. Ook aan onderscheidingen en andere eerbetooningen heeft het hem niet ontbroken. Tegenover de natie in 't algemeen, buiten zijne ambts-werkzaamheid, zijn ons van den heer Vee gens geen bijzondere verdiensten bekend. Nu eindelijk, op zijn eigen verlangen, de tijd van rust voor den 80jarigen grijsaard aangebroken is, schijnt er geen reden te bestaan om voor hem het rijks-pensioen van f 3414, dat aan secreta rissen-generaal der ministeriën en andere hooge en verdienstelgke ambtenaren van zijn rang, op veel jonger leef tijd wordt toegewezen, niet vol doende te achten. De toestand van 's lands financiën is, naar de bekentenis van alle kamerleden zonder onderscheid, \tï uÊtkal nan .dm audm laoda* Vit het Deensch van HOLGEJEt DRACHMANK Bus kropen Sören en Jens weer naar binnen. Maar nu Sören eens zijne ledematen rechtuit ge stoken had, kon hij zijn vroegere houding, dwars over de binten met de spijkers tot hoofdkussen, niet meer aannemen. Hij ging liever weer naar het halfdek en stond den heelen nacht met de beenen in het water. Ik zelf bleef in elkaar gedoken zitten, waar ik was. Ik voelde dat ik, als ik nu opstond, die houding niet meer zou kunnen aannemen als het noodig wa». Want ik was zoo beursch als een winterappel in het voorjaar. Zoo verging ook die nacht. Maar nu vroegen wij elkaar niet meer waar wij aan dachten. Alleen Jens begon tegen den morgenstond een weinig wartaal te praten, alsof hij in den slaap sprak, over zjjn familie. Hij beweerde dat hij het geschreeuw van een j,Peter Andera" (een trekeendvogel) gehoord had pn dat bad hem op die gedachten gebracht. zorgeischend. Nieuwe lasten moeten daar voor op het volk gelegd worden. Onder znlke omstandigheden geeft men uit de schatkist geen geschenken uit vriendschap, hoe wèl geplaatst die overigens moge zijn. Eene andere vraag is het, of het gebeurde een gunstig denkbeeld geeft van de wijze, waarop dergelijke zaken in onze tweede kamer behandeld worden. Ons dnnkt, naarmate de achting grooter was, die men den persoon toedroeg wien het be treft, zou men zorgvuldiger hebben moeten waken dat een loop van zaken, als nu voorgekomen is die den heet' Veegens onaangenaam moet aandoen onmogelijk ware geweest. Zulk een voorstel had thuis gehouden, of éenparig, zonder woordenstrijd, aangenomen moeten worden. Dat een dezer twee mogelijkheden niet geschied is, heeft de kamer tegenover haar eerwaardigen ambtenaar en vriend te verantwoorden. Het is in ons land de gewoonte om luide over de duurte van het ministerie van oorlog te klagen; maar tevens den draak te steken met iedere po ging van den minister of zijne ambtenaren om zuinigheid te betrachten. Zoo begint nu weder in 't Nieuws van den Dag een ironisch bericht over eene aanschrijving, tot beperking van het verbruik van rood band voor de verpakking der patronen, zijne rondreis door, naar wij voorzien, alle bladen. Wil men echter zuinigheid, dan dient zij door den minister bevolen en door zijne ambtenaren be tracht te worden. Aangezien nu hun administra tief toezicht niet alleen over groote dingen, maar ook over kleinigheden loopt, moeten zg natuur lijk ook soms aanmerkingen maken op kleine zaken. Men kan daarmede zeer wel den spot drijven, doch legt op die wijze slechts onkunde of gebrek aan nadenken aan den dag. Het Spaansche barkschip Agustina, dat bij den storm van den 14en October jl. in de nabijheid van Borssele gestrand en dezer dagen bij publieke veiling door de heeren Van der Bent c. s. alhier gekocht is, werd, nadat de lading was geborgen, gisteren met goed gevolg afgebracht. Naar hier gesleept, met het doel het in het droge dok de noodige herstellingen te doen ondergaan, schijnt het vaartuig weder lek te zijn geworden en is het heden morgen in het kanaal door vValcheren, nabij deze gemeente, op den wal geloopen. Heden werden pogingen aangewend om het schip, dat gedeeltelijk op zij ligt en met den voorsteven op de steenglooiing zit, terwijl het achterdeel vlot is, leeg te pompen, om daarna te beproeven het te lichten. Heden middag waren die pogingen nog met geen goeden uitslag bekroond. Dank zg de diepte en de groote breedte van het kanaal is de scheepvaart echter niet gestremd. Wijl eene dergelijke „schipbreuk in de