N«. 189. 1SÏ® Jaargang. 188L Zaterdag 13 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubï Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlin Weenen, Zurich Middelburg, 12 Augustus. au De dochter van lord Maskelyne, dooe ROSA MACKENZIE KETTLE. hoofdstuk xxiv. aasüèi MIDDEL enz. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Yliasingen werd een voor- Btel van burg. eu weth., om iu principe te besluiten om, met het oog op de in te voeren drankwet een gemeentelijk vergunningsrecht van 25 percent op de huurwaarde van drankhuizen te heffen, aan genomen; de motieven ervoor waren: verbetering der inkomsten en vermindering der zwaar druk kende belastingen. Een verzoek van de stoomvaartmaatschappij Zealand, om afstand van gemeentegrond als uitweg voor het te bouwen hotel, werd ingewilligd. Onder de ingekomen stukken kwam ook voor een schrijven van ged. staten waarbij het besluit tot vaststelling der concessie-voorwaarden voor de duinwaterleiding, voor zooveel noodigis goedgekeurd. Voorts werd goedgevonden om, met het oog op de groote bevolking der school voor minver mogenden, hoofdonderwijzer de heer Landsman, de kweekelinge, mej. Mets, van at 1 Juli (met welke tijd hare functiën hadden opgehouden door het benoemen van eene hulponder wgzeres) in hare betrekking te bestendigen, tegen eene grati ficatie van f 20 's maands. Ook werd besloten aan A. van Beers en J. B. Zietse ieder f 25 toe te kennen, als gratificatie wegens betoonden ijver bij in de gemeente gewoed hebbenden brand. Naar aanleiding van een schrijven van ged. staten, waarbij bezwaar werd gemaakt tegen het besluit tot aanvulling van art. 34 der politie-ver ordening, op grond der onduidelijkheid en onvol ledigheid, werd ten deze een nader besluit genomen. Betrekkelijk de regeling van het lager onderwijs werd besloten de jaarwedde van de hoofdonder wijzeres en het onderwijzend personeel van school D in werking te doen treden met den len der maand waarin het hoofd dier school in dienst treden zal, terwijl wat de scholen A, B, C en E betreft de verordening 1 Jan. 1882 in werking treden zal. De geloofsbrieven van de heeren A. Smit, C. Mortier en C. A. Kalbfleisch werden onderzocht en goedgekeurd en dus tot hunne toelating be sloten. Voor de verkiezing van een lid van den raad, die, ten gevolge van het bedanken van den heer P. J. Siegers, op 22 dezer zal moeten plaats hebben, is het volgende stembureau samengesteld leden de heeren Quakkelaar en De Kruijff, plaats vervangers de heeren Ockera en Laernoes. Het programma der uitvoering van het muziek VIJFDE DEEL. X1BQD ÉS UB, Nog nooit, sedert St. Wilfrid de fondamenten legde voor de oude kerk waarin Marguérite en ik getrouwd werden, stond daar een gelukkiger paar. Ik zal niet trachten mjjn parel onder de vrouwen bij die gelegenheid te beschrijven. Al wat ik weet is dat zij van het hooid tot de voeten in het reinste wit gehuld was, met een glanzigen, lichten sluier, die om haar heen golfde en hier en daar opgenomen werd door een bosje madeliefjes. Om haar hals droeg zij een snoer parelen, een geschenk Van lord Maskelyne, als eenig sieraad, behalve haar trouwring en een broche die zjj van mij en Blanche gekregen had. Maar wat doet het er toe hoe zij gekleed was, daar zij innerlijk en uiterlijk een en al reinheid en liefelijkheid was? Wij keerden niet naar het Heerenhuis terug, doch zeiden bij de kerkdeur onze vrienden vaarwel. JTe veel aandoening, te veel afscheid nemen was korps der dd. schutterij op het Molenwater alhier op Zondag 14 dezer, des namiddags te twee uren, luidt als volgt: No. 1 Marschno. 2 Wals, Sahanno. 3 Ouver ture Athalia, Mendelssohnno. 4 Fantaisie II Trovatore, Verdino. 