BUITENLAND. Zeet ij dingen. Handelsberichten. Staten-Greneraal. Weerkundige waarnemingen, 13 October des morgens te 8 uren. W zw wzw wzw zw -13 0.1 3-9 zzw ZO i zw h 6 w Algemeen Overzicht. Gambetta en Bismarck. Graanmarkten enz. Pryzeu van fill fee ten. De Fransche minister Saint Hilaire daarentegen heeft aan de mogendheden medegedeeld dat de zending van een pantserschip ten doel had, de inmenging van Turkije in de zaken van Egypte te verhinderen. Blijkens het voorloopig verslag over het wets ontwerp tot onteigening voor do uitbreiding van het station van de H. S. M. te 's Gravenhage, werd by het afdeelingsonderzoek door sommige leden de vraag ter sprake gebracht, of de tijd voor den aanleg der hier bedoelde werken wel juist was gekozen. Immers, worden er thans door de IIoll. IJz. Sp.-Maatschappij kostbare werken aangelegd, dan zal de staat, krachtens art. 4 der aan die maatschappij verleende concessie, in geval van overneming van den spoorweg ook die wer ken moeten betalen. Hiertegen werd opgemerkt, dat de uitbreiding van het station en de daarbij voorgestelde werken van genoegzame urgentie zyn om de medewerking der wetgevende macht, ook in dezen stand der qnaestie, te rechtvaardigen. In meer dau een afdeeling werd verder geklaagd over het onvolledige van de M. v. T., die, naar men meende, daardoor niet strookt met de roe ping der wetgevende macht, die zorg heeft te dragen dat bij de onteigening ten algemeenen nutte de belangen van derden niet geschaad worden. Hierop werd echter geantwoord, in de eerste plaats dat de eindaanwijzing der perceelen bij koninklijk besluit haar grond vindt in de bepaling der onteigeningswet, en voorts dat de stukken ter griffie zijn gedeponeerd, zoodat elk lid zich daar omtrent een oordeel kan vormen. Het gemeentebestuur van 's Gravenhage betoogt dat een onteigening van vaarten en wegen, dia de gemeente publiekrechteiyk bezit, noch noodig, noch wenschelijk is. Bij den aanleg van den spoorweg is alleen de overbrugging der Trekvliet toegestaan; een bepaalde onteigening van dat gedeelte der vaart zou de gemeente, ook bij mogelijken aanleg van havenwerken aldaar, zeer kunnen belemmeren. De directie der Ned. Rhijnspoor weg-maatschappij vestigt er de aandacht op, dat, ten gevolge der verhooging van den Hollandschen spoorweg, bet kruispunt en de aansluiting van den Kijnspoor- weg aanmerkelijk moeten worden opgehoogd, weshalve zij, ter voorkoming van latere moeilijk heden, een voorafgaande voorziening hieromtrent zeer wenschelijk acht. Nog werd gevraagd naar de zienswijze der reg., in hoeverre dit wetsontwerp en de voorgestelde werken praejudiceeren omtrent het mogelijk tot stand komen van een centraal station, en, indien dit niet te bereiken is, omtrent de mogelijkheid van het doorrijden van treinen, in verband met den Ned. Rynspoorweg. it amen sbb plaatsen. Delfzijl Groningen Helder Vlissingen. Maastricht. Sylt Shields. Valentia Hamburg Swinemunde. Leipzig. Carlsruhe Grisnez Parijs St Mathieu Biarritz Perpignan Christiaansum Stockholm. Koppenhagen Portsmouth Yarmouth. Ba- Wind- Toe stand lueht. Tem pera tuur. Cels. rom. afwijk. richt. sracht 11.2 WNW 3 regen - 5 10.9 W 2 betr. - 8 9.2 W 6 z. bew. -10 10.0 WNW 5 bew. - 11 5.8 W 2 1. bew. ulO 14.4 6 z. bew. - 6 7.1 WNW 6 helder - 6 '.—13.2 5 bew. - 7 13.2 5 regen - 7 .—10.5 2 betr. - 8 4.1 9 regen -10 4.1 WNW 5 1. bew. -li 3.9 WNW 3 betr NNW 3 betr. -14 4 z. bew. -16 .-25.3 1 z.bew. -19 18.5 4 betr. —16.4 4 - 6 Grootste verschil in Nederland 'sochtends 8 uren: M. 17.0 D. des namiddags: Thermometerstand t8 Middelburg. 12 Oct. 'sav. 11 u. 51 gr, 13 's morg. 8 u. 51 gr. 'umidd. 1 u, 56 gr. 