BUITENLAND. Gemengde Berichten. Buitenplaatsen en politiek. Gemeenteraad van Vlissingen. geestdrift voor de gemeenschappelijke taal en geschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland heeft zien opkomen Den schrijver van de Leeuw van Vlaanderen van Sis/ca van Rosemael en van zooveel andere schoone en goede volksboeken zijn wij dank baar en bewonderen wij, als kunstenaar en als een goed en krachtig dienaar van onzen Nederduitschen volksaard, al weten wij uit zijn eigen mond dat de mensch Conscience zijne oogenblikken van zwakheid heeft gehad. In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam wordt thans een nieuw ballet opgevoerd, waarvan de tooneelschermen, onder leiding van den be roemden decorateur Grootveld, grootendeels ge schilderd zijn door den heer J. C. Maandag, een jong kunstenaar, uit Vlissingen afkomstig. Den hem voor zijn werk toegezwaaide lot te vernemen, zal misschien onzen lezers aangenaam zijn. „Landschappen, gebouwen en phantasie-ver- sieringen schrijft het Handelsbladelk met haar eigenaardige eischen en moeilijkheden, dingen om den voorrang. Zoo krijgt men een paar boschdoeken te zien, zoo fraai van teekening en lief van kleur, alsof ze uit de werkplaats van Reygnier kwamenvervolgens eene voorstelling van het nog onvoltooide rijksmuseum met zijne steigers en onafgedekte bekappingen en een oogenblik later hetzelfde gebouw, met zijne om geving, gelijk bet er uit zal zien wanneer bet geheel is afgewerkt. Dan weer krggt men eens klaps de Nederlandsche Bank te zien en een kanten paleis, waar alles schittert van licht, gond, zilver en edelgesteenten. Het ontwerp dezer Qos- tersche schepping is even verdienstelijk als de uitvoering. De karyatiden in den vorm van duivels, die de booggewelven dragen, munten zoowel door lijn als kleur uit. „Blijkens de aankondiging is het de bedoeling van den heer Grootveld, ook een deel van den eiken avond in ruima mate verworven lof toe te kennen aan den jeugdigen begaafden kunstenaar, die door hem gevormd is. Gaarne stemmen wij in met dat blijk van w»ardeering. We wenschen den heer Maandag van harte geluk metzgn eerste optreden. Moge het hem gegeven worden, met zijn voortreffeiijken meester den Paleisbezoekers nog menig oogenblik van kunstgenot te ver- schaden." Enkele dagen geleden deed de Itahaansche politie een inval in een huis te Monte Bre, nabij Lngano, waarin Yera Sasoulitsch langen tijd heeft gewoond en dat bekend is als een rendez-vous van malcontenten van verschillenden volksaard. Men nam er een aantal lieden gevangen, die,naar voorgegeven wordt, den koning van Italië wilden dooden. De meesten werden weer losgelaten en over de grenzen gezonden. Onder de gevangenen bevindt zich zekere Caffieros, een man die een vrij groot vermogen aan de bevordering en versprei ding van socialistische beginselen heeft besteed en nn als werkman leeft. Artikel 51 der Zwitsersche grondwet ver biedt aan de leden der Jezuieten-orde „iedere werkzaamheid in kerk en school." Het bestuur van het kanton Freiburg bad onlangs bij een feest ter eere van den heiligen Canisius, een in 1864 tot heilige bevorderd Nederlandscb Jezniet der 16e eeuw, een Wurtembergschsn Jezuiet toegestaan eene preek te houden. De bondsraad maakte daarop eene aanmerking, maar kreeg van de kan tonnale regeering een antwoord dat niet van volkomen onderwerping aan de hoogere autoriteit getuigde. Daarop antwoordde de bondsraad, die vooral op dit punt de grondwet naar de letter wil handhaven, met een brief, waarvan de laatste op de voordeur in zijn voornemen verhinderd werd. Haastige schreden op de honten trap, schielijk gewisselde woorden, juffrouw Kurz- michel zat reeds overeind in bed, de beide echtgenooten zagen