t Gemengde Berichten. Benoemingen en besluiten. Onderwijs, Kerknieuws. Marine en leger, Reobtsz aken. Weerkundige waarnemingen. dat in hun oog inlanders en Chineezen het eetBt vóór deze belasting in aanmerking komeu. Vooral kinderen, die zich niet verdedigen knnnen, moeten oppassen, zeggen zy, terwijl zij ook voor zichzelf bang zijn om 's avonds alleen op weg te zijn. De bijgeloovige menigte vertelt elkaar nu reeds, dat er een inlandsch kind en een Chinees gesneld zijn. Als men maar kalm wacht, zal deze dwaze paniek wel even spoedig verdwijnen als vroeger. De politie zou echter wel doen met streng het oog te houden op die hadji's en andere inlanders, die de bijgeloovige menigte alles wijsmaken, met het doel om hen tegen ons bestuur en den Eu- ropeeschen invloed op te ruien en voor zichzelf hooger aanzien in het oog der domme lieden te verkrijgen. (Fad). Het feest ter herinnering aan de instelling van het eereteeken Het Metalen Kruis door koning Willem I, op den 12en September 1831, werd gisteren te Amsterdam plechtig gevierd. Het Handelsblad meldt daarvan het volgende. Het gedenkteeken op den Dam, hersteld en bijgewerkt, is feestelijk getooid, de vlaggen wap peren van torens en gevels. Arti» is de verzamelplaats van de oud gedienden. Daar zijn vereenigd leden van de vereeniging Het Metalen Kruis met hun hoofdbestuur, begroet door hunnen voorzitter. De tegenwoordigheid van burgerlijke en militaire overheden, niet het minst die van luit.-generaal Mac-Leod, vertegen woordigende Z. M. den koning, verhoogt het belangwekkende van hun samenzijn. Zie hier de lijst der gemeenten, waar sectiën van de vereeniging zijn gevestigd, die afgevaar. digden hebben gezonden, met het getal oud-strijders, die van elk hunner tegenwoordig is: Breda 10, Gouda 2, Vlissingen 9, Haarlem 20, Middelburg 2e sectie 1, Nijmegen 1, Amsterdam 3e sectie 14, Helder 16, Hoorn 5, Delft 2e sectie 8, Leiden 30, Dordrecht 2e sectie 27, Middelburg le sectie 5, Zaanlandsche gemeente 6, Botterdam 2e sectie 32, Brielle 20, Tilburg 7, Amersfoort 23, Alkmaar 2e sectie 11, le sectie 7, Botterdam le sectie 23, Sneek 10, 's Hertogenbosch 25, Utrecht 22, Woorden 2, 's Gravenhage 2e sectie 14, Overflakko en Goeree 2, Vlaardingen 6, Cita- delvereeniging 23, Amsterdam le sectie 81, 2e sectie 7, Eindhoven 1, 's Hage le sectie 26, Go- rinchem 1,Amsterdam4desectie 24. Tezamen 521. Hoevele oude vrienden zagen elkander hier weêr! Hoe hartelijk was veler ontmoeting De jongste der feestvierenden is niet ver van de zeventig, de ouden niet ver van de negentig jaren. Door den oud-strijder, predikant J. C. van Marken en daarna door den generaal Mac-Leod namens Z. M, den koning werden toespraken ge houden, waarna onder daverende toejuiching werd besloten, namens het hoofdbestuur het volgende telegram aan Z. M. den koning te zenden: Sire Zijn de oud-strijders van 1830—1831 vereenigd ter herinnering aan den dag, waarop voor 50 jaar door uw koninklyken grootvader het Metalen Kruis werd ingesteld, zij herdenken daarbij hoe zij onder uw heldhaftigen vader streden voor uw vaderland en het onze, en bij de ver nieuwing van hunne trouw aan vaderland en koning, brengen zij uwer majesteit een eerbiedige groete, met den wensch dat God u en uw huis zegene en Nederland en Oranje hoede. Namens de oud-strijders, enz. To 4 uur werd een andere oategorie van Me talen Kruitridders door kapt. Erackers in de Koningskroon op recht militaire wijze toege sproken, en terwijl ze daar aan den gezelligen disoh zijn gezeten, is in Artis het gastmaal van hen, die als leden der vereeniging het herinne ringsfeest meêvieren. In een der zalen