124® Jaargang
N». 341.
Donderdag
13 October.
Hetmodelvan Ralph Cameron,
r
Dit blad »vej?schijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-,Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubï Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 12 October.
FEX7IZ.Z.Sa?03Sr.
H. A. DUFF.
"VIissiiigen,12 Oct. Gisteren avond omstreeks
8 uren is op de hoogte van Dungenes (Eng. ka
naal) de Goereescho loodskotter no 3 door een
stoomschip in den grond geloopen, de bemanning
werd door een Belgisch loodsvaartuig opgevischt
en door de stoomboot die de aanvaring deed te
Rotterdam gebracht.
's Gravenhage, 11 Oct. De gemeenteraad
heeft het vergunningsrecht voor den verkoop van
sterken drank in het klein op f 25 per f 100
huurwaarde bepaald.
Benoemingen en besluiten.
schutterij. Op verzoek, eervol ontslag verleend
aan den 2en luit. bg de dd. schutterij te Middel-
MIDDELBURG
Men schrijft ons nit Den Haag
Misschien heeft menigeen uwer lezers gedacht
dat Den Haag er in de laatste dagen nog deftiger
uitziet dan gewoonlijk, nu wij de eer hebben de
zetel te zijn van een internationaal congres, of van
een conferentie der gedelegeerden van de maritieme
mogendheden van ons werelddeel. Laat ik hen
verzekeren dat wij er niets van bemerken. Voor
eerst zijn de achttien heeren, die zich sedert Za
terdag eiken werkdag naar de bibliotheek der
eerste kamer begeven om over de regeling der
politie voor visschersvaartuigen te beraadslagen,
eenvoudige menechen, die zonder ophef of gevolg
hier zijn gekomen; maar in de tweede plaats
worden de heeren zoo stil mogelijk aan het werk
gehouden.
De heeren Rahusen en Kennedy, die tot voor
zitter en onder-voorzitter gekozen zijn, hebben"
beide hun benoeming, met eene meer of minder
keurige speech in het Fransch, aanvaard. Dit
ging den Bngelschen afgevaardigde intnsschen
niet bijster goed af. In het algemeen verdient
het opmerking dat de Hollandsche afgevaardigden,
de heeren Rahusen en Buijs, de eenigen zijn die
zich in de drie hoofdtalen gemakkelijk uitdrukken.
De overigen spreken meest Fransch of Duitsch.
Nadat Zaterdag een programma van werkzaam
heden was vastgesteld en besloten eerst over de
verschillende beginselen, daarna over de uitwer
king te beraadslagen en ten slotte zoo mogelijk
een redactie vast te stellen voor een internationale
regeling, werd Maandag het eigenlijke werk be
gonnen. De zittingen vangen steeds te 10J uur
aan en worden tot 4 uren 's middags voortgezet.
Te 12jj a 1 uur wordt de beraadslaging eene poos
gestaakt en gaan de heeren een eenvoudig dejeuner
gebruiken in de gewone koffiekamer der hoogst
aangeslagenen onder onze politieke mannen.
Zoo zal het waarschijnlijk wel een paar weken
duren. Niet dat de beeren het niet zoo gemak
kelijk eens vreezen te zullen worden, maar er is
heel veel te bepraten alvorens men het op alle
punten eens is. Quaesties van volkenrecht, zee
recht, politierecht, burgerlijk recht, komen er bij
te pas en moeten door elk der gedelegeerden
aan de wetgeving van zijn land worden getoetst.
Het gaat dus, zelfs bij overeenstemming omtrent
het hoofdbeginsel, niet zoo bijzonder vlug. Om
trent éen zaak echter was men het, reeds vóór
dat de conferentie bijeenkwam, volkomen eens
en daartoe behoefden de Engelsche afgevaardigden
werkelijk geen voorstel te doen, nl. dat men als
regel zal moeten aannemen dat alle visschers
vaartuigen op het vlak en aan de zijde van het
DOOR
De zon was ondergegaan. Er was weer een
gulden Eomeinsche dag ten einde. Het Angelus
was geluid en gezongen. De wandelaars daalden
den Monte-Pincio af. Er stegen nevelen op en
er vielen schaduwenhet was een ongezond uur,
maar zacht, mooi, liefelijk, aangenaam voor het
gevoel, zooals ongezonde dingen wel eens meer
plegen te zijn. De zoele lucht scheen een zuchtje
van den hemel mede te brengen. In het oosten
flikkerde eensklaps een ster. Het licht der onder
gaande zon kleurde het westen en heel in de
verte, over de vlakte, zetten de purpere heuvelen
hunne mutsen van wolken en nevelen op. De
eeuwige stad lag in de schaduw, maar de bronzen
aartsengel, met zijn getrokken zwaard, stak scherp
en duidelijk tegen den hemel af, terwijl nog
hooger, veel hooger, de groote koepel van St.
