N». 266. aargan; Vrijdag 11 November. NEMOEOSA. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie géDérale de Publicité O. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 10 November. Zierlkzee, 9 November. Van het waterschap Schouwen zijn verleden Maandag 36 perceelen verkavelde, bedolven en vergraven gronden, riet- Door W. E. N- J- Zooals wij reeds gisteren gemeld hebben, is de verkiezing van een lid der tweede kamer voor het hoofdkiesdistrict Middelburg, ter vervanging van den heer De Jonge, door den minister van binnenlandsche zaken bepaald op Dinsdag den 29en dezer, de herstemming, zoo noodig, op den 13en December d. a. v. Wil men, bij gemis van eene liberale kiesveree- niging, te Middelburg nog openbaar overleg plegen ten aanzien der candidatnnr, dan is er geen tijd te verliezen. In het kanton Oostburg is men zoo goed als gereed; doch in onze onmiddellijke om geving hebben zich nog geen verschijnselen voor gedaan, die ons toelaten op verkregen eenstem migheid vast te rekenen. Toch is deze onvermijdelijk noodig, wil men de overwinning niet weder aan de tegenpartij laten. Deze is, ofschoon niet zonder moeite, reeds met het stellen van een oandidaat gereed. Aanvankelijk heeft men, zien wij uit het Zuiden, onderhandeld met prof. Gratama, uit Groningen. Na eene vrij langdurige briefwisseling zijn die onderhandelingen eehter uitgeloopen op de erken ning, van beide zijden, dat het aanvaarden van een mandaat voor prof. Gratama op 't oogenblik onmogelijk was. Daarna schijnt men het eens geworden te zijn met mr. P. C. 't Hooft, advocaat en procureur te 's Hertogenbosch, wiens candidatuur aanstaanden Dinsdag vermoedelijk definitief gesteld zal worden. Heden genoeg, schijnt het ons toe, om ook van liberalen kant de handen aan 't werk te slaan, teneinde tot overleg en overeenstemming te ge- raken. Da eerste wintervergadering met dames, van het Jfwts-departement Middelburg, werd gisteren opgeluisterd door eene voordracht van'den heer J. A. Böhringer, van Amsterdam. Een bezoek aan Pompeji, de Romeinsche provincie-stad bij Napels, die in het jaar 79 n. C., met hare 30.000 inwoners door eene 20 voet hooge laag asch en lava uit den onverwacht uitbarstenden Vesuvius bedekt werd, was bet onderwerp dezer belangrijke voor dracht. Na de pauze hield de heer Böhringer zijne hoorders nog eenigen tijd aangenaam bezig met eene schets van het „gezellig buitenleven" in een onzer vaderlandsche dorpslogementen, gedu rende den nn afgeloopen waterachtigen zomer, die zoovele plannen tot genoegelijke buitenpartijtjes bedorven heeft. FETJII-X-BTOlSr. êk I. „Misschien wel," antwoordde de vreemdeling veelbeteekenend. Er volgde weer eenige stilte, waarna hij op luchtiger toon vervolgde. „O gij meent dat ik gevaar loop om mijn hals te breken. Best mogelijkmaar dat zon znlk een groot onge luk niet zijn, noch voor mij, noch voor iemand anders." Dit was juist de soort van toespraak welke het ideaal zeker zou houden. Marguêrite nam hem met verhoogde belangstelling op en hij aarzelde niet haar met gelijke munt te betalen. Het eerste wat hij daarna zeide was „Vergeef mg, mejuffrouw, maar als ik mg niet vergis heb ik de eer van mg in tegenwoor digheid eener celebriteit te bevinden. Zgt gij degene, die men Némorosa, de koningin dër bos- scheu noemt?" Hg was beter op de hoogte dan Victor Berthon: hg had Marguêrite zelf herkend en niet het model van Mr Royer. Dit moest haar ijdelheid gestreeld hebben; maar de vraag ging vergezeld veld, uitslag, bouw- en weiland en dijk, verpacht voor 2411.751 per jaar. Een vergelijking dezer som met die van vroeger is niet te maken, omdat vele perceelen voor het eerst in hun nieuw bedolven gedaante, die het stoomgemaal mogeiyk heeft gemaakt, verpacht zyn. De St.