van de universiteits-biblio- theek is eene merkwaardige verzameling prenten, vlngsohriften, pamfletten, straatliedjes en teekeuin- gen uit de dagen van 183031 ten toon gesteld. het heerlijk gekenrel van gelieven die het nooit moede worden om over hun gelnk te praten. „Ja, ja," zei Bichard, toen zij door de rij der standbeelden wandelden, „lacht en grijnst naar, mijne goden, maar erkent deze als uwe jieesteresNn moogt gij het eiland niet meer verlaten, ik houd u vast, zóo vast, dat gij mij niet meer ontsnappen kunt." „Het wordt laat," zei zij, „en," voegde zij er sohalks bij, „als ik niet wilde blijven, zoudt gij mij toch niet kannen vasthouden." En eer hij haar kon grijpen was zij hem ont vloden. Zij wilde naar het huis terng gaan, maar zjj bleef staan, toen zij Beton met Elson zag aankomen. Zij wilde thans niemand tegenkomen, zij wilde alleen zijn, met zich zelf en met hare gelukkige gedachten. Zij ging vlak tegen den muur staan om de anderen ongezien voorbij to laten gaan. Dichte struiken verborgen haar. Zij luisterde of de voetstappen zich ver wij derden. Zij schenen te blijven staan en duidelijk drongen de volgende woorden tot haar door. „Gij waart dus ook nog niet in de kiosk vroeg Beton. „Meent gij daarmede het gebouw hier achter die boomen klonk de stem van Elson. „Ja, het is zeer geheimzinnig verborgen en verbergt weer een geheim. Gij zijt dus ook nog niet waardig gekeurd om „zijn vrouw" te leeren kennen?'! Tot de merkwaardigheden, die rechtstreeks op Van Spijck betrekking hebben, behooren eenige officieele stukken betreffende zijn heldenfeit en een gedeelte der vlag van kanonneerboot no. 2 (door Van Spijek gecommandeerd)een - stukj j laken van den rok van Van Spijckeen ijzeren ring, gemaakt uit een bout, afkomstig van de kanonneerboot van Van Spijck; een stuk hout, af komstig van een klamp van den mast van kanonneerboot no. 2, en een eigenhandig schrij ven van Van Spijck. De redevoering van den heer Van Marken bevatte eene herinnering aan het verleden en eene opwekking voor het tegenwoordige. Na de treurige oorzaak, het overlijden van Z. K. fl. prins Fre- derik, vermeld te hebben, waardoor belet werd het feest op den aangewezen datum te vieren, herdacht de redenaar het gevoel, dat ieder Nederlander doortrilde toen de oproeping des konings weerklonk: „Te wapen! „Te wapen op de dringende bede van uw vorst. „Te wapen voor de zaak van orde en recht „Te wapen onder biddend opzien tot den Almaohtigen God, die Nederland en Oranje zoo dikwijls uit groot gevaar gered heeft!" En toen de strijd volstreden was, kon een Nederlandsch geschiedschrijver de vrachten van den roemvollen tiendaagsehen veldtocht aldus schetsen „Opbeuring van een terneergeslagen volk „Bevestiging van den band, dien het regeerend stamhuis aan het vaderland verbindt; „Wegneming van den indruk, dien onophoude lijke lastertaal op Europa gemaakt had; „Overbrenging op Hollandschen moed van de hulde, tot dusver aan het gezwets en aan de opgeblazenheid der opstandeling betaald „En, ofschoon de verwachting, die allen ver vulde, door de staatkunde werd teleurgesteld, in 10 dagen tijds was het vertrouwen op de Neder landsche wapenen hersteld en de roem van den Nederlandschen naam gewroken." Zinspelende op de spreuk, welke gegrift staat op het Metalen Kruis, ging de heer Van Marken aldus voort „Mannen, broeders, wij dragen die lens op onze borst, t is ons een eere! „Wij wijzen onzen kinderen en kindskinderen op dat eereteeken en spreken tot hen: volgt ons voorbeeld, als ooit het gevaar dreigt en de trouw voor vaderland en koning 't eischt. „Maar die trouw vraagt nog iets meer dan