Gemengde Berichten.
Marine en leger,
Benoemingen en besluiten.
Kerknieuws.
deering, van wege de onderofficieren en minderen
een armstoel werd"aangeboden.
Den heer F. Raland, ondste kapitein der
BChutterij te Deventer en als zoodanig eenigszins
bekend door de Deventersche schuttersquaestie,
zijn bij gelegenheid van zijn 25jarigen schntters-
dienst door ongeveer honderd oud- of tegenwoor
dige leden van het kader fraaie geschenken,
benevens eene feestelijke receptie in de koffiekamer
van den schouwburg aangeboden.
De Javabode bevat van den aanval op Anaga-
loëng, die den 17en Junijl. doorniet-vredelievende
Atjehers, maraudeurs is hun officieele naam,
het volgende verhaal.
Die versterking is een groote redoute met 2
cirkelbastions en is bezet door 2 Europeesch6
oompagnien van bet 2e bataljon infanterie. In
den nacht van 16 op 17 Juni, ongeveer te
1 uur seinden de schildwachten den vijand»
die onmiddellijk een hevig vnnr uit tromp- en
achterladers (onze Beaumontgeweren) op de ver
sterking opende, waardoor gelukkig gedurende
het half uur dat de aanval duurde, slechts éen
soldaat werd gewond.
De bewoners van het Chineesche Kamp waren
echter minder gelukkig, want een groot aantal
met klewangs gewapenden drong daar binnen en
vermoordde onmiddellijk 5 Chineezen en éen vrouw,
terwijl zij 3 Chineezen zwaar verwondden. Van
deze laatsten overleden nog dienzeltden nacht
twee, terwijl de derde zijn wonden slechts 24 uren
overleefde.
De vgand trok eerst af, nadat twee flank-aan
vallen op hem gericht waren, doch stak, alvorens
af te trekken, het Chineesche Kamp in den brand.
De pachter der amfioen en der spelen werd
vermoord en beroofd en een deel van het Chinee
sche Kamp brandde af.
De Chineezen hadden reeds het plan opgevat
om Anagaloëng te verlaten, dooh zijn door hun
hoofd, den luitenant Chinees van Fenajoeng,
daarin verhinderd.
De aanvallers behooren tot een troep van 600
man, die zich als verzamelingspunt een sterke
benting gebouwd hebben in de nabijheid van
Mej Saleh, op de kaart van Atjeh voorkomende
op eenigen afstand van Indrapoerie, nabij het
terrein, dat op die kaart opgegeven staat als
„onbewoond en rotsachtig" enz. enz.
Het officieele rapport over een anderen aanval
luidt aldus;
In den vroegen morgen van 3 Juni heeft een
rooverbende, ongeveer 100 man sterk, een aanval
gedaan op een vestiging van Chineesche werklie
den te Biloet, in dienst van den aannemer voor
het aanleggen van den weg, die bezig waren
steenen uit te graven.
Door de zorgeloosheid der Atjeheche wacht,
welke tegen betaling door den aannemer was
aangenomen, doch weinig in getal en slechts met
een gering aantal donderbussen gewapend was,
gelukte de overrompeling volkomen. Zeven Chi
neezen werden gedood, twee gewond, terwijl vier
Maleiers en drie van de wachtdoende Atjehers
eveneens gewond raakten en de 15 aanwezige
trekoseen door de roovers naar het gebergte
werden meegevoerd.
Den volgenden morgen vroeg rukten twee mi
litaire patrouilles nit Lambaroe en Anagaloëng,
ieder vergezeld van een controleur, tegen hen op.
Te 1 uur ging de laatste tot den aanval over,
doch slaagde er niet in den vgand te ontmoeten,
die langs ontoegankelijke wegen vlnchtte, met
achterlating van 13 van de 15 trekossen. Ver
liezen werden aan onze zijde niet geledenvan
de maraudeurs werd éen man neergeschoten, ter
wijl op den 5en te Lamtengah een hunner werd
gevat. Deze verklaarde, dat Toekoe Hasan de
aanvoerder der bende was.
erg goed en geen moeite was hem te veel om
haar genoegen te doen en nu ging hg in heel
langen tijd niet weer heen. Misschien nooit! Zij
had hem zoo erg gemist, o, zoo ergMaar zij had
nooit geklaagd. Hij was natuurlijk moede! Men
kon niet altijd in de weer zijn om haar pleizitr
te doen. Ik had het dikwijls heel druk, maar zg
was toch best tevreden.