's av. 5 u. 51 gr. F. Terwijl de hëer Gladstone het liberale Leeds vergastte op zijne welsprekende redevoeringen, waren do heeren Salisbury en Northcote de gasten van den conservatieven hertog van Northumber land op het oude slot der Percy's in het noorden van Engeland. Vandaar hebben ze een uitstapje gemaakt naar Newcastle, waar Dinsdag aan een diner door de beide hoofden der oppositie het woord werd gevoerd. Lord Salisbury zette vooral Ierland op den voorgrond, terwijl hij ook de geschiedenis der Transvaal niet liet rusten. Over de waarschijnlijke uitwerking der landwet liet hij zich niet in stellige termen uit, doch over de houding der regeering in Zuid-Afrika ontzag hij zich niet in zeer strenge woorden zijn oordeel te zeggen. De regeering is, volgens hem, in een zeer onaangenamen toestand, wijl zij zich vernederd heeft zonder zekerheid van met die vernedering haar doel te bereiken. Of, om eene krachtige spreekwijze der Oosterlingen te gebruiken, „de regeering heeft te vergeefs modder gegeten". Ed lord Salisbury voorspelde dat zij nog heel wat meer modder zou moeten eten of, om deze voor Westersche ooren niet zeer welluidende beeld spraak te laten varen, dat zij in nog heel wat concessies zal moeten treden, om den vrede te bereiken, welken zij zoekt. Op denzelfden dag maakte een ander spreker, met wien de markies van Salisbury niet gaarne verwantschap van begrippen zou erkennen, de Iersche patriot John Dillon, een geducht wapen van deze Trans vaal-geschiedenis. Hij wees erop hoe de veroordeeling der annexatie eene groote rol had gespeeld in de verkiezingscampagne, welke den heer Gladstone op bet kussen beeft ge bracht, en hoe deze het in Mid-Lothian zijn eersten plicht had genoemd om deze politiek ongedaan te maken. En toen de Hollandache Boeren, na vergeefsche smeekbeden en vertoogen, naar de wapens grepen, zeide de regeering in de troon rede, dat het gezag der koningin mot kracht moest worden gehandhaafd. Er werd dan ook gevoch ten, en na drie nederlagen gaven de Engelschen het op. Na Majuba ontdekte men dat Engeland sterk genoeg was om edelmoedig te zijn. Nu heeft de heer Gladstone, het blijft altijd de heer Dillon wiens redeneering wij in 't kort weergeven, gezegd dat de Boeren een volk zijn van grooten moed en vastberadenheid, een vrij volk, een niet minder koppig ras dan het Engelscbe. „Nu vrees ik, zegt D., dat de mi nister van oordeel is dat de Ieren geen volk zijn van grooten moed en vastberadenheid, geen volk zoo koppig als het Saksische ras, en als wij nu Ieren en Boeren met elkander vergelijken, kunnen wij daaruit eene zeer nuttige les trekken. In de troonrede werd voor beide volken dezelfde be handeling gepredikt: herstelling van het gezag der koningin tot iederen prijs. Het eene volk echter verzette zich en versloeg de Engel schen en het kreeg tot zekere hoogte zijn recht, al is bet ook niet ten volle. Maar het andere volk kon zich ongelukkigerwijze niet verzetten, ten minste niet zoo krachtig, en het kreeg wel, ik wil niet herhalen wat het kreeg." De gevolgtrekking uit deze woorden ligt voor de hand, „Ieren, schijnt de heer Dillon zijne Jandgenooten toe te roepen, gedraagt u als de Transvalers, en. De verschijning der Engelsche en Fransche oorlogechepen voor Alexandria is een feit gewor den, althans wat het Fransohe schip betreft. De Alma liet er Dinsdag het anker vallen, vroeg genoeg om een protest van den sultan by de ambassadeurs voor een voldongen feit te stellen. In verband daarmede seint men dat de Turksche commissarissen reeds Zondag Cairo zullen verlaten. Eene andere lezing echter, van een der Londen- sclie bladeD, wil dat ook de sultan van plan zou zijn een oorlogschip naar de Egyptische wateren te zenden om te trachten nog een greintje van zijn gezag in Egypte te redden. Zulk