N«. 260.
188.1.
Vrijdag
4 November.
II Presepio.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 5/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
^liip
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daiibe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich ens.
Middelburg, 3 November.
DPBXJix-i-.EiT'oasr.
a
M1DDE
pa
Door den heer dr. U. Leemans, directeur van
's rijks museum van oudheden te Leiden en lid
van het Zeéuwsch Genootschap der Wetenschappen
is namens zijne echtgenoote en zusters, als erven
van wijlen den heer De Virieu, te Zalt-Bommel,
ten behoeve van het kabinet van oud- en zeld
zaamheden van genoemd genootschap afgestaan
een staatsiedegen van historische waarde. Het is
een degen met zwaar zilveren gevest, versierd met
het wapen der admiraliteit van Zeeland en eenige
zinnebeelden, alsmede met een Latijnsch opschrift.
Ook de lederen schede is met zilveren beslag
versierd.
Uit een afschrift van de nog aanwezige akte
blijkt, dat Gecommitteerde Raden der admiraliteit
den In December 1659 besloten, met „een houwer
of degen" te vereeten: „Jhr, Dominions de Virin,
commandeur geweest over de zestig gecomman
deerde soldaten op 't schip van den vice-adroi
raai Johan Evertsen, op de reis naar Denemarken,
voor zijne goede devoiren en diensten gedurende
dezelve voyage."
De degen werd, blijkens de admiraliteits-reke-
ningen, gekocht te Middelburg bij den zwaard
veger Philip Gilleman, voor 16 Ponden Vlaamsch,
13 scb. 4 gr.
Dom. de Viriu (oorspr. De Viry) was vroeger
vaandrig bij de compagnie van kapt. Nicolaas
van Vrijbarghe. In 1668 werd hij kapitein van
eene „kompagnie der marine," het korps dat de
oorsprong onzer tegenwoordige mariuiers werd.
"Wat de in de akte genoemde „voyage" naar
Denemarken betreft, daaimede wordt bedoeld de
expeditie, in 1659 onder De Ruiter naar het
Noorden gezonden tot ondersteuning der vloot
van Obdam, die in het vorige jaar op de Zweedsehe
scheepsmacht de schittertnie overwinning behaald
had, welke met eten dood van ueD dapperen Witte de
With zoo duur betaald werd. De vloot van De
Ruiter vond eenter niet veel meer te doen en
keerde spoedig terug. Over het opperbevel had
aich de aloude nag ver tusschen de admiraliteiten
van Holland en Zeeland weder geopenbaard, die
niet dulden wilde dat een Zeeuwsch admiraal over
de vereenigde vloot het bevel zou voeren. Jan
Evertsen had hierover, aan boord van De Ruiter's
admiraalschip, met zeemansrondheid, zijn misnoegen
luide uitgesproken. De edele inborst en de tact
van den vlootvoogd wist echter ook op dezen
tocht de kwade luim van zijn onderbevelhebber
langzamerhand tot zwijgen te brengen. Tusschen
zeebeden en Zeeuwen ging dat trouwens gemak
kelijker dan het den anderen bevelhebbers viel
zich onder het commando van den kavallerie-
Door Mevr. Oomijns Oarr.
Wanneer de Kerstklokken ophouden met luiden
en het nieuwjaarwenschen voorbij is, wanneer het
groen, dat de huizen en winkels gedurende het
Kerstfeest versierde, begint af te vallen, dan gaat
de bevolking van Genua over de Presepio
denken, omdat de Driekoningsdag nadert.
Tonietta, de dochter van Marrina de stijfster,
gal aan den arm van haar vrijer naar de kerk
der Kapucijnera gaan om het schouwspel te zien.
Zij is het meisje met het vriendelijke gezichtje
en het bevallige figuurtje, dat wij zoo dikwijls
B morgens vroeg den heuvel hebben zien afko
men, met haar grijze kleedje en net gesteven
witten sluier. Bij die gelegenheden loopt zij
haastig, teneinde nog een oogenblik te winnen
voor een praatje met den kaaskooper op het
winderigste hoekje van de straatwant Tonietta
is ook stiratriee en kan op een werkdag geen
minuutje verzuimen, maar zij verdient ook bare
twee franken voor zes nren strijken, goffreeren
èn plooien. De zon, die boven den heuvel van
^üjbaro uitkomt, lacht Tonietta echter op dien
officier Obdam te schikken, dien de partyschap
hun als opperste aanvoerder opgedrongen had.
