Gemengde Berichten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Marine en leger,
De staatscommissie, die dit jaar is belast ge
weest met het afnemen der practische examens voor
apotheker, zegt in haar verslag o. m. het volgende:
„De indruk van het examen, in zijn gehee'
genomen, was over het algemeen vrij gunstig,
daar de bereiding der praeparaten en ook de
analytische onderzoekingen door de candidaten
verricht, in vele opzichten blijken gaven van de
toepassing hunner theoretische kennis.
„Minder bevredigend echter was het examen in
de recepteerkunst, in zooverre bij vele candidaten
de kennis der nieuwere dispenseervormen, van de
doelmatige inrichting der apotheek en van de
wettelijke plaatBing der vergiften nauwelijks
voldoende was, terwijl de uitvoering van moeie-
lijke voorschriften vaak te wenschen overliet.
„De commissie is van oordeel, dat de laatste
alinea van art. 11 der wet van 25 Dec. 1878
geen genoegzamen waarborg geeft voor eene in
alle opzichten voldoende practische opleiding der
aanstaande apothekers, daar de particuliere apo
theken dikwerf geen geschikte gelegenheid aanbie
den tot het aanleeren van al die practische kennis
en bekwaamheid, die in toenemende mate van den
apotheker worden geëischt. Niet alleen daaraan
echter schrijft de commissie hare minder gunstige
ervaring in deze toe. Ook gebrek aan de zoo
noodige belangstelling en ijver voor dit gedeelte
van het apothekersvak moet als oorzaak daarvan
genoemd worden. Zij meent er uitdrukkelijk op
te moeten wijzen, dat eene onberispelijke uitoefe
ning der recepteerkunst het eerste en voornaamste
vereischte voor den apotheker moet zijn en dat
verwaarloozing daarvan nooit door theoretische
bekwaamheden, hoe onmisbaar ook in andere
opzichten, kan worden vergoed."
Jhr. mr. J. Roëll, lid der tweede kamer, heeft
voor de hem aangeboden candidatnur voor de
provinciale staten van Zuid-Holland bedankt,
wijl hij de vereeniging van beide mandaten in
éen persoon niet wenschelijk acht.
Nopens de tentoonstelling van hulpmiddelen
voor den boekhandel leest men in het Nbï. v. d-
Boekh. het volgende:
De dag der opening nadert. De ruime zaal;
aan de zuidzijde van het Paleis voor Volksvlijt, is
doelmatig van nette opstellingen voorzien om de
nog in kisten verborgen schatten der boeken- en
kunstwereld straks in het helderste daglicht te
brengen. Reeds menige fraaie pyramide van grond
stoffen en hulpmiddelen tot vervaardiging van
het boek zagen wij opgericht en al aanstonds
mochten wij opmerken, dat de proeven van bind
werk, welke op eigenaardige en grootsche wijze
worden tentoongesteld, tot een der schoonste
bijdragen zullen behooren. Wat men er voorts
zal zien op elk gebied van de nevenvakken der
typographic, lithographie, stereotypie, galvanoplas-
tiek, gravure, etsen, enz., de 151 nommers van
den zoo voortreffelijk uitgevoerden catalogus
beloven een groote verscheidenheid; doch wij
mogen niet onbescheiden zijn, nog geen namen
noemen en moeten de opening der tentoonstelling
afwachten. Toch willen wij al vast aan onxe
stamgenooten in Amerika en aan de Zuid-Neder-
landsche boekhandelaren mededeelen, dat ook aan
een deel van hun industrie een plaats is ingeruimd
op deze anders vrij algemeen nationale tentoon
stelling; zeer eigenaardig toch heeft de heer Tj.
van Holkema er voor gezorgd dat men daar niet
minder dan een 60tal proefnommers zal vinden
van dag- en weekbladen, in de Ned. taal in België
verschenen, terwijl de heer C. L. Brinkman Jr.
