N<>. 192. 124* Jaargang. 1881. Woensdag 17 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten veq> het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité O. L. Daubï Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 16 Augustus. De dochter van lord Maskelyne, ROSA MACKENZIE KETTLE. blanche. COURANT Ter Neuzen, 15 Augustus. Aan den Nieuwen Neuzenpolder heeft weder eene oever- afschuiving plaats gehad aan de zijde van de Wester-Schelde, in de nabijheid van den zooge naamden Koepel, achter de afsohuivingen van September 1879 en Juli 1880, ter lengte van omtrent 150, breedte van 30 en diepte van 7M., zijnde de dichtste afstand van den dijksteen om trent 235 M. IJzendyke, 15 Augustus. De heeren D. Bekaar, oud-burgemeester, en J. van Hijfte hebben bedankt als leden van den gemeenteraad. Wederom staat ons dus eene verkiezing te wachten. Zlerikzee16 Aug. Heden aanvaardde in de algemeeue vergadering van het waterschap Schouwen de heer jhr. J. L. de Jonge het voor zitterschap met eene korte toespraak, waarin hij zijn dank betuigde voor het hem bewezen ver- eerénd vertrouwen, hulde bracht aan zijn voor ganger, en den steun en de medewerking der vergadering en van alle ambtenaren van het waterschap inriep. Op de tentoonstelling van hulpmiddelen voor den boekhandel te Amsterdam is eene typogra- phische aardigheid te zien, bestaande in eene „diamant-uitgave" van het groote prachtwerk, de vertaling van Goethe's Faust, door Ten Kate, uitgegeven bij Sjjthoff te Leiden. De miniatuur uitgave van dit werk is verkregen door lichtdruk van buitengewone scherpte. Zetters of correctors hebben er dns hun oogen niet mede te pijnigen gehad, hetgeen waarlijk, uit een oogpunt van menschelijkheid, gelukkig is. Is men echter mot een buitengewoon sterk gezichtsvermogen be gunstigd, dan vindt men in deze diamant-uitgaaf het middel om tot buitengewoon lagen prijs een navolging van het prachtwerk te bezitten, dat van het oorspronkelijke in niets verschilt dan in zijn formaat. De Rotterdamsche vleeschhouwerij en broodbak kerij, welke tot dusver niets dan teleurstelling voor hare aandeelhouders opleverde, zal hervormd worden op de grondslagen van een kleiner kapi taal, een zelfstandig doch verantwoordelijk direc teur, toeziende commissarissen bijgestaan door een controleur-administrateur, en aandeel van alle werklieden en beambten in de zuivere winst. Deze toepassing van het participatie-stelsel in eene onderneming welke tot dusver, tengevolge van gebrekkige exploitatie, met verlies werkte, verdient de aandacht van allen die in het vraag- !FEXJXI-iX-i3BT03Sr. 3Ü DOOR ZES0E DEEL. HOOFDSTUK XXV. Blanche had de scheiding van Marguérite beter gedragen dan wij durfden hopen, maar haar vreugde bij onzen terugkeer was roerend. Er was een kalmte in haar houding, die iets goeds voor de toekomst beloofde en ons meer vertrouwen gaf op herstel van haar gezondheid. Zij had de schroomvalligheid overwonnen die haar belette bm haar plaats als meesteres van het Heerenhuis in té nemenMadeion wilde haar lieveling niet hit het oog verliezen en vergat blijkbaar haar belofte om ons op de hoeve te komen helpen. Zij was aangesteld als huishoudster en kamenier op het kasteel. Mijn lief vrouwtje, die Frank altijd had mogen lijden, had nu veel medelijden met hem, daar zijne brieven steeds dringender werden; maar lord Maskelyne had dit niet aan Blanche mede gedeeld, daar bij eerst onzen terugkeer wilde stuk der verhouding van werkgevers tot werklie den belang stellen. De commissie welke naar den toestand der onderneming een onderzoek ingesteld en deze voorstellen gedaan heeft, komt in haar verslag tot de slotsom, dat op de boven vermelde grondslagen, met een bekwaam en ijverig directeur, de brood bakkerij, welke tot dusver de eenige tak van bedrijf der vennootschap is, even goed als in andere steden tot voordeel van de aandeelhouders en verbruikers kan bestaan. Bij de Mij tot exploitatie van stoomtramwegen in N.