134® Jaargang!
1881.
Zaterdag
22 October.
aatMp
N». 349.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbar a 5 Cent.
Advertentièn: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 21 October.
MIDDELBIJRGSCHË COURANT.
n&si§IM
Blijkens een heden alhier ontvangen bericht is
het stoomschip Koning der Nederlanden, van de
stoomvaartmaatschappij Nederland, op de thuisreis
van Java herwaarts, in den Indischen oceaan, op
5° Z. B. en 64° O. L. den 5en dezer gezonken,
nadat den vorigen dag de achtersteven gebroken
was. De bemanning en de passagiers, ten getale
van ruim 150 personen, hebben zich alle veilig
lm de booten begeven, welke voor drie weken
van leettocht voorzien waren en waarvan eene
door het stoomschip Wyberton is opgenomen en
gisteren te Aden aangebracht. Er bestaat alle
hoop dat de andere booten de Tschagos-eilanden
(ten zuiden van den Malediven-archipel) bereikt
zullen hebben. Van Ceylon is een stoomschip tot
opsporing der booten gezonden.
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Middelburg werd mede-
deeling gedaan dat door den heer Volkrijk Liebert
eenige oude gouden en zilveren muntstukken,
ten behoeve der oudheidskamer, aan de gemeente
zijn geschonken.
Blijkens een schrijven van den minister van
binnenlandsohe zaken worden de kosten van de
restauratie van den stadhuistoren geraamd op
30.000. De regeering is bereid om, wanneer de
gemeente éen derde van de kosten wil bijdragen,
de andere twee derden voor hare rekening te
nemen en reeds voor het dienstjaar 1882 eene
eerste subsidie te verleenen. De behandeling van
deze zaak is aangehouden tot de volgende zitting.
Eveneens werd de behandeling aangehouden van
een vijftal ingekomen adressen, waarbij het roeien
van boomen verzocht of schadevergoeding wegens
omgevallen boomen gevraagd wordt, zoowel als
van de adressen van A. A. Botzen, om eervol
ontslag als inspecteur van politie, van A. Lange-
jan e. s. tot het oprichten van gemeentewege van
een cursus ter opleiding van onderwijzers eD van
mej. E. A. de Nood, om ontslag als onderwijzeres
op school A.
Aan den heer B. J. H. Haitink werd, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de
middelb. meisjesschool en aan den heer N. M. S.
van Bakergem als onderwijzer op school A.
De verordeningen ter uitvoering van de drank
wet zijn vastgesteld. Het vergunningsrecht is
bepaald op het maximum, 25 percent der huur
waarde.
Een door de commissie van fabricage ingediend
derde plan tot het bouwen eener nieuwe school,
op het terrein aan de Nieuwe Haven, is aange
nomen.
De begrootingen van de gasfabriek en het
burgerlijk armbestuur zijn vastgesteld. De aan
het armbestuur te verleenen subsidie is bepaald
op f 27,500.
Tot onderwijzer aan school A is benoemd de
heer K. J. Timmermans, onderwijzer te Arnemuiden.
does, 21 Oct. Het alg. burg. armbestuur,
dat tengevolge van de lagere opbrengst der ver
pachtingen zijne bijdrage in de verplegingskosten
van krankzinnigen had moeten inhouden, zal,
indien de goedkeuring der gedep. staten verkregen
wordt, toch nog f 700 over 1881 aan de gemeente
uit kunnen betalen. Dit is een aardig buitenkansje
Voor de kas.
De heer J. Adam heeft vergunning gekregen
om alsnog gedurende een jaartegelijk met het
bedrijf van apotheker, dat van gemeente-apotheker
uit te oefenen.
De cursus in de kennis onzer staatsinrichtingen,
welke door den heer D. Stigter van wege de werk-
lieden-vereeniging Eigen Hulp gegeven wordt, zal
Zaterdag avond te 8 u. 15 m. in het lokaal boven de
beurs met ruim 20 toehoorders geopend worden.
Zij die daaraan nóg willen deel nemen, vinden
gelegenheid zich even vóór den aanvang aan het
lokaal bij den secretaris aan te melden. Een
talrijk en oplettend gehoor zij den heer Stigter
toegewenscht
Het „vaandelfeest", der Goesche jufferschap door
de leden der sociëteit Van Ongenuchten Vrij
toegedacht, zal den 5en November a. plaats hebben.
Pus Jfwfe-departement benoemde gisteren avond
tot lid in het bestuur der Ambachtsschool den
beer D. Hildernisse, met het lot tegen den heer
J. J. Ramondt. Een voorstel door het bestunr
ingevolge verkregen opdracht ingediend tot het
geven eener letterkundige en muzikale soiree,
werd aangenomen. „Alleenstaande" dames en
leerlingen van de 4e en 5e klasse der H. B. S.
kunnen die tegen een entrêa van 0.50 bezoeken.
