Ingezonden Stukken.
Zeetijdingen.
Handelsberichten.
Beigische brieven.
Graanmarkten enz.
Prjjzen van Effecten*
President Garfield.
wichtig doel ons kan inboezemen. Zoo groot als
de belangstelling is, welke wij moeten koesteren
voor eenig gewichtig onderwerp van wetgeving,
nog grooter behoort die te zijn voor eene regeling,
welke het leven en de werkzaamheid raakt van
ons wetgevend lichaam, van die hooge vertegen
woordigende vergadering welke tot voorbeeld
gediend heeft voor alle parlementen der wereld
en die meer dan een hunner, misschien meer dan
sjj allen te zamen, gedaan heelt om by de geheele
beschaafde menschheid de zucht naar vryheid te
bevredigen en tevens het gezag van wet en orde
te handhaven."
Wij hebben deze woorden medegedeeld om te
doen zien dat Gladstone's antwoord niet is ge
weest eene onbeduidende gelegenheids-spetfcft, maar
eene wel overdachto aankondiging zijner plannen
voor het volgende jaar. „Dood aan de obstructio-
nisten l" is echter niet de eenige leuze, welke
men in deze woorden heeft te lezen; maar de
geheele wijze van werken van het parlement heeft,
naar veler gevoelen, hervorming noodig. Al mag
men verwachten dat, na het tot standbrengen der
landwet, althans de Iersche obstructionisten ge
durende eenigen tijd geen spaken in het wiel
znllen steken, toch biyven er beletselen genoeg
over en vooral is het parlement overkropt met
allerlei werk. Daarin verbetering te brengen is
een doel, dat zelfs eeu deel der conservatieven
toelacht, ofsshoon een ander deel der oppositie,
welke voor Gladstone's persoonlijk overwicht
beducht is en vreest dat hij de parlementaire
eritiek aan banden zal leggen, nu reeds begint
te betoogen dat, nu de hartstochtelijke Iersche
discussiën vooreen t van de baan zijn, er geen
reden bestaat om de „obstructie" te keer te gaan,
zoolang die althans niet opnieuw aan 't werk is
getogen.
Het Greenwich-diner is de gewone voorbode van
het einde der zittingen. Men denkt die den
27n dezer te sluiten. Daarna zal weder over
geheel Europa het tijdvak aanbreken waarin
geen enkele politieke vergadering zitting heeft,
waarin geen minister of staatsman een woord in
't openbaar spreekt en waarin de dagbladen van
alle landen zich moeten bezig houden met be
schouwingen over hetgeen achter den rug of met
voorspellingen omtrent hetgeen in aantocht is.
Tot beide geven de Fransche verkiezingen
ruimschoots stof. Den heeren Floquet enLockroy
is in het 11e arrondissement hetzelfde overkomen
wat Gambetta in Belleville ondervonden heeft. Zij
zijn uitgefloten, uitgejouwd en overschreeuwden
toen Lockroy zich, te midden van het tumult, een
weinig ongerust toondewerd hij goedhartig ge
rustgesteld met de woorden: „Wees niet bang;
ge zijt hier in 't midden van goede collectivisten."
Of dit hem echter zijne bezorgdheid heeft ont
nomen, wordt niet gemeld. Communist of collec
tivist, het maakt niet veel verschil en bet is al
even gevaarlijk om zich, als het voorwerp van
hun afkeer, „in hun midden" te bevinden.
Vrij grappig is intusschen de houding van die
democratische dagbladen en republikeinen, die
vroeger geen woorden genoeg konden vinden om
„de majesteit van het volk" te verheerlijken, en
nn genoodzaakt zijn om hoogstdezelve majesteit
voor een ongelikten beer en een troep bandieten
nit te maken. Men heeft gisteren reeds knnnen
lezen dat het spektakel van Belleville aan eenige
honderden levenmakers, Bonapartisten, clericalen,
overzoeniyken en ontslagen misdadigers wordt
toegeschreven. Indien dat waar is, is het voor
't minst zonderling, dat al de tienduizend „goed-
gezinden" zich door deze handvol de wet hebben
laten voorschrijven. Het „radicale comité in het
20e arrondissement," anders gezegd het Gambetta
comité, heeft in Belleville een plakkaat doen
verspreiden, waarin het heet:
«Een handvol ellendelingen, wier afkomst niemand
weet, zullen er niet in slagen het algemeen stemreoht te
ichandvlekken, de rechten der burgers in de waagschaal
te stellen en een barbaarsch tumult in de plaats der vrije
gedachtenwisseling te doeh treden. Wij zijn nog vrij in
't uitbrengen onzer stem en geen republikein, die dezen
naam waardig ia, zal nalaten op den 21en dezer, door op
Gambetta te stemmen, voor het recht van vergadering en
tegèn de verkorting der vrijheid van spreken op te komen*
Het 20e arrondissement heeft niet tot hiertoe in de voor
hoede der democratie gestaan, om zich zonder tegenstand
te Onderwerpen aan de lafhartige aanslagen van gemeen
volk zonder eer Of vaderland."