Misschien was het wel om een pleister op de
wond te leggen, dat de Zeeuwsche admiraliteit
bij het einde van den weinig beteekenenden tocht
haar admiraal een belooning toekende, waarvan
ook Dom. de Viriu zijn deel bekwam.
Een belangrijke aanwinst deed bet Zeeuwscli Ge
nootschap dezer dagen nog door het ontvangen van
eene antieke, fraai bewerkte eikenhouten schoor-
steenbekleeding, met daarbij behoorende steenen
onderstukken en gekleurde tegeltjes, afkomstig uit
een huis op de Pottenmarkt alhier. Dit voorwerp
werd door onzen stadgenoot den heer J. J. van
der .Harst Lzn. geschonken voor de Walchersche
hoerenkamer, welke het bestuur van het genoot
schap bezig is in te richten.
Opgave van brieveD, geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden door bet postkantoor Middel
burg, gedurende het 3e kwartaal 1881
P. Bosschaart, San FranciscoR. J. de Wolf,
AntwerpenA. Corree, Antwerpen A. Westdorp,
AntwerpenH. de Wit, Antwerpen A. Hamer-
ling, Molenbeek; Mile. J. de Vollenhoven, Spa;
S. Williams, LeipzigMad. Wary, ParijsMevr.
Versluys, Parijs,
De verpachting der eigendommen van het
calamiteuse waterschap Ellewoutsdijk, Maandag
gehouden, heeft p. m. f 500 minder opgebracht
dan voor 7 jaren. {G. Ct
De heer H. M. Wierta van Coehoorn, postdirec
teur te Goes, herdacht Dinsdag, onder vele blijken
van belangstelling, zijn 25jarig ambtsfeest in
dienst der posterijen.
Biervliet, 2 Nov. De geloofsbrieven van
het raadslid C. J. Cornells zijn gisteren door de
overige raadsleden, die de hunne nog niet in
gezonden hebben, onderzocht en van onwaarde
verklaard, waarschijnlijk op grond dat de geko
zene voor zijn oom J. Cornelis het ontvanger
schap der gemeente waarneemt.
Verleden jaar werd echter hierin geen bezwaar
gevonden om den eerstgenoemde in den raad toe
te laten.
Vier Belgen, die zich de vorige week in deze
gemeente aan kippen-diefstal schuldig maakten,
zijn thans op de daad betrapt. Zij wonen een
goed uur van de grenzen.
De heer H. G. Hartman Jz., secretaris van
Goes, heeft geschreven en de firma F. Kleeuwens
en zoon aldaar uitgegeven eenige „wenken en
opmerkingen voor koffiehuishouders, tappers en
slijters", bij het in werking treden van De Drank
wet. Het is een handig boekje, waarin, na eene
korte historische inleiding, een overzicht van de
wet en eene toelichting betreffende hare uitvoering
geheel vrijen dag, den 6en Januari, heel vrien
delijk toe. Markiezin noch burgerjuffrouw kan
haar op dien morgen laten ontbieden. Zij oehoort
aan den kaaskooper en aan den Presepio (de
stal van Bethlehem) tot dat het gnlden lictit aan
den gezichteinder achter de golf van Genua ver
dwenen is, tot dat de gaslichten opgestoken zijn,
ja zelfs nog later. Ofschoon het welbezien niet
zulk een zwaar werk is om overhemden van don
Paolo te strijken en de rokken met Btrooken van
mevrouw te plooien, en ofschoon dit werk nog al
veraangenaamd wordt door menig gezellig praatje,
dat op luiden toon van de strijkkamer naar de
keuken gehouden wordt, bljjft een vrije dag toch
een vrije dag, en Tonietta is trotseher op haar
blauwe, stoffen japon dan op baar daagsche grijze
en zij verbeeldt zich dat het haar beter staat op
het Driekoningsfeest door de menigte te wandelen,
dan bevallig het heete ijzer bij haar wang te
houden om te voelen hoe heet het is, of het vlug
te verzetten op de gloeiende kolen in haar
scalüino (komfoor).
Maar al is het een Heilige dag, zij houdt toch
niet van luierengij staat bij tijds op, op dien
konden, helderen morgen van het feest; want in
de vroegmis ontmoet zij den kaaskooper. De
blauwe japon wordt aangetrokken, met een zacht
wit zijden doekje om den hals, een gouden speld
om dit vast te houden, een gouden ketting tot
Bieraad en een zwart zijden schortje voor het
gegeven wordt, in vloeiender en verstaanbaarder
taal dan die der wetsartikelen. De actualiteit
ervan verzekert aan het boekje een goeden aftrek.
