N°. 2T1. 124e Jaargang! Donderdag 17 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. 'Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 16 November. FEUILLETON". NBMOBOSA. Door W. E. N. III. De toelichting door den heer H. J. Bool in ons blad van gisteren gegeven op zijne aan de Oostburgsche kiesvereeniging Volksonderwijs gerichte verklaring (zie M. Ct. van 20 Sep tember jl.), legt ons de verplichting op om ons nader ten aanzien zijner candidatuur voor het lidmaatschap der tweede kamer te verklaren. Bij ontstentenis toch eener liberale kiesver eeniging te Middelburg en zoo lang Plicht en Recht te Vlissingen en Volksonderwijs te Oost- burg zich nog niet verklaard hebben, is ons blad de eenige openbare woordvoerder der liberale party in ons district. Als zoodanig is de door den heer Bool tot de liberale kiezers gerichte verklaring door ons in ontvangst ge nomen en rust op ons de taak haar te beant woorden. Naar onze meening heeft de heer Bool, door zijne opvolgende openlijke verklaringen in 1879, in September jl. en nn van gisteren voldoende gegevens verstrekt om hem, tegenover de van antirevolutionaire zijde reeds gestelde candi datuur, als candidaat der liberale partij aan te nemeD. Wij kennen hem, (zie M. Ct. van 2 Juni 1879) als een liberaal, „die in verbetering en uitbreiding van het volksonderwijs het beste middel ziet om eiken schadelijken invloed van dwang te keeren en de nadeelige werking van kerkelijke overheersching tegen te gaan." Zijne onbepaalde verklaring (van 1879) „op economisch terrein vóór vrijheid van handel en nijverheid", is thans aangevuld met die van gisteren, waaruit blijkt dat de heer Bool, ook tegenover den sedert twee jaren in Europa krachtiger opgestoken protectie-wind, voor het handeldrijvende Nederland aan het beginsel van handelsvrijheid vasthoudt. Bij hem zal dus geen minister van financien steun vinden, die ver meerdering der rijks-middelen mocht willen zoeken in eene belasting van onzen handel of onze nijverheid. Met zijne verklaring dat ons belastingstelsel eene vereeniging moet vormen van directe en indirecte heffingen, in billijke verhouding, kan gelooven wij ieder, die tot de liberale partij gerekend wil worden, instemmen. Het stelsel der uitsluitend directe belastingen behoort toch, zoo ver wij weten, evenmin als „Ik wilde maar zeggen dat Victor Berthon een man is dien elk meisje zich gelukkig mocht rekenen aan hare voeten te zien. Hij zal een goede echtgenoot zijn. Ik spreek niet van zijn positie en vooruitzichten, ofschoon die ook niet te verachten zijn, maar van zijn karakter. Ik heb zestig jaren geleefd en goed uit mijne oogen gekeken, zoodat ik niet gemakkelijk te bedriegen ben over hetgeen een man belooft te worden of niet, na het huwelijk. Deze zal altijd gedogen dat zijn vrouw hem bij den neus neemt en haar nog dankbaar zijn bovendien." „Zijn neus loopt van mijn kant geen gevaar. Ik zeg u dat wij nooit iets anders dan vrienden voor eikaar znllen zijn. Ik ga naar Franchard omdat ik behoefte heb aan verandering en werk." Moeder Vanne haalde de schouders op. „Ga dan uw gang", sprak ze gemelijk, „en ik hoop dat gij te Franchard werk naar uw zin zult vinden. Ik zie u al kopjes koffie ronddragen yoor de winkeliers Bit Fontainebleau, 's Zondags dat van den impot unique, tot de geloofsartike len der Nederlandsche liberale partij. De heer Bool heeft zich verklaard voor de toevoeging der capaciteit, nevens den census, als maatstaf voor de toekenning van het kies recht. Hetzelfde stelsel is door ons meermalen verdedigd en mag veilig als het stelsel van de meerderheid der Nederlandsche liberalen aangemerkt worden. Immers niet alleen werd hetzelfde