Zg praatte een heelen tgd door, maar toch
eenigszins verward, nu en dan afgebroken en
beurtelings blozende en glimlachende, terwijl Frank
haar stilzwijgend aan staarde. Hij trok zijne
handen niet terug, die zij beide gevat had, maar
deed geen verdere liefdesbetuigingen. Alles waar
over hg gedurende zgn afwezigheid getobd had,
elk verwijt verdween even volkomen uit zgne
gedachten als het laatste jaar van haar bestaan
nit Blanches geheugen scheen gewischt te zijn.
Hg was geheel uit het veld geslagen.
Wat kon hg zeggen om die onschuldige blijd
schap te dempen? en toch toch voelde hij dat
hg duizendmaal liever met tranen en aarzeling
zou ontvangen zgn. Was dit lachende, kinderach
tige wezentje, dat schgnbaar ontoerekenbare
schepseltje, dat niets scheen te beseffen van al
wat hg gedurende hnnne scheiding geleden had,
werkelijk de vrouw die hg aangebeden had en
verlangde te huwen? Al was zg even schoon, ja
nog schooner dan vroeger, het was niet zijne
Blanche! Wat was er van zgn ideaal geworden?
Onder de aangelegenheden die aan de Kaap
de Goede Hoop bijzonder de aandacht trekken,
behoort het lot der „trekboeren," die in 1875,
omstreeks 600 in getal, nit de Transvaal getogen
ziju, sedert in de binnenlanden van Zuid-Afrika
hebben rondgezworven, en zoozeer door gebrek,
ziekte en aanvallen van inlanders geleden hadden,
dat hun getal tot op 300 gesmolten was.
De gouverneur der Portugeesche bezittingen,
tot wien zij zich met een adres gewend hadden,
stond hun verzoek toe; ieder gezin zou 200
hectaren kroonland krggen zg zouden onderwor
pen ziju aan de Portugeesche wetten, ofschoon
zij zich mochten big ven beschouwen als vreem
delingen. Vrgheid van godsdienst werd hun ver
leend. Onder toezicht der overheid mochten zij
overeenkomsten met inlanders als bedienden sluiten.
Bij aanval van inlanders hadden zg 'treehtvan
verdediging.
Den 20 December 1880 kwamen al de trek
boeren, te zamen 270 hoofden, met 150 inlandsche
bedienden, 61 wagens, 840 trekossen, omtreeks
3000 koeien, 100 paarden en bij de 3000 schapen
en geiten, te Huilla aan. Hun werden landen
aan de Humpata in de provincie Mossamedes
toegewezen. Zij hebben zich dadeigk aan 't werk
begeven, en hun kolonie werd St. Januario ge-
heeten. Hun arbeid en gedrag had der.Portugeesche
overheid een zeer goeden dunk gegeven. Mocht
het met hunne kolonie voorspoedig gaan,
dan zou een belangrijk vraagstuk zijn opgelost,
nl. of de liooge landen van Midden-Afrika voor
blanke bewoners deugen. „Zoowel de Portugeezen
als de Boeren zelve (zegt het Volksbladschijnen
de beste verwachting van de nieuwe kolonie te
hebben."
Het door de koninklijke Spaansche academie
met goud bekroonde Nederlandsche lofdicht op
Calderon, door den heer A. F. J. Reiger, is op
genomen in de Augustus-aflevering van het
tijdschrift Astrea, welke bovendien gedichten van
Pol de Mont, Coens en W. KIoos, deze laatste
in het Duitsch, alsmede het vervolg van een
sprookje door Francisca Gallé, eene beschrijving
van het leven te Luik, door Betsy Perk en eene
bibliografie Van en over Betje Wolff) door Servaas
van Rooyen bevat.
In het Augustus-nommer van het Leeskabinet
vindt men, behalve het Bibliographisch Album
eene novelle, De Effectenschaardoor J. C. Gewin,
eene beschrgving van Zand voort, met twee platen,
door D. F. van Heyst en twee vertaalde bijdragen
uit het Dnitsch en Engelsch.
In De Aarde en haar Volken worden de „schetsen
en beelden uit Zwitserland" voortgezet, eene be
schrijving van Haïti aangevangen en eene bestg-
ging van den Foesyama, den beroemden vulkaan
in Japan, dien men op zulk eene menigte Japaasche
lakwerken afgebeeld ziet, verhaald.
De groote uitgave der teekeningen van A. Ver
Huell, bij P. Gouda Quint te Arnhem, is weder
twee afleveringen, de 9e en 10e der Denkende
Beeldjes, rgker geworden.
Van het Hypothecair-, Kadastraal- en Scheepswet-
boek,door J. Franse, uitgegeven wordende bij A. M.