-Indië is benoemd tot directeur mr. H. M. A. baron v. d. Goes, chef van dienst bij de Mij tot expl. van staatsspoorwegen te Utrecht. In eene onlangs gehouden vergadering der Vereen, t. bev. v. h. ondenvys aan ambachtsscholen is o. a. de vraag behandeld„Ia het aan te be velen, dat leerlingen der ambachtsschool, die het onderwijs bijna voor niet ontvangen, vanwege die school betaling voor hun werkstukken ontvangen?" Deze maatregel is op de Haagsche ambachts school ingevoerd en werd door den heer Boersma, directeur der inrichting, als volgt toegelicht. Aanleiding tot genoemden maatregel heeft ge geven het binnentijd8 vertrek van sommige en de vele ongemotiveerde verzuimen van andere leer lingen zijner school. Hierdoor werd menigeen de oogen geopend voor een groot kwaad bij den minderen man, nl. dat deze niet genoeg doordron gen is van het feit, dat zijn tijd geldis. Behalve een ambacht ook die groote en zegenrijke waarheid aan den toekomstigen werkman te leeren, ligt zeker op den weg van het ambachts- onderwijs. Een jaar vóór de invoering van dit stelsel van beloonen, telde hij in de hoogste klasse van een 18tal leerlingen 146 uren verzuim gedurende éen kwartaal. Een jaar later had hij 15 leerlingen in de hoogste klasse, die gedurende Óen kwartaal samen slechts éen uur verzuimden. Vroeger kwam binnentijds vertrek onder de oudste leerlingen betrekkelijk veel voor, en de reden daarvan lag voor de hand; zij konden, alvorens den geheelen 3jarigen cursus te door- loopen, reeds iets verdienen. Na de invoering van meergemelden maatregel kwam dit niet meer voor. De jongens verdienen nu reeds aan de school op gunstiger voorwaarden dan in de dage lij ksche practijk daarbuiten kan plaats hebben. Spreker deelde hierbij nog mede het gebruik van salarisboekjes en de inrichting ervan, met het oog op de meest doeltreffende uitvoering van dit stelsel van beloonen, hetwelk hij niet als doel, maar wel als middel wenschte aan te prijzen, als een middel, dat hem uitkomsten boven verwachting heeft geleverd. afwachten. Zijn vroeger plan om op reis een ontmoeting als bij toeval uit te lokken, had hij weer opgegeven, daar hij voor het eerst in zijn leven aan zijn huis scheen gehecht te zijn. Hij stelde veel belang in den landbouw die volgens de nieuwe manier beoefend werd door den opvolger van pachter Holt. Yan nabij en van verre kwam men zijn modelboerderij en de resultaten van zijn nieuw stelsel van fokkerij zien. Ik had zelf ook eenige proeven genomen en lord Maskelyne was even verrukt over zijne schapen en koeien als vroeger over zijne harddra vers, jachten en reizen. „Als men een zekeren leeftijd bereikt heeft, Harry, gaat er niets boven het eigen huis," zei hij op zekeren avond tot mij, toen wij van de modelboerderij terugkwamen en de zusters in den tuin zagen, die thans keurig in orde was, „vooral wanneer men zooveel rondgezworven heeft en een lief meisje thuis vindt om thee voor u te schenken. Wat mij betreft, als dat jonge mensch het wachten moede wordt, zal ik het mij niet aantrekken; hg is niet half goed genoeg voor baar. Wat denkt gij van Frank Ducie?" Ik kon geen groote ingenomenheid voorwenden, maar wilde lord Maskelyne toch ook niet aan moedigen in zijne zelfzuchtige beschouwingen. „Ik ken hem heel weinig", zei ik „niet genoeg om over hem te kunnen oordeelen; maar de familie bij wie hij in de buurt van mijn oom Bij deze meening sloten zich alle aanwezigen aan. Omtrent de voorstellingen van Sarah Bernhardt hier te lande deelt de heer Van Hamme mede, dat hij wel in onderhandeling is met de beroemde kunstenares voor eenige voorstellingen te 's Hage, Rotterdam en Amsterdam, doch dat nog niets bepaald