reeds door de liberalen van 1848 voorgestaan, maar ook het jonger geslacht heeft, laatstelijk nog bij monde van den heer Macalester Loup in het joDgste nommer van den Tijdspiegel, meermalen aan deze oplossing van het kiesrecht-vraagstuk zijn zegel gehecht. Dat eene betere verhouding van den census in de steden tot dien op het platteland daarmede gepaard behoort te gaan, mag mede als alge meen erkend beschouwd worden. Omtrent de militie- en schutterij wetten heeft de heer Bool geen in bijzonderheden tredende verklaring afgelegd, doch zich voor verbetering van het bestaande, met vermijding van mili tairisme, verklaard. Afkeerig als wij zijn van al wat op een imperatief mandaat gelijkt en ook niet van zins den candidaat voor de volks vertegenwoordiging een examen af te nemen op ieder onderdeel der algemeene zaak, houden wij deze verklaring voor voldoende. Voor mi litaire specialiteit geeft de heer Bool zich trou wens niet uit, noch is het, zoo ver wij weten, de bedoeling der Middelburgsche liberalen, eene zoodanige in de tweede kamer te brengen. Ten aanzien der koloniale politiek mogen wij in den heer Bool een warm vriend van Indie begroeten, die in een krachtig bestuur en in geregelde, onbekrompen ontwikkeling van de hulpbronnen der koloniën den besten waar borg vindt voor het belang van moederland en koloniën beide. Op dit gebied trouwens is de oud-directeur van financien en openbare werken eene specialiteit, waaraan in de tweede kamer, nu de heer Van Rees als voorzitter tot andere werkzaamheden en tot zwijgen in het openbaar debat geroepen is, wezenlijk behoefte bestaat* Voegen wij bij deze gegevens al wat wij overigens van den heer Bool weten, als gebo ren Zeeuw, als door zijne verdiensten tot eene schitterende loopbaan in den Nederlandsehen en in den Indischen staatsdienst opgeklommen, als door zijne liberale mede-ingezetenen tot het lidmaatschap van den Leidschen gemeenteraad geroepen, dan gelooven wij gronden genoeg te bezitten voor onze meening, dat de liberalen middags en met Engelache dames haspelen over de rekening I een mooie bezigheid voor de dochter van uw vader! Als gij niet terug komt voor dat de week nit is, moogt gij mij een onnoozele hals noemen." Het moet gezegd worden dat in dit bijzonder geval de gewone scherpzinnigheid van moeder Vanne haar in den steek liet; want er verliep een week, gevolgd door een tweede en een derde en de kamer van Marguérite te Marlotte bleef ledig en men zag haar niet meer onder hare vrienden de kunstenaars, die haar afwezigheid betreurden. Victor was woedend, maar hij hield zich stil. Het was niet zoo heel onnatuurlijk dat hij het vertrek van Marguérite toeschreef aan den wensch om vrijer te zijn in hare ontmoetingen met den huzaar en hij glimlachte bitter; zonder iets te zeggen toen moeder Vanne, die minder fijngevoelig dan goedhartig was, hem aanmoedigde om op zijne wandelingen de omstreken van Fran chard eens te bezoeken. „Ga er eens ontbijten, mynheer Victor/ zei zij, „mijn zwager zal u niet van honger laten omkomen en er zijn andere menschen te Franchard die u misschien hartelijker zullen verwelkomen dan gij denkt" Deze wenken, die vergezeld gingen van zeer vertrouwelijke knikjes en knipoogjes, misten geheel hun doel. Victor ergerde zich dat zij telkens herhaald werden, evenals over het half spotachtige medelijden zijner vrienden en het in het hoofd-kiesdistrict Middelburg op niemand beter dan op hem hunne keuze kunnen vestigen. 