N°. 251. 1.24® Jaargang. 1881. Dinsdag 25 October. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daübb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlin Weenen, Zurich enz. Middelburg, 24 October. FEUXLLBTOK. ZIJN VROUW, Novelle van Marie van Redwitz. MIDDELBURGSCHE COIRAM. In de N. E. Ct. vinden -wij 't verslag eener op den 21en dezer door de vereeniging Evangelische Vooruitgang alhier gehouden bijeenkomst, waarin door dr. Sibmacher Zijnen de vraag werd ingeleid: „Hoe te oordeelen over den eisch van staatswege, om in sommige gevallen een eed te zweren Na eene gedachtenwisseling, aan welke deel werd genomen door de heeren Snijders, Verhey, Luti, Koeh, Nagtglas, Van Visvliet en Dyserinck, werd men het eenparig eens over de slotsom „dat op het stuk der eedsquaestie hervorming dringend noodig is, en tusschen de gestrengste handhaving ter eene en de geheele afschaffing ter andere zijde eene wijze van overgang moet worden gezocht, om, ook buiten de doopsgezinde broeder schap, voor anderen vrijheid te verkrijgen in de wijze, waarop zij der waarheid getuigenis wen- seheu te geven." In verband tot hetgeen door ons een- en ander maal over de eed-quaestie geschreven is, meenen wij te mogen opmerken, dat naar onze zienswijze, tusschen vrijheid zoo als de doopsgezinden be zitten, om naar verkiezing al of niet te zweren, en afschaffing van den eed geen noemenswaardig onderscheid bestaat. De Amsterdammer zegt over de benoeming van den heer Veegens tot griffier der tweede kamer: «Het Nederlandsche volk, althans dat deel, hetwelk hoopt op een herleving der liberale partij met een nieuw programma, sal slechts zeer voorwaardelijk met deze benoeming zich ingenomen kunnen betoonen. Hetzij men met de denkbeelden van den heer Veegens instemt, of die ten deele verwerpt, men zal moeten erkennen dat hij een persoonlijkheid is, die in deze voor de liberale partij zoo sombere en onvruchtbare dagen de vaan van den vooruit gang omhoog hield en slechts noode gemist kan worden onder de wegbereiders eener betere toekomst. Moest de benoeming van den heer Veegens tot griffier tengevolge hebben, dat men zijn stem als staatkundig heraut niet meer zal vernemen, dan zou er reden te over zijn om deze keus van de kamer te betreuren. Wij hebben behoefte aan mannen die onder de voorposten plaats willen nemen. Zal hij, zoo vraagt men zich af, zich als griffier nog vertoonen, waar men hem gewoon was te zien Men is er beducht voor. Indien men de benoeming van den beer Veegens niet van ganscher harte toejuicht, kan bet alleen zijn, omdat men hem voor het griffierschap te goed acht." deze beschouwing schgnt over 't hoofd gezien te worden dat de heer Veegens niet zijns ondanks, maar na erom gesolliciteerd te hebben, tot griffier benoemd is. Meent men dns grond te hebben om hem „te goed" voor die betrekking te achten, zeker is het dat hijzelf zich als „te goed", of als „niet goed Miss Alice scheen een weinig verstrooid en Bichard merkte wel dat zij niet zoo op haar gemak was als anders en dat haar lach iets zenuwachtigs had. Hij sloeg haar aandachtig gade en werd van lieverlede ook stil en droomerig, zoodat Elson alleen toor de gedurig haperende conversatie meest zorgen. Zij hadden vrij laDg op een zandi- gen weg, zonder schaduw, gereden, toen zij bij het omslaan van den hoek eener vooruitstekende rots, eensklaps een klein groen dal voor zich sagen liggen. Breed getakte platanen overscha duwden welige, frisch groene grasvlakten. Elson bemerkte onder een der boomen een breede steenklomp, met beeldhouwwerk dat bjjna onkenbaar verweerd was en waarover het mos een zacht, groen dek gespreid had. Zij stegen af om den steen van naderbij in «ogenschouw te nemen en Alice vroeg aan Bichard wat die beteekende. ^Het is een offeraltaar," zei hij, haar aan ziende, „uit den tijd toen de Assyrische godin Astarte