N°. 255.
124® Jaargang
1881.
Zaterdag
29 October.
Dit blad vetschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich ens.
Middelburg, 28 October.
i gtTir. WjCsssTriirrT -nrrwaaagBMe——naa—«^1
RAMT.
- r=#= --
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Middelburg, waarvan wij
in een volgend nommer het gewone verslag geven,
werd medegedeeld dat van ged. staten bericht is
ontvangen dat voor drie jaren, alzoo tot 1 Jan.
1885, verlenging is verleend der vergunning tot
tolheffing op den weg MiddelburgYlissingen.
De voorwaarden van verpachting dier tollen
werden vastgesteld.
Bij de behandeling der gemeentebegrooting voor
1882 werd besloten pensioen toe te kennen aan
H. Middelburg ad 540, aan P. van Goozen ad
230, aan H. F. Cornelia ad 106.40 en aan
A. A. Botzen ad 396.90 's jaars. Het wacht
geld van J. Matzinger werd behouden ad f 175
's jaarsdat van J. W. De Raad en A. Ver-
schoore de la Houssaye werd ingetrokken. De
beslissing over dat van K. S. Fretleriks werd
aangehouden.
Wegens het late uur waarop de vergadering
eindigde, moeten wij ons voorts bepalen tot de
mededeeling dat de voorgestelde verhooging van
jaarwedde voor den gemeente-bouwmeester is
aangenomen en dat de raad zich bereid heeft
verklaard, voor de restauratie van den stadhuis
toren een derde der geraamde som van 30.000
voor rekening der gemeente te nemen. Onder de
inkomsten is de hooldelijke omslag even als het
vorig jaar op f 71.000 en de hondenbelasting op
1000, tegen ƒ1200 ten vorigenjare, uitgetrokken.
Met een post voor onvoorziene uitgaven ad
10144.071 is de begrooting in ontvang en uit
gaaf op 258.533.461 vastgesteld.
Tot leeraar in de wis- en natuurkunde aan de
middelbare meisjesschool is met algemeene stemmen
benoemd J. van Rossum dn Chattel, civiel,
ingenieur te Leiden.
Op zijn verzoek is, met ingang van 1 Januari
1882, eervol ontslag verleend als inspecteur van
politie in deze gemeente, aan A. A. Botzen.
ITerseke, 28 Oct. Aanvankelijk werd de
oesterbeurs alhier wekelijks gehouden, doch men
Leeft gemeend, dat dit te druk was. Daarom
heeft ons gemeentebestuur aan gedeputeerde
staten vergunning gevraagd tot het houden eener
oesterbenrs, te beginnen met de volgende maand,
op den leu en 3en Vrijdag van iedere maand, dus
om de 14 dagen, des namiddags van 12J tot 2
uren.
Gedeputeerde staten hebben dit verzoek inge
willigd en van deze vergunning in het Prov. blad
kennisgeving gedaan aan de andere gemeenten.
IJzendijke, 27 Oct. Tot leden van den
gemeenteraad zijn gekozen deheeren J.A. Bekaar
met 80 en C. van Hijfte Jz. met 78 van de 136
geldige stemmen. De heer L. Groosman bekwam
59, de heer C. A. Carpreau 3 stemmen.
Zie laatste berichten van gisteren.)
Goes, 27 Oct. De raad dezer gemeente
heeft heden avond de begrooting van inkomsten
en uitgaven voor 1882 vastgesteld, in ontvang en
uitgaaf op ƒ99,768,51. De post voor onvoorzien
bedraagt 1446.471. Aan hoofdelijken omslag
zal Worden geheven 26,000voor de opbrengst
van het licenserecht is 750 geraamd.
De aandacht onzer lezers wordt gevestigd op de
bede om hulp, door den burgemeester, de wethou
ders, den pastoor, den kantonrechter, den hoofd
onderwijzer enz. der gemeenten Graanw, Hulst en
Hontenisse ten behoeve der weduwe Verlinden in
dit nommer geplaatst. Haar man, een braaf en
oppassend varensgezel, verloor met zijne twee
zonen in denjongsten storm het leven, terwijl de
weduwe met twee dochtertjes in hulpbehoevenden
staat achterbleef. Eene betere bestemming zal
men niet lieht aan liefdegaven kunnen geven.
