N®. 204.
1881.
Woensdag
31 Augustus.
Eyks-Mastingen,
Oprichting eener machinale
hroodhakkerij,
Marine en leger,
124® Jaargang!
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité tx. L. Daueb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
VEEMARKT TE MIDDELBURG.
Middelburg, 30 Augustus.
Benoemingen en besluiten.
LBIIRGSG
COURANT.
Donderdag den 1™ September 1881van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat bij hun besluit van heden aan den heer
A. Jeronimus en zijne rechtverkrijgenden, ver
gunning is verleend om perceel P. no. 77, op den
Korendijk alhier, in te richten tot eene machinale
broodbakkerij.
Middelburg, den 29 Augustus 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat by hem ontvangen en aan den ontvanger
der dir. belastingen ter invordering is verzonden
het door den provincialen inspecteur der direete
belastingen enz. te Middelburg, den 29en Augustus
1881, invorderbaar verklaarde kohier der perso-
neele belasting no 5 voor het dienstjaar 1881/82,
met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om
na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag
ten spoedigste het door hem verschuldigde te
kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren,
welke dienaangaande mochten bestaan binnen
drie maanden na heden behooren te worden
ingediend;
terwijl bij voorts de belastingplichtigen, die in
den loop des dienstjaars een perceel verlaten,
zonder daarin eenige roerende goederen of iemand
in hunnen dienst achter te laten, indaohtig maakt
op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op
de personeele belasting van den 9en April 1869
{Stil. no. 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 29en Augustus 1881.
De burgemeester voornoemd,
P I O K
Omtrent de nieuwe stoombootlijn op Londen,
waarvan wij in ons nommer van gisteren melding
hebben gemaakt, schrijft de Londensche corres
pondent der jV. Bott. Ct het volgende:
„De middelen van gemeenschap, tnsschen Enge
land en het vasteland, zijn in de laatste jaren op
de rensachtigste wijze vermeerderd, men denke
hierbij slechts aan de verrassend snelle toeneming
in het stoomverkeer tusschen Nederlandsche en
Engelsche havens. Waar zijn ze gebleven de
dagen, toen de oude Batavier schier de eenige
passagiersboot was van Holland op Londen va
rende? De Great- -Etosforn-spoorwegmaatschappi)
bezorgde ons de Harwichroutede stoomvaart
maatschappij Zeeland opende, in overleg met de
staatsspoorwegen en de London—Chatham Dover-
sp. maats., de lijn VlissingenQueenboro. Genoeg
concurrentie zou men meenen. Maar eer er vele
Weken verstreken zijn, zal toch een nieuwe me
dedinger in de Noordzee verschijnen, en wel een
zoodanige, die niet gering te schatten valt.
„Vele jaren geleden voerden de twee spoorweg
maatschappijen, wier lijnen van Londen naar Dover
loopen alzoo de South-Eastern en de London-
Chatham Dover een strijd op leven en dood.
Nadat de aandeelhouders van weerszijden veel
schade hadden geleden, sloten ze eindelijk vrede,
en gingen een overeenkomst aan, waarbij het
verkeer naar het vasteland voor gemeenschappe
lijke rekening werd ondernomen. Eenige jaren
werkte dit goedmaar toen de London—Chatham
Dover den dienst naar Vlissingen hielp orga-
niseeren, ging er van den kant der South-Eastern
een Indianengehnil op. Dat was, volgens haar,
een contract-verbrekingwaarop de London
Chatham Dover antwoordde, dat in de over
eenkomst enkel sprake was van het continentale
verkeer via Dover. Zij ging dus rustig met den
dienst Qneenlwro—Vlissingen voort.
„Toen de South-Eastern zag dat alle klachten
en protesten niet hielpen, besloot ze den strijd op
het terrein van haar oude mededingster over te
brengen. Daartoe droeg ze een wetsontwerp voor,
strekkende haar te machtigen een spoorweg te
bouwen van het station Higham, tusschen Gra-
vesend en Strood (Chatham), naar Grain, aan den
mond der Medway gelegen.
„Nu was het de beurt aan de London—Chatham
Dover om te jammerenen terecht, want de
bedoeling der South-Eastern was maar al te dui
delijk dezedoor het openen van een nieuwen
stoombootdienst op het vasteland, aan de lijn
QueenboroVlissingen zooveel mogelijk afbreuk
te doen, met andere woorden een belangrijk
gedeelte der verdiensten van haar concurrent in
den zak te steken.
