No. 270.
124® Jaargang!
II
W oensdag
16 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité O. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enx.
VEEMARKT TE MIDDELBURG.
Middelburg, 15 November.
IFETJUJUETOIT.
NEMOEOSA.
MIDDELBURGSCHE C0URAN1
Donderdag den 17en November 1881, van des voor-
middags 8 tot des namiddags 4 uren.
Middelburg, den 15 November 1881.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
PICKÉ
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Wij ontvangen van den heer H. J. Boon den
volgenden brief ter mededeeling:
A an den heer H. G. Hammachee,
Notaris te Groede.
Amice.
Als lid van het bestuur van Volksonderwijs
deelt gij mij mede, dat sommige kiezers buiten
Staats-Vlaanderen den wensch koesteren, dat ik
mij nog omtrent sommige punten van politiek
belang zal verklaren.
Gaarne geef ik gevolg aan dien wensch en
ik doe dit te eer, omdat ik nu tevens kan
voldoen aan het verlangen van de redactie
der Middelburgsche Courantdie in haar nummer
van den 15 September 11. de aangelegenheden
opsomde, waaromtrent nog nadere verklaring
gewenscht werd, doch in dat van den 20
September 11. erkende, dat voor dergelijke ver
klaring eerst grond zou bestaan, als de vacature
werkelijk aanwezig zoude zijn.
Dit thans het geval zijnde, geef ik gevolg
aan de eerste uitnoodiging, welke mij gedaan
wordt, om die verklaring te geven en volg
daartoe de Middelburgsche Courant van eerst-
genoemden datum op den voet.
Strijd over vrijen handel en be
scherming. Gaarne verklaar ik een voor
stander te zijn van het beginsel van vrijheid
van handel en zeker niet tot hen te behooren,
die op dat beginsel wenschen terug te komen
omdat op dit oogenblik hier en daar de wind
uit een beschermenden hoek waait en sommigen
daartegen een oppertje willen zoeken of bouwen.
Die vrijheid moet het kompas zijn, dat de
richting aanwijst en eene verstandige politiek
moet naar mijn inzien in die richting werk
zaam zijn. z
Directe of indirecte belastingen.
Al eischt ons belastingstelsel menige hervorming,
men denke daarom niet dat deze uitsluitend be-
heerscht wordt door de vraag of men aan di
recte dan wel indirecte belastingen de voorkeur
Boor W. E. N.
II.
Zij zat met een opgetrokken knie en de handen
erom heengeslagen, met een soort van weemoedige
verbazing te staren op het bekende landschap dat
voor haar lag. Aan haar voet liep het zandige
voetpad, kronkelende en draaiende door een
labyrinth van rotsen en onevenheden, die men te
chemin des artistes noemtdaarachter lag de breede
Vallis de la Solle met bare onde beuken, die een
dicht gewas van dekbladeren en brem overscha
duwden, en daarachter verrezen weer boschrijke
heuvelen in den zonnigen morgennevel. Heel in
de verte blies iemand op een hoorn, waarvan de
tonen door de stille lucht weergalmden. De
natuur was wreed en toonde geen medelijden met
een harer vurigste aanbidstersbet bosch en de
oevers van de rivier bleven er allerbekoorlijkst
uitzien, ofschoon Némorosa het hart brak.
Eindelijk vernam zij het geluid van naderende
voetstappen! hij kwaml Marguérite verroerde
zich niet. Zij zat onbewegelijk, terwijl hij naderbij
Jiwam .Zij wachtte tot fajj vlak bij haar was, tot dat
moet geven. In beginsel ben ik zeer gestemd
voor directe belastingen, omdat de heffing daar
van de meest rechtvaardige en de minst kost
bare is. Hadden wij slechts uiterst matige
belastingen te betalen, wij zouden het wellicht
met eene uitsluitende heffing van directe belas
tingen leeds ver kunnen brengen. Doch dit is
helaas het geval nietde belastingen, die
opgebracht moeten worden, zijn hoog en daarom
kunnen wij niet met enkel directe heffingen
volstaan.