de roepstem te volgen Te wapen „Er is een spreuk van een wijze der oudheid die eeuwen lang haar kracht heeft behonden. Zij is kort, in vier woorden begrepen. ZIJ luidt: Gerechtigheid verhoogt een volk „De karaktertrekken van een volk, dat in waar heid edel mag genoemd worden, mogen in kerte woorden geteekend, zijn „Eerbied voor alles wat heilig is; „Getrouwheid aan plioht en geweten in iederen kring, in eiken stand; „Nauwgezetheid in de beoefening der deugden van matigheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid by rijken en armen; „Zedelijkheid en orde bij ouderdom en jeugd. „Neen 1 een kortstondig wapeugeluk geeft niet den waren roem, noch de echte grootheid aan een volk; geen beoefening van wetensohap en be schaving, hoe hoog ook te waardeeren; gesn koophandel, wiens bloei onmisbaar is, voor de uitwendige welvaart eener natie; geen wetten, hoe volmaakt; dat alles, zonder nog iets meer, kan een volk niet duurzaam en in waarheid groot en edel maken. „Wat de steun is der maatschappij, wat de kracht is van een volk, wat de bron is van zijn waar achtig welzijn, wat zijn hoop is voor de toekomst? „De gesehiedenis heeft het antwoord gegeven. Het staat geschreven in de spreukGerechtigheid verhoogt een volk 1 Alice had zich stil willen verwijderen, toen zij merkte dat de heeren op een bank plaats geno men haddenmaar nu stond zij als aan den grond genageld en tastte met de hand langs d en koelen muur, als zocht zjj een steunpunt. „Zijn vrouw hoorde zij Elson verbaasd vragen „ik wist niet" „Dat de heer Black gehuwd was?" viel Beton hem in de rede. „Nu zoo precies moet men dat ook niet nemen." „Maar hoe komt gij toch aan dien naam, en wie meent gij daarmede 1" „Dat is een zeer romantische geschiedenis, waarvan ik hel geheim nog niet doorgrond heb, ofschoon zij reeds tamelijk lang hangende is; dat wil zeggen, ik geloof dat ik het geLeim weet, maar gezien heb ik het nooit. Hebt gij nooit opgemerkt dat de kiosk 's avonds verlicht is Dan pleegt de heer Black erheen te gaan; maar dejalousieën blijven dan evenals overdag stijf gesloten. Het is my voor het eerst opgevallen nadat Black van een reis in het binnenland teruggekeerd was. Hij had toen ook Nikosia aangedaan, op een oogenblik dat de bevolking aldaar niet weinig opgewonden was over een jong, mooi Jodinnetje dat, om in den harem van een paoha te komen, tot den Islam wilde overgaan. Zoo iets gebeurt dikwyis genoeg en wordt steeds door alle partijen verzwegen. Ditmaal eohter had zich een vreemde rabbi met het geval bemoeid en door zjjne rederoeringen „Aan de waarachtige verheffing en veredeling van zijn volk mede te arbeideD, dat is: de trouw voor het vaderland 1" Een onziohtbaar koor viel, na de feestrede, in met het Volkslieddat staande werd aangehoord, waarna de generaal Mao Leod als vertegenwoor diger des konings de oud-stryders begroette en de beteekenis van het eereteeken dat hunne borst versiert aldns deed uitkomen „Dit kruis, hot Metalen Kruis, is eenvoudig en dat is goed. Het werd gegeven aan den vrijwil liger, den schutter, den matroos, den gewonen soldaat, evenals aan alle meerderen en den hoogsten bevelhebber. De mannen uit het volk, de meer gegoeden, de bloem der Nederlandsche natie, de studeerende jongelingschap, in éen woord, allen die de wapenen hadden aangegord, allen die dienden by de zee- en landmacht en aan den stryd hadden deelgenomen, ontvingen datzelfde kruis, 't Was een sohoone gedachte, het bond allen te zamen door dezelfde leuzeTrouw aan koning en vaderland. „Ja 't is een eenvoudig kruis, dat kruis van metaal, maar 't is meer waard dan goud en edelgesteentenstoffelijke