124e Jaargang. N«. 224. Vrijdag 23 September. Be baronnen van Gemperlein, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3jm. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advert ent ièn: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0/20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg, 22 September. FEUILLETON. MDDELRllRGSCHE COURANT. 'W Hoofdagenten voor liet Buitenlandde Compagnie générale de PuLlicité O. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enx. Gisteren avond had in het Schuttershof alhier de uitreiking plaats der op de tentoonstelling van Iloralia toegekende prijzen en premiën. De voor. zitter der vereenigiDg Uit het volkvoor het volk opende de bijeenkomst met een opwekkend woord» waarna de heer L. K. van der Harst zeer ver. dienstelijk het door Ten Kate berijmde sprookje Vifjf uit éene peul voordroeg. De uitreiking der talrijke belooningen, waaron. der wij met genoegen als oude kennissen de spaarbankboekjes en voor de eerste maal pakken bloembollen opmerktenwerd voorafgegaan door eene toespraak van den heer P. D. Koning» die namens de jury eenige practische opmerkin gen aan de kweekers ten beste gaf, vooral wijl hij, zooals hij in den aanvang zeide, in de aan de planten bestede zorg geen vooruitgang zag, wan neer hij deze tentoonstelling vergeleek bij die van het vorige jaar. De bijeenkomst werd door muziek opgeluisterd en door een aanzienlijk getal inzenders en enkele leden der vereeniging bijgewoond. Aagtckcrkc, 21 Sept. Bij de verkiezing voor een lid van den gemeenteraad zijn gisteren ingeleverd 33 stembriefjes. Herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren W. Dekker, die 14 en J. Wisse, die 8 stemmen bekwam. Da verkiezing had plaats ten gevolge van het nemen van ontslag door den heer P. Kodde. In de Dinsdag te Zierikzee gehouden vergade ring van hoofd-ingelanden van het waterschap Schouwen is de rekening over 1880 goedgekeurd met een goed slot van ƒ19.832.744. Tevens werd goedgekeurd de rekening van het reservefonds, dat op 15 dezer bedroeg ƒ104.238.33$. Op voorstel van het bestuur werd het geschot over 1882 verminderd met 50 ets. per hectare. De Amsterdamsche beurs zal morgen wegens de begrafenis van prins Frederik gesloten zijn. Dinsdag is door den heer Delia, opzichter van 's konings paleizen, een aanvang gemaakt in den koninklijken grafkelder te Delft, met de voor bereidingen tot ontvangst van het stoffelijk over schot van Z. K. H. prins Frederik. De kist zal geplaatst worden in de 6e nis, waarin reeds bijgezet zijn de lijken van de twee kinderen van den prins en dat van zijne gemalin. De prins zal rechts van zijne gade rusten. De eerste nis van den kelder is nog ledig; daarop volgt die, waarin prins en prinses Hendrik fusten; deze kisten zijn geheel onzichtbaar door VAK MARIE YON EBNER-ESCHENBACH. Nu stonden de pereboomen in hun volle kracht, de appel-en prnimeboomen spreidden hunne zwaarbeladen takken om zich heen en die sier lijke, slanke kersenboomen, wat hadden die in de laatste jaren gedragen! Zoo groot als noten en sappig als druiven, waren de vruchten geweest! Ja, de kersen in Wlastowits smaakten niet alleen aan kinderen. En de akkers in het rond in het voorjaar een groene, in den zomer een gouden zee, doch in den herfst een ware lust voor het oog van den landman! Nieuwe beloften, na ruime, rijke vervul ling Ja, die grond van WlastowitsGeploegd, geëgd, gerold, zoo netjes als het zorgvuldigst gekweekt bloemperk in een tuin, zoo geurig en welriekend als Spaansche snuif meu zou ze kunnen .opsnuiven, die aarde Lode wijk verslond al die heerlijkheden met zijne Blikken, en de rimpels op zijn voorhoofd werden de massa bloemen en kransen. Dit is ook het geval met het gewelf, waarin nevens de prinsen Maurits en Alexander, koningin Sophia en de kroonprins Willem rusten. Deze laatste lijkkist is de oenige die met