N°. 237. T24ft Jaargang? J88ll Zaterdag 8 October. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1.50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 7 October. M1DDELBURGSCHE (!0l RAM. Naar wij vernemen wordt door de justitie alhier opsporing en aanhouding verzocht van een zich noemenden Klap, volgens opgave geboren te Ka palle, oud ongeveer 23 jaren, tamelijk lang, blond, zonder baard, op wiens rechterhand een anker is geprikt, gekleed in vuil blauwachtig boezeroen, witachtige broek met gaten, waardoor een roode onderbroek zichtbaar is, en pet. De eerste jaarlijksche schietwedstrijd van de schietvereeniging der dd. schutterij alhier is goed geslaagd. Nadat van 10 tot 12 uren talrijke liefhebbers op de vrije baan hunne krachten hadden beproefd, werd te 1 uur aangevangen met den personeelen wedstrijd, waaraan de meeste leden der vereeniging deelnamen. De eerste prijs, voor dien wedstrijd, een zilveren remontoir horloge, werd behaald door den korp. Heij boer, met 51 puntende 2e pr., een schrijfne- cessaire, door fourier Den Doop, met 45 p.; de 3e pr,, een album, door den schutter Pieters, met 44 p.de 4e pr., een reisnecessaire, door korp. Klaassen, met 43 p.(laatste schot 9) de 5e pr., een whistdoos, door korp. J. J. Wiessner, met 43 p.; de 6e pr.* een aschbakje met zilver, door den schutter Van Loopik, met 40 p. (laatste schot 9)de 7e pr., een bierglas, door den schut ter Krijger, met 40 p.(laatste schot 8)de 8e pr., een schilderij lijst, door kap. Boone, met 40 p., (laatste schot 5)de 9e pr., een pijp, door den le luit. Den Bouwmeester, met 38 p.de 10e pr., een brievenhanger, door serg. Lako, met 36 p., (laatste schot 7) De rozenprijs werd behaald door korp. Heij boer met 5 zwarte rozen. De prijzen in den personeelen wedstrijd behaald, werden, nadat de kapt. Boone, voorzitter der echietvereeniging, eene toespraak had gehouden, door den majoor komm. uitgereikt; bij welke gelegenheid de serg'. Heijboer, namens de leden, aan het bestuur dank bracht voor de goede rege ling en aan den majoor voor den steun, door hem aan de vereeniging verleend. Te 2 uren kwam het muziekkorps der schutterij op het terrein en voerde eenige nommers uit. De uitslag van den wedstrijd op vrije baan, die tot 5 uren voortduurde, deelen wij morgen mede. Axel, 6 Oct. In de heden alhier gehouden zitting van den gemeenteraad is de begrooting dezer gemeente voor 1882 vastgesteld in ontvang en in uitgaaf op 16,038.96f Het vergunningsrecht op den verkoop van sterken drank in 't klein werd vastgesteld op f 10 per f 100 huurwaarde of gedeelte daarvan. Er bevinden zich alhier, op eene bevolking van 3098 zielen, 51 slijters en herbergiers. Oudelande, 7 Oct. De heer J. Agterberg, hoofdonderwijzer alhier, herdacht gisteren den dag, dat hij vóór vijf en twintig jaren zijne be diening aanvaardde. Talrijke blijken van sympathie mocht hij onder vinden; de beide schoolopzieners en de oud schoolopziener mr. J. H. de Laat de Kanter, gaven door hun tegenwoordigheid van hun belangstelling blijken. Verschillende fraaie geschenken, o. a. van de kerkvoogdij, van de Jongelingsvereenigingvan een der wethouders, van den ambachtsheer, den heer Hoboken, werden den jubilaris aangeboden. De burgemeester deelde mede dat de gemeente raad besloten had de jaarwedde van den heer Agterberg te verhoogen met f50. Voor de gansche gemeente was de 6e Oct. een ware feeBtdag. does, 7 Oot. Burg. eu weth. dezer gemeente hebben den raad voorgesteld het vergunnings recht voor den verkoop van sterken drank in het klein te stellen op f 25 van elke 100 huurwaarde. Neemt men in aanmerking, dat het aantal loca- liteiten, waar genoemde handel gedreven wordt, driemaal meer bedraagt dan het in art. 2 der wet als maximum aangegeven cijfer, dan schijnt heffing van het hoogste recht, door de wet toe gelaten, wel gerechtvaardigd. Een ingezeten onzer gemeente ondervond dezer dagen op min aangename wijze dat „wat in een goed vat is, niet verzuurt". In het jaar 1858 werd hij, wegens deelneming aan het zoogenaamde „iaveisteken", veroordeeld tot