„Grain toch ligt vlak tegenover Sheerness, gelijk
gezegd aan de uitmonding der Medway. Op den
oogenblik is het plaatsje nog onbeduidendmaar
zoodra de plannen der South-Eastern zijn verwe
zenlijkt, zal het een gevaarlijke concurrent voor
de overzijde worden. Voor zoover de lijn Higham
Grain, eu het bouwen van een havenhoofd te
Grain aangaat, heeft het parlement reeds zijn
goedkeuring gegeven, ondanks het natuurlijke,
hardnekkige verzet der bedreigde London-Chatham
ét Doveren beide naderen hun voltooiing met
rassche schreden. Het havenhoofd is 1400 voet
lang en, evenals te Queenboro', znllen de treinen
daarop loopen tot in de nabijheid der booten.
De South-Eastern heeft het plan laatstgenoemde
zoo groot en ruim mogelijk te doen bouwen, en
daartoe zal de haven te Grain op een laagwater-
diepte van twintig E. voeten worden gebracht.
Verder stelt de South-Eastern zich voor, vergnn-
ning te vragen tot het bouwen van flinke dokken,
magazijnen enz. enz., waarna de naam Grain zal
worden herdoopt in Port Victoria, geen onaardige
steek onder water voor Queeuboro
„De ministers van oorlog en marine zijn groote
voorstanders der nieuwe lijn en plannen. En geen
wonder I Port Victoria toch zal in rechtstreekscbe
verbinding staan met Woolwich, waardoor het op
en neervaren op de Teems van krijgsbehoeften
enz. enz., met het daarmede gepaard gaande
tijdverlies, vermeden zal kunnen worden. Ook
wordt Sheerness ettelijke mijlen dichter bij Londen
en Woolwich gebracht.
„Voor ons vaderland is het van belang te
weten, welken koers de groote stoombooten der
South-Eastern zullen zetten, zoodra ze Port Vic
toria hebben verlaten. Naar ik verneem, is
dienaangaande nog geen definitief besluit genomen.
De directie weifelt tusschen een Belgische en een
Hollandsche haven. Deze zou te Rotterdam
kunnen zijn. Maar betzij aan België of aan ons
land de voorkeur worde gegeven, zöoveel is zeker,
dat de eigenaars der bestaande routes in het
Kanaal en de Noordzee verstandig znllen handelen
zich ten strijde aan te gorden tegen den nieuwaten
concurrent, die eerstdaags in hun vaarwater zal
komen."
Men zal opmerken dat in bovenstaanden brief
een andere voorstelling van de zaak gegeven
wordt dan in ons aan Belgische bronnen ontleend
bericht van gisteren.
Volgens dit laatste zou de nieuwe lijn het ge
volg zijn van door de Belgisohe regeering aan de
Engelsche spoorwegmaatschappij gedane voorstellen
en zou het kiezen van een punt van aankomst
dicht by Londen de concurrentie der „Belgi
sche 1 y n" met de Zeeuwsche moeten bevorderen.
Volgens den briefschrijver der N. B. Ct. gaat
de zaak van eene Engelsche spoorwegmaatschappij
uit en zou zelfs nog niet beslist zyn of de haven
van afvaart in Nederland of in België gelegen
zal zijn.
Wat hiervan zij, het moet thans ieder in het
oog vallen hoe dringend noodig het is, door het
leggen van dubbel spoor, de lijn Vlissingen—
Rosendaal in de gelegenheid te stellen aan de
eiBchen van een vermeerderd vervoer het hoofd
te bieden.
Dubbel spoor is noodzakelijk, hetzij de maat
schappij Zeelandter wille der concurrentie, haar
dienst mocht uitbreiden, hetzy de concurreerende
maatschappij Vlissingen, als de naast bij ge
legene, veiligste en gemakkelijkst te bereiken
haven van het vasteland, tot punt van afvaart
verkieze.
De nieuwe gouverneur-generaal van Indië vindt
een uitbundigen lofredenaar in het Bataviaaseh
Handelsblad. Zijne eenvoudigste handelingen
worden opgehemeld en tot in de wolken verheven,
als 't eenigszins kan met een steek onder of boven
water aan 't adres van zijn voorganger.
Zoo vinden wij weder als een prijzenswaardig
voornemen van den heer 's Jacob aangekondigd,
dat hy voornemens was de parade op den ver
jaardag van H. M. de koningin te paard bij te
wonen.