Sint Maartensdijk, 27 Oct. De suiker-
bietenoogst is reeds bijna afgeloopen en veel
tegengevallen. De opbrengst is bijna de helft
minder dan verleden jaar. Daarbij zijn de penen
licht en klein. Alleen de staart is goed uitge
groeid; de kop is echter klein gebleven. Hoe
schadelijk dit ook voor de landbouwers moge
zijn, zal de fabrikant er misschien beter mede
tevreden zijn. In den staart toch is het suiker
gehalte veel grooter dan in den kop.
De gemiddelde opbrengst is 25 a 30000 K. G.
per H. A. en de prijs 10 per 1000 K. G.
De Standaard bericht dat de heer De Jonge de
zittingen der tweede kamer niet meer bijwonen
zal en dat tot vervulling zijner plaats reeds ver
schillende candidaten genoemd zijn, doch men
tot dusver nog niet tot eene beslissende keuze is
kunnen komen.
„Wij hebben goeden moed, voegt zij erbij,
dat onze De Jonge, dien we noode missen,
weder door een antirevolutionair zal worden ver
vangen."
Deze langdurige aarzeling in het vinden van een
geschikten candidaat, welke geen bewijs van
kracht is, geeft aan de liberale partij „goeden
moed" om te hopen dat de verwachting der anti
revolutionairen ditmaal beschaamd zal worden
gemaakt. Daartoe is, tegenover hun weifeling,
slechts eenheid noodig.
„dat door deze, aan de grondwet ontleende en
ook in andere wetten voorkomende, uitdrukking
wordt te kennen gegeven, dat alleen hij, die be
hoort tot eene godsdienstige gezindte, wier leden
den eed ongeoorloofd achten, in de plaats van
den eed eene belofte kan afleggen;
„dat voorts art. 134 der gemeentewet aan den
raad toekent de bevoegdheid, die n i e t is opge
dragen aan burgemeester en wethouders of aan
den burgemeester;
„dat het afnemen der eeden of beloften, bij
art. 39 bedoeld, is opgedragen aan den burge
meester
„dat derhalve de burgemeester heeft te zorgen,
dat daarbij overeenkomstig de wet worde ge
handeld
„geeft, namens den koning, aan den adressant
te kennen, dat er geen termen bestaan om aan
zijn adressen gevolg te geven.
„Six."
„'s Gravenhage, 22 October 1881.
Het Fransche Journal offleiel bevat het besluit
tot verlenging van het handelstractaat met
Nederland.
met de lang verbeide Willem Barents, dat bijna
ieder de dupe werd van een misverstand; onmid
dellijk nadat het scheepje zijne vlaggen van eiken
top had geheschen (Iets wat de Barents altijd,
doch wat gewone handelsschepen slechts bij uit
zondering doen), trilden naar heinde en ver de
telegraafdraden met de boodschap, dat „onze
Noordpoolvaarders" bijna geland waren.
Hoe groot was echter aller teleurstelling, toen
de gaffelschoener bleek te zijn de Upderud, onder
Noorsche vlag, met hout.
Doch de dag der verrassingen was bestemd er
nog meer te leveren. In den namiddag, 3 of 4
uur, werd bericht dat nu de Willem Barents zoo
positief mogelijk naderde, doch thans wilde niemand!
gelooven zonder gezien te hebben. De weldra
invallende duisternis onttrok het scheepje aan
dadelijke waarneming, doch te ongeveer zeven uur
kondigde de stoomfluit van de Simson de komst
van een schip uit zee aan. Allen stroomden toe
en jawel, thans was het geen gezichts- of zinbe
drog men zag den gaffelschoener naast de vuren
van de sleepboot, hoorde stemmen en zoo waB
het geseinde onware toch waarheid geworden!
De Barents heeft met veel stormen te kampen
gehad, doch het schip heeft niet veel geleden;de
officieren en bemanning zien er frisch en ff ink uit.
Het scheepje heeft het echter hard te verant
woorden gehad. Twee dagen voordat de beruchte
storm, die ons teisterde, het schip op de oostkust
van Schotland overviel, had bet op de westkust
van Noorwegen een nog zwaarder storm doorstaan.
De Barents moest lang bijleggen; de zware
stortzeeën donderden op het dekkommandant Van
Broekhuyzen werd over boord geslingerd, doch
het touw, dat hij zich om den arm had geslingerd,
stelde hem in staat zich te redden en alles wat
niet onwrikbaar vast stond op dek werd stuk
geslagen en over boord geworpen. De twee vos
sen, op de ijsvelden gevangen, vonden hun graf
in de Noordzee.