1/7ij geven deze meening in ernstige over weging aan allen, die zich geroepen mochten vinden om eindelijk tot het plegen van openbaar overleg omtrent de kamer-candidatuur de han den ineen te slaan. Het is waarlijk meer dan tijd, want de tegenpartij is ons reeds voor. En ook in zake verkiezingen is tijd gewonnen, veel, somwijlen alles, gewonnen. Heden namiddag heeft ten overstaan van burg. en weth. van Middelburg, in tegenwoordigheid van den heer J. L. Gruber, concessionaris van den stoomtramweg Middelburg—Vlissingen, de beproeving plaats gehad van de ten behoeve van dien weg gemaakte brug over de gracht nabij de Langeviele. Naar wij vernemen is de uitslag van dit onderzoek dat de brug zich nog niet in vol doenden toestand bevindt. Aangezien, niettegenstaande het verbod van het gemeentebestuur, met den stoomtram 's mor gens vroeg een proeftocht door de stad gedaan is, is op last van het bestuur de tramlijn buiten de voormalige Langevielcpoort met een sluitboom afgesloten en den concessionaris verboden zonder toestemming van burg. en weth. met den tram binnen de gemeente te komen. Eerstbedoeld verbod was gegrond op het feit dat de brug nog uiet was goedgekeurd en door den concessionaris niet was voldaan aan zijn ver plichting tot het aanbrengen van een toestel tot verbranding van den rook. Heden middag werd over de dd. schutterij alhier eene inspectie gehouden, bij welke gelegenheid de nieuwbenoemde 2e luitenant der schutterij, mr. C. Lucasse, door den kommandant werd geïnstal leerd. De kommandant, de heer Sprenger, wenschte den nieuwbenoemde geluk, sprak het vertrouwen uit dat deze zijne verplichtingen met ijver en nauwgezetheid zou waarnemen en heette hem namens de officieren welkom in het korps. Met het defileeren van den troep nam de in spectie, die door het muziekkorps bijgewoond werd, een einde. De aandacht onzer lezers wordt bijzonder gevestigd op eene achterstaande advertentie, waarbij de heer F. Nagtglas alhier zich bereid verklaart tot het in ontvangst nemen van giften ten behoeve der nagelaten betrekkingen van de in de jongste October-stormen omgekomen Katwijksche visschers. Voor de weduwen en kinderen dezer in de uitoefening van hun gevaarlijk beroep bezweken mannen, is hulp noodig en verdiend, voegen wij erbij. Onze visschers zijn over 't algemeen brave, oppassende, werkzame mannen, wier karig loon hen niet toelaat, voor het geval dat hun meest van alles over zijn machteloosheid om een lietde te overwinnen die hij voelde dat hopeloos was. Hij begon te gelooven dat een zolderkamertje te Parijs eigeniyk nog te verkiezen was boven betrekkelijken overvloed te Montigny, zoodat hij grooten lust kreeg om af te zien van zijne plannen tot veredeling der pottenbakkerskunst. Moeder Vanne werd ook neerslachtig en keerde terug tot hare vruchten en vogels, met een verwensching over de dwaze grillen van jongens en meisjes die geen twee dagen achtereen wisten wat zij wilden. Ondertusschen werd de arme Némorosa mager en ongelukkig als een vogel in een kooitje, ge durende haar vrij willige ballingschap te Franchard, waar haar leven veel overeenkomst had met het- geeD haar tante voorspeld had, zoodat het haar net zoo onaangenaam was als die goede vrouw gezegd had, dat het zijn zou. Zij verwachtte gedurig bezoeken van mijnheer De Valmy en van Victor en zon heel goed geweten hebben hoe zij den een moest afwijzen en weer goede vrienden met den ander worden, als zij verschenen waren; maar zij kwamen geen van beiden en Marguérite zou geen vrouw geweest zijn als dit niet min of meer een teleurstelling voor haar ware geweest. gezinnen onverzorgd achterblijven, iets op zijde te leggen. De hooge premie eener levensverze kering zonden zij, met den besten wil, niet kunnen betalen. Geen bedenking kan dus ingebracht worden tegen den plicht, dien de menschenliefde ons hier voorschrijft. Alles noopt ons integendeel, ons van dien plicht, zoo mild als onze krachten toelaten, te kwijten. De antirevolutionaire kiesvereeniging Nederland en Oranje alhier heeft in hare vergadering van gisteren tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer in het district Middelburg gesteld mr. P. C. 