Heftig genoegEen aristocraat van den ouden
stempel zou met niet meer minachting over zyne
tegenstanders knnnen spreken. Zeker is het niet
onmogelflk, dat by wijze van terugwerking op
het inderdaad onwaardige tumult vsn Belleville,
de herkiezing van Gambetta met een buitenge
wone meerderheid verkregen wordt. Maar hoe
billijk ook de verontwaardiging der heeren radi
calen zy, een weinig gematigdheid voor de eer
zame eitoyens in pet en kiel, dien zy zoo vaak
honing om den mond gesmeerd hebben, ware toch
wel het minst dat men van hen zou mogen ver
langen.
Het grappigst is de radicale Bappil. Uit dezen
lien wij dat do heer Lockroy niet alleen uitge
scholden en uitgejouwd, maar dat hij door de
„goede collectivisten" op den grond geworpen,
geslagen en slechts met moeite door de commis
sarissen ontzet is. Daarna heeft men de twee
eandidaten in triomf over den Boulevard rondge
dragen.
t>e Bappel verhaalt dit alles natuurlijk met
verontwaardiging. Daarna laat hij volgen: „Dat
is nu 't gevolg van men raadt nooit wat,
van het serutin d! arrondissement! Laat
ons hopeu dat het de laatste maal is dat men er
ons op trakteert."
O politieke kwakzalvery, uw vaderland is het
schoone Frankrijk en de oogendienaars van het
volk zijn uwe profeten!
Ten slotte een nieuwtje, dat wy onze lezers
verzoeken tot de voorafgaande apostrophe in
geenerlei verband te brengen. De sultan van
Turkije, zoo wordt uit Konstantinopel geseind,
toont de levendigste belangstelling in het werk
der heeren Bourke en Valfrey, betreffende de
regeling met de Turksehe schuldeischers. De
notulen van iedere zitting der financieele com
missie moeten onverwyld onder de oogen van den
Grooten Heer gebracht worden. Ook wil hij de
beide heeren in particuliere audiëntie ontvangen.
„De twee Dnitsche leden der commissie, meldt
het telegram, zijn reeds druk aan 'twerk der
voorbereiding en de geheele zaak wordt in 't al
gemeen met een drukte en ijver behandeld,
welke geen twyfel toelaat aan de goede voorne
mens der regeering."
Mooier kan 't niet. Jammer dat er zulke onaan
gename spreekwoorden omtrent „goede voorne
mens" in de wereld zyn.
Washington, 17 Augustus. Het bulletin van
heden avond halt zeven zegt: De president is
nog beter dan heden ochtend. Hij heeft gedu
rende den dag niet gebraakt. De maag behoudt
het door inspuiting daarin gebrachte voedsel, alsook
het vleeschextract met water, dat de lijder op de
gewone wijze door slikken inneemt. Met de wond
gaat het voortdurend goed. Pols 112, temperatuur
98.08, ademhaling 18.
Washington, 18 Augustus (2 uren des ochtends).
De president slaapt, en de bedienden hebben
sedert half elf de geneesheeren niet behoeven te
roepen. Terwijl men hem gisteren vleeschextract
gaf, openbaarden zioh kenteekenen van slapheid
van de maag. De poging werd opgegeven; men
zal die hervatten, maar zy wordt met groote
bezorgdheid tegemoet gezien.
Brussel, 18 Augustus.
Sedert het oogenblik dat onze Salon dit jaar
geopend is, wordt men letterlijk doof van het
alarm dat opgaat tegen de menigte ten toon ge
stelde „naaktheden."
(Cachez, cachez ce sein que je ne saurais voir)
is het refrein dat men van alle kanten hoort.
Toegevende dat er in al dit rumoer een deel
schijnheiligheid en een ander deel zedigheid op
kommando schuilt, erken ik dat sommige personen
in gemoede verontwaardigd zijn over hetgeen hun
te zien gegeven wordt. Op 't gevaar af van iets
te zeggen dat hun zeer verbazen zal, moet ik hun
verzekeren dat hun verontwaardiging den ver
keerden kant uitgaat. Er zyn losbandigheden op
den Salon te vinden, welke de jury te lichtvaar
dig heeft toegelaten en waar men zich met recht
tegen zou kuanen verzetten; maar ze zijn niet
daar waar vele verontwaardigde eerlijke leden ze
zoeken.
