124* 1881. N°. 236. V rijdag 7 October. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 6 October. 21.000 10.500 8.000 4.000 2.000 De Leer De Veer, hooid-redacteur van het Nieuws van den Dag, Leeft de indrukken, door hem opgedaan op het Conseience-feest te Brussel, in eenige opstellen bijeengevat. In zijn slot artikel schrijft hij „De Vlaamsche Beweging is de uiting van een volk, dat zijn eigen taal wil spreken en door hen, die het land regeeren, wil worden verstaan, 't Is dus geen strijd voor het behoud van de Dietsche taal op zichzelf, maar van deze in haar verband met het gansche verleden en de rechten van Vlaanderenland. Men zou die Beweging verkeerd verstaan, indien men meende dat alle Vlamen de scheiding van Noord-Nederland betreuren. Velen weten zeer goed wat zij door haar gewonnen hebben, al zijn er enkelen die in opgewondenheid Willem III hun koning noemen, en al weten de meesten even goed, dat de bedoelde scheiding een leelqk politiek spel van Engeland en Frank rijk geweest is. Waren wij nog éen, we zouden 'teven goed of even slecht met elkander vinden als de noordelijke provinciën van ons land met Noord-Brabant en Hollandsch Limburg. Maar de quaestie is met een verklaring voor of tegen de gebeurtenissen van 'tjaar '30 niet uit. Zij, die billijk oordeelen, erkeunen de weldaden, die Wil lem I aan de toenmalige Zuidelijke Nederlanden bewezen heeft; maar zien zeer goed in, dat wij als goede buren elkander nog uitnemender dien sten kunnen bewijzen dan het geval zou geweest zijn, indien Leopold I nooit den Belgisehen troon beklommen had. Edoch, de Vlaamsche Beweging staat buiten verband met die quaestie. 'tls een uitsluitend binnenlandsch vraagstuk, waarmeê wij Noord-Nederlanders alleen in zoo verre te maken hebben, dat wij, zonder eenige inbreuk op de politieke verhoudingen te maken, haar met be langstelling mogen gadeslaan en op taalkundig terrein met de Zuidelijke broeders samenwerken. Voor ons is de Vlaamsche Beweging een zaak van het Taal- en Letterkundig Congres en het Alge meen Nederlandsch Woordenboek, voor de Vlamen is zij de alpha en omega van hun geheele bestaan, hunner burgerlijke en burgerschapsrechten. „De Fransche taal heeft de Vlaamsohsprekende bevolking als een troep onderworpenen behandeld, en die taal is de taal der hoogere regeering en harer beambtenDe minste beambte was een soort van speciale zendeling van het gouverne ment in een veroverd land. „Aan dien toestand moest een einde komen en bijna een halve eeuw zijn de edelste mannen onder de Vlamen bezig geweest daarin verandering te brengen, 't Is hun voor een gewichtig gedeelte reeds gelukt en 't zal hun verder gelukken. Indien België blijven zal wat 't is, een vereenigd koninkrijk, bestaande uit Vlaamsche en Waalsche provinciën, dan is geen andera oplossing mogelijk dan dat het Fransch ophoude uitsluitend de officieele taal te zijn, het Vlaamscb ernevens sta met volkomen dezelfde rechten, gelijkelijk het voorwerp van de zorg van den koning en zijne regeering. „Wij Noord-Nederlanders mogen niet anders dan oprecht wenschen, dat de Vlaamsche beweging in die richting voortga, en met het oog op de schaar van kloeke en welberaden mannen, die aan het hoofd staan, heb ik allen moed dat het groote doel van hun onvermoeid streven bereikt zal worden. Voor ons zal daaruit slechts kunnen voortvloeien, dat wij ons niet alleen den Vlamen, maar gansch België in zijn geheel nader zullen gevoelem Is onze taal daar in eere, dan zullen alle overige betrekkingen gemakkelijker zijn aan te knoopen en te onderhouden. Wij kunnen vooral op het gebied van handel en nijverheid ontzaglijk veel van elkander genieten, en indien twee kleine natiën als België en wij bij mogelijke Europeesche verwikkelingen elkaar de hand reiken, dan zijn wij sterk en zullen een niet onbelangrijk gewicht in de schaal leggen." Wjj behoeven niet te zeggen dat wij met groot genoegen deze woorden overnemen, welke in hoofdzaak ons meermalen uitgesproken gevoelen Weergeven, dat steeds geweest is; wederzijdsche yriendsehap en waardeering,, leidende tot eene hartelijke en broederlijke