't Hooft te 's Hertogenbosch. Sferikzee, 16 November. De heer Keiler van Hoorn, uit Dordrecht voor ons een wel kome bekende gunde ons in de lezing, waar mee hij van avond onze Nitis-vergaderingen opende, een verrassend kijkje in het leven en de werken van J. J. Cremer, den onvergetelijken schrijver der Over-Betnwsehe novellen, den vriend van de kinderen zijns Volks, van kunst en waarheideen kijkje waarbij het de talrijke schare, blijkbaar aan hare sympathie, goed deed andermaal stil te staan bij de fijne, warme, ja gebeeldhouwde tafereeltjes, die als stofgoud door al zijn werken gestrooid liggen. Na de pauze voerde 4e spreker ons terug naar Diacapolis, een stad, die hij vroeger ten deele en waarvan hij nu de passage en winkels beschreef, waar buigende heeren en gedienstige dames neuzen, ooren, oogen, monden en andere geriefe lijkheden van een menschenhoofd verkochten, verruilden of verhuurden. Hierbij was, door voorbeelden uit het dage- lyksche leven, stof te over voor menigen gees- tigen zet. v Ofschoon ik nu in den „tongenwinkel" geen te „lange tong" gekocht heb, moet ik toch even meedeelen dat de heer mr. J. Mauritz Gander- heijden als candidaat-raadsüd bedankt heeft, zoodat we eerstdaags het werk der candidaatstelling weer opnieuw kunnen beginnen. I Gedurende veertig jaren van steeds toenemenden De gemeenteraad van Heerewaarden heeft beslo ten eene verordening vast te stellen op den kin derarbeid, waarbij den kinderen van 6 tot 12 jarigen leeftijd alle arbeid gedurende de school tijden verboden wordt. In verband tot dit bericht kan vermeld worden dat de minister van binnenlandsche zaken de districts-schoolopzieners heeft opgedragen hem jaarlijks opgave te doen van de gemeenten, waar dergelijke verbodsbepalingen bestaan. In zijne daartoe betrekkelijke circulaire zegt de minister o. a. „Onder de bepalingen der wet op het lager onderwijs, die strekken om het ongeregeld school bezoek en het te vroeg verlaten der school zoo veel mogelijk tegen te gaan, bekleedt art. 82 voorspoed was Madame Yanne gewoon geweest haar gevogelte, vruchten en groenten in een kraampje op de markt te Fontainebleau te vei- koopen. Sommigen harer vrienden vonden dit een weinig beneden de waardigheid van iemand die zoo welgesteld wasmaar zij zei dat iets wat goed genoeg was geweest voor haar moeder eü grootmoeder ook goed genoeg voor haar was en zij bleef bij de oude gewoonte, gedeeltelijk omdat het een oude gewoonte was, maar voornamelijk omdat zij van drukte en leven, schacheren en pingelen hield en omdat het een bepaald genot voor haar was een onvoordeeligcn koop te laten sluiten. Somtijds vergezelde en hielp Mar guérite haar en stond op den achtergrond tusschen de opgestapelde meloenen en vijgen, terwijl de oude vrouw hare klanten toeschreeuwde en met den vinger dreigdemaar in den laatsten tijd had Madame Yanne zich, zoo goed als zij kon, alleen moeten redden. Marguérite wilde niet naar Fontainebleau gaan. Tevergeefs trachtte men haar over te halenzij had zich voorgenomen dat niets haar zou nopen om gevaar te loopen De Yalmy te ontmoeten. Zij vreesde ook in het publiek gezien te worden, want Zij had een ziekelijken angst dat iedereen haar geheim moest kennen of gissen» Niettemin kwam er een tijd, tegen het einde van Sep tember toen te Franchard de zaken wat slap be gonnen te gaan, dat zij goed vond osa op dij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1