E. van Dishoeck te Zierikzee, is de tweede afdee-
iing verzonden. Zij bevat het kadastraal wetboek,
en wel: in het 1° hoofdstak, een bladzgde nit de
geschiedenis van het kadaster en de grondbelasting',
in het II6, het kadaster en zijn bewaring en
instandhouding in 't algemeenIII, de ambtenaren
belast met het opmaken en in stand honden van
het kadaster; IV, algemeene instructie voor de
ambtenaren van het kadasterV, de rechten, ver
schuldigd voor verrichtingen betrekkelijk het
kadasterVI, wet op de grondbelasting.
Met nog eene afdeeling, welke dit jaar zal ver
schijnen, zal dit werk compleet zgn.
btjrgemeesïers. Op verzoak, eervol ontslag
Terwijl Margnérite met Blanche sprak en trachtte
haar een weinig tot bedaren te brengen, trok ik
Ducie ter zijde. Ik gevoelde oprecht medelgdeu
met hem en toen wg alleen waren was hg zeer
ontroerd en zei mij dat hij nooit had kunnen
gelooven wat lord Maskelyne hem verteld had
van de zwakke geestvermogens van Blanche.
Toen zij elkaar voor het eerst in Italië ontmoetten
was er niets van te hespeuren, niets dan een
aandoenlgke nederigheid, die hem bgzonder aan
trok. Het eenige verschil met andere meisjes,
bestond in haar gemis van affectatie en baar
engelachtigen eenvoud en onbaatzuchtigheid. Zij
zei altijd dat zij in haar jeugd veel te veel van
anderen gevergd had en dat nu goed moest
maken; maar zelfs dat had hij nooit willen ge
looven.
Ik liet hem op een wandeling door het bosch
aan zich zelf over om zoo goed mogelgk den
schok te boven te komen en ging terug naar
Margnérite, die ik als ons plechtanker in den
storm beschouwde. Zg had Blanche, die zich
moede en uitgeput voelde, overreed om wat te
gaan liggen. Madeion zat met haar werk bg haar
en dacht dat zg wel spoedig in slaap zou vallen.
Wij maakten ons beiden zeer ongerust over
haar gemoedstoestand bij het ontwaken. Mijn
vrouw was overtuigd dat dan de herinnering aan
het verledene met kommer en zelfverwijt zou
terugkeeren, Wast als kind had zij meermal™
verleend als burgemeester van Hoogland aan A.
Smitt, met dankbetuiging.
onderwijs. Bekrachtigd de benoeming van dr.
D. J. Korteweg, te Breda, tot gewoon hoogleeraar
in de wiskunde, de mechanica en de sterrenkunde
aan de universiteit te Amsterdam.
leger, Voor vijf jaren gedetacheerd bij het
leger in N. I., de 1ste luit. O. W. van Suchtelen,
van het reg. gren. en jagers; bij het 5de reg.inf.
de 1ste luit. W. J. F. I. van Bommel van Vloten,
bij het 2e reg. inf., de 1ste luit. A. Picard, beiden
van het N. I. leger. Met vijf jaren verlengd de
det. bij het N. I. leger van den le luit. J. F. Le
Maire cn met 2 jaren van den le lnit. D, N. Dietz,
beiden der inf.
De heer J. P. Nonhebei, predikant bij de N.
H. gemeente alhier, komt voor op het drietal te
Dordrecht.
Bllland-Bath, 16 Aug. De heer Henge-
veld, pred. te Schore, heeft voor het op hem
uitgebrachte beroep naar de N. H. gemeente
alhier bedankt.
Aan het verslag, uitgebracht in de jaarver
gadering van het Ned. bijbelgenootschap is het
volgende ontleend:
Van den bgbel in royaal 8vo. is een dubbele
uitgaaf ter perse, de eene in doorlcopende peri
kopen, de andere in gescheiden verzen. Aan de
landverhuizers naar Noord-Amerika worden koste
loos bijbels en nieuwe testamenten verstrekt. Aan
dr. B. F. Matthes is de voortzetting der Boeginee-
sche en Makassarsehe_ bijbelvertaling opgedragen.
Een overzicht der bijbelsche geschiedenis in het
Javaansch, bewerkt door den zendeling C. Poensen,
is in het licht verschenen. In ledental ging het
genootschap niet vooruit; aan contributie ontving
het f 36,366, aan legaten f 2943, aaD verkoop van
bijbels f 10,635. Aan kosten van beheer waren
uitgegeven f 11,338, aan druk- en bindl. 19,736,
aan Indische bijbelverspreiding /4350. Uit het
magazgn werden afgegeven 12,850 by bels, 855
oude testamenten, 15,757 nieuwe testamenten, 118
afzonderlijke bijbelboeken, 3086 kerkboeken, 32666
exemplaren in 't geheel.