-Ct. bevat een kon. besluit betreffende de uitloting en aflossing van f 300.000 3§ pet. schuld bekentenissen, ten laste van het voormalig amor tisatie-syndicaat voor 1882. De reden waarom de heer Van Tets herhaaldelijk voor het lidmaatschap van gedeputeerde staten van Noord-Holland bedankt heeft, moet volgens het Nieuws v. d. Dag daarin gelegen zijn dat de provinciale staten tot prov. ingenieur iemand benoemd hebben, die als tweede op de door gedep. staten ingediende voordracht stond. Ia dit juist, wat moet dan het geheele eollege van gedep. staten in Limburg wel doen, dat door de staten een prov. ingenieur (den heer Bauduin) heeft zien benoemen, die in 't geheel niet op de voordracht geplaatst was? Luidena de Kaapsche dagbladen is de tekst van het telegram, door het Transvaalsche Driemanschap aan de Engelsche regeering gezonden, als volgt: Aan den WelEd. heer "W. E. Gladstone. Het Driemanschap is door den volksraad geïnstrueerd u te doen weten dat, naar zijne meening,de conventie strijdig is met het tractaat van Zandrivier, in 1852. De conventie is in menig opzicht een openlijke schen ding van het vredesverdrag tusschen sir E. Wood, namens hare majesteit en de Boeren-Ieiders, die, in het vertrouwen dat de toen te kennen gegevene principes zouden worden ten uitvoer gebracht, hunne wapens neder legden. De volksraad verzoekt dat artikels 2 en 18 veranderd worden. De suzerein heeft geen recht de vreemde aan gelegenheden te leidenalleen de controle ervan. Evenzoo is hij het vredesverdrag overeengekomen dat wij algeheel zelfbestuur verkrijgen zouden, en artikels 3, 13 en 25 zijn eene schending van dat plechtig tractaat. De suzerein heeft geen recht onze wetten goed te keuren. De resident, een vreemdeling zijnde, kan geen beheerder wezen van onzen burgers toebehoorend eigendom. Het is infra dignitatum (tegen de waardigheid) van den president om lid eener commissie te zijn. Schoon bereid onze schulden te betalen, verlangen we bewijs en borgtocht; deze zijn ons nn niet verstrekt. In art. 8 het woord ''kommandeeren" te vervallen. Art. 20, zij, die toekenningen te niet doen, betalen schadevergoeding. Arts. 15, 16, 26 en 27, overtollig, slechts berekend om te beleedigen. Daarop werd door den heer Hudson, de Britsche resident ta Pretoria, een telegram van lord Kim- berley, den Britschen minister van koloniën, ont vangen, hem verzoekende aan den volksraad mede te deelen, dat daar de conventie werd gesloten met het Driemanschap, onder belofte dat dezelve van een Aanwen glimlach, die haar ergerde en voor het eerst vond zy dat haar by naam belache- lijk klonk. „Eenige jonge kunstenaars te Marlotte hebben goedgevonden mij zoo te noemen," antwoordde zij, „het is een malle naam." „Het is een zeer schoone naam in alle geval en ik twgfel er niet aan dat het een zeer gepaste is. Ik ben juist kortelings in deze streek geko men en dat verontschuldigt mijn onkunde aan gaande de legende van uw prototype. Er bestaat een legende van, niet waar Zou het te veel van u gevergd zijn ais ik n vroeg om mg die te vertellen Marguêrite, die elke fabel en kroniek aangaande haar dierbaar bosch kende, had deze herhaaldeiyk verteld. Zy had over het algemeen een zeer sprekende en duidelijke manier van verhalen; doch bij deze gelegenheid moet ik bekennen dat zij hare bekwaamheden geen recht liet weder varen. „O kent gij die niet?" zei zy. „Het is bijna niet de moeite waard om haar aan te hooren Lang geleden was er een zekere ridder, Renê de Fontainebleau genaamd, die eeuwige trouw zwoer aan de nagedachtenis van eene zekere Dêlia, die door den beet van een slang in het bosch gestorven was. Alle dagen kwam hij aan den voet van de rots, waar zij den dood gevon den had, eenige nren achtereen jammeren en binnen drie maanden van 3 Aug. II. zou worden bekrachtigd door een nieuw te verkiezen volks raad, ïsaièr majesteits regeering in geene onder handelingen kon treden omtrent wijzigingen in het document, alvorens het zou zijn bekrachtigd, maar dat zg het raadzame van wijzigingen zal in over weging nemen, indien de ondervinding