Gemengds Berichten. - „Neen Frank alles is uit tusschen ons, nu en joor altijd, Ik dank u voor uwe goede bedoeling, Benoemingen en besluiten. Onderwas. Breskens, 17 Augustus. Het vergelijkend examen voor hoofd der school alhier is heden geëindigd. Marine en leger, Rechtszaken, In de jongste vergadering der afdeeling stelling, bij eene tweede, met eeuigszins vermin derde prijzen, slechts f 1253. Toen was de sohouwburg stampvol. De impreeario van Sarah heeft haar persoonlijk 2500 fr. voor elke voor stelling, benevens een tantième van de geheele opbrengst te betalen, terwijl haar gezelschap uit 22 personen, meest goede krachten, bestaat. Het is dus vrij natuurlijk dat het bestuur eener Bocieteit, dat betalen kan wat het groote publiek niet betalen wil, voor zijne leden dit buitengewoon kunstgenot koopt. De statuten van de vereeniging Willem Barents gevestigd te Amsterdam, zijn in de Staatscourant opgenomen. Het doel dier vereeniging is het instellen van een onderzoek naar de ijstoestanden in het bekken van de IJszee, het doen van wetenschappelijke waarnemingen, verbetering te brengen in de chartographie der bezochte streken, het voorbe reiden van handelsbetrekkingen tusschen Neder land en de Poolstreken en het oefenen der zeelieden op moeilijke en gevaarvolle tochten. Met 1 October a. is er gelegenheid tot plaatsing van 12 leerlingen aan de rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam. Die leerlingen ge nieten van het rijk huisvesting, voeding, verple ging en onderwijs gedurende twee jaTen. Voor de vereischten tot toelating en nadere inlichtingen verwijzen wij naar de St.-Ct. Als scheidsrechters voor de beoordeeling der aanstaande herfst-manoeuvres in Gelderland en Overijsel waren aanvankelijk benoemd de luit. kolonels baron Taets en Schneider. Men is echter aan het ministerie van oorlog later gaan bedenken dat, volgens het reglement op het houden van groote manoeuvres, de scheidsrechters ouder in rang moeten zijn dan de bevelhebbers der troepen. Daarom zijn nu als zoodanig benoemd de kolonels Van Bel, van de grenadiers en List, van de huzaren. Wanneer het ministerie zulke flaters begaat, kan het moeilijk van zijn onderhoorigen verlangen dat zij onberispelijk op het punt van reglementen- kennis zijn. Zooals in ons nommer van gisteren reeds gemeld werd, is door het bestuur der Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam eene vergadering van Turksehe fondsenhouders gehouden, tot het beramen van maatregelen voor de vertegenwoor diging hunner belangen bij eene mogelijke regeling der Turksehe staatsschuld. De voorzitter der vereeniging deed mededeeling van hetgeen tot dusver in deze aangelegenheid door haar verricht is. Zij heeft van 1875 af, toen by het staken der rentebelasting van Franscheen Engelsche zijde de pogingen tot het treffen eener regeling aangevangen zijn, steeds moeite aange wend om hetzij den Nederlandschen gezant te Konstantinopel, hetzy den consul-generaal te Tripoli met de vertegenwoordiging der Nederland- sche belangen te belasten. De Turksehe regeering wilde hier echter niet van weten, dewijl zij alle diplomatieke tusschonkemst in de regeling harer financiën wilde buitensluiten. Toen werd aan de vereeniging, uit Londen, het voorstel gedaan den heert Robert Bourke, die voor de Engelsche fondsenhouders zou optreden, tevens het mandaat op te dragen van vertegenwoordiger der Neder- landsehe belangen. Het bestuur meende dit aanzoek niet te moeten afwijzen. Nadat eenige inlichtingen waren gevraagd en gegeven, werd de volgende motie bij acclamatie aangenomen. „De vergadering van Nederlandsche houders van Tnrksche fondsen verklaart den heer Robert Bourke, lid van het Britsche parlement, te benoemen tot hun oflicieelen vertegenwoordiger, om hunne be- Overweldigd door bare