met de pheniciërs naar Cyprus kwamen baar bloeddorstige geest over de natuurkrachten genoeg," al naar men wil, beschouwd heeft om de rol van „staatkundig heraut," welke men hem toedenkt, ook in de toekomst voort te zetten. Inderdaad schijnt het, zooniet onmogelijk,toch onwaarschijnlijk, dat de officieele penvoerder der tweede kamer voort zal gaan, als leider eener beweging voor het algemeen stemrecht, de onge schiktheid en onbevoegdheid der volksvertegen woordiging, zoo als zij nu is samengesteld, den volke te verkondigen. Het griffierschap veron derstelt veeleer, op het voetspoor van den algemeen gewaardeerden voorganger van den nieuwen titu laris, eene niet in 't openbaar optredende politieke persoonlijkheid. Men moge dns al of niet onvoorwaardelijk zich met de benoeming ingenomen toonen, voor de politieke gevolgen welke zij hebben kan is in de eerste en voornaamste plaats de heer Veegens zelf verantwoordelijk. In de consulaire verslagen komt een hoogst- belangrljk overzicht voor van den toestand van handel en nijverheid te Berlijn gedurende het jaar 1880, van de hand van den vroegeren gezant aldaar jhr. mr. W. F. Rochussen. In de inleiding tot dit overzicht wordt een beschouwing geleverd over de gevolgen van het beschermend stelsel, waaruit blijkt dat onze tegenwoordige minister van bui- tenlandsche zaken zoo warm mogelijk ten gunste van den vrijen handel is gezind. De N. E. Ct. toont nit het in de Staatscourant opgenomen officieel verslag van den raad van toezicht op de spoorwegen omtrent het spoorweg ongeluk te Botterdam aan, dat er tusschen het punt waar de machinist bemerkte dat hij op verkeerde rails was en de plaats waar de loco motief en bagagewagen stonden, met welke de botsing heeft plaats gehad, een afstand lag van 160 meter. Ondanks het onmiddellijk gebruik van den stoomrem en het dadelijk in beweging zetten van de stilstaande locomotief, kon de botsing toch niet voorkomen worden. Volgens het officieel verslag der proeven met den Westiughouse-rem, genomen in 1879, bedraagt de afstand waaronder een trein, van dit toestel voorzien, onder de ongunstigste omstandigheden en met eene vaart van 30 kilometer, tot stilstand gebracht kan worden, £0 meter. De personentrein zal, by het bereiken van den uitersten wissel, zeker niet veel grooter snelheid meer gehad hebben dan 30 kilometer per uur. Maar al ware die snelheid nog wat grooter, in plaats van 50 was hier een vrije afstand van 160 meter, of ruim driemaal zooveel beschikbaar om den trein te stoppen. Wanneer de machinist Keizer den Westinghouse-rem ter beschikking had gehad, zou dus de noodlottige botsing niet hebben plaats gehad. heerschte, zegen en verwoesting bracht, met den zonnegloed verzengende en met haar adem nieuw leven schenkende, eeuwig nieuw voort brengende, eeuwig opnieuw verslindend. Destijds werd dit welvarende eiland de hoofdzetel van den Astartedienst. Doch toen de Grieken later Cyprus in bezit genomen hadden, veranderden zij de in hun oog zoo sombere Astarte in Aphrodite, de godin der liefde en der schoonheid. Maar ook haar beeld verdween van het altaar en met de goden heeft hun zegen bet eiland verlaten. De volken zgn er plunderend en verwoestend over heengetrokken en voor ons bleef niets over dan kaal, uitgemergeld land." Hg wees over de uitgestrekte vlakte naar den kant van waar zg gekomen was. „Ik heb een stuk van dat land aan de verwoesting onttrokken. De zegen der goden is niet mijn werk geweest en de geest van Aphrodite zweeft zeker nog altgd beschermend over de plek, waar twee minnende harten elkander moeten vinden." De oogen van Bichard waren strak op Alice gevestigd. Zy zag kalm en peinzend naar een groep Turksche vrouwen, die bij een bron in het gras lagen. Het hek, dat in Noorscken sty I be werkt was, droeg nog sporen van verguldsel en een schaar hontgekleede kinderen