De loodsstoomschooner Zeemeeuw is terugge
keerd van zijn onderzoekingstocht naar den sedert
den jongsten storm nog altijd vermisten en te
Hellevoetsluis thuisbehoorende loodskotter no. 8.
Van dien kotter werd niets ontdekt, doch eenige
losse stukken opgevischt, die door den voorma-
ligen schipper herkend werden als tot kotter
no. 8 te behooren, waardoor de vrees tot zeker
heid wordt, dat de gansche bemanning, bestaande
uit 4 zeeloodsen en 5 matrozen, met bet schip
vergaan is, nalatende 8 weduwen en 25 kinde
ren, waarvan 23 in hulpbehoevenden staat.
Van die mannen behooren er 6 te Hellevoetsluis
en 3 te Brielle thuis." (Hbl.)
Naar wij vernemen is de in Zeeuwsch Vlaanderen
heerschende ziekte onder de paarden toenemende.
Te Sluis zijn vijf paarden aangetast en eeu ge
storven.
Te Brugge, waar die ziekte ook uitgebroken
was, is zij aan het afnemen. (SI. Wbl.)
Zlerikzee, 20 Oct. Het herstel der storm
schade aan Flauwers, Borrendamme en den Zuid
hoek, drie districten aan de zuidzijde van het
waterschap Schouwen, wordt begroot op ruim
f 20.000.
De Nederlandsche haringschuit Noordster schijnt
in de Noordzee verongelukt en haar bemanning
te Kopenhagen aangebracht te zijn. Althans haar
schipper, De Graaf, zond aan den reeder De Jager
te Scheveningen uit Kopenhagen het volgende
bericht, dat zeker nog lakonieker is dan zelfs de
telegramstijl vordert
„Bom weg. Volk gered. Graaf."
Door het hoofdbestuur der Mij tot Nut van 't
Algemeen zijn benoemd tot leden der commissie,
welke ingevolge het besluit der jongste algemeene
vergadering zal moeten onderzoeken of het wen-
schelijk is regelen te stellen, teneinde aan de
departements-besturen en aan het hoofdbestuur
rechtstreekschen invloed toe te kennen op de in
richting en het beheer der door de departementen
opgerichte spaarbanken, de heeren mrs. Fhilips,
advocaat te Amsterdam; Mees, president van de
Ned. Bank.Pijnacker Hordijk, hoogleeraar te
Utrecht; Jacobi, griffier van de staten van Noord-
Holland, en Goeman Borgesius, lid van de tweede
kamer.
De heer J. H. van Dalen betoogt in het Vader
land de wenschelgkheid om in de lijst der volgens
de wet beschermde dieren de volgende wijzigingen
te brengen
lo. alsnog nuttig te verklaren en te beschermen
de buizerden, de uilen, de spechten en eenige
zeldzame soorten van moerasvogels, waarvan het
uitroeien door de jacht jammer zou ziju
2o. gedurende de laatste drie maanden des jaars
het vangen te veroorloven van spreeuwen, mus-
schen, ringmusschen en haverkneuen, en
3o. de koekoek te schrappen van de lijst der
nuttige vogels.
Ook zou het billijk zijn dat er genoegzame
bekendheid werd gegeven aan het bestaan van
een wet op de bescherming van nuttige dier
soorten, daar de meesten die er belang bij hebben
dit te weten, er onbekend mede zijn en vaak
door onwetendheid atrat oploopen.
In verscheidene plaatsen van ons land wordt
door onderteekening deel genomen aan een ver
zoekschrift aan dc Tweede Kamer, van den
volgenden inhoud:
„Geven eerbiedig te kennen de ondergeteekenden,
allen Nederlanders;
„dat het opleggen van een eed kwetsend is
voor ieder wien zijn gegeven woord heilig is,
voor ieder die uit plichtsgevoel de waarheid
spreekt en voor ieder, die om het welzijn der
maatschappij te bevorderen, zijn ambt getrouw
vervult
«dat het opleggen van een eed demoraliseerend
werkt op minder ontwikkelden, die eruit afleiden
dat het schenden eener belofte, waarbij men de
woorden„Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig'»
uitspreekt, slechter of strafbaarder is dan het
verbreken van zijn woord wanneer deze formule
er niet bij is uitgesproken;
„dat deze redenen hen nopen uwe vergadering
eerbiedig te verzoeken, zoodanige maatregelen te
nemen, dat voortaan de staat niet meer den eed
verplichtend oplegge."