aandoeningen, die zij trachtte te onderdrukken, leunde zij uitgeput en bleek achterover. Frank nam haar hand in de zijne en drukte haar innig. „Misschien wordt het nog beter, lieveling", zei hjj met een zacht. „Gij zijt meer een engel dan een vrouw. Tegen zulk een overtuiging durf ik niet redeneeren. Maar wanneer gjj, als uw ge zondheid terugkeert, anders over mij denkt, zend dan om mij, dan kom ik dadelijk. Ik verlaat mij geheel op uwe beslissing. Wanneer het u geluk kig maakt en gij op mijn belofte vertrouwt om alles te doen wat iu mijn vermogen is, om u voor leed te bewaren, zal ik het gaarne op mij nemeD. Maar indien gij de toekomst met angst tegemoet gaat en met meer rust kunt vertrouwen op de liefde die n nu omringt, het zij zoo dan zal ik trachten mij te onderwerpen." Jessie had wel beschouwd gelijk en ik kwam geheel terug van de ongunstige meening die ik van Frank had opgevat, toen ik die flinke, man nelijke en toch weemoedige woorden hoorde. Ik zag dat hij in zijn hart de voorgenomen verbin tenis nu geheel anders beschouwde, maar toch was hy bereid, als zij het wensehte, zijn woord gestand te doen en het teedere bloempje zooveel in zijn vermogen was te beschermen. Blanche begreep hem ook volkomen. langen te behartigen bij de onderhandelingen te Konstantinopel, door hem in overleg met den heer Valfrey, vertegenwoordiger der Fransche obligatiehouders, met de Tnrksche regeering te voeren over een regeling van hare schulden." Men schrijft ons uit Den Haag De politiek slaapt en ook het gezellige leven houdt, in dezen reis- en vaeantietijd, zijn zomer- siesta. Niet alzoo het leven in de kunstwereld. Gedurende de zomermaanden geeft de residentie, althans op 't gebied der beeldende kunst, haren badgasten en touristen meer te zien dan iu eenig ander jaargetijde. Sedert eenige dagen is in de Academie van beel dende kunsten op de Prinsengracht, weder eene ver zameling teekeningen in waterverf ten toongesteld, welke met recht klein maar rein genoemd mag wor den. Een honderdtal stukken telt zijbq na ieder eene oplettende beschouwing o verwaardig. Het is dus geen geringschatting der uitnemende vaderlandsche kunstwerken welke hier verzameld zijn, wanneer ik bij voorkeur eerst op eenige van vreemde hei komst de aandacht vestig. Ze geven iets nieuws te zien en hoewel het schoone altijd nieuw blijft, heeft de nieuwheid dit op hare hooger staande zuster voor, dat zij den kroniekschrij ver eerder aanlei ding geeft om iets over haar te zeggen. Boven aan den catalogus staat de naam van Alma Tadema. Dit is, in eene alfabetische naam lijst, zijn recht par droit de naissance. Maar het komt hem ook toe par droit de conquéte. Hier althans, in deze verzameling van zeer verdienste lijke werken, staan de twee miniatnur-stukjes van zijne hand boven aan. Wie nit gravures zijner beroemde stukken, onzen Londenschen land genoot mocht houden voor een koelen geleerde, bij wien de oudheidkundige liethebberij het kunstenaars vuur onderdrukt, kau hem ia deze twee leeveu kennen als een zeldzaam overtroffen meester over kleuren en lijnen. Miniaturen zijn het. Zoo klein, dat ge het eene met de palm uwer eene hand, het andere met beide palmen gemakkelijk bedekken knnt. Maar verdiep u in de beschouwing ervan, en na eenige oogen blikken zal, op die beschilderde oppervlakte van eenige vierkante duimen, uw oog eene wereld ontsloten zien. Het kleinste gnnt ons een blik in het familie leven van den kunstenaar. Een jonge Romeinsche vrouw omarmt een knaap, die vroolijk lachend tot haar opziet. Een borstbeeld, met ernstige en vriendelijke gelaatstrekken, op een lagen marmeren muur geplaatst, is ais zwijgende derde by de ontmoeting tegenwoordig. Op het voetstuk van het borstbeeld staat het opschrift: Lourens Alma Tadema, op. 223. De heldere