daaraan onderscheidene van zoodanige bladen in
Amerika heeft bijgevoegd. Aan verrassingen,
welke alleen ter opluistering zijn ingezonden, zal
het verder niet ontbreken; o. a. proeven van
bindwerk uit de 16e en 17e eeuw, drukwerken
uit de 15e tot de 19e eeuw, plaatwerken, betrek
king hebbende op boekdruk-, bind- en houtsnijkunst
en geschiedenis van den boekhandel, verzameling
geheel terug te keeren en verlevendigd te worden
in tegenwoordigheid der beminnelijke dame, die
er de geleidende ster van was geweest. Hij nam
stilzwijgend de plaats die zjj hem aanwees, aan
tafel in, alsof die hem toebehoorde en hij er zich
geheel op zijn geraak gevoelde. De glans in zijn
oogen, toen hij haar aanzag, bewees dat zij, ondanks
alle veranderingen, in zijn hart de eerste plaats
behouden had en dat noch tijd, noch de dood
zelfs, haar ooit daaruit zou verdrijven. Het was
waar dat oom George haar schijnbaar een tijd
lang ontrouw was geworden. Hij was gehuwd
en had kinderen gehad en zijne plichten in beide
gevallen trouw vervuldmaar niemand, vrouw
noch kinderen, had haar plaats ingenomen en ik
geloof, ofschoon ik niet zoo goed in haar hart
kon lezen, daar de houding der weduwe zeer
waardig en kalm was, dat zij als meisje, vrouw
en weduwe dezelfde letters, die in den ouden
wilgenstam gesneden waren, in haar hart bewaarde
en men die daar, als zij stierf, onveranderd
gegrift zou vinden.
Jessie was er geheel op voorbereid om een
tweede plaats in het huis baars vaders in te
nemen.
„Zij zullen mij noodig hebben, Harry, dat
Ia éen trooBt", zei zij met een droeven glimlach
toen wij huiswaarts wandelden, gevolgd door
Marguérite en oom, maar zoover achter ons dat
*ij ons niet kenden verstaan. Lady Nairn «ai
handschriften met miniaturen en andere versierin
gen, plaatwerken betreffende boekdruk- en bind
kunst en de geschiedenis daarvan, een bibliothèqne
tournante, waarin een keur van modellen der
rtliure nouvelle, en een hoogst curieus en onbe
kend meesterstuk van schrijfkunst van de heeren
A. G. Grevenstuk en S. Harts, waarin deze alles
hebben bijeenverzameld en ia verschillende
karakters door de schrijfpen aan de vergetelheid
ontrukt van wat de geschiedenis, ontleend aan de
voornaamste schrijvers en dichters, ons leert van
den oorsprong der boekdrukkunst van de eerste
helft der 15e eeuw tot aan de onthulling van het
metalen standbeeld van Laurens Janszoon Coster
in 1856.
Eindelijk zal de regelingscommissie zelf den
bezoekers nog een aangename verrassing bereiden;
zij heeft zich aanvankelijk reeds met goed gevolg
beijverd om de zaal te kunnen opluisteren met
portretten in olieverf en borstbeelden van Neder-
landsche schrijvers, waardoor aan het geheel een
eigenaardige beteekenis zal worden gegeven.
Auteur, kunstenaar, uitgever, fabrikant en werk
man, ze zullen daar broederlijk vereend de ge
tuigenis afleggen van de -voortreffelijkheid en den
voortdurenden vooruitgang van den Nederlandschen
boekhandel.
Aan den catalogus wordt de laatste hand gelegd;
een vijftal onzer eerste binders zullen de typo-
grapbische meesterstukjes, door steendruk, gravure
enz. opgeluisterd, in een niet minder knnstvollen
band bijeenvoegen en daarmede den wedstrijd
eindigen.