sprong de vreemdelingen te gemoet, om die zeldzame ver schijningen te bewonderen. De vrouwen trokken De St. Ct. bevat een kon. besluit tot wijziging van het kon. besluit van 9 Jnni 1880 (Sthl. no. 109), houdende vaststelling van gewijzigde bepa lingen ter voorkoming van aanvaringen op zee. De tweede kamer had bepaald, dat op Dinsdag 18 October openbare vergadering gehouden zou worden en daags te voren een zitting in comité generaal. Maar Maandag avond verkondigde de Staats courant dat er toch publieke vergadering was geweest. De gewone kennisgeving aan de dag bladen teneinde verslaggevers te kunnen zenden was achterwege gebleven; de kranten hadden dan ook geen verslag. Veel werd er niet aan verloren; de geheele zitting kwam neer op het doen van enkele onbelangryke mededeelingen en op de beëediging van den heer Van Kerkwijk. Doch juist omdat er geen bijzondere reden voor was, keuren we dat in het geheim houden van openbare zittingen af; het is dan ook nooit te voren gebeurd. Wat men heden met een kleinigheid doet, kan morgen met een belangrijke zaak ge schieden. Het komt op het beginsel aan. Amst Eigen Haard bevat eene afbeelding van een nieuw soort vélocipède, waarbg de rgder, eenigs- zins op de manier van een tammen eekhoorn, in 't midden van een groot wiel zit, dat rond hem vooruitvliegt. Hy zelf is daarbinnen op het zadel van een kleiner rad gezeten en bestuurt met krukken en raderen de beweging. Het nnt dezer uitvinding wordt er niet bg aan getoond. Men moet echter bijzonder weinig aan duizelingen onderhevig zijn om, in 't midden van zoo'n mallemolen geplaatst, zijn hoofd niet te verliezen. De op het prentje geplaatste menschen en dieren, ofschoon als Amerikanen voor geen klein geruchtje vervaard, kgkea den rgder dan ook met zichtbare verbazing aan. Als makers van het toestel worden genoemd de heeren Lang» maak en Strief, twee namen die niet zeer Ame- rikaanseh, maar daarentegen „excentrisch" genoeg klinken om zulk een „concentrisch" voertuig uit gevonden te hebben. Overigens geeft het weekblad eene afbeelding naar de Koopman in Wild van Van Mieris, eene teekening van de Dordtsche kalkhaven en onder den tekst eene novelle]: Onze Kinderen, van Ge rard Keller. Naar wg vernemen is in de plaats van den heer H. A. Boogaert tot directeur van de stoomtram wegmaatschappij alhier benoemd de heer O. Beumer. 's Heer Arend «kerke, 28 Oct. Een 20tal personen stonden heden middag op den dijk van den Sohengepolder, big k baar met genoegen te zien naar een wedstrgd in het loopen, tusschen politie en stroopers in dien polder. de los om het hoofd hangende doeken vaster om de gele gezichten, zoodat slechts'door een reet tusschen voorhoofd en neus, de groote, donkere oogen nieuwsgierig in het rond konden gluren. Een jongeling, die ver van de vrouwen in het gras lag, kwam naar de vreemdelingen toe en bood hun water aan. Hg sprak veel met Richard, vergezelde zijne woorden met de aan alle Ooster lingen eigen levendige gebaren en wees met de uitgestrekte hand naar den heuvel. Richard keerde zich thans lachend tot Alice, „Wat zegt gij daarvan? Die knaap roemt de kunst eener tooverheks en zegt dat de men schen van verre komen om zich door haar te laten waarzeggen. Willen wij het ook eens beproeven Zij woont daar ginds." Hij wees op een kleinen heuvel, waar tusschen hooge, donkere cypressen een paar armoedige huisjes stonden, die men terstond als woningen van moslems herkende, aan de houten tralies die de helft der onderste vensters bedekten. Alice nam terstond dat voorstel aan en dus beklommen zij den heuvel en betraden door een lage deur een kleine binnenplaats, die van alle kanten door muren ingesloten was. „Leila, Leila," riep de knaap een paarmaal door het venster en toen er geen antwoord kwam nam hg een handvol kiezelsteenen, wierp die tegen de tralies, waarachter weldra