„Daarmede, zegt het Bat. Hbl., komen de goede
tradities uit den tijd van den gouv.-generaal
Rochnssen weder in het leven. Wij verheugen er
ons over, daar het ons toeschijnt dat de landvoogd,
met aldns te handelen, een blijk van sympathie
geeft aan het leger, waarover hij opperbevelheb
ber is."
Daargelaten dat het eene zonderlinge sympathie
is, welke ervan afhangt of iemand op een paard
of in een rijtuig gezeten is, zal het Bat. Hbl. toch
niet ontkennen dat de landvoogdij over Ned.
Indië meer is eene burgerlijke dan eene militaire
waardigheid. De heeren Duymaer van Twist,
Pahud, Sloet, Mijer, Loudon en Van Lansberge,
die na den gouv.-gen. Rochnssen achtereenvolgens
te Buitenzorg gezeteld hebben, waren alle beter thuis
aan hun schrijftafel en in hun studeervertrek dan op
een paard. De tegenwoordige landvoogd is echter
ia zijn jeugd zeeofficier en later planter geweest.
Het ia een bekende karakterfrek van zeelui, dat
zij eene gelegenheid om boven op een paard te
klanteren niet gaarne ongebruikt laten, terwijl een
planter een belangrijk deel van zijn leven op een
paarderug doorbrengt. Wij twijfelen dus niet
of de heer 's Jacob zal zyn parade-rit er goed af
gebracht hebben; maar daarin alweder een reden
tot pluimstrykery te vinden, doet het „aanbidden
der opkomende zon" wat al te sterk in 't oog
loopen.
De heer E. W. Mus, bouwkundige te Zierikzee,
heeft het voornemen opgevat om daar ter stede
voor eigen rekening eene ambachtsschool op te
richten en stelt zioh ten doel daarop onderwijs
te doen geven in:
1° het bewerken van hout, of timmerwerk; 2°
metselwerk met bijbehooren; 3° bouwkundig
teekenen; 4° machine- en stoomwerktuigen; 5°
wis- en werktuigkunde; 6° modellen maken voor
de meest voorkomende werken; 7° teekenen van
bouwkundige ornamenten, en meer vakken.
De heer Mus heeft aan den raad vergunning
gevraagd om gedurende eenigen tijd gratis te
mogen gebruik maken van de voormalige teeken-
school by de Nieuwe kerk.
Een Engelsch heer, met twee dames, was Zondag
te 's Hage het voorwerp, waarmede een troep
straatjongens zich amuseerde. Een klacht, door
den vreemdeling daarover tot een agent in het
Bosch gericht, hielp hem weinig, daar de jongens
toen reeds waren afgetrokken. Toch hopen wij,
dat men zulke plageryen in 't vervolg zooveel
mogelijk zal tegengaan; maar aan de andere zyde
begrijpen wij ook niet waarom Engelschen ze zoo
dikwyis uitlokken door een belachelijke kleeding.
(Ead.)
Uit Oosterbeek wordt aan de Arnh. Ct. gemeld
dat Z. M. de koning 11. Vrijdag des middags 12
nren op het landgoed de Oorsprong aankwam en
aldaar ontvangen werd door den eigenaar, jhr. van
Borssele. Eerst bezocht Z. M. de Yalkeuiersbos-
schen, waar een schoon uitzicht is op de Betuwe;
daarna nam Z. M. met zyn gevolg deel aan een
dejeunêr op het huis, hem aangeboden door den
eigenaar. Te 2 uren maakte Z. M. een wandeling
door de schoone waterpartyente 3 uren werd
een tweede rytoer gemaakt door bosscben van
Wolfheeze van denzelfden eigenaar. By de Koude
Herberg nam Z. M. afscheid en vervolgde zijn
reis naar Arnhem. De menigte die zioh op ver
schillende plaatsen vereenigd had, werd minzaam
door Z. M. begroet. Dat Z. M. het landgoed zal
aankoopen, is niet bekend.
In de N. B. Ct wordt daarentegen gemeld dat
tot den koop reeds besloten en de prijs op
f 300.000 bepaald is.
Men herinnert zich de kloeke daad, onlangs
verricht door den heer De Clercq, die op een in
vollen gang zijnden spoortrein door het raam van
het portier uit zijn waggon klom en langs de
loopplanken den machinist bereikte, om dezen te
waarschuwen dat een der wagens ontspoord was.
