De voorzitter zegt dat, droeg het zoó straks gedaan voorstel zijn volle sympathie weg, het m Gemeenteraad van Goes. GEDRUKT BIJ PK GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG. en de ondervinding heeft geleerd dat men zeer gelukkig is geweest in zijne keuze, doch ook dat als de benoemden elders eene benoeming kunnen verkrijgen, zij vertrekken. Nu weet spreker wel dat het groote traktement niet is de e e n i g e, maar zeker een zeer groote faetor, die tot blijven zou nopen. Met het oog nu op dit verlaten der school, vraagt spreker of het niet zeer ten na- deele van het onderwijs is wanneer het onderwij zend personeel telkens verwisselt. De voorzitter kan niet anders verklaren dan dat dit amendement zijne volle sympathie bezit gaarne echter had hij gezien dat de voorsteller nog wat verder ware gegaan en de verhooging ook ten opzichte van de wis- en natuurkunde, evenals het teekenen, had uitgestrekt. De heer Tak spreekt zijn leedwezen uit dat bij een zoo belangrijk onderwerp als dit, deleden geheel onvoorbereid eene beslissing te nemen hebben. De quaeatie of het traktement hier minder is dan in andere gemeenten is niet bekend. Ook niet of het per se juist is dat het booger trakte ment de leeraressen van hier zal weglokken. Wanneer het mogelijk was zou spreker daarom in deze aangelegenheid liever het nemen van een besluit uitstellen, tot dat de leden in de gelegen heid geweest zijn nadere inliohtingcn in te winnen. Spreker is volstrekt niet tegen verhooging, maar heeft behoefte aan meer licht ten deze. De heer Van Teylingen zegt dat zoodra verhoo ging van traktement ter sprake komt, door de tegenstanders een moeilijk terrein wordt betreden. Zeer licht toch wordt gemeend dat men in dat geval de verdiensten wil verkleinsn vaa hem of haar die het aangaat en als spreker hier genoopt is zich tegen het amendement te verklaren, hoopt hij dat de personen, die het hier betreft, dit niet zoo beschouwen zullen. De heer Van Hoek heeft gezegd dat het trak tement niet de eenige reden is, maar spreker zou bijna een stap verder gaan en zeggen dat tot op zekere hoogte het weinig tot de zaak afdoet of het salaris enkele honderd guldens meer of minder bedraagt. Het bewijs toch is moer dan eens geleverd dat men een goed traktement in den steek liet voor eene andere plaats, waaraan men de voorkeur gaf omdat er betrekkingen woonden of om andere redenen. Bij de beantwoording van de vraag of het billijk is dat het traktement blijft op f 1200 of niet zou spreker, wanneer hij let op de verdienste der personen, gaarne willen mede werken tot verhooging, maar ook met de financien behoort rekening gehouden te worden, zoowel als moet gelet worden op de traktementen van de hoofden der lagere scholen, waartusschen, naar sprekers meening, eene te groote ongelijkheid bestaat. Zoo als reeds door den voorzitter is aangeduid moet ook met de jaarwedde voor de wiskunde gerekend worden. Op deze gronden zal de heer Van Teylingen tegen stemmen. De heer Van Heek merkt den heer Tak op dat hij, als buiten de commission van fin. en fabr. staande, minder in de gelegenheid is de leden officieel met zijne voorgenomen voorstellen in kennis te stellen. Wat betreft de door dat lid gewenschte vergelijking, meent de heer Van Hoek dat die onnoodig is, wijl die reeds werd gemaakt toen in Mei 1880 de traktementen werden vast gesteld. Het traktement van den leeraar in de wiskunde te verhoogen, gelooft hg dat niet wel mogelijk is, wijl dan vooraf het vroeger ge nomen besluit behoort herzien te worden. Met zijn voorstel betreffende de leeraressen blijft hij echter in den regel en binnen de grenzen van het vroeger besluit. Met betrekking tot de opmerking dat de trak tementen der hoofden der lagere scholen te laag zijn, meent spreker eenvoudig te moeten aanvoeren dat, wanneer men die meening is toegedaan, men eveneens een amendement kan indienen. Het amendement, in stemming gebracht, wordt met 10 tegen 6 stemmen verworpen. Vóór stem den de heeren J. A. van Hoek, Tak, Van Berle- kom, W. A. van Hoek, Liebert en