Italiaansche hemel welft zich boven het tafereel; de blauwe Middellandsche zee schittert over het muurtje heen. In de trekken der vrouw herkent men Tadema's echtgenoote, in die van den knaap zijn zoontje, in het borstbeeld hemzelven, zooals hij ze op menig zyner beroemde doeken heeft afge beeld. Er ligt in de innigheid der omarming, in de zwijgende tegenwoordigheid van den man en vader, in de geheele zonnige omgeving, zulk een warm en diep gevoel, dat het moeite kost van dit heerlgke stukje te scheiden. Het behoort in eigendom aan Tadema's kunstbroeder Mesdag. Toch staat het andere, waarvan de Londeosche Vereeniging van schilders in waterverf de geluk kige bezitster is, in conceptie mogelijk hooger. Een zeer jong meisje, in profiel gezieD, houdt in beide handen een bronzen doos, welke mis schien de zee, waarin zij zich baadde, aan het strand heeft gespoeld. Op de doos is een sfinx gebeeldhouwd. Weder de heldere hemel en de blauwe zee, door blinkend schuim gemarmerd, tot achtergrond. Welk een kleurenpracht aan dit tafereeltje besteed is, is bgna niet te beschry ven. De haren van het jonge meisje zyn van een vurig rood, door een krans van blauwe seringen te zamen gehouden, en zoo forsch gepenseelddat ze mis schien te ruw knnnen schijnon aan wie de zware, paardehaar-achtige haardosch der Zuidelijke en Oostersche vrouwen niet uit eigen aanschouwing bekend is. Het warme, bloeiende leven tintelt in het roodachtig blank der hals en der armeD, die den oubedekten boezem bijna geheel aan het oog onttrekken. Het koper brons en de scherpe lijnen maar ik kan dat offer niet aannemen. Verlaat mij nu, maar bedenk dat wij, wat er ook gebeu ren moge, altijd goede, trouwe vrienden yoor elkaar zullen zijn." Blanche keerde haar hoofd naar den wand en sprak niet meer. Terwijl Marguêrite naar haar toeging, nam ik Frank mede. Hij verzette zich niet, maar ik kon toch zien dat hij slechts schoor voetend den droom zijner jonge liefde opgaf, hoewel overtuigd dat het niet anders kon. {Wafdü vervolgd,) van de sfinx zijn met bedriegelijke juistheid weergegeven. Peinzend rusten op het raadselachtige beeld de door lange wimpers overschaduwde oogen der maagd. Pandora heeft de meester het stukje betiteld. Of hij misschien, met de oneindig machtiger tinten van zijn palet, op zijn manier, het bleekere beeld heeft willen geven, door Long fellow in zijn Maidenhood geteekend Thou whose looks outshine the sun, Golden tresses, wreathed in one, Standing, with reluctant feet, Where the hrook and river meet, Womanhood and childhood fleet! Zulke herinneringen en vergelijkingen, die het werk van den eenjn denkenden kunstenaar aan dat van den ander opwekt, zyn ware verlusti gingen voor den tot dergelijke verrassingen be kwamen beschouwer. Spoeden wij ons nu naar een stuk van een anderen buitenlander met een Nederlandschen naam. De heer Martens heeft twee tafereeltjes uit Venetie gezonden, waarvan het eene wat hoog hangt om goed gezien te worden. Het andere is een waar juweel. Het is een lange, smalle teekening, een hoekje in een der „straten" van Venetie. Men weet echter dat de straten der dogen-stad uit water bestaan. Een kinder-scheepje drijft op den groenen plas en heeft de aandacht getrokken van een blond meiBje, dat in de armen zijner moeder, uit een venster liggende, nit de hoogte lachend op het drijvende speelgoed wijst. Het „bijwerk" van dit stuk is buitengewoon fraai. Een oeil-de- boeuf, in den muur van het huis, tusschen den waterspiegel en het venster waar moeder en kind uit liggen, een groen en geel geschilderde „duk dalf" in het water, dat water zelf, alles is even „knap gedaan", zooals het in schilders -jargon heet, als het schoone vrouwen- en kinderkopje. Men ziet hier een stuk photographie uit Venetie gehaald, maar door den adem der