Door de samenwerking van de Amsterdamsche
afdeeling van Multapatiorsbond met de Amster
damsche afdeelingen van het Nut van V Algemeen
en Volksonderwijs en nog enkele andere corpo
ratiën, is te Amsterdam eene nieuwe inrichting
van onderwijs geopend, onder den naam van
Handwerksehool.
Het onderwijs aldaar is bestemd voor jongens
en meisjes. Het heeft ten doel hand en oog te
oefenen, den smaak te ontwikkelen en den lust
aan te kweekeu om tot het nuttig besteden van
vrijen tijd handenarbeid te verrichten, die met
behulp van eenvoudige werktuigen kan worden
uitgevoerd.
Het bepaalt zich tot de volgende werkzaamheden
a. Voorbereidende oefeningen in het teekenen
van figuren, die in papier, hout of andere grond
stof kunnen uitgevoerd worden.
b. Het binden en vlechten met stroo, touw,
esparte en rotting; het knoopen en netten breien
het manden- en matten maken.
c. Het hanteeren van de eenvoudigste timmer
mansgereedschappen en van de figuur-zaag.
d. Het werken in carton en bordpapier en het
boekbinden.
e. Het snijden in hout, het inleggen, politoeren
es bewerken van houtwerk en andere bezigheden,
die tot nuttigen huisarbeid aanleiding kunnen
geven.
Aan dr. G. P. Wesselink is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als assistent bij de med.
kliniek aan de universiteit te Utrecht.
Tot len assistent bij het physiologisch la
boratorium aan de universiteit van Amsterdam
is benoemd de heer dr. J. van Rees.
—Benoemd tot leeraar voor de wis-, werktuig
kunde enz., aan de H. B. S. met 5jarigen cursus
te Rotterdam dr. P. Zeeman jr., te 's Hage.
Op verzoek, eervol ontslag verleend als
leeraar aan de R. H. B, S. te Leeuwarden aan
W. B. G. Molkenboer.
Yltsslngen, 12 Augustus. Ter voorziening
nooit een goede pachtersvrouw worden, hoe zou
dat ook mogelijk zijn? Maar ik heb mijn werk
nu grondig geleerd en ik houd ervan. Er zal
plaats genoeg voor ons beiden zijn in het groote,
liefhebbend hart van vader."
Ik prees haar om haar onzelfzuchtigheid en
vroeg of zij meende dat de zaak tusschen de
betrokken personen in orde was.
„O ja! zij verstaan elkaar volkomen," zeide
zij, „daar valt niet aan te twijfelen, Zoodra vader
na uw huwelijk terugkeerde ging hij regelrecht
naar het Kasteel, waar ik logeerde, en toch was
ik toevallig in het eerst niet in den weg. Hij
ontmoette haar en ik kan niet precies zeggen
wat er tussshen hen voorviel, maar sedert is hij
een heel ander mensch. Wanneer haar tweede
wednwjaar om is, zullen zij atil tronwen en breDgt
hij haar hier. Zij zal geen gravin zijn; maar
eenvoudig mevrouw ForbeB; en er zal geen
pracht of statie bij zijn, zelfs nog minder dan bij
uw huwelijk, waarvan vader mij met zooveel
ingenomenheid verteld heelt. Maar, Harry, ik
beklaag die zuster van uw vrouw, mademoiselle
Blanche, zoo en hem ook", voegde zij er met
inspanning bij. „Wanneer zal zij beter worden
en hem gelukkig maken Ik moest zooveel aan
hen denken op uw trouwdag en verwonderde
my dat die twee zusters niet samen voor het
altaar stonden."
„Dat moeten wij aan de toekomst overlaten,
in de vacature, ontstaan door het vertrek van den
heer Klomp naar Indië, is door den kerkeraad
der Nederduitsche hervormde gemeente, het navol
gende viertal opgemaakt: de heeren W. Briet
te Voorthuizen J. H. Cordes te YordenH. J-
James te Enschede, en L. J. Heldring emeritus,
wonende te Amsterdam.