De ware kunst is nooit onknisch. Zij verheft
en heiligt wat zy aanraakt. De bandelooze grap.
pen van een Rabelais, de pittige uitvallen van een
La Fontaine, een Molière, zijn zelfs niet bij vlek
ken in de zon te vergelyken. Ze hebben hun
redenen, of worden verontschuldigd door de zeden
van den tijd waarin ze geschreven werden.
„Ieder jaar, - zei Goethe, de koning der kunst
rechters, lees ik een stuk van Molière, even als ik
van tijd tot tijd eenige gravures naar Italiaansche
meesters bezie." Nu hebben Titiaan, Raphael,
Garavaggio, even goed als Rubens, het naakt met
eene niet twijfelachtige voorliefde behandeld. Zy
hadden daarvoor vele goede redenen, maar de
voornaamste was deze, dat zonder grondige stndie
van het naakt geen meester in de schilder- of de
beeldhouwkunst gevormd wordt. Het naakt is
de alpha en de omega der groote knnst.
„Ieder wysgeerig stelsel, heeft Renan gezegd
naar aanleiding eeuer schilderij van Ary Scheffer,
is onvolkomen, dewyl het de oneindigheid binnen
zekere grenzen Zoekt te brengen. Alleen de knnst
heeft geene grenzen." Wachten Wij ons dan, de
bloemen der verbeelding, de scheppingen van het
genie te willen wegen met de weegschaal van het
koele verstand. Alleen die werken zyn af te
kenren, welke eene onzedelijke bedoeling Lebben,
Eu wat de kunstenaars betreft die zich aan het
naakt wagen zonder er bekwaam toe te zijn, deze
worden genoeg gestraft, want zij maken zioh be
lachelijk.
De Baigneuse van De Kegel behoort niet tot de
werken dezer soort. De schilder heeft bekwaamheid
genoeg, maar hij is niet gelukkig in de kens
van zijn model. Geheel anders zyn de Baigneuses
van Benner. Hier kan men zeggen dat het naakt
omslnierd wordt door de knische hand van den
meester. Teekening, modelleering, stand, alles is
zoo rein van stijl, dat dit werk, indien de achter
grond wat minder grauw was, den prys zou
betwisten aan de Magdalena van Jules Lefebvrè,
welke aan die van Correggio denken doet, zonder
haar nochtans te evenaren.
De Dood van Agrippina, van J. A. Rixens, is
een laatste bewijs voor mijne stelling. Men kent
de geschiedenis. De moeder van Nero, aan een
eersten moord-aanslag ontkomen, door hare volge
lingen in haar keizerlijk vertrek alleen gelaten,
ziet de nieuwe moordenaars naderen. Zij heeft
zich opgericht en tracht te vluchten, maar het is
te laat. Op dit oogenblik werpt zij, met eene
beweging van alles trotseerende schaamteloosheid,
haar opperkleed af. „Het is niet mogelijk, zegt
zij, dat Nero u gezonden heeft. Ziehier den schoot
waaruit hy geboren werd. Stoot toe, zoo gij
durft. Feri ventrem
De schilder heeft dit moeilijke en gevaarlijke
onderwerp met groote stoutmoedigheid aangevat
en het bewyst voor de macht der knnst, dat de
dramatische kracht van dit tafereel den toe
schouwer volkomen beheersobt en hem voor alle
andere aandoeningen onvatbaar maakt.
Deze schildery is, met de Canossa van Cluy-
senaer, welke men voor de tweede maal ten
toon stelt, de eenige waardige vertegenwoor
digster van een kunstvorm die, in België althans,
op den achtergrond raakt. Zoo min Sliogeneyer,
die te Brussel dezelfde werken ingezonden heeft
als te Gent, als Gérard of Brozik, met zijn Co-
lumbus en zyn Feest bij Bubens, kuanen op den
naam van historieschilders aanspraak maken. Hun
werken getuigen van eene nauwgezette studie
der kleederdrachten en personen van het tydvak
dat zy behandelenzy schilderen machtig mooi
de stoffen, de wapenen, al het bijwerkmaar het
leven, de eenheid, de gedachte, ontbreken.