Pietér boven alles uitstak. Het was als het
zinnebeeld der bestemming van die kerk, dat
dacht althans Ralph Cameron, zij wilde het
licht der wereld zijn; doch haar vorm alleen
wekte reeds bet denkbeeld aan een domper op.
schip een duidelijk zichtbaar nummer zullen moe-
ten dragen om te strekken tot herkenuingsteeken.
Dit staat met zoovele woorden in onze laatste wet op
de zeevisscherijen, door den heer Klerck voorge
dragen op het voetspoor van schier de geheele
buitenlandsche wetgeving op dit punt.
De Engelsche afgevaardigden spelen echter een
voorname rol ter conferentie. Zij brachten terstond
een vier quarto-pagina's groote memorie mede
een soort van handleiding, waarin alle punten, die
bij de besprekingen overweging verdienen, reeds
bi] wijze van schema voor een conventie zijn
geredigeerd. Dit ontwerp is zelfs als leiddraad
voor de discussion aangenomen en omtrent enkele
punten is men het in beginsel reeds eens ge
worden. De schets van de Engelsche afgevaar
digden is intnsschen ook voor het grootste
gedeelte geen splinternieuw werk. Hier en daar
aangevuld en gewijzigd, komt het exposé neder op
de bepalingen der conventie, die den 11 November
1867 tusschen lord Lyons en den markies De
Moustier te Parijs werd gesloten betreffende de
visscherij in de wateren tusschen Groot-Brittannie
en Frankrijk. Aan die conventie, 42 artikelen
bevattende, plus nog een additionneel artikel en een
verklaring, benevens een lijst van havens, onder de
werking der conventie gebracht en een kaart,
ontbrak naar men dacht niets. En toch is ze
nooit tot uitvoering gekomen en zelfs niet gera
tificeerd. Zij bleef even krachteloos als de
conventie van 2 Augustus 1839 en de regularisatie
van 23 Juni 1843. Reeds daaruit blijkt hoe
moeielijk het is in deze materie practische bepa
lingen tot stand te brengen en indien de conferentie
dit werk ten uitvoer brengt, mag zij zich waarlijk
op haar arbeid beroemen.
Het schijnt echter dat de heeren, juist om de
moeilijkbeden, waarmêe zij nog wel zullen te
kampen hebben alvorens zij het tot een in de
verschillende talen geredigeerd uniform-contract
hebben gebracht, voorloopig nog de sluier des
geheims over hun verrichtingen willen laten. Van
daar dat de dagbladen zich voorloopig nog zonder
eenig verslag tevreden zullen moeten stellen. Van
daar ook dat ik, ter vermijding van het verwijt
van indiscretie, het hierbij laat.
Aan de postdirecteuren en brievengaarders is
van wege de postadministratie verzocht zoo veel
hun mogelijk is te bewerken, dat de postzegels
tot frankeeriDg van brieven en drukwerken in den
Ralph Cameron kwam ook den Pincio af, doch
niet te midden der andere wandelaars. Hij was
een vreemde, zonderlinge, teruggetrokken man,
zei men; teruggetrokken voor zoover hij een
Schot was; zonderling, omdat tot nog toe het
toegeven aan zijn kunstenaarsgevoel bij hem de
plaats van vrienden had ingenomen. Het is al
heel wel indien de Filistijnen in zulke gematigde
bewoordingen van hunne natuurlijke vijanden, de
Bohémiens, kunnen spreken.
Ralph Cameron was echter nog niet langer dan
een maand te Rome geweest en de enkele personen
die hij in de Heilige Stad kende, kon men aan
de vingers van éen hand optellen. Het waren
allen artisten, zooala hij, doch zij stonden hooger
op de maatschappelijke ladder en zij schrikten
eenigszins van de geweldige pogingen van hun
nieuwen makker om in hunne voetstappen te
treden.
„Gij moet werken, amico mio" zeiden zij
vriendelijk en niet onedelmoedig; maar zij wisten
niet hoe onnoodig die raad in dit geval was.
