N°. 285. 124® Jaargang! 1881. Zaterdag 3 December. kt Bfltal nu to jmto tooia. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland; de Compagnie générale de Puhlicité O. L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Verkiezing van éen lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Middelburg, 2 December. De Overeenkomst voor de Exploitatie der Vlissingsehe Havenwerken. MIDDELBllRGSCHE COURANT De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat bij de op gisteren plaats gehad hebbende opening van stembriefjes tot benoeming van een lid van de tweede kamer der staten-generaal, in het hoofdkiesdistrict Middelburg, is gebleken, dat daarvoor is gekozen de heer H. «V. BOOLi, dat de processen-verbaai van steminlevering en stem opneming, van den 29 November en 1 December 1881, aangeplakt en ter secretarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Middelburg, 2 December 1881. De burgemeester en wethouders voornoemd, D. A. DRONKERS, l. b. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Wij zijn thans in staat meer volledig de bepa lingen mede te deelen van de overeenkomst, die tusschen den staat en de Kon. Maatschappij De Schelde te Vlissingen gesloten is, onder voorbehoud van nadere goedkeuring door de wetgevende macht. Gedurende de 50 jaren dat de erfpacht van de buitenhaven en de beide binnenhavens, met de daaromheen liggende terreinen en alles wat zich daarop bevindt, dunrt, heeft de genoemde Maat schappij het uitsluitend recht op het gebruik der binnenhavens als ligplaats van schepen en hout vlotten. Zij alleen kan dus kaai- en liggeld vau de schepen vorderen maar indien ze die heffingen doet, zijn de stoomschepen van de stoomvaart maatschappij Zeeland daarvan vrijgesteld. Ook de door den staat gesloten huur-overeenkomst met de genoemde stoomvaart-ondernemiDg en haar recht om op de eenmaal overeengekomen voor waarden gebruik te maken van de sporen, tot vervoer van met of voor de mailbooten aange brachte goederenblijven gehandhaafd. Voor 't overige beeft de Maatschappij De Schelde zoowel van de sporen naar de lijuen der Exploitatie Maatschappij als van alle gebonwen het uitsluitend genot, met recht van verhuur der laatste. De spoorwegbeweging moet zoodanig geregeld worden dat teu hoogste f 1 vracht per waggon wordt gevorderd, van de losplaats tot de lijn der Exploitatie Maatschappij. Op dit punt juist wor den de onderhandelingen tusschen de beide be langhebbende maatsehappijen thans nog ijverig voortgezet. Welke voordeelen zal nu de staat van de Uit het Deensch van HOLGER DRACHMAE. Op zekeren dag wandelde ik over het zand naar het noordelijke strand van Skagen. De lacht was nevelachtig, zoodat men juist de spits van den vuurtoren als de dikke top van een mast boven de grauwe duinen zag uitsteken. Over het breede voorstrand lagen allerlei stukken wrak hout verspreid en achter de zandbanken braken de golven met een dof gelnid. Dat kon de voor bode van een storm zijn, die in aantoeht was of het konden de naweeën van den laatsten zijn. Hier reiken de gaanden en de komenden elkaar zoo vaak de hand over de schouwplaats hunner ontmoetingen. Er stonden eenige lieden beneden aan den aeebreker, waartegen het water met lange witte tongen lekte. Zij staarden allen op eeu en dezelfde plek en schenen zich te verdiepen iu gissingen over hetzelfde voorwerp. Ik trad naderbij en groettezij groetten kortaf en zetten hunne bespiegelingen voort. C sHi) te seker dood 1zei de loods 01e overeenkomst genieten? Vooreerst een vaste erf- paohts-canon van f 2850 per jaar, plus een aandeel in de opbrengst van het haven- en schutgeld, dat de Maatschappij eventueel heit. Dit aandeel wordt berekend naar den tonnen-inhoud der sche pen die van de binnenhavens