het voeteinde in de nis is geplaatst. De kist toch van den prins van Oranje staat op rolletjes, 't geen op speciaal verlangen van den tegenwoordigen kroonprins aldus is ge schied, opdat hij, de kist vooruittrekkende, door het glazen deksel van tijd tot tijd nog een blik zou kunnen werpen op zijn beminden broeder. De prins Von Wied werd gisteren te Delft ver wacht tot bezichtiging van den koninklijken grafkelder. Ten hove zal aanstaanden Zondag een groot gala-diner plaats hebben door Z. M. den koning aangeboden aan de prinsen van den bloede, de vreemde vorsten, de afgevaardigden van vreemde hoven en legerkorpsen, die de plechtigheid van aanstaanden Vrijdag zuilen bijwonen, benevens aan de heeren van het gevolg dier vorsten, alsmede aan verschillende civiele en militaire autoriteiten. De erf-groothertog van Saksen, die als ver tegenwoordiger zijns vaders, den groothertog van Saksen-Weimar, schoonbroeder van onzen koning, deel zal uitmaken van den lijkstoet van wijlen prins Frederik, is gisteren in de residentie aangekomen. De erf-groothertog houdt verblijf op het paleis Buitenrust aan den Scheveningschen weg. Aan het hotel Paulez zijn gisteren afgestapt de tien hoofd- en verdere officieren vormende de deputatie van het Pruisische infanterie-regiment van Westphalen no. 15, welke herwaarts is afge vaardigd ter bijwoning van de begrafenis van den chef van het korps, kolonel-generaal der infanterie, prins Frederik der Nederlanden. Namens den prins Von Wied werden de offi cieren aan het station begroet en na aan den Dnitschen gezant te zijn voorgesteld, naar het hotel begeleid door den kolonel Barre. Ook de hoofden der verschillende gezantschap pen te 's Gravenhage komen achtereenvolgens in de residentie, ter bijwoning van de treurige plechtigheid. In de maand November a. zal door de ver schillende vrijmetselaarsloges in Nederland een rouwloge te 's Hage gehouden worden ter nage dachtenis van den overleden grootmeester nationaal. De heer C. V. Gerritsen, verkozen raadslid te Amersfoort, heeft vóór zijne installatie den burge meester kennis gegeven dat hij, als niet tot eenig kerkgenootschap behoorende, den ambtseed of belofte naar den eisch der gemeentewet niet kon afleggendoch dat hij zich zou voegen naar de beslissing van den burgemeester. Deze antwoordde, dat aangezien de verkozene geen Doopsgezinde of Israëliet was, hij niet anders dan den gebruike- lijken eed kon afleggen indien hij zitting wilde glad, de storm in zijn binnenste, bedaarde. Nog een korte strijd, nog éen poging om zijn toorn, zijn verontwaardiging, die hem dreigden te ontschie ten, vast te houden, en het was voorbij. „Waar is mijn broeder?" vroeg hij den eersten dien hij tegenkwam, en maakte zich de bekomen inlichting onmiddellijk ten nntte. Om twee uren kwamen de heeren, natuurlijk twistend, maar toch samen van het veld terug, en zetten zich aan tafel, 's Namiddags wijdden zij zich aan de opvoeding hunner honden en paarden, hielden inspectie over het goed, of een gedeelte ervan, en bespraken met den rentmeester Kurzmichel het dagwerk voor morgen. Deze dag werd besloten met een allerzwaarsten, met de grootste verbittering gevoerden strijd over gods dienstige, staatkundige of sociale vraagstukken. Zeer opgewonden zwoeren de broeders elkaar eeuwigen vijandschap en begaven zich te bed. Zóo was over 't algemeen de levenswijs der baronnen van Gemperlein, met uitzondering der veranderingen, welke de verschillende jaargetijden, de jacht, of bezoeken in de buurt erin brachten. Voor een oppervlakkig beschouwer mag zij niet zeer aanlokkelijk schijnen, maar wie er die per over nadacht moest toch toegeven dat zij ook haar aangename zijde had. De aangenaamste was het hooge aanzien, waarin de beide broeders bij hunne omgeving stonden. Mocht zich ook onder de achting, die men hun toedroeg, eenige nemen, terwijl hij overigens over