De arme Ralph was er genoeg op uit om te
werken, te studeeren, en alles te schilderen wat
hem onder de oogen kwam. Zijn geheele loop
baan, geheel zijn toekomstig leven hing nu van
zijn vlijt af. Het klinkt wreed, maar 't was
daarom niet minder waar dat hij, als het hem
niet gelukte om zich gedurende dit jaar van zijn
verblijf te Rome eenigszins in zijn vak te onder
rechte r-bovenhoek van de adressen worden
geplaatst.
Wij achten het niet ondienstig dat verzoek ter
kennis van onze lezers te brengen. (T. N. Ct.)
In een jongstleden Zondag te Amsterdam ge
houden bijeenkomst van leden der vereeniging
De Dageraad is een adres aan de tweede kamer
geteekend, waarin op vrijheid, wat betreft het
afleggen van een eed of belofte, wordt aangedrongen.
Een 4 pets leening van f 450.000 is voor 99$
pet. toegewezen. Deze leening zal in of vóór
1885 worden afgelost.
Tot hulpgeneesheer in het gasthuis alhier is
benoemd dr. C. Molenaar.
Te Hengstdijk is het vergunningsrecht op den
kleinhandel in sterken drank vastgesteld op 10
voor elke 100 huurwaarde, te Boschkapelle,
Clinge en St. Laurens eveneens op 10, te Poort
vliet op f 15, te Haamstede op f 20 en te Noord-
gouwe en Zonnemaire op f 25. Te O.- en W.-
Sonburg bedraagt het niet 10, zoo als wij
gemeld hebben, maar J 15.
Bij de Mjj t. expl. v, staatsspoorwegen is ter
vervanging van den heer Van der Goes, benoemd
tot chef van dienst van mouvement E. J.B.H. M.
Engeringh, tevens ohef van dienst van handels
zaken en goederenverkeer.
Verder zijn benoemd tot inspecteurs in alge-
meenen dienst, zoowel by mouvement als handels
zaken en goederenverkeer, de eerst aanwezende
ambtenaren H. Spanjaard (als chef der beweging);
J. W. R. Gerlach (als chef van het personeel en
de comptabiliteit), jhr. F. van Reenen (als chef
van het tarief wezen)jhr. A. I. M. Bake (als
chef der reclames). Eindelijk is by den dienst
van tractie en materieel aangewezen de ambtenaar
A. J. Rühle von Lilienstern Termeulen.
De minister van justitie is voornemens aan den
arbeid in de gevangenissen eene noodzakeiyke
uitbreiding te geven en die ook op de bedelaars
gestichten van toepassing te maken, door het
aantal werkuren belangrijk te vermeerderen.
De minister van koloniën heeft medegedeeld,
dat in Indië een commissie van officieren in staat
zal worden gesteld een geschiedenis te schryven
van den oorlog in Atjeh. Uit de Indische bladen
blij kt, dat die taak zal worden opgedragen aan
den luit.-kol. Gey van Pittius, die chef van den
generalen staf is geweest onder generaal Van der
Heyden, en aan de luitenants Dietz en Jansen.
scheiden, naar het kantoor van zijn vader, te
Glasgow, moest terugkeeren. De Schotten hebben
een bijzonderen afkeer van hetgeen zij een „beu
zelachtig leven" noemen, namelijk voor hunne
zoons.
Maar Ralph wilde zich onderscheiden. Hg
wilde zich zgn tijd en zijn talent ten nutte maken
doch hg wist alleen maar niet hoe. Indien de
dagen slechts iets langer waren, zei hij bij zich
zelf, zon hij een landschap kunnen schilderen in
den geest van Corot, (hij had geen geringe ge
dachten van zich zeiven)maar de zon ging
altgd onder als hy juist goed op streek raakte
met zgn werk, en nu in November zou dit met
den dag erger worden. Of als hij slechts een
model kon vinden dat in den maneschijn voor
hem wilde poseeren (gisteren was het volle maan)
dan zou hij een tweeden Avond van St. Agnese
voortbrengen. Maar het ongeluk was dat hy
geen een model kon bewegen om by mane
schijn te poseeren. Die schenen altemaal het
ouderwetsche begrip te hebben dat de nacht,
zelfs bij maneschijn, gemaakt was om te slapen.
En dus moest Ralph zijne denkbeelden in slaap
sussen en weer aan zijn gewone werk, het kopi
eeren van afgietsels, gaan. Het was heel vervelend
en de arme kerel had er meer dan genoeg van.