verstandhouding, met eerbiediging van ieders zelfstandigheid en zonder gedachte aan het herstel van hetgeen onbestaan baar gebleken mi onherroepelijk voorbij is. In dit verband willen wij op het betoog van den heer De Veer alleen nog aanteekenen: lo, dat wanneer men, in de veronderstelling dat de eenheid van Nederland en Belgie eens niet verbroken ware, de verhouding van Noord en Zuid vergelijken wil bij die welke tegenwoor dig bestaat tusschen de Noordelijke provinciën van Nederland en de provinciën Noord-Brabant en Limburg, men niet uit het oog verliezen mag dat het katholiek fanatisme heftiger wordt naarmate men Zuidelijker komt; dat Noord-Bra bant en Nederlandsch Limburg zich door hun historisch verleden met Nederland éen voelen, en dat de politieke en maatschappelijke ver schillen, welke tusschen die gewesten en het Noorden bestaan, niet weinig in diepte en scherpte zouden toenemen, wanneer ze door eenige honderd duizenden Zuidelijke Vlamingen versterkt werden; 2o, dat tegen eene handreiking tnssehen Nederland en België, bij mogelijke Europeesche verwikkelin gen, een groot bezwaar zal blijven bestaan, zoolang de door de groote mogendheden bedongen en gewaarborgde onzijdigheid van Belgie dit land in zijne bemoeiingen minder vrij dan Nederland blijft maken; 3o, dat bij de waardeering van het „ontzaglijk vele," dat wq op 't gebied van handel en nijver heid „van elkander genieten kunnen," niet uit het oog verloren mag worden het diepgaand ver schil van belangen, dat tusschen het handeldrijvende Nederland en het iudustrieele Belgie bestaat, en dat op den voorgrond treedt, telkens wanneer het denkbeeld tot het scheppen van eenheid op het gebied der fiscale en handelswetgeving ernstig overwogen wordt. Ofschoon het voor de Ambachtsschool alhier aangekochte gebouw in de Gortstraat nog verre van voltooid mag heeten, en daaraan nog vele werkzaamheden moeten plaats hebbeD, voordat het geheel aan het doel beantwoorden kan, is toch besloten de opening der school vast te stellen op Woensdag den lOen October en alsdan de lessen een aanvang te doen nemen. De heer Ganderheyden heeft zich belast met het geven der lessen in het timmeren en tevens in het rechtlijnig en bouwkundig teekenen. Als oud-leerling der ambachtsschool te Rotterdam en als opzichter bij de staatsspoorwegen en andere werken in betrekking geweest, achtte do com missie voor de ambachtsschool hem voor die taak berekend, terwijl zij den heer Koppejan uit Vlissingen voorloopig als onderwijzer in het smeden benoemd heeft en hij in deze betrekking zal op treden zoodra zich leerlingen voor dit vak hebben aangeboden. Elf jongelieden van 13 tot 16 jaar hebben zich aangemeld om de lessen te volgen; drie moesten worden afgewezen omdat zij niet in staat waren het toelatingsexamen voor de burgeravondschool met goed gevolg af te leggen, zoodat nu 8 leer lingen de lessen in het timmeren zullen volgen. Het voornemen bestaat om, zoodra de middelen dit veroorloven, reeds dadelijk te beginnen met het gebouw en de verdere benoodigdheden, voor zoo verre dit mogelijk is, door de leerlingen te doen aanmaksn en in orde brengen. Hierdoor zullen zij reeds dadelijk practisch worden onderwezen en kunnen zien op welke wijze gebouwen worden hersteld en in orde gebracht. De leeruren zijn vastgesteld van 7i tot 12 en van li tot 5 uren, waarvan vier uren aan prac- tische werkzaamheden besteed worden, terwijl de overige tijd aan teekenen zal gewijd zijn. De avonduren van 6 tot 9 uren, worden aan de burgeravondschool doorgebracht. De leerlingen zijn verplicht stipt die lessen waar te nemen en streng zal hierop worden gelet. Met Januari 1882 hoopt de commissie de school zoodanig te hebben ingericht dat zij voor de op leiding in het timmeren, teekenen en smeden voldoende gereed zal zijn. Naarmate de omstandig heden zulks vereischea kan dan ook tot het onderricht in andere vakken over worden gegaan. Voor jongelieden van goeden wil en aanleg, is het zeker een voorrecht bijna kosteloos goed onderricht te ontvangen en op degelijke wijze te worden opgeleid tot ambachtslieden, die in later