Het is in zake van belastingen een feit, dat,
waar directe heffingen hoog moeten opgevoerd
worden, zij nog al verliezen van de goede
eigenschappen, die ze bij eene matige heffing
hebben en ze daarom boven indirecte verkieslijk
maken. De ervaring heeft nog geen andere
grondslagen voor de heffing van directe belas
tingen aan de hand gedaan dan óf eigen aan
gifte, öf aanslag van wege commissien, of aan
slag naar gegevens, die een zeker vermoeden
omtrent het inkomen van den belastingschul
dige moeten wettigen. Geen dezer grondslagen
is echter geschikt om, nu de lasten zoo hoog
zijn gestegen, daarop een gansch belastingstelsel
te gronden, want de eerste grondslag leidt tot
ontduiking door oneerlijke opgaven, de tweede
tot willekeur en de derde tot een onzekeren en
zelden juisten aanslagnadeelen, die bij eene
matige heffing óf niet bestaan, óf van luttele
beteekenis zijn, maar bij eene zware heffing
zich drukkend en kwellend doen gevoelen.
Men moet dus ook wel zijne toevlucht nemen
tot indirecte belastingen en hiertegen bestaat
ook geen overwegend bezwaar, als het geheel
maar zoodanig verband houdt, dat de lasteu
naar evenredigheid der inkomsten worden ge
dragen, dat er tusschen de inkomsten behoorlijk
wordt onderscheiden en hetgeen noodig is om
in de behoeften van den staat te voorzien, ver
kregen worde met de minst mogelijke kosten,
formaliteiten en belemmeringen.
Kiesrecht: census, capaciteiten.
Hieromtrent verklaarde ik mij reeds in mijn
antwoord op de vragen, die mij vroeger door
Volksonderwijs gedaan werden. De vraag:
„of ik h temps opportun eene herziening der
grondwet verlangde om in de kieswet de capa
citeiten als factor op te nemen" beantwoordde
ik bevestigend. Ik wees erop dat door de
staatscommissie van 1848 in zoover medewer
king der capaciteiten tot het verkiezingswerk
was voorgesteld, als zij in overweging gaf te
bepalen, dat zij, die den graad van doctor aan
zijn schaduw op haar viel, totdat hij haar schou
der aanraakte en toen (want zij had zich op dit
oogenblik voorbereid en wist wat ze te doen had),
toen stond zij in haar volle lengte op en zei,
hem strak in de oogen ziende s
„Goeden morgen, monsieur De Valmy."
Welnu haar toeleg was mislnkt. Hij schrikte
niet, verbleekte niet, kreeg geen kleur, wankelde
niet of sloeg zich niet in wanhoop voor het voor
hoofd. Hij deed niets van dit alles; hij keek
alleen ietwat verbaasd en zeis
„Zoo, heeft iemand u mgn naam gezegd.
Dat spijt mg. Ik zou liever René voor u gebleven
zijn."
„Ik heb u nooit Renó genoemd!" riep zij
verontwaardigd uit.
„Hebt gij niet? Ik dacht het maar het is
ongetwijfeld verbeelding geweest. Ik hoop dat gij
mij in het vervolg altijd René zult noemen."
Dit was zoo geheel anders dan hetgeen Margué
rite verwacht had, dat al haar voorgenomen
gezegden haar ontsnapten en zij eenige minuten
sprakeloos bleef zitten. Daarna zei zij met een
voudige openhartigheid:
„Ik Zal u in het vervolg geen enkelen
naam behoeven te geven. Ik sal u na van daag
niet weerzien. Het is niet goed."
„Niet goed herhaalde hij, droomerig in
den nevel over de vallei starende, „wie weet wat
goed is De priester geeft er de eene uitlegging
eene Nederlandsche school verkregen, niet aan
de voorwaarde van den census zouden onder
worpen zijn, en ik voegde erbij „Het is niet
alleen te betreuren dat dit voorstel destijds
niet door de toenmalige regeering is overge
nomen, maar naar mijne overtuiging zouden
nog vele andere capaciteiten van de voorwaarde
van den census moeten ontslagen worden".