gebruik maken. Zoodra die inhoud meer bedraagt dan 170.900 kub. meter, betaalt de Maatschappij f 6 voor iedere meerdere 1000 kub. meter aan den staat, totdat bet cijfer van 1.170.000 kub. meter zal zijn bereikt. Het aandeel van den staat wordt dan 8 per 1000 kub. meter, tot 2.170.000 kub. meter, en daarboven 10 per 1000 kub. meter. In die berekening zijn natuurlijk de booten van de lijn VlissingenQueenboro, die vrij van kaai en liggeld zijn, ook niet medegerekend. Men zal vragen of de maatschappij De Schelde geheel vrij is in de heffing van kaai- en liggelden. Geenszins. De minister van financiën moet niet alleen de tarieven goedkeuren, maar deze mogen nooit hooger klimmen dan de haven- en schat gelden op het kanaal van Walcheren, waarvan de staat de heffing aan zich hondt, in het jaar 187S waren. Beneden dat maximum is De Schelde vrij, mits gelijk recht voor allen worde toegepast. Heeft de staat zich alzoo vau eeu proportioneel aandeel in de winsten, die een krachtige exploi tatie naar veler meening zal geven, verzekerd, hij is, met uitzondering van de kosten van onder houd der bazaltmuren, het op de noodigé diepte houden der havens en de politie op de handhaving van bet kanaal-reglement, van schier alle kosten ontslagen. De maatschappij draagt alle uitgaven voor nieuwe gebouwen, werken en aanschaffingen voor de behoorlijke exploitatie; alle kosten van onderhoud der erfpachts-terreinengebouwen, sporen en werktuigen. De verlichting, bedie ning en bewerking van de terreinen en inrichtingen komen te haren laste. En wat niet weinig beteekent, zij zal verplicht zijn, ten westen van de tweede binnenhaven een petroleum-haven in te richten, een uitstekende verbetering, maar een tamelyk kostbare zaak. De maatschappij heeft echter het recht alle werken te wijzigen, te vergrooten, zelfs at te breken en te vervangen, naar haar behoeften en zy heeft het recht nienwe sporen aan te leggen, zoo noodig ook aan de westzyde van den weg van Vlissingen naar Middelburg. Wordt zg het dus met de Exploitatie-Maatschappij over het vervoer op haar terreinen niet eens, dan kan zy zelve een spoorweg maken tot Middelburg. De staat kan de overeenkomst te allen tgde opzeggen wanneer de maatscbappy het algemeen belang by de exploitatie van havens en terreinen mocht verwaarloozen. Doet zg dit niet, en be steedt zij haar kapitaal om, in het belang ook van Vlissingen en van geheel ons land, de kostbare havenwerken eindelgk productief te maken, dau Christoffersen en schudde de aseh uit ziju kort, doorgerookt pgpje. „Het is een jonge jongen", merkte de visscher Sören Kappelborg aan. „Of zgu laarzen nieuw zouden zyn vroeg Jens Taneren voor zich heen, terwyi hij peinzend op zyn pruim kauwde. „Hy lijkt wel een Zweed! besloot Hans Lau- ritsen en waadde eenige stappen door bet water, om het „voorwerp" aan laud te halen. Ik kende die menschen allen van Oud-Skagen. Het „voorwerp" was een drenkeling, een onbe kende, zonder naam, zonder thuis en met niet veel kleedingstnkken aan. Er kwamen nog anderen hg. De onbekende werd weggedragen en neergelegd voor de lgk- schouwing. De strandvoogd en de dokter kwamen erby. De onbekende scheen niet lang in het water gelegen te hebben. Hij had jeugdige, byna innemende trekken eu een diepe wond op het voorhoofd. „Zou hij gauw dood geweest zijn?" vroeg ik met die deelneming in lgden en sterven welke elke onbekende ons inboezemt. „Hm, gauw bromde de straudvoogd en keerde den drenkeling om, „'t is een erbarme lijke plunje! Een ander meende dat hy misschien een slag tegen den slaap van het hoofd had gekregen eu dientengevolge over boord was geslagen. 