na de be krachtiging mocht leeren dat dezelve wenscheiyk zijn. Tevens kregen toen de troepen order zich voor gebeurlijkheden voorbereid te houden. Het telegram is gesteld in zeer beleefde, maar toch besliste bewoordingen. De berichten loopen tot 18 October. De Zuid- Afrikaanders in de Kaap-kolonie voorzagen toen de bekrachtiging der conventie door Transvaal, doch indien Engeland die te streng uitvoerde of later niet wyzigde, zou de uittocht der ontevreden Boeren naar de Portugeesche bezittingen op groote schaal volgen. De kapitein Van Tuerenhout heeft in het jongste nommer van de Vragen des Tijdi een opstel geplaatst, waarop wy de aandacht onzer lezers willen vestigen dewijl het meer dan de meeste andere onderwerpen van militairen aard onder de bevatting van niet-militairen valt en tevens voor ons krggswezen van hoog belang geacht moet worden. Bevordering der officieren van het leger bij keuze of by anciënniteit? -— ziedaar een vraag stuk, van welks oplossing de volledigheid en het gehalte van het officierskorps voor een groot deel afhangt. Aan den eenen kant is het wensche- lijk officieren van buitengewone verdiensten niet den langzamen loop der jaren te laten afwachten, tot de dood of het pensioen voor hen plaats in de hoogere rangen opent. Aan den anderen kant neemt iedere bevordering bij keuze eene plaats weg voor officieren, wier verdiensten misschien, door allerlei toevallige omstandigheden, minder in 'toog vallen, doch die, in oorlogstyd, mogelijk even goed in denhoogeren rang zonden voldoen als de jongeren, die hen vooruitgestreefd zijn. Bovendien bestaat het ge vaar dat, naarmate de kans op bevordering bij keuze grooteris, niet alleen wezenlgke verdiensten, maar ook de slag om zich een witten voet by de supérieuren te verschaffen, de kunst van vleien en zich op den voorgrond te stellen, middelen zullen wezen om voor buitengewone bevorde ring in aanmerking te komen. De mannen van karakter en degelijke bekwaamheid zullen in dien strijd dikwyis het onderspit delven voor hen die slim, handig en gelukkig zijn. Wrevel en luste loosheid zullen daarvan het gevolg zyn bij de niet-bevoorrechten, terwijl de hoogere rangen met de gunstelingen der fortuin bezet, en niet op de uitstekendste wijze bezet zullen zijn. Eindelijk heeft de ruime bevordering bij keuze nog het nadeel dat de bovenBte lagen der militaire bierar- klagen. Maar op zekeren morgen verscheen de nimf Némorosa hem, terwgl hy op den grond lag te schreien en nadat hy haar gezien had kon hg niet meer aan Dêlia denken. De nimf verscheen hem telkens weer en een tijdlang hield hij zijn gelofte en wilde haar niet aanzien, noch tot haar sprekenmaar eindelgk kon hy niet langer weêrstand bieden en viel op de kniën om haar zijn liefde te bekennen. Zóo kreeg de nimf macht over hem en daarna werd hij nooit meer gezien of gehoord. Dat is al; doch," voegde zg er zeer ernstig bij, „dit zijn slechts fabeltjes om kinderen meê te vermaken; er is niets van aan." „Wie weet! In alle geval vergeef ik den armen René zijn trouweloosheid. Indien Némorosa eenigszins geleek op Hier veroorloofde de spreker zich veelbeteekenend te zwijgen. „Hoogst waarschijnlijk," hervatte hij, „geloofde René oprecht dat hij Dêlia beminde, totdat hij do andere ontmoette en daarna merkte bij dat hy zich vergist had voüaDergelyke vergissingen gebeuren eiken dag, ook zonder tusschenkomst van boschnimfen. Gelukkig diegenen die ze in tijds bemerken om ze nog te kunnen herstellen." De levende Némorosa gat geen antwoord. Misschien bedacht zy dat zy zelf op het punt was geweest een noodlottige vergissing te begaan. Gedurende dit gesprek waren zij onge merkt zachtjes voortgewandeld en stonden nu aan den westelgken rand van do rotsketen, die vlak chie, door den toevoer van betrekkelijk jonge mannen, gedurende geruimen tgd verstopt kunnen rakon. Op den dnur krijgt men dan toch een aan tal oude hoofdofficieren, terwgl