Van der Harst. Alvorens art. 1 wordt in stemming gebracht, merkt de voorzitter op dat, wordt dit aangenomen, een adres van den leeraar Holm, om verhooging van jaarwedde, van de hand is gewezen. De heer J. A. van Hoek stelt daarna voor het voor de jaarwedde van de directrice uitgetrokken bedrag met 200 te vermindereu. Ter toelichting hiervan zegt de heer Van Hoek, dat nu het traktement der leeraressen niet is ver hoogd, naar zijne meening, eene groote onbillijk heid zou worden begaan wanneer de jaarwedde der directrice f 200 hooger uitgetrokken werd. Daardoor zou eene aanmerkelijke wanverhouding in het leven geroepen worden. De directrice zou dan 2200 als jaarwedde eu de op f 300 te be rekenen vrije woning, dus f 2500 ontvangen, alzoo ƒ1300 meer dan de leeraressen, niettegenstaande overal elders het hoofd der school h peu pres f 1000 meer ontvangt dan de leeraressen. Na de zoo even genomen beslissing wenschte de heer Van Hoek deze jaarwedde te laten zooals zf) is, teneinde bnrg. en weth. later gelegenheid te geven ook een voorstel omtrent het andere personeel te doen. Bovendien meent dat lid dat met het oog op de verordening, waarby het trak tement op 2000 werd bepaald, verhooging niet kan toegestaan worden, dan na herziening van dat besluit. in behandeling zijnde dit in geenen deele doet. Wat den vorm betreft meent hij dat door het nemen van het besluit de bedoelde wijziging wordt gemaakt. De heer W. A. van Hoek is zeer sterk tegen het amendement. Hij heelt het betreurd dat het andere voorstel niet is aangenomen, doch acht tusschen beide zaken geen verband noodig. We hebben nu eenmaal een middelbare meisjesschool willen bezitten zegt spreker en we moeten nu de financieele gevolgen daarvan dragen. Zou het niet eene économie de bonis de chandelles zijnom den toestand zoo te doen worden dat men er zijne kinderen niet meer heen kan zenden? Hoe gering men denke moge over den verderfelijken invloed van een voortdurende verandering van personeel, men zal het toch wel met spreker eens zijn dat als men de directrice niet eene behoorlijke financieele positie waarborgt en zoodoende de verandering, wat haar betreft, niet zoo gemakkelijk maakt, de zaak geheel en al mis is. Het amendement-J. A. van Hoek wordt daarna met 14 tegen 2 stemmen verworpen. De voor steller en de heer Snijders stemden voor. By de derde afd. van dit hoofdst. merkt de voorzitter op dat onder de ark 1 en 4 begrepen is eene toelage van 100 aan de onderwijzers Nierse en Louis, voor het geven van herhalings- onderwijs en in art. 1 eene verhooging van de jaarwedden van de onderwijzers Holthuijzen en Termijn. Dit aangenomen wordende is daardoor eene wgziging gebracht in de verordening be trekkelijk de jaarwedden. Op art. 3 der 4e afd., subsidie aan de ambachts school 100, wordt duor den heer Van der Harst een amendement voorgesteld, om dien post voor 1882 op 500 te brengen. Spreker heeft met genoegen gezien dat die post was uitgetrokken, maar het bedrag heett hem teleurgesteld. De ambachtsschool geniet veler sympathie en is zegt spreker niet gebaat met eene aalmoes van 100. Het door hem voorgestelde bedrag kan, naar hg meent, wel door de financiën der gemeente gedragen worden. De voorzitter heeft met genoegen dit voorstel ontvangen en deelt mede dat dit een der weinige punten was waarmede hg met zijne collega's in het bestuur van gevoelen verschilde. Met 14 tegen 2 stemmen werd het voorstel aangenomen. De heeren Snijders en Ermerins waren ertegen. De behandeling van hoofdstuk X, onvoorziene uitgaven, is aangehouden. Bij hoofdstakIIart. 