knust en de gedachte des kunstenaars is het bezield en ver warmd. Een geheel ander kinder-tafereel geelt Tusquets, uit Rome, te zien. In een antiek vertrek is eene dame met haar kind ingesluimerd en in den droom verschijnt haar St Nicolaas, of een ander kinder heilige [la Befana heet het stuk), die zijn gaven, in den vorm van poppen en ander speelgoed, boven de slapenden uitstort. Alles in dit stnk is even kolossaal. De sleep van de rose-satynen japon der dame heeft zulk een omvang en zwaarte, dat het haar moeite moet kosten dientetorschen. De schoorsteen waaronder zij sluimert is reusachtig monumentaal; het behangsel der kamer groot van figuren. Is bet wonder dat een sohilder van znlk eene ruime, om niet te zeggen buitensporige verbeelding, zich den kindervriend heeft voorgesteld als een soort van duivelachtigen reus, meer geschikt om de kleinen bang te maken dan ze een prettigen dag te be zorgen? De wolk, waarin hy verschijnt en waaruit zyne geschenken afdalen, is ook zoo geweldig, dat het meer een benauwde dan eeu liefelijke droom moet zijn welke de slapenden bezoekt. Toeh is bet stuk, door de uit voering vooral, zeer bezienswaard, en merkwaardig ter vergelijking met de tafereelen, door soortge lijke inspiratiën aan oude en nieuwe Nederlandsche schilders in 't penseel gegeven. De bloemstukken van Bucchi zyn zoo fraai, dat ze voor 't werk van eene Nederlandsche bloemschilderes zouden mogen doorgaan. De Famars Testas heeft weder eenige teekeningen nit het Oosten gezonden, waaronder een paoha, wiens komst aan het publiek op straat door zijn voor- loopor met Inid geschreeuw en stokslagen wordt aangekondigd, door geestigheid en natunrlijke groepeering der figuren de aandacht trekt. Testas is echter minder nieuw op onze tentoonstellingen dan Joris, wiens tafereelen uit het Zuiden buiten gewoon zonnig, kleurenryk en goed geteekend MJn- Ik beloofde slechts bij enkele vreemden stil te staan, doch kon aan de verzoeking moeilijk weer stand bieden om nog van enkele anderen een woord te zeggen. Maar nn geloove men my ook op mijn woord, dat er nog veel meer enbijzonder onder onze vaderlandsche schilders, nog veel schooners op deze kleine tentoonstelling te zien is. Middelmatigs vindt men er bijna niets. Zij biedt dan ook nog stof in overvloed voor eene uitvoeriger beschouwing. KOliOKiEN. Op verzoek, eervol ontslagen uit 's lands dienst, met toekenning van pensioen, de heer F. F. L. U. Last, laatstelijk proc.-gen. by bet hooggerechtshof van N. I., tevens adv.-fiscaal voor de land- en zeemacht. posTiBiJEW. Bepaald dat de navolgende ambte naren bij de adm. der posterijen hunne function zullen uitoefenen de oommies 2e kl. K. A. F. J. Pliester tjjdelijk in de bureaux van de afd. poste rijen by voormeld dep.; de comm. 4e kl. N. Haremaker te Den Helder, A. G. Boekwijt te Leiden en G. K. Wijnen op het bureau van den insp. der posterijen te Arnhemde surnumerairs N. C. Muller te Bergen op Zoom en P. de Roock te Harderwijk. Benoemd tot leeraar in de wiskunde en het boekhouden aan de H. B. S. ter opleiding voor handel en nijverheid te Haarlem de heer G. H* Blits, te Helder. Het werd afgenomen door den districts-school- opziener en twee deBknndigen, in tegenwoordig heid van de school-commissie en den gemeente raad. Vier sollicitanten namen eraan deel. De benoemde off.-maohinisfc 2e kl. J. Gout wordt geplaatst in de rol van Z. M. wachtschip te Hellevoetsluis en belast met de opleiding van de mach. leerlingen 2e kl. De dir. off. van gezondh. 