Wat zou men in Schotland wel van hem zeggen,
wanneer hij als de vruchten van zijn verblijf te
Rome eenige min of meer goed uitgevallen land
Van prof. Joh. van Vloten wordt een vlugschrift
aangekondigd, dat den veel belovenden titel draagt:
De ministerieele eed-preek ontleed.
Van eene „preek" zal bet antwoord van den
hoogleeraar-vrgdenker aan den minister-belijder
vermoedeiyk niet veel hebben.
By besluit van den gouv.-gen. van N. I. is aan
de officieren, onderofficieren en minderen van het
garnizoen ter hoofdplaats Palembang en van
Zr. Ms. stoomschip Borneo de tevredenheid van
den gouverneur-generaal betuigd over de loffelijke
wijze, waarop zij zich by gelegenheid der jongste
gebeurtenissen te genoemder plaatse van hunnen
plicht gekweten hebben, en in het bgzonder aan
den iuit.-kolonel der infanterie J. H. Romswinekel
als militair kommandant van Palembang, en aan
den kapt.-luitenant ter zee J. M. Commijs,
als kommandant van genoemden oorlogsbodem,
wegens hunne beleidvolle samenwerking met het
hoofd van gewestelgk bestuur.
In de Indische bladen wordt melding gemaakt
van het Chineesche dobbelspel, genaamd Tjap-
dji-ki, dat tegenwoordig met ongekende opge
wektheid gespeeld wordt en aan de minder
schadelijke volksfeesten, alsook aan den omzet
van katoenen goederen onder de inlanders niet
weinig nadeel toebrengt.
Het Tjap-dji-ki spel is niets nieuws. Het is
een Chineesch spel, zeer eenvoudig en met twee
kansen van de twaalf voor den bankier. Maar
wat nieuw is, is de gewoonte om bg dit spel,
door den inzet driemaal over te laten staan, de
telkens tienmaal vermeerderende inzet duizend
voudig te maken voor dengeen die driemaal
achtereen uitkomt; en wat nog nieuwer is, is de
gewoonte van de Chineezen, om bg inlanders en
Europeanen over dag inzetten in te zamelen, om
die door den Chinees 's avonds te laten verspelen,
met afrekening tusschen den speler en zijn spel-
waarnemer den volgenden dag. De geheele ver
pachting der spelen is een zaak uitsluitend voor de
Chineezen. Tot voorkoming dier pacht geldt dat
de Chineezen znlke spelers zijn, dat aan hen niets te
bederven is; en de regel staat dan ook bovenaan,
dat onder geen voorwaarde inlanders of Europe
anen aan het verpachte spel mogen meedoen.
Door dit nieuwe spelen bij procuratie doen zij nu
op verbazend groote schaal mee, en de regeering
erkent het bedrijf dier procuratienemers en heft
zelfs bedrijfsbelasting van hen. Het opperbestuur
in Nederland is alleen bevoegd de regeering reken
schap te vragen van dit toelaten van deelneming
der inlanders aan de verpaehte spelen.
schappen, een paar stereotype studiekoppen naar
stereotype modellen, zooals Stella en Beppo en
een ontelbaar aantal schetsen, naar ooren, neuzen
en oogen van pleister ten toon stelde.
En toch bezat dit jonge mensch wel eenig
oorspronkelijk talent en hij wist het ook. Maar
de wet van den sleur, de duivel der zoogenaamde
welvoegelij kheid, uitgevonden en in het leven
geroepen door zwakken van geest om hun eigen
gebreken te verbergen, had hem bijna doen
zinken.
Hij voelde zich „huiverig en oud gewordec,"
Hij voelde zich inderdaad huiverig toen hij de
Piazza del Popoio bereikte. Misschien bad hij te
lang op dat lage muurtje naar de schaduwen
zitten kyken. Hoe het zy, thans rilde hy Alles
was zoo kil en somber. Er blies een koude wind
uit alle drie der straten, uit den Corso, de
Ripetta en de Babniuo; en er kwam nog een
vierde om den hoek der Via Salara. Ralph had
een gevoel alsof hy binnen ineen blaasbalg stond»
De obelisk in het midden had aan den wind, in
plaats van aan de zon gewijd moeten zgn. En
die beelden in den voorhof van Santa Maria del
Popoio, waven zeker slechts de bevroren gedaanten
der spookgestalten, welke die plaats plachten te
bezoeken.
De verbeelding van Ralph was dien avond een
weinig overspannen. Hy ging langzaam de Via
Babnino door. De lieden die aan de deur stonden