124® J. N®. 247. ■gang. Donderdag 20 October. ZIJN VROUW, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad ver ten tién: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de l ublicité G, L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 19 October. FjsxjxXaiL.B'roisr. Novelle van Marie van Redwitz. De Vereen, van en voor NedIndustrieelen heeft, in vervolg op een adres van 9 Maart jt, ander maal den minister van waterstaat gewezen op de stoornis, door den storm van 1415 dezer in het telegrafisch verkeer gebracht en op „de enorme teleurstelling en onberekenbare stagnatie en ver liezen, welke handel en nijverheid dientengevolge moeten verduren." </Over gansch Duitschland, schrijft de Vereen. hestaat dit ongerief niet meer, sedert zijne ondergrondsche kabels, ter gezamenlijke lengte van 5,463,950 kilometer (in 58 maanden gelegd) van Koningsbergen tot Straats burg, van Einden tot JBreslau, van Thorn tot Aken reiken. Wij neten zeer wel, dat het werk ruim achttien millioen gulden heeft gekost, maar daarmede zijn dan ook (gezwegen van het rijksbelang) 221 steden gehaat. Voor veel minder dan een tiende dier som zou de verbinding te maken zij^ dia wij de eer hadden uwe exc. in Maart dezes jaars aan ta bevelen. Het doet ons leed, dat (zooveel ons bekend) aan den eenparigen wensch van zoovele handelscollegien en dien van onze vereeniging, die de eerste geweest is, geen uitvoering werd geschonken 1 De herhaling van de aanleiding daartoe, toen de zware ijzel, nu de storm bewijst, dat wij in ons volste recht waren toen wij uwe exc. met zeer bescheiden aandrang trachtten te bewegen om door den aanleg van een ondergronds-net eene nieuwe stoornis in dit verkeer zooveel mogelijk te voorkomen. Maar u. e. houde het ons ten goede zoo wij heden ander maal ons verplicht gevoelen haar op de noodzakelijkheid te wijzen, om, in dit opzicht, zonder verder uitstel Duitseh- lands voorbeeld te volgen, zij het dan ook slechts, voors hands, op de beperkte schaal, boven aangegeven. De tonnen gouds welke dit werk mag vorderen, zullen ruim schoots worden gedekt, en er is geen twijfel aan, de volksvertegenwoordiging zal niet minder dan de natie zelve, uwe exc. dank weten voor het besluit waarbij deze aanleg biunen den kortst mogelijken tijd zal worden ver ordend. Handel en nijverheid zien reikhalzend daarnaar uit. In dezen tijd van gespannen concurrentie is een onverstoorbaar telegrafisch verkeer voor beide hoofdtakken van Nederland's volksvlijt eene levensvraag." Dit adres is eeue bevestiging van den wensch, door ons dadelijk na den jongsten storm en ook bij vroegere gelegenheden reeds uitgesproken. Wij zouden dan ook geen aanleidiug hebben er iets aan toe te voegenmaar kunnen de opmerking niet weerhouden dat dit adres uit gaat van dezelfde vereeniging, waarvan de heer Em. Koeehlin voorzitter en de heer O. O. E. d'En- gelbronner secretaris is, welke in de onlangs te Utrecht gehouden vergadering van afgevaardig den van kamers van koophandel enz. in eene uitvoerige memorie de wenschelijkheid der be scherming van handel en nijverheid, door fiscale maatregelen, tracbtto aan te toonen, Nu het om een ondergronds-telegraafnet te doen „Daar komen nu mijne Cyprioten/' zei Richard, „alle uit dezelfde grove, roodachtige zandsteen van het eiland gehouwen." Elson bekeek de stnkken éen voor éen, met het bovenlijf voorover gebogen en de handen op den rug. „Gij hebt hier prachtige exemplaren," zei hij glimlachend. „Ja," sprak Kichard, naderbij komende, „de goden van het eiland lieten aan schoonheid veel te wenschen over; maar verder zijn het onschul dige, beminnelijke wezens, die er vooral bij mane schijn zeer belachelijk uitzien. Dan moet gij hier eens gaan wandelen, te midden van dit gezelschap lachende godengij zult zien hoe grappig dat is en wat zij dan voor slimme gezichten zetten. Die stijve, bijna Assyrische gestalten zien er dan uit alsof zij zich ondanks hun voorgewende stijf heid en deftigheid, bang en speelsch