streven van den sultan kan echter alleen dan ernstige gevolgen hebben, wanneer een der andere mogend heden hem steun verleent in den diplomatieken strijd, en wijl dit nog niet is gebleken en niet waarschyniyk kan geacht worden, blijven we gelooven dat het ditmaal met de Egyptische quaestie niet zoo groote vaart zal nemen. De Fransche vertegenwoordiger Roustan heeft aan al de consuls te Tunis bij circulaire kennis gegeven dat Tunis en de forten om de stad door Fransche troepen bezet zijn. Alleen de consul van Italië beeft tegen die handeling zyn protest doen gelden, dat echter eene stem des roependen in de woestijn bleef, daar de bezetting reeds geschied was. Volgens de Siècle zou de heer Grévy heden of morgen den heer Gambetta spreken en hem vol macht geven voor de samenstelling van een kabinet. Ook de Rappel meent te weten dat de president der republiek eene verandering van kabinet zou verlangen vöor de byeenkomst der kamers. Dit laatstgenoemde blad meent verzekert te dat de heer Gambetta van oordeel is dat een politiek debat van de kamer aan de vorming van het minis terie dient vooraf te gaan en dat de zich dan open barende rangschikking der partijen hem eerst tot de overtuiging kan brengen dat hij de man is om het ministerie te vormen. Volkomen juist gezien uit een parlementair oogpunt; wij wezen reeds vóór dagen op deze vraag, eu in het Journal des Débats, waar eerst een ongenoemde redacteur zich op het standpunt had geplaatst, dat men den heer Grévy toeschrijft, verdedigt nu de heer John Lemoinne zelf de zuiver parlementaire wijze van handelen. Deze heeft voor den heer Gambetta ook nog een voordeel. Hij kan dan optreden, als de kamer haar toorn over Tunis en Algiers heeft gekoeld aan de tegenwoordige regeeriag, en hij vindt dan het terrein vrij, als de heeren Ferry - Farre, met al de begane zonden belast, in de woestijn zijn gejaagd. Ongeveer drie Weken heeft men niet geweten waar de heer Gambetta zich ophield. Men heeft hem gezien in Luik, verteld dat hij naar Nederland was vertrokken en de Berlijnsche correspondent van de Daily News zegt dat hij den 26en September te Hamburg was, en vandaar naarLubeck reisde op weg naar Varzin om een bezoek te brengen aan prins Bismarck. In denzelfden tijd werd echter in Parijache bladen vermeld dat Gambetta eenige rust nam op het buitengoed van mevrouw Arnaud, waar een uitgezochte kring van staats lieden en letterkundigen zich in de parlementaire vacantiën pleegt te vereenigen. Hebben de heeren Von Bismarck en Gambetta elkander werkelijk gesproken? Zeker zou dat een der merkwaardigste ontmoetingen zijn, welke men zich in dezen tijd kan voorstellen. De Parijsche correspondent van de Times, de heer Oppert, geboortig uit Blowitz en zich daarom te Parijs noemende monsieur De Blowitz, hecht niet aan het verhaal dat Gambetta een zijner neven zou wezen afhalen van eene Duitsche kostschool, doch acht het waarschijniyk dat hij werkelijk prins Bismarck heeft gezien. Naar aanleiding van al deze onzekerheid doet hij een verbaal dat wij, om zijne merkwaardigheid, in het kort overnemen, zonder echter ons partij te stellen voor de waarheidsliefde van dezen corre spondent, die reeds aan menigen aanval blootstond wegens zijne artikelen in het c%-blad. In Juli 1878 zat de heer De Blowitz met prins Von Bismarck en eenige hooggeplaatste Duitschers aan tafel. In het gesprek werd Gambetta 's naam genoemd. „Gambetta! 