tijd op onbekrompen wijs in hun onderhoud kunnen voorzien die behalve hetgeen aan handen arbeid van hen kan gevorderd worden, ook eenigszins bedreven zijn in-wwe- en natuurkundige vakken, en die voorzeker in het rechtlijnig, bouw kundig en handteekenen grootere vaardigheid zullen bezitten, dan de meeste hunner makkers, waarvan het toeh thans alleen aan de uitste- kendste gelukt is, door onvermoeideu ijver en volharding, eenige bekwaamheid te verwerven. Voor weldenkende ouders moet het eene vol doening zijn, te weten dat hunne kinderen onder toezicht van bekwame leermeesters eene opleiding ontvangen, die hen tot nuttige en bekwame leden der maatschappij zal vormen, terwijl zij tevens onttrokken worden aan het slechte voor beeld en de verleiding, waaraan zij tegenwoordig nog op vele werkwinkels zijn blootgesteld. Hoewel de school hier ter stede gevestigd is, ligt hierin volstrekt niet opgesloten dat zij alleen ten gerieve van de ingezetenen onzer gemeente is opgericht. Het bestuur zal zeer gaarne zien dat ook van Vlissingen en andere, om en bij Middelburg gelegen gemeenten leerlingen worden gezonden. De afstand van vele dier gemeenten is toch zoo gering dat de school van daar zeer goed kan bezocht worden, terwfll het uur waarop de lessen aanvangen, naar het bestuur meent, zoo danig gesteld is, dat bij goeden wil het waarnemen der lessen geen bezwaar kan opleveren. Bij deze mededeelingen van het bestuur, voegen wij onzerzijds eene opgaaf van de geldelijke ondersteuning, door verschillende gemeentebesturen aan de reeds bestaande ambachtsscholen verstrekt. Amsterdam (subsidie 1880) 10.000 Rotterdam Arnhem 's Hage Utrecht Leeuwarden 1878 1880 1879 1880 1881 Buitendien geeft Leeuwarden theoretisch onder wijs, behalve in het teekenen, door de oprichting eener herhalingsschool met 3jarigen cursus, die het geheele jaar gehouden wordt, en heelt de gemeente een gebouw verschaft en f 6472 bijge dragen tot het in orde brengen daarvan. Ook het gemeentebestuur van Middelburg heeft zijne belangstelling in het oprichten eener am bachtsschool aan den dag gelegd. Door bnrg. en weth. is namelijk voorgesteld op de gemeente- begrooting voor 1882 een subsidie uit te trekken vanhonderd gulden! In gemoede willen wij gevraagd hebben ot deze som in verhouding staat tot het nut, dat aan een verbeterd onderwijs onzer ambachtslieden verbonden is Men neme toch in aanmerking dat dit onderwijs niet alleen ten goede komt aan de leerlingen die er gebruik van maken, maar dat het ook, als middel tot het weren van armoede, in de toekomst de lasten der gemeente verlichtdat het aan- kweeken van een wel onderwezen handwerkslieden stand is een algemeen belang, nuttig zoowel voor het gemak en voordeel van alle standen, als om hen, die met hun banden hun brood moeten ver dienen, in de gelegenheid te stellen hun welvaart te bevorderen en hen dus tot tevredenheid te stemmen. Van dit standpunt gezien is de gemeente, als orgaan der algemeene plaatselijke belangen, naar onze meening geroepen en gehouden het tot stand komen en onderhonden eener ambachtsschool met kracht te bevorderen en te verzekeren. Vooral nu door de burgerij met groote bereid willigheid, uit eigen beweging, een begin gemaakt en door betrekkelijk ruime bijdragen de oprichting der school verzekerd is, ligt het, naar 't ons voorkomt, op den weg van het gemeentebestuur om door milderen steun uit de gemeentefondsen, de heilzame werking der inrichting in zoo ruime mate als mogelijk is te verspreiden. De morgen door de Sehietvereeniging der dd. schutterij alhier te houden schietwedstrijd zal worden opgeluisterd door eene uitvoering van het stedelijk muziekkorps. Er zal door de leden, ongeveer 35 personen, worden geschoten op 200 pas. Voor de beste schutters zijn 9 prijzen uit geloofd, waaronder een aangeboden door den heer Sprenger, kommandant der schutterij en eerelid der vereeniging. Op de vrjje baan wordt eveneens op 200 pas eschoten. Kaarten, recht gevende op drie schoten, zullen op het terrein verkrijgbaar worden gesteld tegen 25 cent per stuk. Uit de inleggelden zullen geldprijzen worden