wilden verstoppen en door hunne kleine Chineesche oogjes gluren zij over de vooruitstekende jukbeenderen pn zien, met een spotachtigen lach om den spitsen s, zijn het weder de belangen van handel en nijverheid, door welke eene aanzienlijke uitgaaf gerechtvaardigd moet worden. Wij zijn het met de wenschelijkheid dier uit gaaf volkomen eens. Maar dubbele bescherming gaat niet aan. Aau den eenen kant door be schermende tarieven de massa der bevolking dwingen meer voor hare inkoopen te betalen, ter bevoordeeling van onze nij verheid, en aan den anderen kant op de schatkist steeds wissels trek ken in 't belang derzelfde nijverheid, op die manier worden èn de particuliere beurzen èn de algemeens kas voortdurend aangesproken ter wille van onze industrieelen. De nijverheid is een onzer nationale belangen, maar niet het natio nale belang. Zij is er om de natieniet de natie om haar. Wij vertrouweQ dus dat de Vereen, v. e. v. Industr., naarmate zij met meer grond op indi recte bescherming van handel en nijverheid, door verbetering van verkeer- en vervoermiddelen enz. aandringt, haar wenschen naar indirecte bescherming, door tarieven, zal laten varen. Multatuli geeft in zijn studie Over Specialiteiten aan het brood, dat in Nederland gebakken wordt, den onvriendelijken naam van„halfgaar gebak ken watten, met krijt, koper, aluin, geile melk, vitriool eu oudsche eieren". Het oordeel is hard en zeker, althans zóo in 't algemeen genomen en vooral wat de verschil lende bijmengsels betreft, overdreven. Maar dat er, ook ia ons land, dikwijls over het brood ge klaagd wordt en een Nederlander buitenslands gewoonlijk het voornaamste voedingsmiddel sma kelijker vindt dan in zijn vaderland, is zeker. Daarom mag het als een bewijs van zelfkennis en tevens als eene kaos op verbetering aange merkt worden, dat 88 bakkers uit verschillende gemeenten te Amsterdam een Bakker abond hebben opgericht, die zich o. a. ten doel stelt „Het op de hoogte stellen van de uitvindingen eu hulpmiddelen, teneinde daardoor brood, koek en banket beter en voordeeliger aan het publiek te kunnen leveren. „Van tijd tot tijd scheikundige onderzoekingen te doen van meel en andere door hen gebruikte waren, om zoo tevens het nuttige en gezellige der bijeenkomsten van de leden te bevorderen. „Het welzijn van bedienden en gezellen ter harte te nemen." De bond is ook voornemens„met alle gepaste middelen het oprichten van maatschappijen voor broodfabrieken tegen te gaan, dewijl het deze meer te doen is om hooge rente dan om het voordeel der burgerij". Nu, daar zijn de bakkers „specialiteiten" voor. Zij zien natuurlijk niet gaarne dat een ander zich met hun vak bemoeit. Maar over het „voordeel der burgerij" kan deze, zouden wij denkeD, beter mond, op het menschenkind dat tusschen hen doorwandelt, neder. Ik doe het vaak voor mijn genoegen het is alsof zij elkaar dan geheimen toefluisteren en zóo gichelen dat men meê moet achen, al wil men ook nog zoo ernstig blijven." „Hoe komt het dat bijna aan allen de lneus ontbreekt?" vroeg Elson. „Die zijn zeker vroeger afgeslagen, toen de goden in ongenade geraakten. Dikwijls ge beurt het ook bij het graven. Wanneer het gezicht naar boven ligt is de neus altijd in gevaar en wordt dan ook meestal geschonden. Alleen wanneer het beeld met den neus in het zand ligt is hij te redden." Elson begon opnieuw de beelden te bekijken. „Kom nu," zei Kichard vooruitgaande, „hier zgn wij bij het huis en hier in de zuilengalerij bewaar ik mijne kostbaarste schatten." Zij stonden voor een breed houten huis van éen verdieping, dat met een zekeren zwier ge bouwd was en waarvan de terrassen met slinger planten begroeid waren. Zij klommen een paar treden op, totdat Kichard zijn gast in de breede zuilenhal, waarin beelden eu torso's opgesteld waren, staande hield. „Hier zijn mijne beste stukken," zei hij, „wel is waar ook uit dezelfde ruwe stof vervaar digd, doeh het werk is door den Griekschen smaak gewijzigd. Deze hier zijn de