elkaar aanhij een beeld der ontzetting, zij een beeld der waakzaamheid. Thans klopt men aan de kamerdeur„Heer rentmeester!" roept de meid, „gij moet komen, op het slot, dadelijk!1' „In Godsnaam, wat is er, is er brand?" steunde Kurzmichel en liep naar de deur. Maar zijn vrouw weerhield hem gelukkig nog in tijds: „Kurzmichel, gij zult toch niet, gij zijt, bij deze bij deze uitgekleedheid „'t Is waar, 't is waarantwoordde Kurz michel klappertandend, vloog naar de bedtafel terug, zette voor alle zekerheid zijn bril op en deed een krampachtige poging om zijn tabaksdoos in een zak te steken dien hij niet aan had. „Bedaard, Kurzmichel t in alle levens omstandigheden bedaard 1" vermaande zijn vrouw, en riep nu ook door de gesloten deur „Is er brand?" „Neen, brand is er niet!" antwoordde de gïove stem van Anton, „maar de rentmeester moet dadelijk op het slot te komen." Juffrouw Kurzmichel hielp haar man in de kleêren„Wat zon er zijn? Wat zou er toch zijn vroeg haar man herhaaldelijk en inwendig ontroerd. Doch uiterlijk zoo kalm als een goed geweten, antwoordde de groote vrouw zinsneden luiden„Door het enkele optreden van een Jezniet in kerk of school is de door de grondwet in het leven geroepen openbare orde gestoord, Wij moeten n dus ons leedwezen betuigen zoowel over bet voorgevallene als over de houding door u daarin aangenomen, terwijl wij ons de noodige maatregelen voorbehouden om in uw kanton de bedoelde grondwettige bepaling behoorlijk te doen nakomen." Ook in Schotland heeft het erg geregend. De rivieren zijn overstroomd en men kan zich voorstellen hoe het gaat met wat er nog van den oogst op het veld is (de oogst in Schotland is later dan hier). De schoven graan dreven voor het oog der boeren weg. De rivier Isla in Perthshire rees Woensdag twaalf voet boven haar gewoon peil, waardoor duizenden bunders over stroomd zijn. De lagere deelen der stad Dundee stonden Donderdag drie voet onder water. Wij hebben vroeger reeds meer dan eens melding gemaakt van een plan om een kanaal van de Oost zee naar de Noordzee te graven door Duitsch grond gebied. Graaf Moltke, die met een aantal officieren in Sleeswij k de plannen heeft onderzocht denkt er gunstig over, en men denkt dat de regeering aan den Prnisisehen landdag crediet zal aanvragen voor het werk. Uit Amerika worden lange berichten gezon den omtrent hetgeen er met Garfield 's lijk gebeurt, wie de begrafenis volgen zal enz., berichten die wij onzen lezers zullen sparen, want ze zijn van denzelfden aard als bij andere dergelijke plechtig, heden. Alles gaat er zeer waardig toe. Het fonds dat de natie voor de betrekkingen van den president bijeenbrengt, bedroeg naar de laatste opgave reeds f 667.500, zonder dat de vloed der inschrijvingen nog merkbaar verminderde. De meeste zijn van groot bedrag, doch gaandeweg ontstaat eene volksbeweging tot het verzamelen van geringe sommen. Men doet die dingen vlug in Amerika. Yan het ingezamelde geld is reeds ƒ500.000 belegd in vier percents staatsfondsen. Zitting van Vrijdag 23 September. Voorzitter de heer Smit. Tegenwoordig al de leden. Nadat de nieuwbenoemde leden waren geïnstal leerd en zitting hadden genomen en de voorzitter mededeeling gedaan had van de namens den koning en de prinses Zu Wied ontvangen dank betuigingen wegens de betoonde deelneming in het overlijden van Z. K. H. prins Frederik, ging de zitting over in eene met gesloten deuren. Na heropening stelde de voorzitter voor over te gaan tot de benoeming van een hoofd der school voor M. U. L. onderwijs voor meisjes. Op de voordracht waren geplaatst de dames A. J. Chivat te Zierikzee, M. E. Schuurman te Helder en F. J. Belinées te Zaandam. Nadat een voorstel van den heer Callenfels om de benoeming