In de 23e zitting van de N. H. synode is het
rapport ter zake van de wijziging van art. 27,
de verklaring en belofte, door aanstaande predi
kanten af te leggen, behandeld. Noch de klassi
kale vergaderingen, noch de rapporteerende com
missie haddeD hare goedkeuring geschonken aan
het voorloopig vastgestelde door de vorige synode.
De synode nam nu een ander voorloopig voorstel
aan, waarin de verklaring aldus wordt geformu
leerd; „Wij ondergeschrevenen, tot de openbare
evangeliebediening toegelaten, verklaren bij deze
oprechteigk en beloven, dat wg daarin overeen
komstig onze roeping met gver en trouw zullen
werkzaam zijn en de belaDgen van het Godsrijk
en, in overeenstemming hiermede, die der Ned.
Herv. kerk met opvolging van haar verordeningen,
naar vermogen zullen blijven behartigen." Door
deze wijziging zal eene rnimte worden gelaten, die
den vrgzinnigen ten goede komen moet, maar ook
de rechtzinnigen geen formuleeriDgen opdringt die
zij niet kunnen aanvaarden.
In de 24e zitting van de synode werd uit
voerig rapport uitgebracht door de commissie
omtrent de voorloopig aangenomen wijziging van
art. 38 regl. Godsdienstonderwijs, dat afwijzing
van lidmaten verbiedt wegens bezwaren tegen de
geloofsovertuiging. Het rapport zal nader in
behandeling geuomen worden.
Naar wij vernemen is door de Synodus
Contractu, met te niet doening der uitspraak van
het provinciaal kerkbestuur in Zeeland, gehand
haafd de beslissing van het klassikaal kerkbestunr
van Middelburg in zake de ouderlingen L. J. de
Kok en A. Gideonse. Tengevolge dezer uitspraak
blijven die ouderlingen hunne betrekking bekleeden.
De kapitein van den Indischen generalen
staf F. Pompe van Meerdervoort wordt naar
Nederland gedetacheerd, om op te treden als
leeraar in de Indische krijgskunde aan de 2e af
deeling der krijgsschool voor officieren.
De groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach
(Prinses Sophia der Nederlanden) heeft aan de
Prins Hendrikstichting te Egmond aan Zee f 1000
geschonken.
Op de inrichting voor stoomwerktuigen en
schepen te Feijenoord is een schroefstoomschip
gebouwd Van 2700 tonnen, 97 meter lengte een
zulke gapingen in haar geheugen gehad, waarin
maanden en gebeurtenissen geheel Uitgewischt
schenen. Maar dan keerde het verleden terug
als een opkomende vloed, met het diepste berouw
over onbeduidende kleinigheden en werd zij ge
durende eenigen tgd zeer neerslachtig. Nu zij
een vrouw was, die meer dan gewoon voelde en
lief had, vreesde haar zuster dat haar ontwaken
uiterst pijnlgk zon zgn.
Zooals gewoonlijk had Margnérite gelijk. Na
een langdnrigen vaBten slaap ontwaakte Blanche
uit een benauwden droom.
{Wordt mvolgd,)
11.5 meter breedte, met werktuigen van 1000 pk.
Het schip is bijzonder prachtig ingericht voor 40
passagiers le klasse, 20 van de 2e klasse en en
aantal landverhuizers. Het liep bg een proeftocht
op de Zeeuwsche stroomen, met ongunstig weder,
11 mijlen. Het schip is gebouwd voor de vaart
op Indië, doch thans bestemd naar Baltimore.
Het heet Nederland en wordt gevoerd door kap.
Slierendregt.
't Is algemeen bekend, dat de ooievaars niet
in elkanders nabgheid nestelen; in éen dorp
vindt men zelden meer dan een paar. Minder
bekend is zeker het volgende. Tegen het vertrek
dezer vogels naar 't zuiden wordt er eene verga
dering belegd. In eene eenzame weide kon men
eergisteren te Niebert, in Groningen, meer dan
honderd ooievaars samen zien. Aan orde ontbrak
het op de vergadering niet. Deftig ging de stoet
in gelid staan. Een tweetal wandelden 't gel,id
langs, alsof zij inspectie hielden. Dit duurdo
ongeveer 15 minuten; daarna vlogen de reizigers
in verschillende richtingen weg.
De honderdste verjaardag van de weduwe
Schellens, geb. Van der Sanden, is in het dorp
Veldhoven feesteigk door optochten en andere
vermakelgkheden gevierd. Hare portretten zullen
in den handel gebracht worden.