Bij de opening van de vergadering der prov.
staten van Gelderland bield de commissaris des
konings eene toespraak over den toestand der
provincie. Leed zij, zeide de commissaris,
dikwerf schade, door water teweeggebracht, thans
heeft men daarvan weder de droevige ervaring
drie gemeenten ondervonden door een dijkbreuk
eene schade, welke des te grooter is omdat de
oogst nog voor een groot deel te velde stond,
maar ook des te pijnlijker wordt omdat die vooi al
te wijten was aan de onwilligheid van drie be
sturen, door geen gevolg te geven aan den her
haalden aandrang in het nakomen der reglementen.
Dezer dagen had te Brussel de inschrijving plaats
van twee schroetsleepbooten, voor den dienst van
het Belgisch gouvernement te Ostende te leveren.
De uitslag was als volgtKon. fabr. v. stoomwerk
tuigen te Amsterdam 146,000 fr-, Kon. Maatschappij
De Schelde te Yiissingen 147,174 fr., Maatschappij
De Maas te Delfshaven 148,000 fr., V orest en
Son, Engeland, 174 000 fr. en de Société Cockerill
te Seraing 208,000 fr.
Men schrijft ons uit Den Haag dd. 1 dezer
Eindelijk zal men dan toch den eenig moge-
lijnen maatregel nemen om de veiligheid van het
Noordwestelijk gedeelte onzer stad des nachts te
verzekeren. Na een vergadering, verleden week
in het Zuidhoilandsch koffiehuis gehouden en
waarin besloten was den burgemeester persoonlijk
over de onveiligheid te gaan spreken en de hulp
in te roepen zoowel van den minister van justitie
als van den gemeenteraad, nadat iedereen
zoo wat zijn opii ie over de inbraken in onze
nieuwe wijken gezegd heeft en allerlei plannen
gemaakt en onuitgevoerd weer begraven zijn,
is men nu eindelijk tot de slotsom gekomen dat
er slechts Óen afdoend middel van verbetering is:
het opdragen van de nachtpulitie aan het dag-
personeel van den fl. Hermandad.
In de zit'ing van den gemeenteraad van heden
heeft de burgemeester, hoofd der stedelijke politie,
zijn voorstel ingediend om nog 26 agenten van
politie aan te stelien, teneinde een proel te nemen
met de vervanging van de nachtwacht door de
gewone politie. Het feit dat er slechts 26 agenten
worden aangesteld, bewijst dat men voornemens
is de proef in een gedeelte der stad te beginnen.
Want de gemeente is voor den nachtdienst de!
politie in, ik meen, 46 wijken verdeeld en men
zou dus met 26 man in de geheele stad bitter
weinig uitvoeren. Vermoedelijk zal men nu de
inbraak-wijk het eerst van goede nachtpolitie
voorzien en als de heeren inbrekers dan weten
dat het terrein daar onveilig is en een andere
wiik gaan exploiteeren, spoedig aan de nieuwe
contrast. Een frissche, heldere, witte sluier om
hult hoofd en schouders over den nauwen winter
mantel en in hare ooren schitteren prachtige
ringen. Tonietta is gelukkig. Het kan haar
niet schelen dat zij een langen weg heeft af te
leggen, langs de Salita Santa Maria en dat zelfs
jeugdige knieën moeten voelen hoe steil die hel
ling afloopt, wanneer zij den voet van den heuvel
bereiken. Het doet er niet toe of een scherpe
wind haar den geheelen weg in het gezicht waait
en hare lippen, wangen en handen doet verstij ven.
Op zoo iets let men niet wanneer u een minnaar
beneden staat te wachten
Het was pas even over zessen toen Tonietta
hot kleine gele huisje boven op deD heuvel buiten
de poort uitging en het is nauwelijks zeven nn
zij onder de donkere cypressen voor de Kapucijner
kerk Btaat te lachen en te praten, helaasmet
een anderen galant dan de trouwe boterkooper
En toch zijn dat blauwe kleedje, die witte kousjes
en fijne lederen schoentjes alleen voor u aange
trokken, gij worsthandelaar! Maar zoo zijn de
vrouwen Daar staat zij nu op het benedenplein,
terwijl het rendez-vous afgesproken was voor het
bovenplein; daar staat zij nu te luisteren naar
de grappen en aardigheden van dezen mooiprater,
terwijl hij, wien haar lachjes het eerst beloofd
waren, loven zit te wachten en zich te ergeren
en weldra nijdig zijn boenen over den muur gooit
en haar spoedig genoeg in het oog krijgt. 0 die
inrichting uitbreiding geven. Misschien zal men
ook bij afwisseling don eeneu nacht deze, den
anderen gene wijk laten bewaken, om den in
vloed daarvan op de publieke veiligheid na te gaan.