waarde heeft het niet, maar het heeft iets hoogers, het heeft een zedelijke kracht, het heeft een bezielend vermogen, want het spreekt tot onze kinderen en het zal spreken tot onze kindskinderen. Het zal voor hen eene aansporing en opwekking zjjn, om evenals gylieden niet achter te blijven als het erop aankomt op te komen voor recht en gerechtigheid en om te bewijzen dat het volk van Nederland steeds het zelfde is, dat met en onder Oranje jaren strijd voerde voor het bekomen en het handhaven zijner vrijheid en onafhankelijkheid. „Trouw zal dat kruis dan ook door u worden bewaard, opdat het aan uwe nakomelingen worde overgegeven, die fier zullen zijn bij de gdachte, dat het aan een hunner voorzaten gegeven werd voor zgne diensten in een zeer bewogen tyd, toen het geheele volk als éen man opstond en het schoonste voorbeeld gaf van toewijding aan de zaak van koning en vaderland." Na don afloop der feesten des middags, werd het gelegenheidsstuk in den schouwburg des avonds, te midden eener onbeschrijfelijke geestdrift der oudstrijders, opgevoerd. burgemeesters. Benoemd tot burgem. van Buiksloot en Nieuwendam, met toekenning van eervol ontslag als burgem. van Hoogwoud en Opmeer, J. C. Albrecht. onderscheidirgeèt. Toegekend: de bronzen me daille en een loffeiyk getuigschrift aan H. Pietersi commies 3de kl. te Emmen, wegens zijn moedig en menschlievend gedrag by gelegenheid van den brand aldaar op den 13den Mei jl; N. Ooms, te Amsterdam, wegens het met levensgevaar redden van een kind uit de Muidergracht op 2 Juni 1881; Abdnlla, matroos bij het Atjeh-prauwenveer, wegens het met levensgevaar redden van een drenkeling ter reede Oleh-leh op 27 Mei 1881; J. Kaljée, te Zwijndrecht, wegens het met levens gevaar redden van een drenkeling op 29 Augus tas 1881C. Hanson, J. Larsson en A. Dahlgvist, wegens de stoutmoedig volbrachte redding van de sohipbrenkelingen van het Nederlandsche schip Hillechina Wilkensden 21sten Augustus jl. op ds Zweedsche kust gestrand en vergaan; J. A. Sleaker, en A. S. Slesker, te Amsterdam en M. Kodie, te Breda, wegens het herhaaldelijk, somtijds met levensgevaar redden van drenkelingen. pensions fords. Benoemd tot secretaris by den raad van toezicht op het pensioenfonds voor bur gerlijke ambtenaren A. H. J. G. Telders, commies aan het kabinet des konings. ligeb. Op pensioen gesteld de kapitein B. van Dam, van het le reg. vestingartillerie, de kolonel B, A. W. Sluiter, komm. van het 2e reg. vesting- de hoofden warm gemaakt. Een paar dagen later kwam ik zelf door Nikosia, vond de gemoederen veel kalmer en was niet weinig verwonderd te hooren dat Black, die te vergeefs getracht had de menigte tot bedaren te brengen, eensklaps een einde aan de zaak had gemaakt, door met het meisje samen te verdwijnen. Sedert dien tijd bestaat de vereering voor den kiosk. Geen vreemde voet heeft ooit moer het tooverslot be treden rondom het heiligdom is alles stilmaar 's avonds wordt hem gastvrij de deur geopend en een lichtstraal dringt verraderlijk door de reten." „Gelooft gij waarlijk dat gij gelijk hebt?" vroeg Elson. „Ik ken den heer Black nog niet lang, maar ik houd hem voor een edel, ridderiyk karakter." „Ik verwijt hem niets dat slecht is," ver volgde Beton„dat hy dat meisje aan hare vervolgers ontrukte was zeker een ridderiyke daad, evenals haar te herbergen en verder te beschermen. Uit de rol van ridder en beschermer is zeker mettertijd die van minnaar ontstaan. Black is voorzeker een edel mensch, maar hy is een phantast en ik kan mij die zaak zeer goed verklaren, vooral hier in het Oosten, waar het hem zoo geheel aan verkeer en