te verdagen en de leden in de ge legenheid te stellen nadere inlichtingen omtrent de sollicitanten in te winnen met 8 tegen 7 stem men was verworpen, werd een voorstel van den heer Yerkuijl Qnakkelaar, om te bepalen dat de hoofdonderwijzeres bij het aangaan van een huwe lijk geacht wordt haar ontslag te nemen, aange nomen met 12 tegen 3 stemmen. De heeren Van Eaalte, Pieterse en Smit stemden tegen. Tot de benoeming overgaande werden 9 stem men uitgebracht op mej. Schuurman, die alzoo benoemd is, terwijl mej. Chivat drie stemmen verkreeg en drie briefjes niet waren ingevuld. Daarna werden de vaste commission samenge steld als volgt: Die voor de strafverordeningen, waarvan de burgemeester voorzitter is, uit de heeren dr. J. van der Beke Callenfels, W. C. van Duuren Du- tilh, C. A. Kalbfleisch en F. Deivoije; „Hoe wil ik dat weten? Uw flanellen buis, Kurzmichel! Wie kan ons iets ten laste leggen? Wat kan ons overkomen? Mij dunkt, wij zijn op onzen postNeen t neen, zonder fla nellen buis komt gij de deur niet uit, op dit nachtelijk uur." Er verliep een kwartier. De rentmeestersvrouw had onderwijl thee gezet en een kruik met warm water gevuld. Toen haarman terugkwam, moest hij in alle geval terstond naar bed. De thee, die zijn gade hem opdrong, verbrandde zijn gehe melte en de kruik zjjne voetzolen. Hij klaagde even daarover; maar zijn knappe vrouw lichtte hem hierover in: „Dat is slechts de verkoudheid die er uit gaat, dat is niets En zeg mij nuWat was er aan de hand op het slot „Bevelen, lieve vrouw dringende, stipt op te volgen bevelen, betreffende het morgen zoo vroeg mogelijk beginnen met den bouw van baron Lodewijks „Huis 1" viel zijn vrouw lachend en scherp in. Haar man zag haar met verbazing aan: „Hoe kunt gij vermoeden? vroeg hjj. Het antwoord, dat hij kreeg, was zeer zonder ling. Het luidde „Men zon waarlijk, indien de eerbied het niet verbood, in de verzoeking komen de heeren ondanks al hunne goede eigenschappen, die ik vereer, een weinig -=*» hoe «al ik het «eggen te noemen.'! die voor de belastingen uit de heeren Th. van Uije Pieterse, F. H. J. Wibant, C. A. Kalbfleisch, A. Koppejan en dr. J. van der Beke Callenfels; die voor de financiën uit de heeren A. Smit voorzitter, W. C. van Duuren Dutilh, J. C. Ockersj C. Mortier en Jos. van Kaalte; die voor de fabricage, waarvan de burgemeester voorzitter is, uit de heeren W. de Krui) ff, Jos. van Raalte, J. P. Laernoes en J. Verknijl Quak- kelaar; die voor den hoofdelijken omslag, waarin de leden van het dag. bestuur zitting hebben, uit de heeren W. de Kruijff, C. Mortier en J. P. Laernoes. Tot lid der commissie van toezicht over den Vlissingsch-Middelburgschen rijweg werd benoemd de heer J. Yerkuijl Quakkelaar. Daarna werd aan den heer C. Heeröldt, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als onderwijzer aan de openbare school voor un- en minvermo genden. Een verzoek van H. Briels, om grond in erf pacht of koop aan het Mariniersplein werd gesteld in handen van burg. en weth. Nadat was vastgesteld een belasting-ontwerp op den kleinhandel in sterken drank werd de vergadering gesloten. Als men da Petit*» Affiches, een advertentie blad. waarin notarissen en anderen die vast goed te koop of te huur hebben, de aandacht der Parijzenaars op hunne waar vestigen, doorbladert, dan ziet men een aantal kasteelen aangekondigd, het eene „prachtig", een ander „schilderachtig gelegen", een derde „onvergelijkelijk", en anderen nog om grootere verdiensten aangeprezen. Sterf gevallen, bankroeten en ook politieke troebelen brengen voortdnrend dit artikel aan de markt, en wie dan weer „boven Jan" gekomen zijn in de politiek, de financieele wereld, kunst of letteren, doen er een bod naar. Als