18 ^et bestede kapitaal nimmer voor haar ver loren, want by het eindigen der erfpacht betaalt de staat haar terug wat de werken meer waard zijn dan bij 't begin der concessie. In het tegen overgestelde geval, dat wil zeggen, indien de waarde van gebouwen enz. volgens taxatie by 't begin en het einde der concessie verminderd mocht blijken te zijn, dan zal De Schelde dit aan den staat hebben te vergoeden. Ziedaar de hoofdpunten van de overeenkomst, waarvan, gelgk deze week reeds door deu mi nister van binnenlandsche zaken in de tweede kamer werd gezegd, een betere toekomst voor Vlissingen wordt verwacht. Ook wy zien er groote voordeelen in en hopen derhalve dat de wettelgke bekrachtiging der overeenkomst zich niet lang zal doen wachten. De uitslag der verkiezing van Dinsdag is grootendeels te danken aan de eensgezindheid waarmede de liberalen van verschillende richting huu vereenigde bestrijders zijn te gemoet getreden. Schrijft men de 12 blanco-biljetten, welke zich onder de 15 briefjes van onwaarde bevonden, aan liberalen toe, die zich met de candidatuur van den heer Bool niet kouden vereenigen en telt men daarbg de vyf briefjes, die met de namen van andere liberalen waren ingevuld, dan krygt men het onbeduidende cijfer van hen, die de noodza- kelgkheid van een vereenigd optreden niet hebben ingezien. Toch zou hunne afwy kende stem, bij het gering verschil tusschen meerder- en minderheid, den uitslag nog lichtelijk in gevaar gebracht hebben. Wat met zulk een tactiek gewonnen wordt, laten wg aan ieders oordeel over. Een tweede oorzaak der behaalde overwinning, van weinig minder gewicht, is de warmte, waar mede de liberale zaak aan gene zgde der Schelde, in het voormalig 4e district, ondersteand is ge worden. De liberalen in dit afgelegen deel van ons land hebben aanspraak op de erkentelijkheid hunner geestverwanten in geheel Nederland. Die erkentelijkheid en het besef dat het aan hunne inspanning te danken ia dat ons distriet, voor het eerst sedert zes jaren, weder geheel door liberalen in de tweede kamer vertegenwoordigd wordt, moge de zelfvoldoening onzer wakkere medestrgders voor de liberale zaak verhoogen. Door gedeputeerde staten van Zeeland zijn heden benoemd bij den provincialen waterstaat tot opzichters le kl. J. Mulder, te ZaamslagP. W. Wattman, te Vlissingen; L. R. PJasschaert, te Maassluis eu J. Dormaar, te Westkapelle; tot opzichters 2e kl.M. Egke, te Kloosterzande T. Sturm, te Ter Neuzen en L. M. van der Made, te Hellevoetsluis. De dokter opende de oogleden en drukte op de appels. Het deed my denkeu aan de jongens die met groote vischkoppen spelen. „Dat was ook wel de moeite waard om my daar voor naar buiten te laten loopen. Iedereen kan toch wel zien dat die man zoo dood is als een pier Dat was al ïykrede, die de arme man kreeg. Bg die gelegenheid viel het mij op, hoe weinig ophef men te Skagen van die soort van dingen maakt. Iedereen is onze lieve heer een dood schuldig. Hy kan u van daag treffen en my morgen en daarom is het het beste om er niet te veel aan te denkenDat is ongeveer de heele catechismus. Eu die is ten minste practisch, daar waar leven en dood voortdurend op en neder gaan, als eeu boot boven op een golf. Toen ik de volgende reis mgne bekenden uit Oud-Skagen ontmoette, ontbrak er een, Hans Lauritsen. „Waar hebt gy Hans gelaten?" vroeg ik. De loods, Ole Ohristoffersen, schudde, zooals altijd, de asch uit zyn pgp en maakte eeu veelbeteekend gebaar met het mondstuk naar zee. „Zoo," zei ik, „is hij daarbuiten gebleven „Hij is naar de haaien 1" antwoordde de loods en vroeg om wat vuur. „Hoe is dat gebeurd „Het was aan boord van eeu sloep verleden najaar. By werd van bet dek weggeslagen en De heer Joh. Dyserinck, vau Vlissingen, hield gisteren avond in de bovenzaal der sociëteit St. Joris alhier eene voordracht over de geschiedenis der Camera