7b der inkomsten vraagt de heer Snijders ot door burg, en weth. in het afgeloopen jaar iets verricht is tot het ontdekken der rechthebbenden op dit kapicaal, de saldo houders in de voormalige wisselbank. De voorzitter deelt mede dat het register sinds verleden jaar niet ontzegeld is, waarop de heer Snyders zegt dan geen oordeel over dezen post te kunnen veilen. In 3teinming gebracht, wordt hij aangenomen met 14 tegen 2 stemmen, die van de heeren Snijders en Van der Harst. Bij art. 9, batig slot van de exploitatie der gasfabriek, vraagt de beer Lnteijn ot bnrg. en weth. in de gelegenheid zyn iets mede te deelen betreffende de omtrent het gasverbruik vernomen opmerkingen. Hij gelooft dat zoowel in het belang van de gas verbruikers als met het oog op de repu tatie der fabriek dit wenschelijk mag worden geacht. De voorzitter antwoordt dat, hoezeer hg Diet in staat is volledige inlichtingen te verschaffen, hij toch voorloopig het een en ander betreffende deze zaak kan mededeelen. Hg vestigt er in de eerste plaats de aandacht op dat de berichten omtrent het gasverbruik tegenstrijdig zyn en dat, hoewel in de Middelburgsche courant slechts éen persoon een gunstige uitkomst vermeldde, toch tal van per sonen mondeling een dergelyke mededeeling hebben gedaan. In de tweede plaats is het s. i. opmerkeiyk dat men die klachten uit de couraut heeft vernomen, zonder dat by de gaseommisie of by den directeur iets daarvan bekend was. Het klachtenboek verkeert ook nog in maagdelij kon staat. Toen de gemeente de exploitatie der gasfabriek voor eigen rekening nam, rekende men niet alleen op een groot getal nieuwe verbruikers, maar ook op grooter gebruik van de bestaande, want het is eene waarheid dat naarmate een artikel van dage- ïyksche behoefte goedkooper wordt, er minder zuinig mede omgegaan wordt. Dit zal wel een van de redenen zijn die tot klachten aanleiding geven. Velen laten de hoofdkraan den ganschen avond geheel open, wat zeer gemakkeiyk, maar van grooten invloed op meer gasverbruik is; zeer aan te bevelen is het dan ook de hoofd kraan niet meer open te zetten dan noodig is, tenzij men een regulateur gebrnike. Er zyu echter ook nog andere redenen. Het is gebleken dat onder de meters, die van de vroegere conces sionarissen werden overgenomen, er vele zijn die gebreken hebben en óf gas laten ontsnappen óf te snel loopen. Ook zijn op verschillende plaatsen gebreken in de leidingen, waardoor veel gas ontsnapt, zonder dat men het bespeurt. Spreker licht dit door een voorbeeld uit eigen ervaring toe. Eindelgk is in het jaar 1880 sterk geklaagd OVer te weinig drukking, vooral aan de eindpun ten der stad. Wyi de gascommissie deze grief billijk achtte, is de directeur in Februari of Maart gemachtigd de drukking te vermeerderen, waar van het noodzakelijk gevolg is dat, als men niet met de hoofdkraan werkt, de toevoer van gas vermeerdert. De gascommissia verliest niet uit het oog dat het bier eene zeer belangrijke zaak geldt en zal trach ten die volledig op te helderen. Nadat hoofdstuk X, onvoorziene uitgaven, is vastgesteld op 10,144.07, worden burg. en weth. gemachtigd tot de gewone af- en overschrijvingen en het gewone besluit tot het aangaan van eenige abonnementen. By dit laatste geeft de heer W. A. van Hoek burg. en weth. in overweging of de remuneratie voor het schoonhouden van het raad huis niet te laag is. Burg. en weth. zeggen toe daarop te zullen letten. De begrooting, in ontvang en uitgaaf bedragende f 258.533.46i, wordt vervolgens in stemming gebracht en met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snyders, aangenomen. Zitting van Donderdag 27 October, 's avonds te 7 uren. Voorzitter de heer De Witt Hamer. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig met kennisgeving van ongesteldheid de heer Van Renterghem. Na resumtie der notulen van de vorige verga dering en mededeeling van eenige ingekomen Btukken kemt in behandeling de begrooting der gemeente voor 1882. De voorzitter opent de algemeene beschouwin gen. De heer Den Boer brengt hulde aan het zuinig beheer van burg. en weth., waardoor het wederom mogelijk is den hoofdelijke» omslag met 1000 te verlagen, maar wenscht zyn bezwaren kenbaar te maken tegen het bedrag van het schoolgeld voor middelbaar onderwgs en dat van school A. Hij zou dit verhoogd willen zien, daar de mindere man door de opgedreven uitgaven voor het on derwijs gedrukt wordt. De heer Massee merkt op, dat het geld niet nuttiger kan besteed worden dan voor goed on- derwys. Men moet wel eens betalen