is, noch omtrent den datum, noch omtrent de prijzen der plaatsen. Voor het overige is het met het oog op de bekende grilligheid van Sarah geraden zich niet te vroeg op haar optreden te verheugen. Vad De eerste prijs bij den korps-schietwedstrjjd tusschen Nederlaudscbe schutterijen te Antwerpen is behaald door het 6e bataljon der Zuid-Hol- landsche rustende schutterij, majoor-kommandant de heer F. van den Berg, te Hillegersberg. Behalve de aan den generaal-kommandant van Bronbeek toegekende onderscheiding, zijn door Z. M. den koning nog benoemd tot ridders 3e kl. in de orde van den Gouden Leeuw van Nassau, de kapt.-adjudant van Bronbeek L. J. F. B. Hamers en de betaalmeester H. C. Conse muldertot ridders 4e kl. dier orde de off. van adm. (betaalmeester) J. W. Jonkers, en de off. van gez. Ie kl. A. J. H. van der Mij 11 Dekker, en tot ridders der orde van de Eikenkroon de heeren T. van Westhreene, Herv. predikant, T. S. Roes, R.-K. pastoor en J. P. Coenen, huismeester. Is de hemel gedurende het midden van den nacht helder, dan kan men thans het zeldzame schouwspel genieten, vier groote planeten bijna in een rechte lijn in de richting van het oosten naar het noorden tegelijk te kunnen waarnemen. De eerstbedoelde, die 't dichtst bij den oostelijken horizon staat, isVenus. Daarop volgen, schijnbaar op gelijken afstand van elkander, maar op een veel grootere distantie dan do eerstgemelde planeet, Mars, Jupiter en Saturnus. Ze zijn vrij gemakkelijk te herkennen doordien de kleur van haar licht onderling zoozeer verschilt. (Hbl.) Te Breda zijn weder twee nieuwe tramweg plannen in behandeling. Het eene, van den heer Kuy ten brouwer, voert van het station langs de Willem- en Sophia-straten, midden door de stad naar *'t Ginneken. Het andere, van den heer Brons, moet naar Prinsenhage en het Liesbosch loopen. Uit een opstel van den heer T. de Beer in de Portefeuille blijkt, dat het nadrukken van Duitsche werken door Nederlandsehe uitgevers, waarover in Duitschland vaak op heftigen toon geklaagd wordt, in 60 jaren, van 1815 tot 1875, met 28 werken heeft plaats gehad.Van die 28 nadrukken werden er echter 24 gepleegd door in ons land woonde, sprak met groote ingenomenheid van hem en scheen hem lief te hebben." „Marguérite wil dat ik de zaak ten einde breng en, zooals zij het noemt, de gelieven ge lukkig maak. Maar ik moet bekennen, Harry, dat het mij bard valt een stap te doen die mijn huis in een woestijn verandert. Ik gebruik dat woord opzettelijk om mijn sterken weerzin uit te drukken. Het is heel iets anders of men op een Arabisch paardje over een zandige vlakte draaft, en bij een bron gekomen afstijgt, het paard ontzadelt en zich onder den blooten hemel ter ruste legt; maar ik schrik voor de eenzaamheid op een Engelsch landgoed, zooals dit, daar ik zoo vaak alleen met bedienden vertoefd hebIk ontvlood het telkens weer onmiddellijk en zou er voor geen geld ter wereld veertien dagen hebben doorgebracht. Maar, gij gelooft het misschien niet, nu houd ik van het Heerenhuis. „Ik verlang bepaald om er te big ven zoolang het mooie weer duurt en onder de bestaande omstan digheden. Ja zelfs in herfst en winter zou ik, geloof ik, met genoegen mijn geweer opnemen en het veld doorkruisen en ik ben zeer nieuwsgierig naar den uitslag onzer proefnemingen. En moet ik nu al die aangename vooruitzichten opgeven, de kans om ooit weer tot mijn huisgoden terug te keeren op het spel zetten, alleen om die jonge lieden in de gelegenheid te stellen elkaar te ontmoeten? Het gevolg daarvan zal zijn dat gevestigde Duitschers. Na 1875 is er slechis éen geval voorgekomen: de uitgave van Hamerling's werken door Campagne te Tiel. Hier staan echter een aantal vertalingen van Nederlandsehe werken in 't Duitsch tegenover, waartoe de oorspronkelijke autenrs of uitgevers