het althans wat rustig is in de politieke wereld, want dat oefent een grooten invloed op den kooplust uit. Indien uit de laatste verkiezingen eene meerderheid van in- transigenten was gesproten, dan zon de markt overvoerd geworden zijn met kasteelen en groote buitenplaatsen, en dan zou een ondernemend speculant ze voor een appel en een ei hebben kunnen koopen, met meubelen en al; want deze worden meestal samen met het huil verkocht. Maar de kiezers hebben eene vrij gematigde kamer gekozen, en men heeft het vooruitzicht dat het in Frankrijk weder een jaar of vier zonder groote schokken zal gaan. Nu komt er weer levendigen handel in de buitenverblijven, en tim merlieden en behangers, zoowel als leveranciers van oude familieportretten aan nieuwe families, krijgen het drnk. In tg den van politieke crisis hebben deze indnstrieelen niet veel te doen. Als er een wolkje aan den hemel is, worden de bestellingen verschoven, en dat bevordert de straatrevolutie, wijl er daD duizenden arbeiders in weeldeartikelen buiten werk zijn, die ontevreden en verstoord, zich spoedig by de altijd in groote steden aanwezige woelwaters aansluiten. Wordt het dan weer kalm na den storm, dan doet het gelukkig temperament van den Fransch- man hem vol vertrouwen de toekomst tegemoet zien. Ieder die dan wat geld heeft moet zijn ChAteau hebben voor den zomer. Is bet ChAteau te duur, dan legt men het kalmer aan en koopt of huurt een optrekje, dat dan ma campagne heet. Overal in Frankrijk, maar vooral rond de groote steden, vindt men die grootere of kleinere buiten plaatsen in menigte, en ieder jaar verrijzen nieuwe Juffrouw Kurzmichel maakte een kleine pauze alvorens wederom de dnnne lippen te openen en de gedenkwaardige woorden te spreken: „Denk aan mij, Kurzmichel, denk over tien jaren aan mij, wanneer gij nog leeft, wat God geve dat huis wordt nooit gebouwd Goeden nacht, man, ga op éen oor liggen en Blaap gerust ik wek n morgen ochtend niet!" Men moet bekennen dat deze vrouw op dat oogenblik een duidelijk bewjjs van haar scherp zinnigheid, haar doorzicht en van haar buiten gewone menschenkennis gaf. III Het is een uitgemaakte zaak, dat een strijd dien men met zooveel inspanning, volharding en harts tocht voert, als de baronnen Yon Gemperlein deden, van lieverlede het hoofddoel wordt, terwijl de aanleiding ertoe in de oogen der wakkere strijders steeds aan beteekenis verliest. Indien Frederik oprecht wilde zijn, moest hij bekennen, dat hij honderd Josepha's zou geven voor éen Lodewijk, die zich bekeerde tot overtuigingen overeenkomstig zijn stand. Lodewijk daarentegen beleed bij zichzelven dat het hem oneindig aan genamer zon zijn om zijn broeder een enkele maal te hooren zeggen gij hebt gelijk, dan «jjne Lina j ik heb n lief Sleohts ia seer boose oogenblikkea, wanneer «ij middeneeuwsche riddersloten. Rond Parijs vormen ze een vroolijken, bekoorlijken cirkel, mijlen breed. Te Marly staat het grootsche kasteel van Victorien Sardou, den schrijver van zoovele too- neelstnkken, naast de coquette villa van Jndic, de diva der operette, en een eind verder een kasteel in rijken renaissancestijl, vroeger door eene hertogelijke familie bewoondna het eigendom van een rijken koopman in ODgezonten huiden. In de onmiddelijke nabijheid bewoont een prins van een der onttroonde vorstenhuizen een paleis dat hij gekocht heeft van een rijken krnidenier. In deze maand is het buitenleven in vollen gang. Ieder heeft logé's om zijn buiten te bewonderen, en de eigenaars loopen met critischen blik rond om te zien of er niet wat te verfraaien of te verbeteren valt, want de politieke horizont is helder. De tooneelspeler die zeker is dat geone barricades zijne voorstellingen zullen storen, viert