intusschen de op gewektheid en de ambitie in de lagere rangen, door het gebrek aan vooruitzicht op bevordering zijn uitgedoofd. Om deze redenen is kapitein Van Tuerenhout geen voorstander van de bevordering by keuze, in vredestgd althans. Schitterende verdiensten op het slagveld moeten buitengewoon beloond kunnen worden, doch de aanleiding daartoe zal zeldzaam voorkomen en zal, komt zg voor, onder de kameraden van den bevoorrechte geen nay ver of ontevredenheid wekken. In de gewone omstan digheden, waarin ons leger gelukkig verkeert, wil hij den toegang tot de hoogere rangen ruimer openen, niet door keuze, maar door vermindering van het aantal mededingers. Dit doel kan bereikt worden door aan de of ficieren, wanneer zij een zeker aantal dienstjaren, maar nog niet een leeftijd bereikt hebben die hen tot niets anders dan tot volslagen rust geschikt .maakt, de mogeHjkheid te openen om met pensieon den dienst te verlaten. Dien weg is men ook in Engeland en in Italië met goed gevolg opgegaan. Ieder officier die het verlangt, zon, volgens het stelsel van den sehrgver, b. v. na 25 jaren dienst een aan zijne dienstjaren geevenredigd pensioen toegekend moeten worden, onder verplichting van zich nog gedurende zekeren tyd beschikbnar te stellen voor den dienst bg de schutterijen of de reserve. Hierdoor zon de zoo noodzakelijke en thans zoo moeiigke aanvulling van het officierskader bg de sehuttergen verzekerd en zouden tevens de mindere officiersrangen in het leger bevryd worden van een aantal aspiranten naar de hoogere betrek kingen. Bevordering bij keuze in vredestijd zou de sehrgver echter willen behouden, volgens de te genwoordige verhouding, dat is voor hoogstens een zesde van het aantal open plaatsen. Deze bevordering wil hg afhankelijk stellen van het afleggen van een practisch en theoretisch examen voor een commissie, samengesteld uit de inspecteurs der verschillende wapens en den chef van den generalen staf, wier oordeel eenstemmig gunstig zou moeten zijn om een voordracht van den examinandus tot buitengewone bevordering te wettigen. De bevordering tot kolonel wil hij voor de helft en die tot generaal geheel naar keuze, zonder examen, doen plaats hebben. Hierin moet het hooger legerbestuur volkomen vry zijn te kiezen wien het den geschikste acht. Na aldus voor de bevordering tot de hoogere rangen eene regeling ontworpen te hebben, op de wijze die naar zijn inzien de beste waarborgen voor geschiktheid oplevert, waarby nog op te merken valt dat hij den majoorsrang, even als by voor hnnne voeten in een reeks van steile hel' lingen overging, zoodat zy onmogelijk een stap verder konden gaan. Eensklaps viel het Marguêrite in dat het volstrekt niet te pas kwam dat zij hier zoo lang vertoefde in het bgzgn van een heef dien zy in het geheel niet kende: Het was de eerste maal in haar leven dat zulk een denkbeeld bg haar opkwam en dit maakte haaf opnieuw verlegen. „Ik moet gaan," zei zij kortaf. „Goederi dag mijnheer." Maar hij verzocht haar niet zoo weg té loopen. Het gebeurde Zoo zelden dat hij het voorrecht had iemand te ontmoeten dié evenals hij de rotsen en de boomen eu de vryé baitenlucht liefhad. In zijn omgeving gaf niemand iets om die dingen en hij vond er zijn eenigen troost in. Dus bleef Marguêrite nog even en luisterde naar zgn taal, die inderdaad een zekere aantrekkelgke bekoorlijkheid had. Zg zott gaarne wat meer van die omgeving vernomen hebben en waar die menscben daar dan wel om géven en waarover hij getroost moest worden; maar hij roerde die onderwerpen niet aan. Hy bepaalde zich bg het uitweiden over het heilzame van den omgang met de natuur en tot loftuitingen over het bosch van Fontainebleau, daar hij waar- schgnlijk wel begreep dat een compliment aan het bosch door zijn toehoorderes als een persoonlijk compliment zou opgevat worden. Hy gaf zijn

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1