5 Adelaide, Beethoven; no. 6 Mazurka, Ahlig; no. 7 Fantaisie uit Gou nod's opera Faust, A. de Jong; no. 8 Marsch. De kapitein t/z. Ernest Rice, nieuw benoemd attaché bij het Britsche gezantschap te 'sGra- venbage en by de overige maritieme hoven van Europa, zal binnenkort ons land bezoeken, met het doel de zeehavens, werven enz. te bezichtigen. De St. Ct. bevat de wet tot goedkeuring der overeenkomst betrekkelijk den onderhandschen verkoop en den afstand van voormaligen vesting- grond te Breda aan die gemeente. In de St. Ct. brengt de minister van waterstaat enz. ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand November 1881 te 's Gravenhage een ver gelijkend onderzoek plaats zal hebben van perso nen, die wensehen te dingen naar de betrekking van klerk bij den rijkstelegraaf. Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naar de Staatscourant van heden. In eene te Tilburg gehouden vergadering van leden van landbouwmaatschappijen en landbouw- clubs en van burgemeesters in N.-Brabant, zijn de statuten vastgesteld vior de nieuw opgerichte Noord-Brabantsche Maatschappij voor Landbouw. In het bestuur dezer maatschappij zijn bij accla matie benoemd de heerenJ. A. van der Burgh, te Breda, eere-voorzitter; J. Janssens Kanters te Tilburg, voorzitter; V. E. Ph. M. Schoiten van Aschat, te Roosendaal, onder-voorzitter, en Am. Daamen te Tilburg, secretaris-penningmeester. In de jaarvergadering van het Ned. Bijbelge nootschap, welke gisteren te Amsterdam werd gehouden, was door de afdeeliog Leeuwarderadeel voorgesteld eene bloemlezing uit den bijbel uit te geven, lo met het oog op de kinderen, 2o met het oog op velen die den bijbel beter zouden waardeeren, als zij hem in anderen vorm ontvingen. Het voorstel werd, als strijdig met de wet niet in stemming gebracht, nadat twee hoofdbezwaren in de discussie daartegen waren aangevoerd. Een der sprekers verwierp het voorstel als eene belee- diging van Gods woordterwijl anderen er vooral op wezen dat het genootschap zich nooit met critiek of uitlegging had ingelaten en het aan nemen van dit voorstel een twistappel in den boezem van het genootschap zou kunnen worden. Het hoofdbestuur der Ned. Mij mor Tuinbouw en Blanthmde heeft een nieuw reglement vast niet goed voor ons zusje. Marguérite rukte zich uit hare armen los en ik was blijde haar mede te mogen voeren en Blanche, zooals zij daar in dat ouderwetsche voorportaal bleef staan, zag er nit als een kwijnende lelie, bijna door den storm geknakt, maar toch nog schoon. In haar witte kleed geleek zij meer een brnid des hemels, een heilige, dan de aanstaande vrouw ran een licht mis als Frank. Ik had beloofd dat wij op onzen terugweg van de Schotsche meren en bergen, waar wij onze wittebroodsweken gingen doorbrengeneenige dagen te Birklands zouden blijven. Ik verlangde het land te zien, door Walter Scott vereeuwigd en met Th» Lady of the Laktot gids, bezochten wij de Trossachs, zagen Ellen's eiland en de plaats waar het edele hert stond. Nooit zal ik die reis vergeten. Mijn drukke bezigheden had den mij tot nog toe nooit tijd gegund voor uit stapjes en nu had ik iemand bij mij die mijne alledaagsche denkbeelden kon verheffen en eiken heerlijken zomermorgen en avond tot een loflied maken. Voor het eerst vernam ik nu met verrukking dat, even als ik mijn schoone bruid had liefgehad van het oogenblik af dat zij mij als knaap het hoofd gebet had, met den zakdoek dien ik nog als de kostbaarste reliquie bewaar, Marguérite mij altijd had bemind. Natuurlijk niet in vergelijking van mijn jongensachtige aanbidding, maar met gesteld en bekend gemaakt voor de toekenning van certificaten aan nieuwe planten, heesters, boomen, vruchten en bol- of knolgewassen. De winner van eene of meer uit zaad of op andere wijze verkregen nieuwe planten, heesters, boomen, vruchten en bol- of knolgewassen, of hij die een dezer zaken voor het eerst in Nederland direct heeft ingevoerd, kan tot het bekomen