haven" Kort daarna riep kg„Het water stijgt, nu zinkt de schuit!" „Dat is een leugen!" zei Sören, greep een plank, die in de kajuit dreef en stak die achteruit onder het wrak. Hij zag toen dat de zee nog lichtte en dat het dus nog nacht was en zoo konden wij nagaan dat wij met laagwater gestrand waren en dat het dus het water was dat steeg en niet de schuit die zonk. Wij riepen nu allemaal zoo hard als wij konden om hulp, maar er kwam geen antwoord. Toen zei Sören Kappelborg, die half platgedrukt werd en buitendien door de spijkers zoo gewond en gesohrampt was dat al zijne ledematen hem pijn deden dat bij het niet langer meer kon uithouden. Nu moest het buigen of barsten, maar hij wilde beproeven om eruit te komen zoolang hij er de kracht nog toe had. Ik vroeg of hg honger had, maar hij zeineen en dat zei Jens ook. Toen vatte Sören mij bij de hand, en ik Jens, en zoo gingen wij door het water voorzichtig naar de opening in den achter- spiegel. Hier lette Soren op, en toen het water eruit liep dook hij onder het wrak en was zoo gelukkig van het roer te grijpen, terwijl de zee weer naar binnen liep. Zoo kroop hij op den bodem van het schip. Wat ziet gij nu, Sören? vroeg ik. Ik zie een vuurtoren vooruit. Wat voor een vuurtoren vroeg ik» tot de zeldzaamheden behoort, Jokte dëne heden middag een aantal nieuwsgierigen naar den kanaaldijk. Zaterdag avond werd vanhier per Van Gend en Loos een pak, goed gesloten en verzegeld, verzonden naar Alkmaar. Maandag werd het aldaar ontvangen, doch er waren twee voorwerpen van geringe waarde uit ontvreemd, terwijl aan het pak te bespeuren was Gat het was openge broken. De afzender heeft van het gebeurde aangifte gedaan bij den officier van justitie alhier. Volgens de 21e of laatste lijst van ingekomen gitten voor de „scholen met den bijbel", beeft de derde jaarcollecte te Zierikzee 200 en te 's Gra venpolder 3 opgebracht. Onder de nagekomen gitten komen Sluis met f 5, Bruinisse met f 7.50 en Nieuwvliet met, Cadzand met 5.60J voor. Het totaal bedrag der collecte in 610 locale comité's is 95.850.191. Met 1 Januari a. zullen de heeren Van Deinse, te Vlissingen, en Montijn, te Luik, adjunct-inge nieurs bij de Mig. t. Expl. van St.sp., onderling van standplaats verwisselen. Door de burgemeesters der gemeenten Oostburg, Aardenburg, Eede, IJzendijke, Biervliet, Water landkerkje, Betranchemeot, Breskens, Groede en Nieuwvliet, is een verzoekschrift aan den minister van waterstaat, handel en nijverheid verzonden van deu volgenden iuhoud „Dat zij, hoewel overtuigd, dat de door de bevolking zoo herhaaldelijk geuite klacht over bet voortbestaan van 'srijks tollen in deze streek, alleszins gegrond was, daarentegen ook tot nu toe de zekerheid hadden dat de omstaudigheden niet van dien aard waren, dat hierin spoedig eene gewenschte verandering tot stand was te brengen. „Dat adressanten echter vermeenen dat die toestand, door het invoeren van de drankwet, zich thans aanmerkelijk heelt gewijzigd. Immers is het zeer waarschijnlijk, dat voor het laten blijven van vijf tollen (die gezamenlijk aan pacht hoogstens 6000 'sjaars opbrengen), al dadelijk drie nieuwe tolhuizen voor 's rijks rekening zullen moeten worden gebonwd, terwijl de pachtsommen uit den aard der zaak aanmerkelijk zullen ver minderen, zoodat voor 's rijks schatkist daarvoor wel groote uitgaven, maar niet veel inkomsten in de toekomst te wachten zijn. „De adressanten vermeenen dat tegenover deze luttele ontvangsten, groot ongerief en veel nadeel voor de bevolking zijn aan te wijzen, o. a. voor den landbouwer, die zijne producten hetzij naar Belgie, hetzij naar Breskens moet overbrengen. Ook het reizend publiek wordt door het bestaan der rijkatollen, behalve de lastige halten, op groote kosten gejaagd. „Immers het is een feit, dat reizigers die Bood en helder Dat is goed zei ik. Daarna hoorde ik hem om hulp schreeuwen en ik meende op eenigen afstand antwoord te hooren. Nu komt het! zei ik tegen Jens, die naast mij stond. Het was ook hoog tijd. De kou verkleumde mijne ledematen en ook de zgne. Maar het besef dat er menschen in de nabijheid waren, bracht een heele verandering in de zaken. Sören had op den bodem van het wrak de Zweedsche booten