de zaak niet in woordenwisseling kon treden. Do heer Gerritsen legde daarna de gevorderde eeden in handen van den voorzitter af, na de opmerking gemaakt te hebben dat hij in diens beslissing een zeer be twistbare uitlegging van art. 39 der gemeentewet en een inbreuk op art. 164 der grondwet zag. Het Handelsblad bevat thans een verslag van de vergadering der kamers van koophandel in Noord-Brabant en Limburg, te 's Hertogenbosch op den 12n dezer gehouden. Aangezien de vorige door ons opgenomen be richten daaromtrent niet volledig waren en het van belang is, deze uit het Zuiden opkomende protectie-beweging in haren oorsprong en ontwik keling te volgen, nemen wij uit dat verslag alsnog het volgende over. Het voorzitterschap werd bekleed door den heer Hutten, voorzitter der kamer van koophan del te Maastricht. Secretaris was de heer Pols, secretaris der kamer van 's Hertogenbosch. Tegenwoordig waren afgevaardigden der kamers van Maastricht, Venloo, Roermond, Tilburg, Breda, Oosterwijk, Waalwijk, Veghel, Helmond, Eindhoven en 's-Bosch, benevens het lid der 2e kamer mr. Bahlmann. De voorzitter zette het doel uiteen waarmede deze vergadering bijeengeroepen was, namelijk de regeering te verzoeken eene staatscommissie te benoemen, om te onderzoeken of, nu Duitschlanden Frankrijk door hooge invoerrechten voor de Nederlandsche nijverheid ontoegankelijk zijn ge maakt, tegenover dien onhondbaren toestand van onze zijde ook niet iets gedaan moet worden. De heer G. Bosch, afgevaardigde der kamer van 's Bosch, verklaarde te kunnen meegaan met het voorstel tot het houden eener enquête, doch zich niet met de premissen van den voorzitter te kunnen vereenigen. De kamer van 's Bosch heeft steeds het stelsel van vrijen handel gehuldigd en is, na overweging van hetgeen om haar heen ge schiedt, in deze hare overtuiging in geenen deele geschokt. Spreker gaf verder in overweging door den handel zeiven een enquête te doen instellen. Hierover hadden verschillende gedachtenwisse- lingen plaats en de meeste afgevaardigden ver klaarden dat zij het met de vraag door Maastricht gesteld volkomen eens en van oordeel zijn, dat eene staatscommissie beter in staat is een volledig onderzoek in te stellen. Het denkbeeld eener algemeene vergadering van alle kamera van koophandel en fabrieken vond echter meer ingang. Enkele kamers wilden recht op haar doel afgaan en als punt van uitgang nemen de noodzakelijkheid van een partieele wijziging van ons tarief, of wel de invoering van een reciprociteitsstelsel. Vanwege de Bossche kamer werd eohter daar- Vrees mengen, dat nam de waarde ervan niet weg. Het viel moeielijk te bepalen, wie van de heeren strenger voor zijne bedienden was. Zij verlangden veel, maar nooit iets onbillijks; zij waren vaak onverbiddelijk hardvochtig, maar zij eerbiedigden in den geringsten, ja zelfs in den onverbeterlijksten, den mensch. „Omdat ik hooger sta dan die arme duivel, en omdat ik in hem als mijn naaste mijn bescher meling moet zien," zei Frederik. „Omdat ik zijn gelijke ben," zei Lodewijk, „en zelfs in zijn verwrongen trekken mijn even beeld herken." „Gij, gauwdief," riep Frederik den verstok ten zondaar toe, „weet gij niet wat de wet ge biedt, hoort gij niet wat de dominé predikt Wacht maar, hier krijgt u de veldwachter en bier namaals stellig de hel te pakken De vermaningen van Lodewijk daarentegen luidden „Wanneer zult gij eindelijk leersn uzelf in toom te houden Wanneer zult gij, domkoppen, het eindelijk moede worden menschen te be talen, die u bewaken, opsluiten en somtijds zelfs ophangen? Beheerscht u zeiven, gij ezels, dan bespaart gij al het geld dat u thans de regeering kost." Dergelijke vermaningen bleven niet zonder ge volg, en de heeren schreven haar een veel grooter uitwerking toe dan ze hadden, terwijl zij, ondanks tegen gewaarschuwd in 't belang der zaak zelve, doordien men dan