van een certificaat zich wenden tot den algemeenen secretaris der bedoelde maatschappij. Wanneer zijne inzending bij de beoordeeling door eene commissie van deskundigen naar wensch voldoet, wordt hem een certificaat le of 2e klasse uitgereikt. Gisteren is het panorama te Rotterdam met eenige plechtigheid geopend. Het stelt voor den slag bg Nieuwpoort en is geschilderd door de heeren Max Volkhardt en Tb. von Eekenbrecher. Volgens de N. B. Ct. is de historie zeer getrouw en goed weergegeven. De verwachting, dat het als kunstwerk behagen zou, is niet teleurgesteld. Er was onder de toeschouwers maar éen roep over, en van ganscher harte stemden allen in met den lof, aan de schilders door een der bestuurders geschonken. Von Eekenbrecher schilderde de zee, en nu er in de laatste dagen zooveel gesproken werd over Mesdag's zee, was men niet 't minst nieuwsgierig boe die er zou uitzien op dit doek. Zg is anders, en toch ook schoon. Het strand te Nieuwpoort is breed; bg eb konden er, zooals op 3 Juni 1600 bleek, geheele legers strgden; het water is dus wat verder verwyderd, en nog verder zgn de schepen, welke Prins Maurits weggezon den had om flauwhartigen de hoop tot vluchten te benemen. Het is zomer, de zon schijnt, hier en daar drijven lichte, witte wolkjes langs 't zwerk doorschijnend en aetherisch, gelgk zulke wol ken zijn zonneschijn en schaduw wisselen dus op de watervlakte elkander af, het gele oever zand schijnt door de golven heen, die tegen het vlakke strand krullen en schuimen, verderop heerscht dieper en blauwer toon, tot aan den verren, verren horizon, waarvan de ronding uit nemend is weergegeven. Het landschap is niet minder fraai: de duinen zijn prachtig, de vlakte met Nieuwpoort is zeer goed. In de onmiddellijke nahijheid van den toeschouwer verheft zich een hooge, steile duin, die een waar meesterstuk mag heeten. En nu de figuren. Er zijn er duizenden, maar schikking en verdeeling zijn zoo voortreffelijk, dat de handeling zoo duidelijk mogelijk is. Sommige groepen op het strand wijken wellicht niet genoeg, maar de hoofdgroepen, daar en in de duinen, zgn uitmun tend. Ze zijn zoo waar, zoo levendig, zoo chique gedaan, dat de heer Volkhardt er alle eer mede inlegt. Hij en zyn makker begrgpen, dat een panorama anders moet worden geschilderd dan een gewoon een teedere, innige genegenheid, die zachtjes aan in liefde was overgegaan, toen wij elkaar later ontmoetten. Zij had my nooit beschouwd als den lompen boer, dien ik vreesde dat zij in mg zag, maar als een goeden, eenvoudigen jongen, die haar liefde waard was. Behoef ik u te zeggen dat ik mg voornam te zorgen dat zg nooit kon ondervinden dat zij zich vergist had? Jessie ontving ons met zusterlijke liefde en oom als een vader. Toen ik vader en dochter naast elkaar op den drempel zag staan, herinnerde ik mij zoo levendig de gevoelens, waarmede ik voor de eerste maal hun huis genaderd was, toen ik mg verbeelde geheel alleen op de wereld te staan. Met hoeveel trots en blgdsehap geleidde ik Marguérite langs het pal tusschen de ouder wetsche hagen, tot op de stoep, waar oom haar kuste en Jessie haar omhelsde. Mijn nichtje was veel minder verlegen dan vroeger. Haar geheele houding had iets meer bevalligs en droeg sporen van ontwikkeling en zelfverloochening. Oom zag er jonger en opgewekter nit dan toen ik hem het laatst in zyn eigen huis zag, gedrukt door de zorgen over zijn dochter. Het was verwonderlgk, zei hij, welk een verandering er gedurende zijn afwezigheid bij haar had plaats gehad en dit was voornamelijk te danken aan de liefdergke zorgen en den goeden raad der gravin. Haar gezondheid was veel sterker en zy was zoo gverig en werk zaam dat het een groot gemis voor hem zou schilderij. Men noeme het kunstjes of hoe men wil, een panorama heeft optisch bedrog ten doel. Door