3e kl. P. F. Meuleman, te Bergen op Zoom, zal de manoeuvres der 2e divisie medemaken. Zekere K. G. te Hoogeveen, die zonder plaats biljet in een spoortrein was gaan zitten, is door het kantongerecht te Meppel veroordeeld tot f 10 boete of 3 dagen gevangenisstraf. De voorbereidende maatregelen voor de in het begin van September te Bergen op Zoom te honden tentoonstelling van landbouw en nijverheid, doen veel goeds verwachten. De mime Paradeplaats is bijna geheel voor loodsen en stallen bestemd. Het middengedeelte wordt een tuin. Men vreest echter nog ruimte te kort te zullen komen. Te Monnikendam zal eerstdaags eene nieuwe verordening op de brandweer in werking treden, waarbij strenge voorzorgsmaatregelen ter voorko ming van brand aanbevolen worden. De geatta- cheerden bij de brandweer ontvangen eene jaar- lijksche belooning, in verhouding tot hun rang en werkkring. Alleen de pompers genieten geen vaste bezoldiging, maar ƒ0.25 voor ieder uur dat zij in dienst zijn. Het Bergen op Zoomsch Nieuwe en Adver tentieblad herdacht Dinsdag zijn 25jarig bestaan. Het op dien dag verschenen feestnummer is op oranjekleurig papier gedrukt. De graven der Gorkumsohe martelaars te Brielle zyn in de laatste weken door 11 667 bede vaartgangers bezocht. 'Het inbreken biyft in Den Haag aan de orde. Eergisteren nacht werd weder aan 't Kanaal dicht bij de begraafplaats door uitsnijding van een vensterrnit uit een tuindenr ingebroken. De nachteiyke bezoekers gunden zich den tyd een kaars te ontsteken en ontvreemdden verschillende gouden voorwerpen, doch lieten eene zilverlade in 't zelfde vertrek onaangeroerd. Omtrent het ontsporen van een trein bij Oudewater verneemt men nog, dat de twee loco motieven met 3 waggons ongeveer 1 meter in den grond zqa gegaan. De eondneteur, die in zijn coupé opgesloten zat, is met ijzeren koevoeten daaruit verlost geworden. Een hooggeplaatst persoon is eenige dagen te Batavia geweest, nameiyk de slentelbewaarder der Kaaba (de heilige steen in de moskee te Mekka) in hoogst eigen persoon. Hij was 't laatst te Singapore en Atjeh geweest en bevindt zich nn op de terngreis naar Mekka. Toen hp ongeveer twee jaren geleden Padang bezocht, bracht dit groote sensatie by de ortho' doxe Mahomedanen teweeg. Zy bewezen hem een eer en een hnlde, welke die aan vorstelijke personen verre overtroffen. Het beBtuur, niet zeer ingenomen met zijn bezoek, bespiedde toen zijn gangen met Argusoogenzelfs werd aan een militaire wacht en een gewapend politiekorps opgedragen de Mahomedaansche hoofdkerk gedurende de uitoefening van den dienst streng te bewaken. Eigenaardigheden in dichtmaat of anderen vorm, welke vooral in de zeventiende eeuw hier te lande de vrooiyke stemming van diachgenooten hielpen bevorderen, onderscheidden ook den ge- meensohappelijken maaltijd der leden van de Vereeniging t. b. v. d. b. d. Boekhandels, by ge legenheid van de plechtige opening der tentoon stelling. De spijskaart vermeldde o. a. in de voor vakgenooten welverstaanbare taal het volgende Soep a la NieuwsbladOssehaas in olyfantsfor- maat; Aardappelen met interlinie; Kippebout in half leer, verguld op sneê„Opgekooide" abri kozen Zalmsla in de tweede hand, met premie Rijst met colportenrssans; Bloemlezing van vruchten; „Winkeldochters" op brandewijn; Smoutweik in pastei. Later werd, schijnbaar althans, de röl papier van Van Gelder Zonen door zes man binnenge bracht, die vyftien duizend meter lang is en 850 KG. weegt. De aangezetenen ontvingen de uit- noodiging om dit bagatelletje even te helpen nameten. Inderdaad werd het pak ontrold ennn bleek dat een strook papier van 150 M. lengte op geregelden afstand 150 maal met een feestgroet was bedrukt. Dit kunststukje want het is inderdaad geen kleinigheid om een strook van die afmeting op de pers te behandelen was geleverd door de stoomdrnkkery De Brakke Grond, waar ook de zooeven vermelde en keurig uitgevoerde spijskaart was gedrukt. Eeu tweede fraaie spijskaart hadden de hoeren Emmerik en Binger te Haarlem vervaardigd. [Ebl.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2