Ook geloof ik dat het zeer wensehelijk is(
dat er tusschen den census van de steden en
dien van het platteland eene betere verhouding
worde in acht genomen en dit mede eene niet
onbelangrijke verbetering in het kiesstelsel zal
aanbrengen.
Militie en schutterij. Ik heb geen
bepaalde studie gemaakt van de wetsontwerpen,
die omtrent deze onderwerpen bij de tweede
kamer der staten-generaal aanhangig zijn.
Wat ik ervan las deed me gelooven, dat zij
in het bestaande veel verbeteringen aanbrengen
en bij het voorstellen daarvan met de ondex--
vinding en met onzen volksaard is te rade
gegaan. Ik weet wel, dat die ontwerpen,
naar het oordeel van sommigen, niet ver ge
noeg gaan, doch ik verklaar geen regeling te
wenschen, die in ons land een militarisme zou
scheppen, als bij voorbeeld in Pruisen bestaat,
omdat ik zulk een toestand heilloos zou achten
voor de overige belangen onzer natie.
Koloniale politiek. Ook daarover
heb ik mij reeds in algemeenen zin verklaard.
Wilde ik te dezer zake in détails treden, mijn
brief zou een boekdeel worden. Ik weixsch
voor Indie eene politiek, die zich eene gelei
delijke doch geregelde ontwikkeling ten doel
stelt. Indië wordt in Nederland noch gekend,
noch gewaardeerd, zoo als het behoort en ver
dient. Daarom en omdat wij daar veel hebben
goed te maken, verlang ik veel voor Indie, doch
bij alle hervormingsmaatregelen moeten de
aldaar bestaande bijzondere toestanden wel
overwogen worden, opdat geen maatregelen
genomen worden, die geen verband houden
met het geheel en in stede van verbetering
aan te brengen, slechts verwarring stichten.
Ziedaar mijne zienswijze over de bedoelde
onderwerpen. Wie mij niet liberaal noemt,
kent mij niet, maar wie gelooft dat alles, wat
sommigen liberaal noemen, wezenlijk liberaal
is, vergist zich zeer.
Ik heb thans geantwoord op die punten,
waaromtrent mij gebleken is dat eene nadere
verklaring gewenscht wordt. Dit neemt in-
tusschen niet weg, dat, zoo nog nadere in-
aan, de wet een andere, de maatschappij een derde.
Ik voor mij vind dat al wat schoon is, al wat
ons boven de kleinigheden van het dagelgksche
leven verheft, goed is."
„Gij maakt het my zeer moeielijk," riep
Marguérite ongeduldig uit, „gij laat mg zeggen
wat ik niet wilde zeggen. Ik weet dat het niet
goed voor mij kan zijn om u te ontmoeten zoo-
al» ik gedaan heb en en ik geloof niet dat
mevrouw De Valmy het zou goedkeuren."
Hij keerde zich om en zag haar half lachend,
half knorrig aan. „Iemand heeft u wat wgsge-
maakt. Gg praat als een kleine bourgeoiseniet
als Némorosa, La Reine des Bois."
„En gij praat als als monsieur De Valmy
denk ik. Ik ben niet Némorosa, ik ben slechts
Marguérite Vanne, de kleindochter van een boer
die zijn pet voor u zou afnemen en u Monsieur
le Comte noemen als hij nog leefde. Maar dat is
niets. Niet omdat gij zoo ver boven my in stand
verheven zyt, ben ik bang om met u te wandelen
en te praten, maar omdat
„Nu, omdat
„Omdat om uw vrouw," antwoordde
Marguérite, bloosde tot aan haar hals en sloeg
de oogen neer.
„Mijn vrouw!" herhaalde hij bitter, „o!
myn vrouw 1 Luister Marguérite, als gij iets van
mijn vrouw at wist, zoudt gy weten dat zij
een vrouw is over wie geheel Parijs met een
lichtingen verlangd worden, het mij aangenaam
zal zijn die te verstrekken. Nu ik verhinderd
ben, althans in de eerste dagen, om Leiden
te verlaten, heb ik gemeend niet beter te
kunnen doen dan uwen brief openlijk te be
antwoorden en dit schry ven te zenden aan de
redactie der Middelburgsche Courantdie wel
de goedheid zal willen hebben het in hare
kolommen op te nemen.