het aanleggen van een reëelen voorgrond en het maken van een overgang uit het reëele tot het geschilderde, is dat doel in confesso. Zal er eerjheid zijn in 'twerk, dan moet ook het doek het oog helpen bedriegen. Daarom hebben de schilders het zoo behandeld, dat nergens de toeschouwer wordt herinnerd aan kwast en verf, maar zooveel mogelijk de middelen waarmede de artistieke voorstelling der natuur werd tot stand gebracht, verborgen blijven. De uitslag is verrassend, en niet slechts voor het optisch bedrog alleen. Lucht en dampkring zyn voortreffelijk, evenals zee, landschap en figuren. Z. M. heeft benoemd in de orde der Eiken kroon: tot kommandeur mr. P. F. Hubrecht, vice-president der commissie van de tentoonstel ling van oude kunst; tot officier mr. W. N. Lantsheer en J. W. van Borselen, leden dier commissie; tot ridder Joh. M. J. Gram en mr. C. Telders, secretarissen. Z. M. heeft verder be noemd tot ridder 4e kl. in de orde van den Gouden Leeuw vau Nassau: J. Smits, lid van ge noemde commissie. De Vereeniging ter bevordering tan het Zee vaartkundig Onderwijs hield Woensdag te Am sterdam hare negende jaarlgksche algemeene ver gadering. Na de behandeling van de gewone huishoude lijke bezigheden, werden besproken enkele onder werpen van wetenschappelijken aard, voorname- lijk met het doel om eenheid te brengen in het zeevaartkundig onderwya hier te lande. Met leedwezen wordt er door de vereeniging in het verslag van die vergadering op gewezen, dat er weder dit jaar niets door den staat is gedaan aan de verbetering van het zeevaartkundig onder wijs; dat na nog niet is voldaan aan het verzoek, sedert 1873 herhaaldelijk tot de regeering gericht, omlo. verbetering van het zeevaartkundig on derwijs, 2o. verplicht examen voor de stuurlieden ter koopvaardij, en 3o. instelling van eene staats commissie ter examineering van die stuurlieden. Wel is door de regeering voldaan aan het derde punt van dat verzoek, maar de in het leven ge roepen staatscommissie zal, zoolang ze alleen blijft staan, bepaald nadeelig blgven werken op het zeevaartkundig onderwijs. Wordt niet het examen verplichtend gesteld, blijft het aan ieder volkomen vrijgelaten te varen als stuurman en gezagvoerder, dan zal de nu bestaande staats commissie krachtig blijven medewerken aan het gebrek aan geëxamineerde stuurlieden, welke gebrek nu reeds bestaat en evenzeer aan het ont volken der bestaande zeevaartscholen. wezen, indien er iemand kwam om zijn huis van zijn schoonste sieraad te berooven, en hij veron derstelde dat dit wel niet heel lang meer zou duren. Het was waar, voegde hij er met een zucht bijj dat zij de vroolijkheid en dartelheid miste, die zgn lieveling vóór haar ziekte bezat, toen ik in dien warmen zomer by hen was. Maar dat was een bewijs dat zg geen kini meer was en dat hij er zich op moest voorbereiden om van haar të scheiden eu dan zou ziju huis niet meer hetzelfde voor hem zgn. Voor het oogenblik waren zij blijkbaar alles voor elkaar en ik kon niet nalaten te vreezeh dat elke verandering, hoe aangenaam ook, haaf nieuw leed zou veroorzaken. Ik voor mij dacht niet dat zij zou trouwen, voor het oogenblik was het althans niet waarschijnlijk. Later, wanneer zij zag dat zij thuis minder onontbeerlijk was, zou de goede dochter misschien een degelijker minnaar aannemen dan de jonge student op het kasteel bleek te zijn geweest; maar nu had zij de liefde op zg gezet, als vertrapt, en het is een bloem die in sommige aarde het hoofd nooit weer opheft, en in andere wel weer ontluikt, maar nooit met dezelfde glans of kleurenpracht. Wy brachten den volgenden dag, op uit- noodiging der gravin, te Graigie Hall door. Oom maakte nu geen bezwaar meer om de onde plekjes uit zijn jeugd te betreden en die scheen bijna

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1