1 riep de kanselier uit. Dat is een man dien ik zou willen zien vóór ik sterf. Niettegenstaande al wat men van hem zegt, is hij een zeer merkwaardig man, die ver boven zijne landslieden uitsteekt. Men zegt dat hij bijzonder innemend isen toch heett men wel eens beweerd dat innemende lieden nooit groote staatslieden zijn." Nadat het gesprek nog eenigen tijd was voortgezet, herhaalde prins Bismarck: „Ja, ik zou toch vóór mijn dood den heer Gambetta wel eens willen zien." Zoodra Blowitz de gelegenheid had om prins Hohenlohe en baron Holstein, welke bij dat gesprek tegenwoordig waren, te spreken, wees hg erop dat de wensch van prins Bismarek ernstig gemeend scheen en bood hg zicb aan eene ontmoeting van beide staatslieden voor te bereiden. Den volgenden dag betuigde Holstein hem zyne ingenomenheid met het plan, terwijl hy aangaf dat zulk eene ontmoeting gevoegelijk kon plaats hebben tgdens het langdurig verblijf van prins Bismarek te Kissingen. Na dezen wenk begaf Blowitz zich tot Gam betta, wien hg rondweg zeide wat de bedoeling van zijn bezoek was. Gambetta was zeer inge nomen met hetgeen Yon Bismarek van hem gezegd had, en toen Blowitz hem vroeg of zulk eene ontmoeting wel kon geheim gehouden worden, antwoordde Gambetta: „Quand je le veux, soyes tranguille, je puis faire perdre ma piste" woorden welke Blowitz te binnen schoten, toen dezer dagen een der Fransche ministers hem zeide: „Wy weten niet waar Gambetta is, wij zijn het spoor bijster." Hij vond dus Gambetta gezind tot de samen komst en deelde dit aan prins Hohenlohe, den Duiischen gezant te Parijs, mede. Deze bescheidde hem tegen twee dagen later om nadere afspraken te maken. Toen bekroop echter den diplomaat- correspondent een zekere angst voor de gevolgen van zijne tusschenbomsthij onttrok zich aan de zaak en, bij gebrek aan de hulp van den heer Oppert uit Blowitz, konden de heeren Von Bis marek en Gambetta elkander niet ontmoeten, vóór nu, ruim drie jaren later. Wg geven dit verhaal in al zgne onwaarschijn- lykheid voor wat het zjjn mag. Is het, zooals wij gelooven, geheel en al afkomstig uit den duim van den heer Oppert en een nieuw blyk van de reeds bekende gdelheid van dezen journalist, dan is het toch niet geheel zonder bedoeling neerge schreven en schijnt het by uitnemendheid geschikt om voor de oppositie van monarchalen en revo lutionairen eene bron te worden voor menigen aanval op den heer Gambetta en zgne vryzinnige republiek, van welke de correspondent van de Times nimmer een groot vriend bleek. Vlisstngen, 13 Oct. Wegens gebrek aan brandstof binnengekomen het Duitsche stoomschip Saijn, gezagv. Timm van Bilbao, bestemd naar Botterdam. Oostburg, 12 Oct. De markt was niet zeer ruim voorzien en er bestond goede vraag zoodat bijna allee werd verkocht tot vorige en ruim vorige prijzen. Vooral waren gezocht de beste monsters tarwe en beide soorten gerst. Men heeft betaald voorjarige tarwe 12 a 12.50, nieuwe dito f 8 a f 11rogge f 7.75 a f 8.25; wintergerst /6a/ 7.25, zomer dito f 5.25 a f 6.25; haver /3a/ 4.50; paardenboonen f 7, 8 a 9. Middelburg, 13 Oct. Heden was er alleen uit Walcheren een kleine aanvoer. Naar de meeste artikelen bestond goede vraag. Jarige Walch. tarwe werd voor verbruik pryshoudend gekocht. Goede nieuwe dito werd eender in prijs en voor zaaisoort daarboven betaald. Afwykende weinig gezocht. Nieuwe zaai- en bakrogge onveranderd. Walch. wintergerst niet getoond. Dito zomergerst weder gevraagd en ruim prijshoudend gekocht. Walch. witteboonen weinig aangeboden en vaü zeer geringe qualiteit. Voor de beste partytjes is 50 cent minder betaald. Geringe soort bijna niet te verkoopen. Dito bruineboonen alleen in de hardste soort gevraagd en 50 cent lager be taald. Dito paarden- en platteboonen onveranderd. Walch. groene kookerwten waren in de beste qualiteit zeer begeerd voor verzending bniten- en binnen 's lands en tot vorige noteering gekocht. Geringe soort weinig gewild. Niet-kokende als genoteerd afgegeven. Winter- en zomerzaad niet