afleiding ont breekt. Overigens weet Black zeer goed ik dit vermoeden koester en een vriend van hem die indertyd de reis met hem maakte, heeft het mij ook bevestigd. In den beginne lachte hij slechts art., op zijne aanvraag, en de majoor Y* Bietha gen, van het 6e reg. inf. op zyne aanvraag, onder toekenning van den rang van luit. kolonel, en het betrag der pensioenen bepaaldvoor eerstgen. op /1300, voor den tweede op ƒ1774 en voor laatst gen. op ƒ1600 'sjaars. De eenige vrouweiyke studente aan de hooge- school te Utrecht, mej. A. Ph. C. Tussenbroek, heeft voor een paar dagen het propaedentisch examen in de medicijnen met gnnstig gevolg af gelegd, en wel cum laude. Tholen, 24 October. De heer Schot te Aagtekerke heeft het beroep tot predikant by de hervormde gemeente alhier aangenomen. De benoemde luitenant-kolonels van het korps mariniers A. H. W. de Gelder en W. L. G.J. F. Cramer von Baumgarten worden met den Isten November a. respectievelijk belast met het bevel over het 3tle en 2de bataljon mariniers, in garni zoen te Botterdam en Willemsoord. Het vonnis gewezen door de arrondissements rechtbank te Zierikzee, in de zaak van de erven Cornells van Lnijk te Stavenisse, werd gisteren door het gerechtshof te 's Gravenhage vernietigd en de appellanten in het geiyk gesteld. 25 October des morgens te 8 uren. XAXXX DER PLAATS EX. Ba- rom. afwjjk. Wind- richt. kracht Toe stand lneht. Tem pera tuur. DelfziJL Groningen Helder Vlissingen Maastricht Sylt Shields. Valentia Hamburg Swinemunde. Leipzig. Carlsruhe Grisnez Parys St Mathien Bi&rritz Perpignan Christiaansund Stockholm. Koppenhagen Portsmouth Yarmouth - 3.7 - 4.0 - 2.6 - 4.7 - 6.3 - 1.2 - 4.0 - 3.8 - 4.2 - 3.9 - 7.8 - 8.7 - 6.3 9.9 11.0 ■13.7 11.5 6.1 0.2 NO NO ONO NNO N NO O stil NO ONO NO NO ONO NNO O Z zo N ONO 3 3 1 2 2 5 2 0 2 3 2 2 3 3 1 3 2 2 8 mist, betr. betr. 1. bew. betr. z. bew. betr. z. bew. regen betr. regen regen 1. bew. betr. betr z. bew. I. bew. regen betr. -- 5 -- 5 -- 5 -- 5 4 -- 5 -- 7 --10 --14 -- 5 -- 2 -- 4 -- 5 -- 6 --12 --16 Grootste verschil in Nederland 's ochtends 8 urenH. 3.7 M. des namiddags: Thermometersland te Middelburg. 24 Oct. 'sav. 11 n. 41 gr. 25 's morg. 8 u. 41 gr. 'smidd. 1 u. 45 gr 's av. 6 n. 42 gr. F. Een tuinmansknecht te 's Gravenhage heeft {n den nacht van Zaterdag op Zondag, uit wraak zucht, na de vrouw van zyn baas met een pook geslagen te hebben, diens schuur in brand gesto ken. De schuur is afgebrand en de dader Blapende op een bank op het Plein gevat. Het dynamiet, dat te Amsterdam aan een der steigers wordt bewaakt, is verzonden nit Botterdam, door de firma Van Bietsohoten en wanneer men hem met „zijn vrouw" plaagde, doch later scheen het hem niet aangenaam te zyn. De heeren waren nn opgestaan en verder den tnin ingegaan. Alice kwam uit haar schuilhoek te voor- sohijn, zij zonk op de bank neder en drnkte de handen tegen hare oogen. Nog klonk het haar dof ln de ooren„er znllen doornen groeien tnssohen n en hem." Mehmet kwam uit een boschje langs haar heen en groette de ontstelde met een grynzend gelaat. Hij moest nit de kiosk komen. Een oogenblik dacht zy om erheen te gaan, teneinde zich zekerheid te verschaffen over hetgeen Beton ge zegd had; maar daar viel haar een lichtstraal door het geboomte in het oog nn wist zij genoeg. Zoodra zij voelde dat zy iets kalmer geworden was, ging zij naar haar vader en drong erop aan om te vertrekken. De paarden stonden reeds klaar. Biohard hielp haar by het opstygen. Haar hand beefde en .toen hy naar liaar wilde opzien, kon zijn oog het hare niet ontmoeten. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2