opschriften door welker bekendmaking wij het eerst in brief- zelve oordeelen. In dat opzicht ga men dus liever met den Bakkersbond niet te rade. De zeer opmerkelijke uitkomsten van de statis tiek der meting van de lotelingen gedurende de jongste 18 jaren, waarop wij in ons nommer van 14 dezer de aandacht onzer lezers vestigden, worden ook in den Economist over September- October medegedeeld. De redactie van dit tijdschrift acht deze statistiek de opmerkzaamheid waardig van de medische wereld en van alle deskundigen in volksgezondheid. „Sedert wanneer, vraagt zij, dagteekent deze gunstige progressie en zijn er vermoedelijke uitkomsten aau te wijzen, waaraan zij redelijker wijze kan worden toegeschreven? Dezelfde aflevering van genoemd tijdschrift bevat een belangrijk opstel, zijnde een plan tot conversie onzer nationale schuld, door J. J. Wee- veringh; artikelen over den nieuwen Maasmond, door J. W. Gooien; over het verband tusschen rijks- en gemeente-belastingen, door A. D. van Assendelft de Coninghover de Ned. bank en de Duitsche rijksbank over het verleenen van pensioen aan 's rijks burgerlijke ambtenaren, door D. J. A. Samot; over het laudbouw-verslag van 1879benevens verschillende opgaven en berichten. Aan EDgelsche, bladen, tegenover welke in dit opzicht minder geheimhouding in acht genomen wordt dan tegenover de Nederlandsche, zijn de volgende mededeelingen ontleend ten opzichte der werkzaamheden van de internationale visscherij- conferentie te 's Gravenhage. De door onzen Haagsehen oorrespondent reeds genoemde voorstellen, door Engeland gedaan voor de visscherij op de Noordzee, zijn grootendeels in de vorige week goedgekeurd. Het ontwerp is aan de goedkeuring der zeven verschillende re geeringen onderworpen en vermoedelijk zal deze week een internationale regeling tot stand komen. Het ontwerp telt 26 artikels. Daarbij wordt voor elke visschersboot de verplichting opgelegd een nummer en merk te voeren, met den naam van de haven waar zij thuis behoortevenzoo de boeien, vaten en netten. De scheepspapieren moeten den bouw en tonnemaat van het schip nauwkeurig aanwijzen en de namen vau reeder en schipper. De visschers zijn verplicht hun papieren te vertoonen aan de bevelhebbers van kruisers eu andere aangewezen overheden. Er zijn strenge bepalingen gemaakt omtrent de uit oefening der visseherij in elkanders nabijheid het weghalen en doorsnijden van netten en de teruggaaf vau gevonden voorwerpen. Het toe zicht wordt opgedragen aan kruisers en agenten van elke natie, die met elkander in betrekking treden. De bevelhebbers der kruisers krijgen macht van scheidsrechters. De rechter in elk der wisseling zijn gekomen. Maar het wordt donker," vervolgde hij, „en morgen hebt gij nog tijd in overvloed om hier rond te kijken; ik heb de paarden eerst tegen overmorgen besteld." Dit zeggende geleidde hij Elson de breede, met bloe men versierde houten trap op, in een ruim ver trek, dat hij hem als zijne logeerkamer aanwees. Het was reeds elf uren toen de heeren nog op het terras zaten te rookeu en te praten. Zij hadden veel te vertellen wat beiden belang in boezemde; want ofschoon zij elkaar heden voor het eerst ontmoetten, voerden zij toch sedert een jaar een drukke correspondentie over wetenschap pelijke vraagstukken. „Gij hebt uw tijd. hier goed besteed," zei Elson, „toen ik uwe opstelleu las, verbeeldde ik mij dat de schrijver een man van minstens mijn leeftijd moest zijn en ik was dubbel verwonderd toen uwe bloedverwanten mij u als zoo dweepziek, bijna aan het phantastisehe grenzende, beschreven. Nu vind ik noch het een noch het ander in u." „In mijn jeugd moet ik wel zeer overdreven denkbeelden gekoesterd hebben, maar men blijft niet eeuwig jong en de strijd met het leven maakt ook bezadigder. Wanneer gij mij nader leert kennen vindt gij wellicht nog sporen van die zwakheid, maar practisch ben ik toch reeds geworden, dat zult gij moeten toegeven, als gij de inrichting mijner groote huishouding leert