De heer J. J. Wopkes Jz. deelt in het Hbl.
mede dat de heer De Clercq voorzitter en Tor-
Turner is der gymnastiek-vereeniging Bipperdè,
te Haarlem. Hy vindt daarin aanleiding om te
wyzen op het groote nut der gymnastiek, „welke
geenszins beoogt het doen van bravourstnkken,
maar eene harmonische ontwikkeling van alle
lichaamsdeelen, opdat het lichaam worde de
krachtvolle, behendige, te allen tijde gewillige
dienaar van den geest, en elk deel met vlugheid
en kracht volvoere wat het volvoeren moet. Zy
wekt zelfvertrouwen op, schenkt moed, maar
houdt tevens den moedige van overmoed terug?
Zij wil elkeen in staat stellen om zich en anderen
in beslissende oogenblikken te helpen."
De uitgever J. B. Wolters te Groningen, heeft
het prospectus verspreid van een werk, dat niet
alleen de aandacht zal trekken van de geschied
kundigen, maar ook van de vele Nederlanders,
wier voorvaderen zich, vooral in het stadhouder
lijk tydperk, hebben onderscheiden en invloed
gehad op den gang van zaken. Als tegenhanger
van bet Wapenboek van den Nederlandschen Adel
zal namelijk een Stam- en Wapenboek van aan-
zienlijke Nederlandsche familiën verschijnen, be
werkt door den beer A. A. Vorsterman van Oyen
te 's Hage. Het werk zal 100 platen elk met 6
wapens bevatten en de tekst zal de geslachtsre
gisters en de vermaagschapping der familiën geven,
met wetenswaardige byzonderheden en aauwyzing
van de bronnen waaraan die zyn ontleend.
De bij de Haagsche burgerij algemeen geachte
en beminde jhr. H. C. A, Verhueli, is gisteren,
zooals wij reeds gemeld hebben, alsdaar overleden.
Als gemeenteraadslid heeft hij veel voor 'sGraven-
hage gedaan, inzonderheid tot verfraaiing van de
stad, door aanleg van wandelparken, plant
soenen en waterpartijen, gedarende zyn toezicht
over de beplantingen. Den bekoorlijken aanleg
der Scheveningsche bosehjes heeft men voorna-
melyk aan hem te danken. Als huldeblijk voor al
hetgeen hij deed, richtte de gemeente voor Verhueli
dan ook in zyne geliefkoosde Scheveningsche
bosehjes een gedenkteeken op, in den vorm eener
marmeren rustbank.
Als deskundige werd hij indertijd door het rijk
geraadpleegd in zake de beplanting van het
Haagsche bosch; door zijn invloed wist hy het
roekeloos vellen van eeuwenheugende boomen
tegen te gaan.
Na volbrenging dezer taak benoemde de koning
hem tot ridder van den Nederlandsehen leeuw. Als
hulde aan zijn ijver en verdiensten bleef hy, na
zijne aftreding als raadslid, belast met het toe
zicht en beheer over de beplantingen. Zyn naam
zal in dankbaar aandenken blijven.
belastingen. Benoemd tot ontv. der dir. bel»
en ace. te Baard e.a. W. J. F. P. Lanting, ontv.
te Viymen e. te Loenen c. a. jhr. C. W. Stern,
thans ontv. te Epe c. a.te Nijmegen jhr. N. J.
Martini van Geffen, ontv. te Alkmaar.
poldekbebtübhn. Op verzoek, eervol ontslag
verleend aan F. B. de Coster, als pl. v. v. dijk
graaf van den Magdalenapolder.
Benoemd tot gezworen van den Kruispolder
P. J. Cappendijk.
hoogee onderwijs. Voor het tijdvak van 1
Sept. 1881 tot 31 Aug. 1882 zijn rijksbenrzen verleend
aan C. Winkler, student in degeneesk. te Leiden
B. W. C. Weijn, id. te Utrecht; S. Lijkles, id.
te Groningen; P. Versmeeten, student in de let
teren te GroningenH. J. André Douwes, student
in de godgeleerdh. te Groningen.
geneeskundige diensx. Benoemd tot paarden
arts 3e kl. bij het pers. van den gen. dienst by
de landmacht, de kweekeling by 'sryks veeartse-
nyschool J. van de Velde.
De milit. apotheker 2e kl. A. G. van der Land
wordt met 1 Sept. a. overgeplaatst van Den
Helder naar Vlissingen.
De off. van adm. lekl. F. F. Ai Frederikfy