Yllsslngen, 11 Aug. De heer D. P. Ver
maas, militair-apotheker le kl. te Vlissingen, is
in dien rang met den len September a. naar het
militair-hospitaal te Leiden overgeplaatst.
Op de forten der Utrechtsche linie zijn
proeven genomen met postduiven van de Haag-
sche postduivenvereniging De Ooievaar. Dinsdag
morgen om elf uren werden van fort Blauwkapel
vijf duiven opgelaten met depêches voor het
ministerie van oorlog. Niettegenstaande den storm
en den feilen regen, waren drie der depêches te
half twee in handen van den minister.
Aanstaanden Dinsdag vertrekken van Kampen
ongeveer 40 korporaals naar de verschillende
regimenten infanterie, na bij het instructie-bataljon
hunne opleiding ontvangen te hebben en aan
staanden Woensdag worden weder verscheidene
jongelieden als volontair by dat bataljon in dienst
genomen.
De luit. t/z le kl. H. L. Cadet, dienende
aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoet-
sluis, wordt op nonactiviteit gesteld en vervangen
door den luit. t/z le kl. A. G. I. baron van Plettenberg.
Omtrent den te Groede vermoedeiyk gepleegden
kindermoord vernemen wij nog het volgende.
Den Ben Augustus is de vrouw van A. d. M.
van tweelingen bevallen, waarvan éen, naar het
oordeel van hen die dit zagen, eene vormelooze
massa scheen. De man heeft die massa, ofschoon
er beweging in waargenomen werd, in een naby
zgn woning gegraven kuil geworpen en begraven;
by latere opgraving schynt echter gebleken te
zijn dat er een kind begraven was, dat toen naar
de begraafplaats werd overgebracht. De justitie
heeft een onderzoek ingesteld, tengevolge waarvan
A. d. M. gevangen genomen en heden naar het
huis van arrest alhier overgebracht is.
Van de op de prgsvraag voor plannen van
zalen voor een vogelentuin te Arnhem ingekomen
antwoorden zijn bekroondmet den eersten prys,
het plan onder het motto Phoenix, van de heeren
Posthumus Meijjes en Brenner; met deu tweeden
prgs, dat ouder het motto Ocnus, van deu heer
B. J. Ouwendagmet den derden prgs, dat onder
het motto Vereeniging, van den heer J. Th.
Schmitz jr. Al de bekroonden zyn te Amsterdam
woonachtig.
Donderdag middag te 2 uren zal de plechtige
uitreiking plaats hebben van de bekroningen voor
de tentoonstelling van decoratieve schilderkunst
te Arnhem.
Een Amsterdammer, Tieman genaamd, die
door zich voor te doen als adellijk heer of stu
dent van goeden huize, herhaaldelijk winkeliers
en particulieren goederen en geld afhandig wist
te maken, is dezer dagen, na pas uit de gevan
genis, waar hij zes jaren had doorgebracht, te
zijn ontslagen, opnieuw in hechtenis genomen.
Hij had, zich voordoende als de zoon van zekere
dame, by een hoedenmaker eenige inkoopen ge
daan en tevens eenig geld ter leen gevraagd, dat
den voornamen klant gaarne gegeven werd. By
het bezorgen van het bestelde ontdekte de win
kelier dat het opgegeven adres niet bestond en
liet, toen bij zijn klant een paar dagen later
ontmoette, dezen door de politie oppakken.
Cathariua Koldewij, de oudste bewoonster
van het eiland Schiermonnikoog, is den 6en Au
gustus haar 102e jaar ingetreden.
Volgens de TurquU heeft een Hollander, een
koopman in thee, eene jeugdige Grieksche schoone
te Konstantinopel geschaakt. Den 2en Aug. ver
liet de juffer heimelijk de woning en vertrok zy
met haar minnaar per stoomboot naar Varna.