Het stoomschip Java, dat in de vorige week
van Indië met een lading te Liverpool is aange
komen, is door de stoomvaart-maatschappg Java
verkocht aan een Fransche maatschappij en komt
in de vaart tnssohen Rouaan en Messina.
Bij den landbouwer W. te Ruinen, in Drenthe,
werd dezer dagen des nachts het raam ingeslagen.
Een dief springt naar binnen. W., wakker wor
dende, vraagt „wat mot dat en werpt zich op
den indringer. Een worsteling ontstaat en het
zoontje van W., die hoort, dat zgn vader met
iemand vecht, grijpt een stoel en slaat daarmede
op de worstelenden. Daar hij op zijn vraag: „is
vader boven of onder?" geen antwoordt krggt,
slaat hij er maar flink op toe. De inbreker,
merkende dat hg het te kwaad kreeg, wilde het
raam wel weer uit, maar daar was de boerin
bezig om met de beddeplank een tweeden dief,
die naar binnen wilde, buiten te houden. Zg had
al een pistoolschot in den arm, maar sloeg er met
haar plank maar op in en hield den tweede bniten.
Ook de eerste inbreker wist te ontkomen.
Daarop werd den volgenden dag door 200 be
woners van Ruinen, geholpen door de politie, een
drijfjacht gehouden en een kwartier buiten het
dorp een oude boef, zekere Jan Ponwels, in een
soort hol gevonden en gevangen genomen. Bij
het hol werden tallooze eierdoppen en afgekloven
beentjes gevonden. Zwaar geboeid werd de dief
Assen binnengebracht.
Een vee- en een goederenwagen in den
laatsten trein van den Rgnspoorweg ontspoorden
eergisteren avond nabg het station Rotterdam.
Van de 60 schapen, die zich in den veewagen
bevonden, werden 18 gedood en vele verwond.
De ontsporing was ontstaan door het overrijden
van een koe, welke zich op de spoorbaan bevond.
De volgende „ui", in het Haagsche Dagblad
voorkomende, verdient in den hedendaagsohen
komkommertijd de eer der overneming.
In een register van een Indisch soldaat te Atjeh
vond men onlangs het volgende opgeteekend:
„Veertien dagen provoost, wegens op post
staande als schildwacht voor het geweer zich niet
ontzien een gewapend Atjehreeach-maraudeur
als een vijand te beschouwen en te trachten
denzelven te verslaan, zonder door het civiel
bestaar daartoe te ziju gekommandeerd geweest."
In het koffiehuis van den heer Krasnapolski,
in de Warmoesstraat te Amsterdam, is van Mei
1880 tot Mei 1881, bij een totale ontvangst van
ongeveer 5 ton, een winst gemaakt van plus minus
f 130.000.
Een naar Amerika gevluchte brandstichter
uit St. Oedenrode is door de regeering der Ver-
eenigde Staten aan de onze uitgeleverd en te
Amsterdam teruggebracht. Dit is de eerste
uitlevering op grond van het onlangs gesloten
tractaat.
j Door het verkeerd stellen van den wissel
kwam de gisteren morgen aan het station Ter
Neuzen binnenkomende trein van Gent op het
spoor, waarop de trein met passagiers Btond om
naar Mechelen te vertrekken.
Doordien de machinist spoedig den trein kon
doen stilstaan, werden echter onheilen voorkomen.
I De wisselwachter schrikte zoo, dat hij door een
zenuwtoeval werd getroffen,
De Leeuwarder Ct verhaalt een paar aardig
heden omtrent de jongste gemeenteraads-verkie»
zingen in Friesland.
Iemand, nog al een liefhebber van een flinken
I borrel, en als zoodanig algemeen bekend, kwam
I bij een buurman om dezen aan te sporen te gaan
I stemmen. Na veel heen en weer praten vraagt
I de buurman„Maar zeg mij eens, van welke
I richting zgt ge toch wel waarop de ander ant-
I woordde: „Natuurlgk van de riehting van Jezus."
I De buurman zegt met hot leukste gezicht ter
I wereld; „Zoo zoo, van de richting van Jezus;
I braaf zoo; maar vertel mg eens: dronk Jezus
j ook zooveel jenever als jg?" De stemmen-g veraar
I droop spoedig af.
I Het tweede geval gold een der gestelde oandi-
I daten. Hem werd gevraagd, of hg de grondwet
I wel kende, waarop hij ten antwoord gaf: „Wat
I grondwet, daar heb ik ja niks mei te maken.
J Ik heb ja geen grond.". Hij is geen lid van dea
raad geworden.