Geloof mij intusschen gaarne
t. t.
H. J. BOOL
Leiden, November 1881.
Burg. en weth. van Vlissingen hebben een
adres aan de tweede kamer gezonden, waarin zij,
naar aanleiding van het rapport der commissie
van rapporteurs in zake het behoud der plaatse
lijke belastingen, op het behouden dier belasting
voor Vlissingen aandringen.
Naar wij vernemen zal door de vereeniging
Met Ned. Tooneel, en wel door hare Amsterdam-
sche afdeeling, op Vrijdag den 25en dezer weder
eene tooneel-voorstelling alhier worden gegeven,
waarin het Middelburgsche publiek o. a. het
genoegen zal hebben met den heer Louis Bouw
meester in een der hoofdrollen kennis te maken.
Vlissingen, 15 Nov. Tengevolge van den
grooten toevoer van vrachtgoederen voor Enge
land doet het stoomschip Aurora, van de
maatschappij Zeeland, heden een extra-reis met
goederen naar Queenboro.
Zterikzee, 14 Nov. De Liberale Kiesveree-
nigvng stelde heden avond, na aanneming van
twee voorgestelde wyzigingen in het reglement»
tot candidaat voor de aanstaande verkiezing van
een raadslid, den heer mr. J. Mauritz Gander-
hegden, burgemeester.
Volgens een der bedoelde wijzigingen zullen de
leden voortaan, behalve by advertentie, bg briefjes
worden opgeroepen.
't Is, voor de eer der liberalen, te hopen, dat
deze dubbele oproeping aan hare bedoeling zal
beantwoorden en op den avond der vergadering
vele leden niet naar hun laarzen znllea blijven
zoeken, gelgk verscheidene spuitplichtigen by eeu
brand.
Tot lid der kamer van koophandel te Zierikzee
is gekozen de heer A. Buijze Mz. met 30 van de
32 uitgebrachte stemmen.
Blijkens een bij het dep. van koloniën ontvangen
telegram van den gouv. gen. van N. I. neemt de
cholera af te Soerabaya, Samarang en Batavia»
doch heerscht zij hevig te Demak. Sidajoe, Gris-
see, Malang, Soerakarta en Bandong.
bgzonder soort van glimlach spreekt. Ik verlang
niet over haar te spreken. Al wat ik wil zeggen,
is dat ik haar niets verschuldigd ben. Mgn leven
is zoo ellendig als het zgn kan; maar sedert ik
u heb leeren kennen en beminnen ja ik bemin
u - ben ik gelukkiger geweest dan ik ooit
gedacht had weer te zullen worden. Weiger my
niet die enkele gelukkige uren. Ik blijf nog
slechts twee maanden te Fontainebleau en al wat
ik vraag is u somtyds te mogen zien. Dat ia
toch niet te veel."
De verregaande zelfzucht, die uit deze woorden
sprak, trof Marguérite niet, zooals zij een onpar
tijdiger toehoorder moest getroffen hebbendoch
zij schudde het hoofd eu zei: „Wij moeten
scheiden."
De oogen van De Valmy schoten vuur.
„Ik wil niet van u scheiden 1" riep hij harts-
tocbtelgk uit. „Ik bemin uik weet neen
ontken het niet; dat zou onnoodig zijn ik
weet dat gij mij bemint. Wat zijn maatschappelijke
banden voor oub Kunnen wij niet overeenkomen
om gedurende eenige zonnige namiddagen te ver
geten dat ik een slaaf ben
„01" riep zij uit, „nu beleedigt gij mij."
En zonder verder een woord af te wachten of
eenig teeken tot afscheid, keerde zg zich van hem
af en vlood heen.
Hij volgde haar, luidkeels roependei „Marguóritöj
Marguérite