De te Amsterdam gevestigde Bell Telejoon-
Maatschappij heeft machtiging gevraagd aanZ. M.
Jessie," zei ik ernstig, want ik was het volstrekt
niet met haar eens. „Ik betwijfel zeer of die
twee minnenden elkaar zoo volkomen begrijpen als
de twee anderen, waarvan wij spraken. Blanche
is zeer zwak en vereischt veel zorg en oppassing,
die ik niet geloof dat mijnheer Diicie in Staat is
haar te geven. Als ik u de waarheid moet zeg
gen, keur ik het volstrekt niet goed dat zij
zullen trouwen."
„01 gij zondt toch niet zoo wréed zijn van
hen te willen scheiden 1" zei Jessie, van aandoe
ning en verontwaardiging trillende. „Gij zijt
mijn neef en bijna mijn broeder en gij zijt boos
omdat hg eenige ondoordachte woorden tot mij
gesproken heeft, die ik veel ernstiger heb opge
vat dan ik moest. Maar dit is lang voorbij en
het leed 'twelk zij my berokkend hebben, ook.
Wat meer is, het heeft my veel goed gedaan. Ik
zou nu niet zoo flink en moedig zijn als ik dat
verdriet niet gehad had. Gg zijt altgd onbillijk
tegen mijnheer Frank geweest. Hij bemint die
jonge dame oprecht en zal nog een braaf man
worden en ik zal my in hun geluk verheugen.
Beloof mij dat gij hem niet tegen zult wer
ken."
„Dat beloof ik u, Jessie, en het is mogeiyk
dat gij gelijk hebt," antwoordde ik, meegesleept
door haar grootmoedigheid, „in alle geval hoop
ik er het beste van en zal er mij niet mee be
moeien; daar kunt gij van op aan. Ik ion in dit
den koning tot den aanleg van telefoonleidingen
in de gemeente Utrecht.
Door den heer A. K. van der Garden, te
Gonda, is concessie gevraagd tot den aanleg en
de exploitatie van een stoomtramweg van het
station van den Rijnspoorweg te Utrecht over
Montfoort naar Gouda.
Eergisteren hebben de officieren der dd.
schutterg te Leiden een zomerconcert gegeven,
waartoe zy ODgeveer 400 nitnoodigingen hadden
gedaan en waarvan zeer velen gebruik gemaakt
hebben. Het concert werd met een bal besloten.
Bij gelegenheid van het Ned. taal- en let
terkundig congres te Breda zal daar o. a. een
concert gegeven worden door de Guides van Brus
sel, daartoe op verzoek der feestcommissie wel
willend aangeboden door den koning der Belgen.
Dat concert zal waarschynlijk den Blen Augustus
plaats hebben.
Het Bott. Nbl. houdt zijn bericht, aangaande
de aanstaande invoering van electrisoh licht in
eenige voorname winkels te Amsterdam, vol, ook
na de tegenspraak van het Handelsblad.
Te Berlijn heeft Zondag avond een hevige brand
gewoed, die twee a drie pereeelen nagenoeg ver
nielde. Daarin bevond zich ook de woning van
graaf Pourtalès met vele kunstschatten, die voor
een groot deel verloren gegaan of zwaar bescha
digd zgn. Verder is het atelier van professor
Gropius verbrand, die eenige decoraties der
Koninklij lie Opera onderhanden had, deels nieuwe,
deels oude ter herstelling. Deze zgn mede allen
verloren gegaan; zoo ook alle schetsen en mo
dellen, die de schilder en vroeger zgn vader met
groote zorg verzameld hadden. Tragisch is het
lot van een paar oude lieden, die in een fier
verbrande huizen woonden en daar eene vrg aan
zienlijke som in effecten bewaarden, hunne spaar
penningen voor den ouden dag. Zij waren met
den Zondag van huis gegaan, om van het fraaie
zomerweder te genieten, en wijl zjj terugkwamen
vonden zij alles verbrand, en daar zij de nommers
hunner fondsen niet hadden opgeteekend, is hun
vermogen onherroepelijk verloren. Eene weduwe
in hetzelfde huis had 1700 Mark in papier opge
spaard, en bij het uitbreken van den brand gaf
zij die aan hare dochter. Deze echter vergat in
den schrik het haar toevertrouwde geld en liet
het liggen om hare moeder te helpen bij het red
den van een bed. Het bed werd dan ook gered,
maar toen de vrouwen om haar geld dachten,
was het te laat.