voor iets waarvan men niet gediend is, b. v. voor kerken, doch al is men daartegen, dan moet men toch berusten. De heer Quist sluit zich ook aan bij het door den heer Den Boer gesprokene. De heer Ramondt betoogt hoe na de vervanging der accijnsen door den hoofdeiyken omslag de druk van den minderen man verminderd is. De voorzitter komt met klem op tegen de valsche voorstellingen van den heer Den Boer. Het stuit hem eigenlijk tegen de borst zulke be schouwingen te wederleggen. Spreker wijst erop, dat het niet opgaat tegen de posten, die op be staande verordeningen gebaseerd zijn te stemmen. De algemeene beschouwingen worden daarna gesloten. Bg art. 4, afdeeling 1 van hoofdstuk III, jaar wedden van sluis- en brugwachters, wordt op voorstel van burg. eu weth. aan den brugwachtor een traktementsverhooging van f 50 toegekend. By art. 6 derzelfde afdeeling komt ter tafel een adres van de arbeiders der gemeente om verhoo ging hunner jaarwedde. Het advies van burg. en weth. strekt tot afwijzing van het verzoek, waar toe wordt besloten. Bij den post haven- en kanaalwerken vraagt de heer Callenfels of aan het Sas, tengevolge van den laatsten storm, ook schade is aangericht en of de metingen van tijd tot tijd geschieden. De heer Ochtman deelt mede, dat de schade aan het Sas zoo goed als nihil is, dat de metin gen geregeld plaats hebben en dat juist heden ochtend de opgave ingekomen is, waaruit blijkt, dat er eenige verschillen van millimeters te con- stateeren zyn. Men moet echter in aanmerking nemen dat, met hoeveel zorg de meting ook ge schiede, zij niet op een millimeter zuiver kan zijn. Er bestaat geen reden van ongerustheid. Onder art. 2 van de 38 afd., aanleg en vernieu wing, is voor memorie uitgetrokken het leggen van een voetpat ia de Boudewijn de Wittestraat. Ingekomen is een adres van drie bewoners dier straat, om een som voor dit werk uit te trekken. Na eenige discussie over dit puut wordt beslo ten, bet adres te wijzen van de hand en den memoriepost te handhaven tot dat op de bedoelde plaats meer buizen zijn gebouwd. Op de daaromtrent gedane vragen van de heeren Ramondt eu Den Boer, antwoordt de wethouder Ochtman dat de demping der brakke vest voor gesteld zal worden en dat hy reeds opgenomen heeft hoe de beplanting van den Westwal zal kunnen geschieden. De jaarwedde van den commissaris van politie (art. 1, afd. 1, hoofdstuk V) wordt door deu heer Massee ter sprake gebracht. Hij meent, dat de wedde, ia vergelijking van die in andere gemeenteni te laag is en geeft den raad in overweging den post te verhoogen. De voorzitter wyst erop, dat het hier geldt een post door den koning vastgesteld en zon het betwijfelen, of de begrooting wel zal goedgekeurd worden, indien een ander bedrag dan het vastge stelde wordt uitgetrokken. De heeren Ochtman en Van Swinderen meenen, dat de weg door den heer Massee aangewezen, niet de juiste is, doch dat de belanghebbende een request moet indienen, dan kan de raad zijn ge voelen uitspreken. De heer Van Swinderen zegt een paar jaren geleden in een zestal gemeenten van de grootte als Does naar het traktement van de commissaris te hebben geïnformeerd en dat dit te Harderwijk alleen hooger*was, wat met het oog 'op het ikoloniaal werfdépöt zeer verklaar baar is. Art. 2. De jaarwedden der agenten van politie worden ieder met 25 verhoogd, op grond dat zij sommige buitenkansjes, zooals nieuwjaars- en ker- misfooien, derven, daar het hun by de instructie is verboden die aan te nemen. Art. 3, jaarwedde van den keurmeester van het vee, vleesch enz., wordt van 150 op f 175 gebracht. Op voorstel van den heer Ramondt wordt de jaarwedde voor het onderzoek van de publieke vrouwen, van welke de betrokken geneesheer afstand bad gedaan op grond dat er geen vron- wen zijn ingeschreven, en die dientengevolge niet in de begrooting was gebracht, voor memorie uitgetrokken, voor het geval dat de genees heer diensten te verrichten zal krijgen. De verplegingskosten van krankzinnigen, uitge trokken ad f 1080, moeten met f 270 verhoogd worden, omdat na