De Nederlandsche schilders hebben het bij het
rechte eindzy schilderen wat zij zien. Men is
gelukkig teruggekomen van de meening dat de
kleederdraoht van onzen tyd zich niet tot schil
deren leent. Waartoe altijd dat putten nit den
uitdragerswinkel der middeleeuwen? Men heeft
slechts een blik te werpen op het prachtige doek
van Bastien Lepage, Het hooien, om in te zien
dat de kleederen er niets toe doen en een geopend
oog voor de poëzie der werkelykheid voldoende
is om alle oude boeken eu rariteiten-kasten te
kunuen missen. Het stuk van Lepage stelt een
maaier voor, die in het veld in slaap is gevallen
naast zijne helpster. Deze is klaar wakker,
ademt met volle teugen den geur van het ge
sneden hooi in en ziet met wyd geopende oogen
in de ruimte.
In Nederland zon dit stuk nog meer opgang
maken dau in België, want de Hollandsche schil
ders hebben te allen tyde uit de werkelijkheid
geput en de voorkeur gegeven aan eenvoudige
onderwerpen boven alles wat een letterkundig of
tooneelmatig karakter draagt.
Er is een lange tyd toe noodig geweest om de
Fransche en Belgische meesters te doen inzien,
dat het schoonste onderwerp voor den knnstenaar
is het wedergeven van datgene wat hij onder zyne
oogen heeft, door zijne kunst geschikt, geordend
en in 't licht gesteld.
In de Vlissingsehe Courant van Donderdag 18
dezer, beveelt „een Vlissingsch kiezer" den heer
De Jager als lid van den gemeenteraad aan.
Wat de schryver van dat uitmuntend gestelde
artikeltje bedoelt, is mij een raadsel.
Wil hy slechts stemmen verbrokkelen van de
liberale partij en daardoor den anti-revolutionairen
het veld ruimer maken
Hy scharrelt met uitdrukkingen als „geboren
Vlissinger" en „eigen hulp", die niet kunnen
slaan op den candidaat van Plicht en Beeht.
Maar, wat wil hij dan toch
Als eene overigens niet kwade moeder niet in
staat is zelve hare huishouding te besturen, zou
dan zoo'n huishouden er zooveel by verliezen
als eene flinke huishoudster de taak van die
moeder overnam
Men veeht tegen „vreemdelingen" en „niet ge
boren Vlissingers"maar waarom? Zijn ook
deze geen leden van de gemeente? Dragen zij
niet evenzeer hare zware lasten, en helpen zij
die den ond-Vlissingers niet verlichten Is hun
blik niet vaak ruimer, en de ondervinding die
zij elders, of in hun eigen administratieven werk
kring hebben opgedaan, voor eene gemeente als
Vlissingen niet van grooter waarde, dan die van
een gewonen winkelier of werkbaas Zyn ze
niet minstens even ontwikkeld en veel onafhan
kelijker, omdat ze niet verplicht zijn, iemand naar
de oogen te zien?
Of zou 't het algemeen belang schaden, als ze
met de byzondere belangen miuder nauwkeurig
bekend zijnde, deze niet op den voorgrond stelden?
Dwaal ik, dan wensch ik den „Vlissingsohen
kiezer'' veel succes met zyn door eerlijkheid en
vlijt uitmuntenden candidaat, hoeWel ik voor mij
zwaardere eischen zou stellen voor heu, die de
belangen moeten vertegenwoordigen van eene
stad, welker toekomst, by een verstandig en
verlicht beheer, nog niet zoo hopeloos is als
menigeen het wel doet voorkomen.
een geboren vlissinger.
Vlissingen, 19 Aug. Naar zee vertrokken
de Engelsche bark Janegezagv. Watson, naar
New-Castle.
Gent, 19 Aug. Roode en witte tarwe ad 100
kilo fr. 29.rogge fr. 21.50; gerst fr.
haver fr. 20.— boekweit fr 17.50; paarden-
boonen fr, 17.50; koolzaad fr. 34.— lynzaad
fr. 34.—lynkoeken fr. 25.50koolzaadkoeken
fr. 19.50; boter fr. 3.— per kilogram; eieren
fr. 2.25 per 26 stuks.
Vlissingen, 19 Aug. Boter per kilogram f 1.45
a 1.38. Eieren f 4.40 per 104 stuks.
Amsterdam, 19 Aug. Raapolie op 6 weken
f 341. Lynolie 30.
Amsterdam.
18 19
STAATSLEBNINGEN. Aug. Aug.