Gelukkig overviel deze storm en de volgende
het schip niet op onze kust. De aanhoudende
tegenwind bleek der Barents gelukkig.
Het schip is deze keer langer in en tusschea
het ijs geweest dan op een der vorige tochten, en
het heeft goed en nuttig werk gedaan, dat zeevaart
en wetenschap ten goede komt.
Leden der ijsvaartcommissie gingen de Barents
heden morgen vroeg te gemoet op het kanaal.
Vervolgens kwamen de officieren van Zr. Ms.
Wassenaar en Zr. Mswachtschip in de stoombar-
kas het schip begroeten.
Iets verder bracht een vlet een deputatie van
het Amsterdamsche studeuteukorps aan boord, en
de officieren verklaarden zich vooral zeer getrof
fen door deze belangstelling van het jonge Hol
land.
Omtrent de begrafenis van den overleden Ja-6
vaanschen vorst Mangkoe Negoro IV en de
installatie van zijn opvolger melden de Indische
bladen het volgende.
Zaterdag morgen, den lOn September, omstreeks
negen aren, verzamelden zich de ambtenaren*
officieren en vele burgers in de pendoppo voor
het sterfhuis te Mangkoe Negaran. De resident
ontving de belangstellenden met den oudsten zoon
uit het eerste huwelijk. Tegen half tien kwam dé
oudste zoon uit het tweede huwelijk buiten eu
ontving de condoleantiën der aanwezenden. Een
©ogenblik later kwam zijne hoogheid de Soe-
soehoenan, vergezeld van den kroonprins en gevolg;
Hij bleef, totdat het lijk de laan voor den
Mangkoe Negorosehen Dalem was uitgebracht en
ging toen te paard, zooals hij gekomen was, we
der naar den kraton.
Men kan gerust zeggen, dat meer dan half Solö
was nitgeloopen om den stoet te zien en daar er,
op alle hoeken der wegen, goud en zilvergeld
gestrooid werd, heeft men van diefstallen in de
voor een groot gedeelte verlaten huizen niets
gehoord.
De stoet trok onder escorte van 2 compagniën
infanterie en een detachement artillerie, voorafge
gaan door de beambten, welke de rijksinsigniën
van het M.N. Huis droegen, den weg langs naar
Girilaijoe, de vorstelijke begraafplaats.
Tusschen het eerste en tweede station bevond
zich een eerepoort op den weg.
Te 9 uren 's avonds kwam de stoet te Karang
Pandan aan en verbleef then tot den volgende^
ochtend in het lustverblijf aldaar,
Naar wij vernemen loopen waarschijnlijk Zater
dag de zittingen van de internationale visscherij-
conferentie in Den Haag at. De minister van finan
ciën zal de laatste vergadering presideeren en een
sluitingsrede houden.
Un certain Monsieur Bonaparte l Met deze
woorden duidt in Mad,le de la Seiglière een emigre,
die 25 jaren lang Frankrijks bodem niet had be
treden, den overigens niet onbekenden Napoleon
I aan, toen hij met de restauratie in zijn geboor
teland was teruggekeerd.
Velen, die dat keurig tooneelstuk van Jules
Sandeau o. a. dit jaar door het gezelschap van
den heer Coquelin hebben zien opvoeren, vonden
die uitdrukking wellicht overdreven. Maar in de
jongste raadszitting te Amsterdam is het bewijs
geleverd, dat zulke uitdrukkingen op de werke
lijkheid gegrond kunnen zijn. De heer Hovy
sprak bij de behandeling der schouwburgconcessie
van den hoogen prijs, dien zelfs een burgerman
heeft betaald voor een voorstelling van iemand:
„ik geloof dat ze Sarah Bernhardt heet."
Hij sprak dien naam op Fransche wijze uit en
scheen dus wel eens meer van de beroemde
actrice te hebben gehoord. Maar die woorden
teekenen volkomen de stelling, die de heer Hovy
in den gemeenteraad en de antirevolutionaire
partij in de hedendaagsche maatschappij inneemt.
Wat met hun levensbeschouwing strijdt, wordt
door hen als niet bestaande, althans als iets
waarvan zij niets weten, voorgesteld. Zij staan
bniten de maatschappij der 19e eeuw en leven
in een gansch denkbeeldige wereld. (Hbl.)
Het Vaderland klaagt over de trage behande
ling der Indische begrooting, waarover de tweede
kamer nu nog geen aldeelingsverslag heeft uit
gebracht en die toch, wil men geen groote
verwarring in de Indische administratie brengen,
vóór 1 Januari in Indië afgekondigd moet zijn.