gevangenisstraf die hij ondergaan beeft, alsmede tot eene geldboete en de kosten van het geding, welke rnim 380 bedroegen. Toevalligerwijze bleek het den amb tenaar, met de invordering van dergelijke posten belast, dat genoemd bedrag nog verschuldigd was en heelt hij den veroordeelde deswege aangespro ken. Naar wij vernemen heeft deze aan de regeering een request tot vrijstelling ingediend. Yerseke, 7 Oct, De heden voor de eerste maal alhier gehouden oesterbeurs was druk bezocht, het aanbod vrij groot, doch de handel flauw, Men besteedde voor groote 60 tot 65, twijfelaars 45 tot 40, afgestoken broed van dit voorjaar 5 tot 9. Wij geven dit bericht zoo als wij het, pel' telegraaf, ontvangen. Met de heurstermen in het oestervak erken nen wij echter niet hekend en dus aan vergissingen bloot gesteld te zijn. Dat er ook al "twijfelaars" onder de oestera voorkomen, is voor ons een teleurstelling. Tot dusver dachten wij, dat althans onder deze mede-schepselen het heeld van den "vasthouder", aan alles, in onverzwakte getrouwheid gevonden werd. Eed. JBreskens, 6 Oct. De gemeenteraad heeft in zijne zittting van heden het vergunningsrecht tot verkoop van sterken drank in het klein, be paald op f25 per 100 huurwaarde. Naar wij vernemen zal de vereeniging Eet Ne- derlandsch Tooneel den 13en dezer hier optreden met Inkwartiering, een stuk waarvan de Amster dammer onlangs zeide Het stuk waarmede Eet Ned. Tooneel de wintercampagne opende, trekt bij voortduring een zeer talrijk publiek. Geen wonder, het stuk ia los en vroolijk geschreven, werd goed vertaald en goed gespeeld en Centurio, die Krieg im Frieden van G. von Moser en F. von Schönthan in een Nederlandsoh kleed stak, heeft alle eer van zijn arbeid. Geen toeschouwer zal evenwel dit stuk voor oorspronkelijk kunnen houdenmen behoeft slechts enkele minuten de opvoering bij te wonen, om al dadelijk in dit blijspel men had het even goed een kluchtspel kunnen noemen een Duitsche Posse te zien. Daarbij was het onmogelijk van den artillerie officier Van Rheden tot Rhedenshuize een Hollander te makenwij mogen hier en daar verwaande en pedante luitenants aantreffen, kwasten als Van Rheden worden gelukkig in ons leger uiet aan getroffen. Doch het zjj er verre van, dat dit den indruk van het geheel zou kunnen schaden, integendeel de vertaling van Krieg im Frieden mogen wij als een aanwinst voor ons repertoire beschouwen. Zooals wij zeiden wordt het stuk goed gespeeld en verdient het spel der artisten allen lof. Het stuk is zoo fraai gemonteerd, als wij dat van Eet Ned. Tooneel gewoon zijn en geen generaal- inspeetsur zou op de uuiformen en uitrusting eenige aanmerking kunnen maken. De heer J. H. Donner, het antirevolutionaire lid der tweede kamer, is reeds begonnen met aan den gemeenteraad van Leiden kennis te geven dat hg „wegens zgne bekende gevoelens ten aanzien der openbare scholen," voor eene benoeming tot lid der plaatselijke schoolcommissie bedanken zal. Bedankt nu ook de heer Le Poole, dan kan de commissie weder uitsluitend uit vrienden der openbare school worden samengesteld. Dat is voor den gercgelden gang der zaken beter en hare tegenstanders hebben er blgkbaar vrede mêe. Naar de betrekking van griffier bg de tweede kamer solliciteeren de heeren mrs. J. D. Veegens, W. J. Wintgens en H. P. de Kanter, advocaten te 's Gravenhage en te BrielleW, Polman Kru- seman, commies ter provinciale griffie van Zeeland; jhr. G. J. T. Beelaerts van Blokland, referen daris bij het ministerie van justitie. Naar die van griffier of commies-griffier mr. D. Dnmbar, advocaat te Deventer. Naar die van commies-griffier, mrs. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, H. W. F. Struben en jhr. J. H. J. Quarles van Ufford, allen te 's Gravenhage J. O. Baud, advocaat te Arnhem j J. de Haas jr., te Groningen; H. Zillesen, advo caat te Amsterdam. Naar die van tweeden commies-griffier mr. P. A. J. van den Brandeler, te 's Gravenhage. Het oud-lid der tweede kamer jhr. mr, J. W. H. Rutgers van Rozenburg is gisteren door de Amsterdamsche kiezersvereeniging Burgerplicht weder candidaat gesteld. De heer mr. T. M. C. Asser had voer de candidatuur bedankt en aan bevolen om den bekwamen en onafhankelgkeu man, dien men onlangs ten onrechte uitgeworpen heeft, te herkiezen. In de discussie kreeg de minister Modderman, wegens „de zoete en flu- weelen wgze waarop hg in de tweede kamer de gewetensvrijheid verloochend heeft," menigen zet. Van een man als de heer Rutgers, die soms wat ruw, maar moedig en consequent is, heeft men zoo iets niet te wachten. Voor den gemeenteraad werd de heer B. H. Heldt, met 50 van de 74 stemmen, candidaat gesteld. Het Weekbl. v. h. Regt heeft het ingezonden stuk van den heer Van der Mieden van Opmeer, opgenomen in ons no van Maandag, met het door ons daaraan toegevoegde bgschrift overgenomen en knoopt daaraan de volgende opmerkingen vast. „Een van de teederste punten onzer wetgeving is de Zondagswet. Noli me langere. Reeds meer dan 30 jaren staat zg op de lgst van de wetten, die geacht worden met onze grondwettige begin selen in strijd te zijn, ten hoogste onrechtvaardig en onbiliyk moeten genoemd worden. Maar het is zulk een teeder puntAlsof niet het algemeen belang en de vredelievende samenwoning tusschen de burgers vorderde dat de steenen des aanstoots het allereerst werden weggenomen. Een zeer teeder, zeer gevoelig punt, maar dan ook naar onze overtuiging een reden te eerder om het te regelen. „Van de Zondagswet gewagen wij naar aanlei ding van de correspondentie tusschen den heer Van der Mieden van Opmeer en de redactie der Middelburgsche courant, welke wg in het Weekblad van heden opnemen, en wij wenschen hier wel bij te voegen, dat, zoo wij niet alle opmerkingen beamen van de redactie der Midd. Ct., en den rechter jure constitulo, ook zonder voorafgaande regeling der administratieve macht, ten volle bevoegd achten te beslissen welke dagen als alge meen erkende christelgke feestdagen moeten worden beschouwd, wij het iu den grond der zaak met haar eens zgn, vooral waar zg zich over onge- lgkheid van toepassing der Zondagswet beklaagt. „Onze grief is niet, dat de wet wordt toegepast. „Zonderlinger is het," schreet de P. in Weekbl. no 1109, „dat men die wet tot den huidigen dag heeft behouden niet alleen, maar dat men, wel verre van haar stilletjes den dood der vergetelheid te laten sterven, niet ophoudt haar zoo goed of zoo kwaad als men kan te handhaven". Met die woorden zouden wij niet durven instemmen. Niet in de niet-toepassing, maar in de toepassing is het middel gelegen om van met den geest onzer grondwet, met recht en billijkheid strijdige wetten verlost te worden. Het middel van willekeurige, grillige toepassing is nu reeds sedert dertig jaren aangewend, maar het is niet proefhoudend gebleken. Het wordt tijd, een andere kuur te beproeven. „Een Zondagswet, niet de Zondagswet", zeide de tegenwoordige minister van justitie, meer dan eenig ander bekwaam en in staat om ook dit vraagstuk op te lossen, onmiddellijk bij zijne optreding. Misschien ziet hg juist. „Van een Zondagswet, uit een uitsluitend christelijk-religieus oogpunt en waarvoor alleen christelyk-religiense gronden worden aangevoerd, om gebod en verbod te motiveeren" (zooals de Arnhemsche courant zich reeds in 1850 uitdrukte) kan en mag geen sprake zijn. De staatskerk ligt achter ons. Het gebod tot het houden niet van een maatsehappe- lijken rustdag, maar van een cliristelgken feestdag, moet aan alle niet-christelgke gezindheden aan stoot geven. „Eene andere vraag is, of het, niet met het uitgedrukte doel om den openbaren godsdienst te heiligen, maar in het belang der openbare orde, om stoornis of belemmering van den openbaren godsdienst te voorkomen, wenschelijk is te achten, dat van staatswege politiemaatregelen worden vastgesteld, of met andere woorden het maat schappelijk belang (en daaronder is zeker in de eerste plaats wel het belang van de meerderheid der staatsburgers te verstaan) eischt den gods- dienstigen rustdag in een maatschappelijken te herscheppen. „Die vraag is eene zeer ernstige vraag, die aller overweging in de hoogste