Men leest in het Handelsblad
De groote uitbreiding der hoofdstad, waaraan
alsnog geen einde schijnt te komen, lokt van alle
oorden des lands menschen herwaarts, om werk
te zoeken. Wij zijn tot de ontdekking gekomen
dat velen, zelfs vaders met huisgezinnen, zich
hier ter stede komen vestigen en zieh bij slot
van rekening jammerlijk bedrogen zien. Ondanks
hun goeden wil, kunnen ze geen werk vinden.
Het getal der op die wijze teleurgestelden is groot,
en wij meenen daarom werklieden, die nog voor
nemens mochten zijn hier werk te komen zoeken,
opmerkzaam te moeten maken dat zij hiertoe niet
te lichtvaardig moeten besluiten, vooral nu
de winter voor de deur staat. Ia zonderheid geldt
dit voor personen die geen bepaald ambacht
geleerd hebben, maar in de meening verkeeren
dat zij alles kunnen aanpakken. Zulk soort bezit
de hoofdstad, helaas, reeds in te groote mate.
Het getal handlangers, opperlieden, tram- en
omnibuskaartjesverkoopers, baliekluivers, kaai-
loopers enz. duldt geen vermeerdering. Honderden
menschen loopen reeds maanden zonder middel
van bestaan en zouden gaarne weder naar hunne
provincie terugkeeren, zoo de middelen hun hiertoe
niet ontbraken.
Aan het veertigjarig ambtsfeest van den hoog
leeraar P. Harting neemt geheel Nederland deel,
niet alleen de geleerde wereld, maar al wat op
een van de nobelste en eerbiedwaardigste man
nen, die ons vaderland op 'toogenblik bezit,
trotsch is. Wij willen dan ook niet nalaten
uit bet uitvoerig verslag, dat het Utr. Dagblad
vau den feestdag bevat, een beknopt verhaal
samen te stellen.
Nadat de jubilaris in den voormiddag te huis
geluk gewenscht was namens de philosophisehe
faculteit der hoogeschool, den senaat, de studenten,
de commissie voor het zoölogisch station en het
gezelschap Natura dux nobis et auspex, welke
beide lichamen aan dr. Harting hun oprichting
danken, kwamen des middags in het Gebouw voor
K. en W. alle vrienden en vereerders van den
hoogleeraar, zijne echtgenoote, kinderen, klein
kinderen en andere bloedverwanten bijeen. Daar
waren de geschenken te zien, die den heer Harting
bij deze gelegenheid door de aanzienlijksten en
meest geëerden van ons land en door vele be
roemde mannen daarbuiten worden aangeboden.
Hun portretten zijn verzameld in drie pracht-
album8, waarin men sommige der grootste ge
leerden uit het buitenland aantreft, zoo als de pro
fessoren Van Beneden uit Leuven, Van Beneden
uit Luik, Schwann uit Leuven, Giard uit Rijssel,
Oscar Schmidt uit Straatsburg, Ernst Haeckel
uit Jena, Charles Darwin uit Down enz.
Vóór de portrettefcvindt men twee aquarellen
van den heer Jos. Hookenaar, die een eigenaardige
kleur aan het album gMen. Zij stellen voorde
eene, het artistieke poop^p, dat op het Janskerk
hof toegang geeft tot de'Hoogt, de plaats waar
de jubilaris zoovele uren doorbrachtde andere,
de kamer waar hij aldaar werkzaam is, gestoffeerd
met voorwerpen, die aan 's hoogleeraars voor
naamste onderzoekingen herinneren.
Behalve eene verzameling prachtwerken, bestaat
het voornaamste geschenk uit het portret van den
hoogleeraar, geschilderd door mej. Th Sehwartze.
Met welgevallen rust het oog op de deftige
figuur, die, naar mate men haar langer beschouwt,
des te meer schijnt te leven. Uitstekend is de
kunstenares erin geslaagd, den hoogleeraar als
den denkenden natuuronderzoeker voor te stellen.