Deze waarschuwing komt ieder jaar terug, even
als de klacht over het laat gereed komen der
staatsbegrooting, waarvan de behandeling bijna nooit
in tijds afloopt om aan de eerste kamer gelegenheid
tot een gezet onderzoek en beraadslaging te laten;
Eene andere wijze van werken, zoowel bij de
ministeries als by de kamer, zou noodig zijn om
dit kwaad te voorkomen. Neemt men echter in
aanmerking dat de beraadslaging over de Indische
begrooting verleden jaar eerst den 18en November
aanving en toch nog in tijds gereed kwam, dan
schijnt er geen reden te bestaan om zich voor
1882 bijzonder ongerust te maken.
De heer dr. H. Hartogh Heps van Zouteveen te
Assen heeft de volgende beschikking ontvangen:
„De minister van binnenlandsehe zaken,
„Krachtens machtiging des konings beschik
kende op de adressen van dr. Hartogh Heijs van
Zouteveen te Assen, omtrent de aanvaarding van
het lidmaatschap van den raad dier gemeente;
„Overwegende
„dat, volgens art.39 der gemeentewet, deleden
van den raad den eed of de belofte hebben af te
leggen „ieder op de wijze zijner godsdienstige
gezindheid"
De vereeniging Volkswelvaart te Assan heeft
eenparig besloten zich tot de Expl. Maatschappij
te wenden, met verzoek ook de waggons derde
klasse in den winter te verwarmen, evenals dit
geschiedt met die der le en 2e klassen. Als
motieven worden aangevoerd: de gelijkstelling van
verwarming in de wachtkamers; de opmerking,
dat juist reizigers 3e klasse de meeste verwarming
behoeven, omdat zij niet zoo goed door hun kleede
ren tegen de konde beschut zijn, en eindelijk dat
wellicht het reizen niet zoo zou uit- of afgesteld
behoeven te worden.
Ook in de afdeeling Zwolle van den Ned Pro
testantenbond gaf de eedsquaestie aanleiding tot
langdurige discussie. Vrij algemeen was men het
eens dat de bekende formule behoort te vervallen.
Met genoegen vernemen we dat Frankrijk, de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika en Spanje
aan onze regeering officieel kennis hebben gegeven
van hunne medewerking tot het doen welslagen
der koloniale tentoonstelling, in 1883 te Amster
dam te houden.
De Engelsche regeering heeft nadere inlichtin
gen gevraagd. {Hbl.)
Van dr. C. J. Hansen te Antwerpen ontvangen
wij een kloek en krachtig „heldenvers," opgedragen
aan den heer August Michiels, voorzitter van het
Willemsfonds, bij gelegenheid van het tienjarig
jubelfeest dier vereeniging op den 16en October jl.
Het gedicht heet Vlaanderen Gered. Het geeft
eene zinnebeeldige voorstelling der indommeling
en ontzenuwing van Vlaanderenland, onder de
„zorg" van de ultramontanen en Franskiljons, en
van zijne herleving onder den invloed der
Vlaamsch-viijzinnige beweging. Deze zal een
„volksgeslacht" doen opgroeien, dat over vijftig
jaren zijn jubelfeest zal vieren.
Dan zal de dichter zingen,
o Vlaanderen, uwen roem,
Daar gij door kunst en tale,
als Dietschlands edelste bloem,
Gesierd met Belgiëns krone,
in Europas statenbond,
Den leeuwentroon op beschaving,
op licht en vrijheid grondt.
Het gedicht is bij Mees en Go. te Antwerpen
zeer net en behagelijk gedrukt. Het verdient de
aandacht van hen, die in de Vlaamsche beweging
belang stellen.
In eene bijeenkomst van belangstellenden te
Amsterdam, door de heeren Boks en Schmull
opgeroepen, is eene commissie van vijf leden
benoemd tot het voorbereiden van de oprichting
eener Zuid-Afrikaansche handelscompagnie.
Het gelukkig einde der ongerustheid, welke
over het lot van de Willem Barents was opge
wekt, hebben wij gisteren onder onze Laatste
Berichten medegedeeld. Het Handelsblad bevat
daaromtrent de volgende bijzonderheden.
Tusschen een groote vloot van om den Noord
komende zeilschepen bewoog zich Woensdagmorgen
een tweemast-gaffel-schoener met stengen. Dit
aartuig had, van verre gezien, zooveel gelijkenis