getoond. Jarige Walch. tarwe f 12.75 a 13» goede nieuwe dito van f 10 a f 11, en voor puike zaaisoort is oog daarboven betaald, geschotene en inférieure f 9 a f 9.50rogge 8.50, zaaisoort 9wintergerst f 6.90 a 7 nominaalWalch. zomergerst 6,20 a 6.30 en voor enkel partijtje nog f 6.50 besteeddito witteboonen 13.50 a f 14 naar deugd betaald, zeer afwykende niet te verkoopendito bruineboonen f 12.25 a f 12.50, mindere en niet drooge f 11.25 a f 11.75dito paardenboonen f 7.50 a f 8dito platteboonen f 6.50 a 7dito groene kookerwten 11.25 a f 11.50, afwijkende 10.50 a f 10.75, onkokende f 10 a f 10.25. GEMIDDELDE MARKTPRIJZEN. Versche boter f 1.28 a f 1.32eieren per 100 stuks f 5.20. Bergen op Zoom, 13 Oct. Puike jarige witte tarwe 11.a f 12.nieuwe dito11.50 a 13. mindere f 7.75 a f 10.50; roode f 9.a f 12.— rogge f 8.60 a f 9.boekweit 5.75 a f nieuwe dito f 6.50 a f 7.20zomergerst f 5.80 a f 6.15haver 8.a f 9.kookerwten f 10.60 a f 11.paardenboonen f 8.a f 8.50; kanarie zaad f 9.a f 10.bruineboonen f 11.— a f 12.—; witteboonen f9.a 13.duivenboonen f 8.50 a 9.— koolzaad 11.50 a f 12. Suiker nominaal ƒ254 op 88 graden, meiassen gevraagd; boter per stuk ƒ0.924, 4 kilo .75; eieren per 26 stuks f 1.50. Amsterdam; 12 13 STAATSLEENINGEN. Oct. Oct. Vederl. Cert. N. W. Sch. 2$ pet. 65} 65$ dito dito dito. 3 r 79} 79} dito dito dito. 4 1024 102} dito Obl. 1878 f 1000. 4 1024 102* ESelgië. Certificaten. 24 Frankrijk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl, Leening 1867 fl. 1205 94J -= dito Goudleenning5 82 83 dito dito fl. 500 6 101} 101 Italië. Cert. Adm. Amsterd. E Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 64§ 64$ dito Febr.-Aug. 64} 65 dito Jan.-Juli. 5 651 65} dito April Oct. 5 664 664 dito dito Goud 4 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 81 801 Portng. Obl. Btl. 1853/1869. 3 521 521 dito dito 1876. 6 102 dito dito 6« Ser. 1878 £100 6 102 Rusland. Obl. Hope C. 1793/1815 5 984 Gert Inschr. 5" Serie 1854. 5 60} 601 dito dito 6' 1855. 5 B 82f 821 Obligatiën 1862 5 dito 1864/10005 97 96f dito 1864 100.5 931 94 dito 1877 dito5 92} 92$ dito Oostersche 1» serie. .5 57f 57$ dito dito 2' 5 58 57$ dito dito 3* 5 57} 571 dito 1872 gecons. dito. 5 89} dito 1873 gecons. dito. 5 90 89} dito 1850 1* Leening dito. 4} dito 1860 2" Leening dito. 4} 86} 86} dito 1875 gecons. dito 4} 81 dito 1880 gecons. dito4 71} 714 Cert. Hope C° 1840 4 dito 2% 3e 4e Leen. 1842/44. 4 Obligatie Leening 1867/69. 4 784 784 dito dito 1859 3 701 Cert, van Bank-Assign. 6 394 Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 27 27} dito dito 1876 2 47} dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 25} 25} dito dito 1876 2 Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 14} 14$ dito dito 1869 6 16$ 161 Egypte. Obl. Leening 1876 4 74} 74} dito dito 1876 5 951 Vereen. Staten. Obl. 1877 4 dito dito 1876 44 dito dito 1871 5 dito dito 1864 6 Hrazllië. Obl. Londen 1865 5 1004 100} dito Leening 1875 5 100 dito 1863 100 44 INDUSTRIEELS EN FINANCIEELS ONDERNEMINGEN. Sfederl. Afr. Hand.-V. aand. pot. 211 s» Ned. Hand.-Maatscb. aand. rescontre. 5 116$ 116} Ned. Ind. Handelsb. Aand. 1154 Stoomvaartm. Java Obl. .5 dito Zeeland Aand dito Obl5 dito gegarand. dito44 Oultsehland. Cert. Rijks bank Adm. Amsterdam, Oostenrijk. Aand. O. H. B. 119} SPOORWEG-LEENINGEN. Nederland. HolL IJz. Spw. Obl. 18715 dito Maats, tot Expl. van St.-Spw. Aand. Ned. Centr sp. Aand 250. 5 47} 47$ dito gestemp. Obl. f 23573} 73} Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned. Rgn-spw.volget. Aand. 152 N.-Brab.Boxt.Obl. gestemp. 1875/8056} 56 Hongarije. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 t

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 3