bot aan zijne neiging voor oude wapens; de rijk geworden koopman aarzelt of hij zijn portret zal laten schilderen door Carolus Duran, of door Gabanel; de dames worden bare Japansch inge richte salons moede en laten ze veranderen in Louis XV, of omgekeerd. Er wordt veel, zeer veel geld uitgegeven, en dit duurt zoolang tot de democratische ketels van Belleville en Montmartre weer aan het koken gaan. Dan slaat de schrik om het hart van ieder die vast goed heeft en de koorden der bears worden toegeknoopt. De man die op zijn buiten een acacia-boschje heeft aan gelegd om tien jaren later schaduw te hebben, gevoelt zich voor geen jaar zeker van zijn eigen dom zijn vrouw, die aarzelde tusschen een com pleet servies van Saksisch of van Sèvres porselein dnrft geen aarden soepterrine meer koopen. Dan komt al die weelde, buitenplaatsen, kostbare meubels, antiquiteiten, by hoopen aan de markt. Ieder acht zich al half geruïneerd en heeft maar liefst zooveel mogelijk contanten. Algemeene verslagenheid heeischt dan onder de bourgeoisie, vroeger zoo satisfaite. Men heeft daarvan ondervinding in Frankrijk, en iemand die in zulke dagen zijne kalmte bewaart, is zeker tegen geringen prijs uitnemende huizen, buitengoederen en roerend goed van waarde te kannen koopen. Eén voorbeeld ten bewijze. Vóór de revolutie van 1848 bezat een hooggeplaatst ambtenaar een kasteel met park naby Parys. De revolutie ont nam hem zijn traktement, rnïneerde de onderne mingen waarin hij zijn geld had gestoken en maakte hem bijna arm. De stellingen welke over het eigendomsrecht in de democratische clnbs en couranten werden verdedigd deden hem vreezen dat het spoedig met allen persoonlijken eigendom van den grond zon uit sijn. Men bood hem voor kasteel, park en menbelen fr. 125.000 en hij nam het biyde qan. De revolutie ging voorbijLouis Napoléon sloeg zqn coup d'état, en reeds in 1853 verhnnrde de nienwe eigenaar soja pand voor fr. 12.500. In 1856 bedroeg de hnnr fr. 20.000, en in 1860 toen Hanssmann's veranderingen ia Parijs den krond rond de hoofdstad tot verba zende prijsea. deed stijgen, verkocht hy het buitengoed voot fr. 1.200.000. Tien jaren verliepen, Parys werd belegerd, de eommune vierde hare saturnaliën, en de speculant kocht het buitengoed weer terug voor fr. 300.000. Hy heeft het nog en het is nn zeker weder fr. 750.000 waard. Znlke voorbeelden zijn niet zeldzaam. Zy hebben tot de jniste opmerking aanleiding ge geven dat er geen land is, waar men zoo goedkoop eene weelderig gemeubelde woning koopt als in Frankrijk, als men zyn tyd maar weet te kiezen. Nu is de tijd niet gunstig; men gevoelt zich na de laatste verkiezingen voor vier jaren veilig. voorgoed aan elkaar wanhoopten, waren zij tot doortastende maatregelen in staat. Zoo geschiedde het dat Frederik op zekeren dag zijne koffers liet pakken en zijn reis naar Sileziö op den vol genden morgen bepaalde, terwijl Lodewijk bij zichzelf overlegde, op welke manier hij juffrouw Kurzmichel het best met zijne gevoelens jegens haar nichtje kon bekend maken. Doch te midden van deze toebereidselen kwam een wenk des hemels in den vorm eener bezending boeken uit Weenen Deze bezending bevatte o. a. den nienwsten Al manak de Gotha en deze weer het bericht, dat mevrouw de gravinmoeder van Einzelnan den derden Augustus van het vorige jaar op het slot Ktcalnow ontslapen was. Frederik was diep getroffen door het smartelijk verlies dat Josepha geleden had en ook Lodewijk, die Wel niet veel reden had om zyn schoonzuster lief te hebben, ontzeide haar in dit ernstige oogen blik zijn deelneming niet. Wordt vervolgd.) GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS, TB MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 6