uitgeloofd. De heer De Smit, die door een bezoek van drie maanden, hoofdzakelijk in den staat Michigan doorgebracht, een kijkje in de Vereenigde Staten heeft genomen, vertelde gisteren avond in het Schuttershof een en ander van zijne bevindingen. Blijkbaar heelt zoowel Kalamazoo, waar hij den grootsten tijd doorbracht, als Grand-Rapids en vooral Cleveland, Chicago en New-York een over weldigenden indruk gemaakt op dezen met goede oogen gewapenden reiziger. Groot was daar alles» kolossaal, zoozeer dat de spreker het noodig achtte nu en dan zijne hoorders te verzekeren dat het werkelijk alles zoo was als hg vertelde. Wij kunnen ons ontslagen rekenen van het volgen dezer voordracht in al hare bijzonderheden, wijl deze voor het grootste deel reeds te vinden zijn in het verslag eener lezing door den heer De Smit den 24en September te 's Heer Arends- kerke gehouden, dat werd opgenomen in ons nommer van 27 September jl. Op enkele punten willen wq echter eenig licht laten vallen. Wij slaan daarbij over wat de spreker ons vertelde van de materieel zoo veel betere levens- wijze van den Amerikaan, zoowel van den boer en boereknecht als van den burgerman, over de inrichting der huizen, over de wonderen die hg zag in de groote steden, het eleetriseh licht, de papieren wielen der spoorwegwagons, het groote krankzinnigengesticht, waar de bewoners hoofd zakelijk zijn gebracht door mislukte uitvindingen, loszinnige huweigken en godsdienst, de door de huisvrouwen uit afgelegde kleederen bereide ta pijten en nog veel meer. Ook willen w$ niet drukken op de sehaarsche opmerkingen, welke de spreker maakte over den landbouw in Michigan, vooral wijl niet daarheen zich thans de groote stroom der landverhuizers beweegt. Dit alles droeg het karakter van zeer vluchtige mededeelingen van een tourist, die met den korten tijd welke hem ten dienste stond heeft gewoekerd om zooveel mogelijk zaken, zq het dan ook dikwerf slechts aan den buitenkant, te bezien. De hoofdzaak dezer voordracht zien wij in de wenken, welke de heer De Smit, zich grondende op persoonlijke aanschouwing, geeft aan de Ne derlanders welke in de Vereenigde Staten een betere levenswijze en de kans om fortuin te maken gaan zoeken, als loon voor den arbeid hunner handen. De Nederlandsche landverhuizer is in den regel bg de aankomst flauwhartig en zou niets liever willen dan terugkeeren is hij echter eens aan den arbeid, dan is hq een toonbeeld van moed, trouw en volharding, zoodat de Nederland sche werkman in Amerika zeer gewild is. De werkman, als zopdanig, ook zonder baas te wor den, komt financieel vooruit, en over het alge meen zijn de menschen die in Amerika fortuin maken, zij die er arm komen. Wie er met een zeker fortuin heen gaat, wordt als eene prooi beschouwd door een aantal oplichters, tegen welba hq door zqne onbekendheid met land en zeden, dikwerf ook met de taal, niet is opgewassen. Bg den armen emigrant echter komen de grooti ra welvaart en de kennis der Amerikaansche maat- schappg beiden geleidelqk, en als bg tot een zekeren welstand is geraakt, weet hij tevens ge noeg om gewapend te zqn tegen de speculanten die een aanval zouden willen doen op zijn spaarpenningen. Behalve groote matigheid en het thnis laten van overtollige bagage, die de uitgestrekte spoor; wegreizen zeer duur maakt, raadde de spreker de landverhuizers aan om vooral niet met een vaBt plan naar Amerika te gaan. Dat wil zeggen, de boer moet niet zich boeien aan zyn landbouw werk, de timmet man moet niet denken dat voor hem geen andere werkkring bestaat dan timmeren: de gansche maatschappij staat voor hen open; iedere betrekking is voor hen bereikbaar, behalve die van president der Vereenigde Staten, waarvoor men inboorling der republiek moet zijn. Deze zijde der Amerikaansche maatschappij treedt tel kens op den voorgrond als wij de loopbaan van beroemde Amerikanen nagaan. In den regel hebben zij meer dan éen vak bij de hand gehad, wat daar als de natuurlijkste zaak der wereld wordt beschouwd. Doch de voornaamste raadé welken de spreker

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1