kennen» Mijne aanteekeningen over de opschriften landen heeft de bevoegdheid overtredingen van de conferentie te straffen, met verdubbeling bij herha ling, behoudens verplichting tot schadevergoeding. Verder wordt voorgesteld de regeling ook uit te strekken tot het Engelsehe kanaal, de Atlanti sche Zee en de toegangen tot de Oostzee. Elk der contracteerende regeeringen zal aan de wet gevende macht de noodige maatregelen tot uitvoering voordragen. Behoorde vóór weinige jaren een goede Hol- landsehe tooneel-voorstelling hier ter stede tot de zeldzaamheden, thans is zij niet alleen een geregeld voorkomend verschijnsel iu onze winter vermakelijkheden geworden, maar wordt ons ook tot vergelijkende tooneel-studie gelegenheid ge geven. Zoo stellen wij ons althans de opvoering voor, die het Rotterdamsche gezelschap van den heer Van Zuylen hier Vrijdag komt geven. Dezen troep, waar goede krachten en vooral goede traditiën bewaard zijn gebleven, in het blijspel aau 't werk te zien, zoo spoedig na da voorstelling door de artisten van Het Ned. Tooneel, lijkt ons zeer belangwekkend. Bovendien bekennen wij, met alle sympathie voor Het Ned. Tooneel, de geestkracht van den heer Van Zuylen te waardeeren, die uit afkeer van monopolie in de kunst, zich met een eigen gezelschap wil staande houden. Dat verdient, ook uit erkentelijkheid voor het vroeger ons door dit gezelschap geschonken genot, ondersteuning. Ook de keus der stukken belooft eene interes sante vergelijking. Na de hedendaagache Duit sche blijspelkunst, welke wij door de herhaalde opvoering der stukken van Moser en L'Arronge vrij wel kennen, de fijne en geestige scherts van Alfred de Musset en het meer actueele blijspel van Victorlen Sardon. Inderdaad, als de verta ling goed en de opvoering verdienstelijk is, een traktatie voor fijnproevers van het dramatisch banket. Zierlkzee, 18 Oct. De storm welke den 14 en 15 dezer heeft gewoed, veroorzaakte aan de zeeweringswerken in Schouwen en Duiveland, vooral aan de zuidzijde dezer eilanden, groote schade, zoodat een der ambtenaren, welke meer dan 40 jaren bij het waterschap Schouwen dient, nimmer zoodanige verwoesting in de werken aan zijn distriet ondervonden heeft. Vooral aau het district Borrendamme leden de rijs- en steen- glooiingswerken groote schade; maar ook aan den Zuidhoek en den polder de Vier bannen van Duiveland is zij niet gering en ofschoon de licha men der dijken in geen direct gevaar hebben verkeerd, was het toch gelukkig, dat de wind naar het Noordwesten omliep en dat de vloed in den namiddag van den 14 dezer niet hooger dan omtrent 1 M. boven gewoon hoogwaterpeil kwam. De eb daalde des nachts tot omtrent gewoon hoogwater- zult gij ook voor degelijk werkhonden. Wanneer gij hier uwe phönieische taalkunde voltooien wilt, stel ik deze tot uwe beschikking want zoodra ik van uw voornemen hoorde, toog ik onmid dellijk aan het werk om die in orde te brengen." „Komt daar niet iemand?" vroeg Elson na een poos, door het geluid van voetstappen op merkzaam geworden, in den tuin kijkende. Richard zag dat het geen zijner bedienden was en wachtte tot de persoon naderbij kwam om hem aan te roepen. „Mijnheer," antwoordde een boef in verbas terd Griekscb, „mijnheer, op mijn akker, eèn kwartier hier van daan, hebben wij een standbeeld gevondenwilt gij het niet komen zien Het is zeer schoon en de oogen alleen zijn zóo groot dit zeggende toonde hij een geweldige vuist. Richard zei lachend tot zijn gast hoe weinig men op de overdrijving dier lieden aankon. „Zij denken allemaal, hoe grooter hoe beter;— overigens," voegde hij er op en neder loopendei bij „men kan nooit weten of de opgraving teek niet wezenlijks iets goeds aan het licht gebracht heeft. Ik zal bevel geven dat men mijn paard zadelt." „Wilt gij dan van avond nog uitrijden ■vroeg Elson verbaasd. „Gij denkt zeker dat men hier op het eiland geen concurrentie te vreeaeu heeft. Maar wezenlijk^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1