mate verdient en wier bevestigende beantwoording misschien (maar wg durven dit nog niet met alle zekerheid te zeggen) zou kunnen leiden tot eene vrijzinnige en practisch bruikbare wet, bij de toepassing waarvan men niet verviel in de grofste ongerijmdheden en tegenstrijdigheden." Nadat bg onderzoek was gebleken, dat Enk huizen ten aanzien der gsbezetting geen nadeelen aanbood tegenover de Ven en ook geen redeUjke twgfel kan bestaan of er zal in de haven steeds een vaargeul van 3 meter diepte kunnen onder honden worden door den stroomheeft de regeering gemeend, als havenplaats voor den NoordhoflandschFrieschen spoorweg, Enkhuizen te moeten kiezen boven het geheel onbewoonde punt de Ven, waar een nieuwe haven aanmerkelijk meer zou kosten. De spoorweg HoornEnkhuizen is daarom nu ontworpen van Blokker over Hoogkarspel en Bovenkarspel naar de zuiderhaven van Enkhuiztn. Daartoe is een wetsontwerp ingediend. De Nederlanders, die in dagbladen niet de ru briek „zitting- der tweede kamer" plegen over te slaan, zullen bg het lezen van de redevoering, door den heer Wintgens gehouden, zeker een allerzonderlingst denkbeeld hebben gekregeD van den Nederlandschen advocaat. In het jaar 1860, op den 27en Maart, werd voor het hof van Zuid-Holland een uitmuntend pleidooi gehouden voor iemand die was veroordeeld, omdat bg bezwaren had gemaakt den eed af te leggen. De verdediger kwam met kracht op voor het beginsel van godsdienstige vrgheid en zeide o.a. "Naar ons staatsrecht zijn wijders kerk en staat in zoo verre gescheiden, dat de wereldlijke overheid zich niet hegeeft op het geestelijk gebied. Het publiek gezag mengt zich niet in de zaken van den godsdienst. De belijders der onderscheidene godsdiensten hebben tegenover den Nederlandschen staat dezelfde rechten en dezelfde verplich tingen. De kerkgenootschappen genieten dezelfde bescher ming. Godsdienstige vereenigingen mogen vrijelijk worden opgericht. Bij het openhaar schoolonderwijs is den onder wijzer geboden de godsdienstige begrippen van andersden kenden te eerbiedigen. Het onderwijs in den godsdienst wordt aan de kerkgenootschappen overgelaten. De staat begunstigt geenerlei godsdienstige richting boven andere. Hij eerbiedigt elk begrip op godsdienstig terrein. In. een woord, er bestaat in Nederland volkomen vrijheid van godsdienst, en uit dat groote, grondwettige beginsel moet volgen, dat de staat hij al de wetten en verordeningen die van hem uitgaan, de eerbiediging van godsdienstige meeningen of begrippen ten grondslag legt. Zoo is het bij de wet op het lager onderwijs. En zoo ook waar de wet spreekt van het afleggen van den eed." „De welsprekende advocaat, die aldus de rechten van het geweten bepleitte, was mr. W. Wintgens. En eergisteren sprak dezelfde advocaat, nU als afgevaardigde, in geheel anderen zinhg bestem pelde degenen die bezwaar hebben tegen den eed, als ongodisten en nietswaardigen. „Was hij dan in 21 jaren tijds van gevoelen veranderd, wat zeker mogelijk ware geweest en door ieder behoorde te worden geëerbiedigd i Neen; ongevergd gaf hij als reden op, dat een advocaat eene andere roeping heeft dan een ver tegenwoordiger; want dat de advocaat in straf zaken wel alles voor zgn cliënt moet aanvoeren. „Wie denkt hier niet aan het verhaal van den beklaagde, die op de vraag van zgn advocaat: „of hij schuldig was tot antwoord gaf „Anders had ik u immers niet noodig." „De Nederlandsche balie zal zulk een opvatting van hare taak verre van zich werpen, gedachtig juist aan den eed, die door de advocaten wordt afgelegd: dat zij geen zaak zullen verdedigen, dié zij niet in gemoede als rechtvaardig erkennen. Want de heer Wintgens was in 1860 niet als vet- dediger toegevoegd aan den beklaagde, maar had de verdediging v r ij w i 11 i g op zich genomen V'(Bbl.) In een bericht nit Petersburg aan het R'ott. Nbl,, betreffende de stranding van het Nederlandsche stoomschip Ceres bij Reval (vermeld onder onze Laatste Berichten van Woensdag jl.) wordt dg volgende opmerking gemaakt;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1