Eigenlijk zie ik het heil van een proefneming
op dit gebied niet in. Me dunkt, vast politie
personeel ook met den nachtdienst te belasten
zal wel altijd een verbetering zijn en indien men
dus terstond begon met even veel nieuwe agenten
aan te stellen voor dien nachtdienst, als er thans
nachtwakers zijn, zou er zeker niemand zich over
beklagen, ook al kost dit een zeer aanzienlijke
som gelds. Proefnemingen op dit gebied lachen
mij niet toe.
Maar ons gemeentebestuur is er nu eenmaal
verzot op. Gelukkig komt er een prachtige ge
legenheid om een kapitale proef te nemen, met
de exploitatie van het badhuis te Seheveningen.
Zooals ik u vroeger meldde heeft onze gemeente
raad besloten het badhotel met al den aankleve
van dien, restauratie, kurzaal, terras, alles te ver
pachten en hebben zich drie pachters aangeboden:
de heeren Feith (voor een combinatie van zeven
heeren, door den heer Van Lith, van de vereeni-
ging Handel en Nijverheid bijeengebracht).
Arntz nius en mr. Denekamp (een Haagsch-Rot-
terdam-che combinatie)en de heeren Schoor
en Polak c. s., de tegenwoordige pachters der
buffetten en restauratie. Na voorioopige onder
handelingen trokken zich de eersten terug; de
aanvragers boden respectievelijk f 20.000 en f 10.000
per jaar als pachtsom aan en burgemeester en
wethouders hebben aan den raad heden het voor-
Btel gedaan het badhuis voor 10 jaren aan de
heeren Arntzenius en Denekamp te gunnen voor
f 20.000 per jaar.
De gemeente zal dus verzekerd zijn van eea
inkomen van 2 ton in de eerstvolgende tien jaren,
een zeker niet verwerpelijke bate, die wellicht
door de winst, op de baden te behalen, nog iets
hooger kan worden. Ook voor Seheveningen
achten wij de proefneming niet al te gewaagd,
mits men de heeren Arntzenius en Denekamp nn
maar niet in een keurslijf van allerlei voorwaarden
knelle. Naar ik hoor zijn de aanvragers werkelijk
zeer geschikte personen voor deze onderneming.
De heer Arntzenius, die hier met het grootste
succes een ijsfabriek in werking bracht, welke
zich in een zeer groote populariteit verheugt, zal
ook met het badhuis wel weten wat het publiek
het best bevalt. Want daarop komt het aan S
men moet de zaken smakelijk weten te maken.
Van den heer Denekamp, een jeugdig rechtsge
leerde, hoor ik dat hij, zoon van een zeer geacht
fabrikant te Schoonhoven, een ondernemend man
is, met een helder hoofd en veel energie. Daaren
boven moeten er degelijke mannen achter hen
staan met een zeer voldoend kapitaal om de zaken
ferm aan te pakken.
itibftm^tntrtrrfi^
ij delheid der vrouwenO die wraakgierigheid
der mannen
„Maak dat gij weg komt," zegt Beppo, op
den winkelier met den fijnen jas, die met het lieve
meisje staat te praten, toeschietende. „Tonietta
kwam hier om il Presepio met mij te zien; en
gij komt mooi laat"vervolgt hij tot haar»do
eerste mis is al begonnen."
Wat is natuurlijker dan dat Beppo boos is
En wat zou ook natuurlijker zijn dan dat Tonietta
zijn zin deed, daar zij voor hem en niet voor
signor Maggioli het haar zoo netjes gevloch
ten en haar manchetten zoo netjes geplooid
heeft? Maar zóo standvastig kan een mensch
niet zijn, waar zou men anders stof voor praatjes
van daan halen
„Geduld," zegt zij met een minzaam lachje,
een geliefkoosd Italiaansch spreekwoord gebrui
kende.
Maar geduld is juist hetgeen Beppo op het
oogenblik het meest ontbreekt.
„Gij hadt wel op uw tijd kunnen komen/
bromt hij niet zeer beleefd, „maar laat ons ntt
eindelijk de kerk ingaan."
^Ben ik hier niet reéds een half uur geweest,
signor Giovanni?" vroeg zij, zich tot de oorzaak
van het gebcbil wendende, „wij hadden afspraak
gemaakt voor het benedenplein en hij wacht mij
op het bovenplein 1 En dan is hjj nog boos0
die mannes'^