Het min of meer saamgetrokken voorhoofd, de
starende oogen, doen dadelijk den man herkennen
die gewoon is over de onderwerpen, die zijn geest
bezig houden, ernstig na te denken, terwijl de
mikroskoop, het werktuig dat de geleerde met
zoo uitmuntend gevolg wist aan te wenden, naast
hem is geplaatst als om aan te duiden op welk
gebied hij zich bij voorkeur bewoog. Toch, hoe
ernstig het peinzend gelaat van den geleerde ook
zijn moge, het minzame, het voor ieder toegan
kelijke van 't karakter is op het portret,
even goed als in het origineel, bij den eersten
oogopslag te ontdekken. Dat is prof. Harting,
zooals zij no vrienden hem kennen, zooals
zij hem dikwijls gezien hebben, wanneer hij de
geheimen der Eatuur doorvorscht had en in zijn
werkzamen en helderen geest de uitkomsten
zijner onderzoekingen ordende en van de waar®
genomen feiten tot de werkende oorzaken op
klom; of wel ernstig nadacht, alvorens te ant
woorden op de vragen, die men hem deed. Niet
alleen door edele opvatting, maar evenzeer door
uitmuntende afwerking munt het portret uit,
dat, in een Iraaie lijst gevat, den besten indruk
maakt en met recht een gave der kunst aan eeu
priester der wetenschap heeten mag.
Bij de aanbieding dezer geschenken hield prof.
Opzoomer een toespraak. Hij schetste de loopbaan
van Harting, zooals hg, als practiseerend genees
kundige, zich reeds door wetenschappelijke
onderzoekingen had doen kennen. Hierdoor wareu
de verwachtingen, die van hem, toen by tot het
hoogleeraarschap geroepen werd, groot.
„Maar, zoo ging de redenaar voort, wat men
van n wachten mocht, zelfs de stoutste verwach
tingen hebt gij niet beschaamd. De levende na
tuur en als haar grondslag ook de levenlooze,
planten, dier en mensch, alle deelen der natuur
hebt gij met den meesten ijver en de grootste
zelfstandigheid veertig jaren lang onderzocht.
„Wat de omstandigheden u tot een last dreigden
te maken, door u overal tot werkzaamheid te
roepen, maakte de liefde tot de geheele natuur a
tot een lust. Met zeldzame veelzijdigheid tradt
gij overal waarnemend, denkend, bezielend op
uwe leerlingen steunend tot ijverig en zelfstandig
onderzoek.
„O, als ik naast dat groote werk, de kroon
uws levens, waarin we uwe hoofdwetenschap vol
ledig ontvouwd vinden, mij voor den geest roep
uw meesterstuk over den mikroskoop, uw ge
schriften over onzen bodem, uw geologische ea
paleontologische onderzoekingen, uw synthetische
morphologie, die zulke schoone lauweren om uwe
slapen vlocht, nw onderzoekingen omtrent den
bouw, de organen- en weefselvorming van een
belangrijk plantengeslacht; als ik denk, hoe
gij op reeds volwassen leeftijd met het vuur van
den jongeling een nieuwe wereldbeschouwing
begroet hebt, en in de eerste gelederen stondt
der verkondigers van de ontwikkelingsleer, dan
staat ge voor mij als een dier belden in de oud
heid, waarvan de Homerische Nestor spreekt,
„mannen uit een krachtiger tijdperk dan het onze,
tegen wie niemand uit het jonger geslacht den
strijd uithield."
„Niet alleen tot de mannen der wetenschap ea
tot uw studenten hebt ge gesproken. Ook tot de
beschaafde volksklasse hebt ge de kennis der
natuur willen doen doordringen. In 1849 gaaft
gij uw stuk over de vorming der korst van den
aardbol en toondet aan, hoe daarin de „macht van
het kleine" werkzaam is. Dat was, zoo als gij
zelf getuigdet, uw eerste lettervrucht op populair-"
wetenschappelijk gebied en deze vond zooveel
goedkeuring, dat gij u daardoor aangezet gevoeldet
om op dien weg voort te gaan. Daarop i» een
reeks geschriften gevolgd, die gij zelf ik denk
aan uwe Bouwkunst der dieren opgedragen
hebt aan allen die de natuur liefhebben.
„En weldra daarna stichttet gij met twee
vrienden het Album der Natuur, dat thans bijna
30 jaar bestaat, en waarin uit alle deelen der
schepping de belangrijkste tafereelen werden ont
vouwd. En altijd wist gij den toon te treffen,
die weerklank vond in het hoofd en het hart van
het volk, en het is u gelukt, ook voor den onin
gewijde de ware tolk t8 zijn van de natuur."
Prof. Opzoomer wees er vervolgens op, dat
vooral beoefenaars der natuurwetenschap aan het
feest van dezen dag deelnemen, maar dat de hoog
achting voor Harting als mensch en als burger
niet minder algemeen is.
„Ik, die 35 jaar lang uw vriend ben, zoö
sprak hij, de vertrouwde van uw huis en van
uw hart, ik zou ervan kunnen getuigen, welk
lot het uwe was, en hoe gij u steeds, als eeu
wakker man, in lief en leed gedragen hebt.
Tegenspoeden dragende zonder verbittering ea