een onde vrouw met een opgezwollen gezicht te voorschijn De alhier gestationeerde brigadier en eenigc rgksveldwachlers, vervolgden nameiyk niet min der dan 5 stroopers, die de brutaliteit hadden op Zondag de jachtvelden van de heeren Croqart en Van Weel af te jagen. Nadat dit ongeveer een uur had geduurd moes ten de stroopers het onderspit delven, daar drie van hen werden gevat, terwijl wy vernemen dat twee, die wisten te ontkomen, ook heden zgn herkend. Yerseke, 23 Oct. De heer W. K. O. Scbrier, onderwijzer alhier, is als zoodanig be noemd te Kapelle op Zuid-Beveland Hierdoor, als de vacature niet tijdig wordt aangevuld, zullen ongeveer 200 leerlingen voor rekening van éen onderwijzer komen. Het hnlp-postkantoor alhier is by resolutie van den minister van waterstaat aangewezen voor den dienst van aangeteekende brieven met aan gegeven geldswaarde hooger dan ƒ600. Nog niet lang geleden werd op alle hulpkan toren de maatregel toegepast, dat de postwissels onmiddellijk worden uitbetaald. Ook de ryks- spaarbank wordt geleidelijk aan alle hulpkantoren verbonden. Zoo ziet men zachtjes aan bijna alle onderscheid tusschen post- en hulpkantoren verdwynen. De verantwoordelijkheid en de moeite worden er door dit alles niet minder op voor de brievengaarders. Eene kleine lotsverbetering is nu te hunnen opzichte beschikt: ze zullen voortaan eene vaste vergoeding voor kantoorbehoeften ontvangen. Daar staat tegenover dat ze een borg hebben te stellen van ƒ250. Al deze maatregelen zullen wel tengevolge hebben, dat men niet langer aan iedereen het baantje van brievengaarder zal kunnen opdragen. Te Berlgn is fei de „Groote Nationale Broeder- loge Zu den drei Wëlikugelr?\ onder deelneming van vertegenwoordigers van verschillende Pruisi sche en buitenlandsche loges, eene rouwloge gehouden wegens het overlyden van prins Frede- rik der Nederlanden. Als voorzitter fungeerde de grootmeester prof. Schaper. Nadat deze in warme bewoordingen hulde had gebracht aan de nagedachtenis van den overledene, nam de kroon prins het woord en betuigde in naam des keizers, tevens in opdracht der familie van den afgestor vene, dank voor de betoonde deelneming, inzon derheid ook voor de waardige en bartelgke faal van den broeder-redenaar. Met genoegen herin nerde hij zich zijne langdurige gesprekken met den grgzen prins over het ideaal en de taak der vrymetselargmet niet minder genoegen herdacht hij diens 60jarig feest als grootmeester. „Hy was" zoo eindigde de prins „een der zuilen van vrijheid en menschelykheid De Winhelvereeniging te Zwolle telt thans 276 kwam, die met een schrille stem iets bromdé en toen de knaap haar eenige woorden had toe geroepen knikte en verdween. Midden op de plaats stonden twee platte steenen zerken, zooals die welke de Turksohe graven sieren. Zij staan recht op en worden in een plat op den grond liggende steenmassa gevoegd, op de plaats waar hoofd en voeten rusten. In het midden is een opening gelaten om de ziel eruit te laten, zegt de Turk. „Dat is het graf van een derwisch," zei Elson op de vilten muts wijzende, die aan het einde van den steen lag. Richard vroeg den knaap eenige ophelderingen; Deze meende dat het graf van een zeer heiligen man was en dat zijn geest kracht aan de put verleende, waardoor de wijzen er het Kismeth uit konden lezen. Over het graf prykte een boom, waarvan dë takken als besneeuwd waren met allerlei lapjes en draadjes, die eraan gebonden waren. Richard trok een draad uit het lint van zijn strooien hoed, bond dien eraan en verzocht Alice dit ook te doen. „Waarom?" vroeg zij verbaasd. „Het Mohammedaaniche volk," zei Richard, „gelooft dat, evenals de wind hier door die lap jes en draadjes speelt, ook ziekte en pijn bij de dragers dier kleêren, waarvan zy afgetrokken zgn, zullen verdwynen?''

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1