De Doorniksche Vériti bericht dat, tijdens de
koningin der Belgen logeerde bij de gravin De
Grüune, de pastoor-deken van Banffe haar door
middel van eene der hofdames eene gift liet vragen
voor de oprichting eener katholieke school. Be
halve het zoete van de gift zou het den olerictlea
uitnemend van pas zijn gekomen om in hunne
bladen met ophef te verkondigen d&t de koningin
eene gift voor het goede doel had gegeven. Men
had zich echter misrekend. „Toen do hofdame
zich met dit verzoek tot de koningin wendde,
zegt de Vérité, viel H. M. haar in de rede en
liet aan den pastoor zeggen dat zgne vraag uiterst
ongepast was en H. M. de gewoonte niet had
zich met politiek te bemoeien."
Ter gelegenheid van den schietwedstrijd zal
Zaterdag te Antwerpen een groot bal in het
Thédtre des Variétés worden gegeven, waarvan
zeer veel werk wordt gemaakt. Men vergelykt
dit feest bij het bal, door de Antwerpsche bur
gerwacht twintig jaren geleden aan koning
Leopold I aangeboden. Uit een oogpunt van
decoratie stelt men zich veel voor van de ver
schillende uniformen.
De electrische tentoonstelling te Parijs is
gisteren voor het publiek geopend. Van de 1768
inzendingen zijn er 18 uit Nederland.
Men bericht dat 10.000 Perzische Kurden naar
Mesopotamië zgn gevlucht, gastvrijheid en be
scherming aan den sultan vragende wegens de
vervolgingen aan welke zij van de Perzische
ambtenaren blootstaan.
In Turijn heerscht groote verbittering tegen
een paar Fransche officieren, een kolonel en een
kapitein van de genie, die in politiek gekleed den
berg AsBietta hebben bestegen en daar den ge
denksteen van den slag tusscben e Franachen
en Piemonteezen in 1742 van boven neer hebben
geworpen. Als het waar is, kan men het gerust
eeu kwajongensstreek noemen.
De heer Bradlaugh was gisteren morgen
weder erger. De roos aan den arm had zich
verder uitgebreid.
geval niet gaarne eenige verantwoordelykheid
hebben."
Mot die verzekering moest Jessie zich te vréden
stellen en gedurende ons kort verblijf te Birklanda
werd er niet meer over gesproken.
Terwyi Marguérite zich door Jessie liet onder
richten in eenige huiselijke aangelegenheden en
zelf enkele practische wenkeu gaf, omtrent de
fransche manier van huishouden, ging ik door het
berkenbosch wandelen, waar ik in het voorjaar
zulke droeve uren had doorgebracht, toen ik nog
zoo weinig hoop had om myn vrouwtje eenmaal
mede over de grenzen te brengen. Ik kon nau
welijks aan al mijn geluk geloövên en snakte et
naar om het over mijn geheele familie uit te
strékken.
Aldus peinzende en lang niet somber gestemd,
kwam ik in het gezicht van den ouden wilg, maar
ik ging niet naderbij, want in de schaduw zag ik
twee gestalten met een hengel en een vischmandje
naast hen aan den oever zitten. Ik herkende van
verre oom George en de gravin, vlak by den stam
waarin ik onder den klimop hunne namen ont
dekt had.
(Wordt vervolgd.)
4\