eene vergadering zal hebben uitsluitend van protectionisten. Het onderzoek dat moet worden ingesteld, mag in geen bepaalde richting geleid worden. Verder werd vanwege dezelfde kamer de be paalde verklaring afgelegd, dat zij verplicht zou zijn zich terug te trekken, wanneer de vergadering eene protectionistische strekking tot grondslag heeft. De heer Bosch sloot zich derhalve aan bij het voorstel, om een algemeene vergadering te honden van alle kamers van koophandel en fabrieken in Nederland: teneinde te overwegen of het in de gegeven omstandigheden wenschelijk is, dat wordt aangedrongen op de benoeming eener staatscom missie, die zal onderzoeken welken invloed de gewijzigde handelspolitiek der naburige rij ken heeft uitgeoefend op de Nederlandsche nijverheid. Dit voorstel werd na eenige discussie met alge meene stemmen aangenomen. Verder werd bepaald dat die vergadering zal worden gehouden te Utrecht, op 10 October aanstaande. De uitnoo- diging zal uitgaan van de kamers uit Noord- Brabant en Limburg. Op die vergadering zullen ook worden uitgenoodigd de vereenigingen van nijverheid en de provinciale maatschappijen van landbouw, terwijl genoemde vergadering ook voor de pers zal toegankelijk worden gesteld. Te IJzendijke, waar men op eene bevolking van even 3000 inwoners 78 personen vindt die den handel in sterken drank uitoefenen, bepaalde de gemeenteraad het vergunningsrecht voor den verkoop van spiritualiën op 25. De meeste drank elij ters dienden daarop een request in cm vermin dering van bedoeld recht en jl. Maandag bracht de raad het op ƒ12. Zouden door het eerste besluit waarschijnlijk drie vierde der tappergen verdwenen zijn; tenge volge van het laatste zullen nu de meeste in stand blijven. (G. Ct.) „De heer Otto van Hees, schrijft het Han delsblad, dien men in Indië als vice-president van den raad van Ned.-Indië, den bijnaam van „Koning Gtto" gaf, zal ongetwijfeld door 's konings beslissende keuze voortaan de lei ding der tweede kamer op zich nemen. Die bijnaam toont reeds dat hg voor dergelijke taak bg uitnemendheid geschikt is; hij zal de orde en de waardigheid in de kamer met kracht weten te handhaven en de redenaars binnen de grenzen van het te behandelen onderwerp weten te houden; Geeft, wat het eerste betreft, onze tweede kamer weinig moeite aan baren voorzitter, van het tweede kan dit niet gezegd worden. Aan den heer Van Hees zal het zeker niet liggen wanneer over langzaamheid der kamer geklaagd wordt, menige teleurstelling, alles wat zij het liefste wenschten ook voor het waarschijnlijkste hielden. Op die manier smaakten zij menig geluk dat eigenlijk niet bestond daar zij er in gedachten van genoten en er veel meer genoegen in hadden dan wanneer zij het in waarheid ondervonden hadden. De rijke phantasie, waarmede de natuuf hen begaafd had, ontwikkelde zich in het stille Wlastowits veel weliger dan in het gewoel der wereld het geval zou geweest zijn, en bezorgde hun een rijkdom van rein genot, dat alleen bespot en veracht wordt door hem, die niet in staat is het zichzelven te verschaffen. Het is bekend dat het leven hoe eentoniger des te gauwer voorbijgaat en eer de broeders het wisten, brak de dag aan, waarop Frederik kon zeggen: „ik zou wel eens willen weten of er ooit éen verstandig mensch geleefd heeft, die niet reeds de opmerking maakte dat de tijd eigenlijk zeer snel voorbijgaat." „Integendeel," zei Lodewijk, „deze waarheid is reeds zoo vaak uitgesproken, dat het er niets toe doet of zg nog eens uitgesproken wordt." „Zouden wij het gelooven wanneer wij het niet wisten," vervolgde Frederik, „dat het nu al tien jaren geleden is sedert wij Wlastowits be trokken hebben Lodewijk sloeg met de karwats het stof van zijné laarzen, legde de armen over elkaar en staarde weemoedig voor zich uit in het groeuj dat wj'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1