NederL Cert.N. W. Sch. 2* pot. 681 68ft
dito dito dito. 3 82} 82}
dito dito dito. 4 103} 1031
dito Obl. 1878 f 1000. 4 103} 1031
BSelgië. Certificaten2}
Frankrijk. Origin. Inschr. 3 79
Hongarije. Obl. Leening
1867 fl. 1205 i 961
dito Goudleenning5 84} 84}
dito dito fl. 500 6 101} 101
Italië. Cert. Adm. Amsterd. E 87
Oostenrjjk. Obl. Mei-Nov. 66&
dito Febr.-Aug. 66}
dito Jan.-Juli. 5 67} 67}
dito April Oct. 5 66}f 67
dito dito Goud 4 80} 80f
Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 79
Portng.Obl.Btl. 1853/1869. 3 53& 53}
dito dito 1876. 6 103& 103}
dito dito 6e Ser. 1878 £100 6 103}
Rusland. Obl. Hope C.
1793/1815 5 99} 99}
Cert Inschr. 5* Serie 1854. 5 59} 59}
dito dito 6" 1855. 5 83 82}
Obligatiën 1862 5
dito 1864/10005 97} 96}
dito 1864 100.5 93}
dito 1877 dito5 93} 93}
dito Oostersche 1* serie. 5 58} 58}
dito dito 25 58} 58}
dito dito 3" B 58} 58&
dito 1872 gecons. dito. 5 90} 90}
dito 1873 gecons. dito. 5 91} 91f
dito 1850 1" Leening dito. 4} 91}
dito 1860 2' Leening dito. 4} 86} 86}
dito 1875 gecons. dito 4} 81} 81}
dito 1880 gecons. dito4 72} 72}
Cert. Hope C° 1840 4 63
dito 2", 3" 4" Leen. 1842/44. 4
Obligatie Leening 1867/69. 4 79 79}
dito dito 1859 3
Cert. van Bank-Assign. 6 40
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 #27} 27}
dito dito 1876 2 45
dito Binnenl. Es. 5000-100001 25}} 25}
dito dito 1876 2 41}
Turkije. Obl.Alg. Sch. 1865 5 17} 17}
dito dito 1869 6 16} 16}
Egypte. Obl. Leening 1876 4 78} 78}
dito dito 1876 5 98} 98}
Vereen. Staten. Obl. 1877 4
dito dito 1876 4}
dito dito 1871 5
dito dito 1864 6
Rrazilië. Obl. Londen 1865 5 101}
dito Leening 1875 5 101}
dito 1863 100 4}
INDUSTRIEELS EN ÏINANCIEKL*
ONDERNEMINGEN.
Stfederl. Afr. Hand.-V. aand. pet. 216}
Ned. Hand.-Maatsch. aand
rescontre5 114} 114&
Ned. Ind. Handelsb. Aand. 115
Stoomvaartm. Java Obl. .5
dito Zeeland Aand,
dito Obl - 5
dito gegarand. dito. 4}
Duitschland. Cert. Rijks
bank Adm. Amsterdam.
Ooitenrjjk. Aand. O. H. B.
SPOORWEG-LEEHINGEN.
Nederland. Holl. IJz. Spw.
Obl. 18715 109}
dito Maats, tot Expl. van
St.-Spw. Aand. t l?.
Ned. Centr sp. Aand f 250. 45} 45}
dito gestemp. Obl. f 23573} 73}
Ned. Ind. Spoorw. Aand. 145
Ned.Ryn-spw.volget.Aand.
N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp.
1875/80
fflongar jjc. Theiss. Spoorw.
Aand. fl. 200 5
dito dito Obl. -5 87} 88
Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 53} 53}
Oostenrijk. F, O. Sp. Obl.
Polen. Wars.-Bromb.Aa,nd. 54}
Warscbau-WeenCn dito. 81 81
Rusland. Gr. Sp.-Maats.
Aand5 134} 133}
dito Hypoth. Obligatiën. 4} 94 95
dito dito dito 4 -
Baltische Spoorweg Aand. 3 57} 57^
Chark.-Azow Oblig. 100. 5 91}
Jelez-Griasi dito5 88}
Jelez-Orel dito f 1000. 5
Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100 5 86
Losowo-Sewastopol f 1000. 5 -
Morschansk-Sysran. Aand. 5 72} 72}
Mosk.-Jaroslaw Obl. £100. 5 100} 100}
Mosk.-Kursk dito dito 6
Mosk.-Smol. dito dito .5
Orel-Vitebsk Obl. dito 5 91}
Poti-Tiflis dito f 1000. 5 91}
Riaschk-Wiasm Aand. 5 72} <2|
Zuid West spoorw.-Maats. 5 M» tm»
Amerika. Cent. Pac. Obl. 6 115}
dito California Oregon dito. 6 iw
Chic. N.-W. Cert. Aand.
dito dito 1* hyp. Cert 1000. 7
dito Mad. Ext. Obl. io,
ditoMenomoneeD". 500-1000 7 121}
dito N.-W. Union. dito. 7 118}
dito Wiuoua St, Peter dito. 1 i 3