opmaking der begrooting een lijder meer is moeten opgenomen worden. De post jaarwedde van het personeel van leeraars en leeraressen van het middelbaar onder wijs wordt, naar aanleiding der opmerking van de fin. commissie dat deze /50 hooger moet worden, daar verzuimd was de jaarwedde van den leeraar in de staatsinrichting aan de meisjesschool uit te trekken, met dat bedrag verhoogd. Over het subsidie, ad f 200, dat het comité tot wering van schoolverzuim geniet, ontstond een warmen strijd. Mr. de Jonge van Ellemeet, Kakebeeke en Massee waren tegen den post; laatstgenoemde wilde wel een lagere som uittrekken om een blijk van sympatic te geven. De post werd verdedigd door de heeren Ramondt, Qnist, Callenfels, Den Boer en Van Swinderen. Van de zyde der tegenstanders van den post werd aangevoerd, dat de provincie het subsidie ook ingetrokken had eu dat dit in sommige ge meenten navolging had gevondende voorstanders daarentegen wezen erop. a. dat het verlieB van provinciale Bnbsidie eerder een reden tot verhooging van de gemeen- telijke bijdrage moest zijn. b. dat het in den geest der wet ligt, dat de gemeente het schoolbezoek aanmoedigt. c. dat het comité in dit opzicht nuttig heeft gewerkt. ds dat het moeilijk de f 200 missen kan. Da uitslag van de stemming was dat de f 200 op de be grooting big ken. Tegen stemden de heeren De Jonge van Ellemeet, Kakebeeke, Vervenne en Steketee. Bij hoofdstuk VIII, afd. II, vraagt de heer Dan Boer hoe of het staat met de plannen vau con versie der gemeenteschuld, waarop de heer Van Swinderen antwoordt, dat alleen het gemis aan zekerheid van plaatsing of liever de waarschyn- iykheid vau het tegendeel, de reden is, dat burg. eu weth. deu raad geen plannen hebben aange boden. Bij de behandeling van den post hoofdelijken omslag, die 1000 minder uitgetrokken is, dan voor den dienst 1881, deelt de heer Van Swin deren mede, dat hg eeu voorstel tot wgziging der verordening zal indienen, strekkende om de beide laagste klassen op te heffen, de tegenwoor dige 3de en 4de samen te voegen, en de verhou- dings-getallen in plaats van 1 tot 7 van 1 tot 6} te brengen, aangezien hij overtuigd is, dat het maximum inkomen te laag is gesteld. Hierdoor zal het aantal belastingsehnldigen gebracht worden van 1504 op 793. De post schoolgelden (lager en middelb.) wordt met 8 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Den Boer, Vervenne, Steketee en Quist. Het license-recht wordt, overeenkomstig het nader voorstel van burg. en weth. op 750 geraamd. De post bydrage van het ryk en de provinoie in de verplegiDgskosten van behoeftige krankzin nigen, wordt met 270 verhoogd, aangezien de meerdere verplegingskosten geheel terugkomen, wijl het Roomsch katholiek pastoriearmbestuur zal restitureeren het bedrag, dat door het ryk eu de provincie niet uitbetaald wordt. Aan hoofdstuk IV, afd. 2 wordt, naar aanlei ding van een missive van gedepnteerde staten, een 9e artikel voor het aandeel dat belangstel lenden in herscbatting voor het vergunningsrecht (drankwet) moahten uit te keeren hebben, ad ƒ50 uitgetrokken. Tea slotte betoogt dr. Callenfels bij deu post „verkoop van gemeente-eigendommen" de wen- schelijkheid, om de boomen aan deu Westhaven- dijk en deu Oostersiogel te rooien, omdat hun waarde niet meer vooruitgaat. Bovendien zyn de boomen op den Oostersingel hinderiyk voor de bewoners der huizen en kinde ren aldaar. De heer Ochtman heeft dikwgls deskundigen over deze boomen gesproken en men heett hem verzekerd, dat de meeste nog met voordeel kunnen blgven staan. Bovendien zou door de boomeu te rooieu de &tad vau eeu sierraad beroofd worden. Na repliek van den heer Callenfels zegt de voorzitter een nieuw onderzoek, ten aanzien van deze zaak toe. De ontvaugBteu hiermee afgeloopen zijnde wordt de post voor onvoorzien op 1446.471 vastge steld. De geheele begrooting, bedragende in ont vang en uitgaaf f 99768.51, wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen. De vergadering is daarna gesloten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 6