in het oog gekregen en de dichtst bij liggende gepraaid. De visschers, die juist bezig waren met ballast ia te nemen, schrikten zoo toeu zij hoorden roepen door een menschelijke stem uit het schip, dat zij al te maal voor „uitge storven" hadden gehouden, dat zij den zwareu steen op den bodem van hun vaartuig lieten vallen en bijna een groot ongeluk hadden gekregen. Zij geloofden stelligdat het de profeet Jonas was, die door het groote zeemonster uitgebraakt werd, zooalB wij dat uit den grooten prenten bijbel kennen. „Wat drommel, kunt gij niet sien dat wij Deensobe visschers uit Skagen zijn riep Sören. Daarop ging hij weer omlaag in het water achter het wrak, hield zich met de linkerhand aan het roer vast en trok met de rechter eerst mij en toen Jens er uit. Wij werden van het van Sluis, Aardenburg of Eede naar Breskens of omgekeerd (zijnde een afstand van 3 j en uur) moeten reizen, voor hun phaëton met twee paarden een hier algemeen in gebruik zijnd rijtuig f 1.60 a ƒ2 enkel aan tollen hebben te betalen. „Het zal dus geen verder betoog behoeven, dat door het instandhouden van 's rijks tollen de bevolking van deze streek veel last en nadeel ondervindt. Voegt men daar nu bghet totaal gemis van elk openbaar vervoermiddel, waardoor men de kosten van tollen onmogelijk kan ontgaan, dan is het niet tegen te spreken dat handel en nij verheid zich in een gedrukten toestand moeten big ven bewegen, terwgl van ontwikkelen geen sprake kan zijn. „Bedenen waarom adressanten zich tot uwe Excellentie wenden, met het eerbiedig verzoek het haar moge behagen wel zoodanige maatre gelen te willen nemen, als strekken kunnen aan het billijk verlangen van voornoemde bevolking te gemoet te komen en de vijfrijkslollen, staande op den weg van BreskensEede, met 1° Mei a. opte heffen." In den loop der maanden Januari, Februari, Maart, April, Meien Junia.zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van de practisehe exa mens van artsen tandmeester, vermeld indeartt. 2 en 8 der wet van 25 December 1878 Stbl222). Voor nadere bijzonderheden verwijzen wg naar de St. Ct. van heden. In de maand Maart 1882 zal te 's Gravenhage een vergelijkend onderzoek plaats hebben van personen, die wenschen te dingen naar de betrek king van klerk bij den rijkstelegraaf. De aan die betrekking verbonden voordeelen, de vereischten en de over te leggen stukken worden vermeld in de St. Ct. van heden. Na hevigen strijd is de heer mr. baron Van Heeckeren van Keil te Baurlo door de vereenigde liberale kiesvereenigingen in het district Zutfèn candidaat voor de tweede kamer gesteld. De andere candidaten, van liberale zijde aanbevolen^ waren mr. De Banitz, vroeger officier van justitie bij de rechtbank te Zutfen, en mr. W. Thorbecke, advocaat te 's Gravenhage. Thans zal waarschijnlijk de heer Van Heeckeren de algemeene candidaat der liberalen worden. Intusschen meldt de N. R. Ct. dat de heer De Banitz door de liberale kiesvereeniging voor Stad en Ambt-Doetinchem candidaat is gesteld. In eene buitengewone vergauering van stemge rechtigde ingelanden van deu Boosendaalscben en Steen bergscben Vliet, is besloten in overleg te treden met het gemeentebestuur van Bergen-op- Zoom, om te verkrijgen sluiting van het zooge- wrak in de booten gebracht en kwamen met de bemanning in het visschersdorp Fjell bacba. Ik moet zeggen dat de menschen heel goed voor ons geweest zijnmaar dat spreekt van zelf, wanneer zij zoo vaak met hunne groote zee bouwende booten naar Skagen komen en de visch, die wij vangen, zoo goedkoop krijgen9 kunnen zij niet anders voor ons zijn, als wij bij hen komen - zelfs al is het dan maar in het keldergat van een gekenterde sloep 1 Ik dankte den verhaler en vroeg met een blik op zijn verweerd gelaat, of hg of de anderen veel naweeën van dien tocht gehad hadden. Niets bijzonders 1 antwoordde hij en nam een pruim. Maar ik ben gewoon, al is het dan niet zooveelom toch een heele boel te verduren. Het was het ergste voor Hans Lauritsen, maar hij heeft het nu uiet slechter dan wij het allen zullen krggen. Onze lieve Heer maakt het nog al goed met een eerlijkeu visscher! Dat is ous geloof hier te Skagen. o B1N1I& t

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1