Obscura van Beet», het boek dat met zyne 13 uitgaven, by 40jarigen ouderdom, met zgne ongeëvenaarde populariteit in ieder oord waar de Nederduitsche taal verstaan wordt, eeu éenig verschijnsel iu onze letterkunde genoemd mag worden. Io het pas verschenen nommer van den Gids heeft de heer Dyserinck een opstel over hetzelfde onderwerp geplaatst. Zyne voordracht werd echter verlevendigd door de tentoonstelling van al de drukken, uitgaven en vertalingen, en door eene menigte andere Cfommi-cnriositeiten. Aan liefhebbers en beoefenaars der letterkunde bood zg hierdoor een geheel éenig genoegen. Goed geteld, waren er zoo wat 25 toehoorders, voor de grootste helft dames. Niet veel, voor eene stad die een gymnasium, twee hoogere burgerscholen, eeu kweekschool voor onderwyzers en verscheidene scholen bevat, waar onze taal en onze letterkunde als vak beoe fend worden. Big kt uit deze geringe belangstelling voor het werk van den heer Dyserinck, die op letterkundig gebied zgne sporen sedert lang verdiend heeft, de dufheid van het intellectueel leven in onze stad» de onthouding van hen, van wie men ex professo belangstelling zou verwachten, bewyst dat deze dufheid niet alléén de schuld is van het groote publiek. Door eenige bladen is gemeld, dat men „in Zeeland zich weder bijzonder toelegt op de mee krap-teelt dat „de alizarine geen stand hondt;" dat de telers weer „loonende prijzen ontvangen;" en dat „de meestooven op vele plaatsen weer aan het werken zgn." Deze laatste bijzonderheid werd notabene voor afgegaan door 't bericht, dat „de eene meestoof voor, de andere na (vroeger) was opgeruimd." Dit scheen echter geen bezwaar op te leveren. Wy hebben van dit verrassende nieuws geen melding gemaakt, omdat wg wel wisten hos 't ermee gelegen «vas. Thans echter doet de firma Cantzlaar en Schalkwijk te Rotterdam in de N. R. Ct. eene mededeeling, welke den juisten stand der zaak aanwyst. Als waarschuwing tegen ongegronde verwachtingen laten wij van die mededeeling hier een en ander volgen. De spatieering van sommige uitdrukkingen is van ons afkomstig. „In het belang van den landbouwer achten wy ons verplicht erop te wijzen, dat men dwaalt als men de betere prgzen van meekrap wil toeschoven aan afnemend gebruik van kunstmatige alizarine. Dat gebruik neemt integendeel nog steeds toe. De verbetering der prijzen van de meekrap is het wy anderen lagen dertig uur op den bodem van de sloep, met de schuit boven ons hoofd. Hebt gij niet van die geschiedenis gehoord?" Ik ontkende er iets van vernomen te hebbes en dus begon hy te vertellen. Zijn bericht was zoo kort als mogelgk was en toen ik my op onze onde kennis beriep, teneinde hem te bewegen om wat meer bijzonderheden mede te deelen, verwees hij mij slechts naar een rapport dat de burgen meester had opgemaakt en waarby deze syn kleur aan de zaak gegeven haden nu kon ik er de mijne aan geven. Ik zei hem dat ik liefst op geen manier wilde kleuren als ik er eenigszins buiten kon. Hij schudde wel eenigs- zius weifelend het hoofd; maar eindelijk werden wij het toch eens dat wij daar zeer goed buiten konden, als wij allebei oppasten. ik laat bem zelf vertellen „Zoo als ik dus zeide en zooais ik meende dat gij zelf geboord of gelezen moest hebben, was het een sloep waarmede wy dien tocht deden. Het was verleden jaar najaar, of, als gij het heel precies wilt hebben, den 27en September, 's mor gens, dat wij te Oud Skagen een sloep in het oog kregen, die de noodvlag geheschen had. Het was juist licht genoeg dat wy haar konden zien, hoe zij lag te dobberen, want er stond een hooge zee voor de gronden, ofschoon het nog geen echte storm was." „Dat is nog al een kwade reis voor zulk eerj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1