nooit hun toestemming gegeven hebben. Aan het programma van het XVIIIe taal- en letterkundig congres, van 31 Aug. tot 3 Sept. te Breda te houden, is het volgende ontleend: In de eerste afdeeling zal mr. D. van Eek een voorstel behandelen tot oprichting eener vereeni- ging voor de Ned. taal- en letterkunde, met behoud van de congressen, en indiening van ontwerp-statuten. E. van der Ven, van Antwer pen, zal spreken over het woordenboek van De Vries en Te Winkel. Door den heer A. A. Vorsterman van Oijen zal worden gesproken over het uitgeven in Zuid-Nederland van een tijdschrift zooals de Navorscher, terwijl de heer J. Moruanx, van Brussel, de vraag stelt welke middelen men zal aanwenden, om het misbruik van FranBche uitdrukkingen in onze taal tegen te gaan. Nog spreekt de heer A. J. Servaas van Roogen, van Den Haag over de vraagZou het niet wensche- lijk zijn dat in het programma der scholen voor middelbaar onderwijs het leervak declamatie (uiterlijke welsprekendheid) werd opgenomen dr. C. J. Hansen, van Antwerpen, over het Neder- duitsch taalbelang in de Nederlanden en in Plat- Duitschland, en de heer JanPhilipsen, van Breda, over het Bredasche taaleigen. In de tweede afdeeling wordt gesproken door mr. H. A. L. Hamelberg, over Zuid-Afrikaansche toestanden, mevr. Storm van der Chijs, van Delft, o ver de Peinture-Bogaerts, Hend. Altenrath, van Antwerpen: Waaraan is het verval van de bouw kunde en beeldhouwkunst sedert de twee laatste eeuwen toe te schrijven? Bern. van Vlymen, van Den BoschOnuitgegeven bescheiden, betrekking hebbende op de verhouding van prins Willem II tot de regeering van Amsterdam in 1650. N. de Pauw, van Brugge: Voordracht over den oor sprong van Breedaa. In de derde afdeeling behandelt de heer E. van der Ven, van Antwerpen: Het Nederlandsch too- neel in Zuid-Nederland. De heer A. J. Servaas van Rooijen, komt met de vrrag te berdeKan er niets gedaan worden om den ouden tooneelschat der 16e en 17e eeuw voor ons hedendaagsch too- neel dienstbaar te maken? De heer Huff van Buren, van Avezaath, stelt de vragen? Wat be hoort er gedaan te worden, om het Ned. Tooneel- verbond in Zuid-Nederland meer ingang te doen vinden? Is er bij de aangenomen wet op het au teursrecht genoeg gelet op de belangen der too- neelletterkunde terwijl ten slotte mr. A. Wm. Jacobson, van Den Haag, de verhouding van den al mijn huiselijk geluk verstoord wordt en ik weef een zwerver zonder doel zal worden!" Lord Maskelyne wierp een weemoedigen blik op zijne rozenperken en grasvelden, op de gracht die nu geheel gezuiverd was van het riet en op de vazen met keur van bloemen gevuld, op het groötsché gewelf der oude stammen en het grijze gebouw met klimplanten overdekt, waar twee schoone vrouwengezichten thans ons door een der vensterfi toelachten. „Laat ons naar binnen gaan en zoolang het ons gegund is van dit aangename gezelschap genieten", zei hg zgne schouders ophalende. „Ik kan er niet aan denken wat dit verblijf zou wezeri «onder Blanche. Ik geloof ook dat zij mij weer lief begint te krijgen; zij is een engel en heeft mg reeds lang vergevendoch zelfs het Christendom kan ons niet altijd een boosdoener doen liefhebben 5 maar het verzacht toch ons oordeel en mettertijd komt het medelijdeu, waaruit zoo licht liefde voortvloeit. Ik geloof dat zij met mij gelukkig kan worden,gelukkiger dan met dien gedach- teloozen jongeling, en hoe lief zij ook als dochter is, vrees ik dat zij geen geschikte echtgenoot zou zijn, terwijl hij volstrekt niet de man is om met zoo'n teeder plantje om te gaan. Hg was zelfs als minnaar te driftig en onbedachtzaam en zg kan geen ruwe behandeling verdragen, mijn provence-roosje, mgu lelietje, mijn lieve Blanche." Zgne lippen die zoo dikwerf sarcastisch en boog*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1