N°. 185.
1881.
Dinsdag
9 Augustus.
1246 Jaargang.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 8 Augustus.
PETJILLETOM-.
De dochter van lord Maskelyne,
ROSA MACKENZIE KETTLE.
UBGSCH
COURANT
In de heden namiddag gehouden zitting van de
kamer van koophandel en fabrieken alhier werd
mededeeling gedaan van eenige ingekomen stuk
ken, die deels voor kennisgeving aangenomen,
deels ter visie gelegd en deels bij de leden ter
lezing rondgezonden zullen worden.
Een verzoek van de kamer van koophandel en
fabrieken te 's Hage, om een door haar aan den
minister van justitie gericht verzoek tot weder
instelling van rechtbanken van koophandel te
willen ondersteunen, werd, in verband met het
vroeger door de Middelburgsche kamer eenparig
uitgesproken gevoelen dat het wenschelgker is
dat recht worde gesproken door rechtskundigen
dan door niet-rechtskundigen, voor kennisgeving
aangenomen.
Bij de overlegging van een door de permanente
commissie uit de Amsterdamsche reederijen aan
heeren reeders uitgebracht verslag, werd door den
voorzitter medegedeeld dat hij voornemens is
in de volgende vergadering een voorstel omtrent
de daarin behandelde zaken te doen, en de behan
deling ervan dus aangehouden.
VolgenB een koninklijk besluit van 23 April
1861 mogen geestelijke broeders in openbare
scholen onderwijs geven, als zij het gewaad hunner
orde afleggen. De minister van binnenlandsche
zaken heeft deze bepaling ook op de geestelijke
zusters toepasselijk verklaard.
Reeds meermalen is in België, zoowel in de
dagbladen als zelis op de nationale tribune, ge
klaagd over de zware concurrentie, welke de
ronte OstendeDover van de lijn Vlissingen
Queenboro ondervindt. Als een gevolg daarvan
schijnt te mogen worden aangemerkt, dat de
koninklijke Belgische administratie dezer staats-
stoomvaartlij u dezer dagen bekend gemaakt heeft,
dat de vrachtprijzen, te beginnen met 1 Ang. 11.,
belangrijk zijn verminderdzij zijn thans gebracht,
voor een enkelvoudig biljet van Ostende naar
Dover en omgekeerd, le klasse op fr. 9.30 en
2e kl. op fr. 6.65, en voor een retourbiljet le kl.
op fr. 14.85 en 2e kl. op fr. 11.15.
Óp Bali is het niet pluis, schrijft men aan
het Soer. Handelsblad. In verband met den
moord, gepleegd op zendeling De Vroom, staat
echter het opstootje misschien niet. De zaak is
zooals wij ze weten, deze: Op Bandjar, niet ver
van Teboengkoes, woont een Goesii, die op een
Vrouw heeft geschoten. Of hij haar gedood of
gewond[ heeft, weten wij nietwel berichtte men
33
DOOR
TIERDE DEEL.
ONDER DEN OUDEN WILG.
HOOFDSTUK XX.
„Misschien kent gij het witte kronkelende rijpad
bezaaid met granietsplinters, die als diamanten
schitteren? Er is niets bgzonders aan dat land
schap, evenmin als aan gindschen poel en de
wilgentakken, die erover heen en erin hangen;
6n toeh, mijnheer Forbes, zijn er oogenblikken
waarin zulk een kalme plek verheerlijkt schijnt,
waarin wij die verkiezen boven schilderachtige
bouwvallen, grootsche bergen en de prachtigste
natuurtooneelen. Ik beken dat ik zulk een
betoovering hier gevoeld heb en ik verbeeld,
mQ dat die ook eenmaal moet bestaan hebben
voor mijn tochtgenoot op de Northumberlandsche
heide, waardoor die eenzame weg, dat mos en die
wilde bloemen tegen dien ruwen muur, de beek
die over de steenen stroomde en de granietzuil
die op de eenzame vlakte verrees, aangeraakt en
als verguld werden. Ik deed haar geen vragen,
jpaaar ik sag bet aan haaf gelaat. Ik wist bij
ons, dat de assistent-resident de uitlevering van
die hoogheid geëiseht beeft, doch van de Band-
jareexen, die zich ten getale van 200 man gewapend
opstelden, een weigerend antwoord kreeg, met de
mededeeling, dat zij liever hun laatsten droppel
bloed zouden willen storten dan te voldoen aan
dat verzoek. De Chineezen, Boegineezen en
Mohammedanen te Boeleleng hebben maatregelen
van tegenweer genomen en zich als éen man om
het bestuur geschaard.
Uit een tweeden brief, eenige uren iater geschre
ven, blijkt, dat de assistent-resident '200 man naar
Bandjar heeft gezonden, die met een zoet lijntje
den Ido (in dien briet wordt hem die titel en niet
dien van Goesti gegeven) naar Boeleleng brachte n
van waar hij naar Banjoewangi werd gevoerd. De
brief bevatte verder de mededeeling, dat eene
macht van eenige honderde personen (Boegineezen
enz.) bij den assistent-resident de wacht hondt en
men van de Bandjareezen het ergste vreest. Ook
de Boelelengsche hoofden zouden de Europeanen
de meeBte waakzaamheid aanbevelen.
Uit een derden brief vernam men eindelijk nog
dat de moord op den zendeling De Vroom ge
pleegd daar verondersteld wordt wel degelijk aan
geloofshaat te moeten worden toegeschreven. Men
schreef dat De Vroom den Balineezen zon hebben
verkondigd: „Mijn God is de ware God, maar
uw God is geen God, maar een duivel." Dit
moeten zij erg kwalijk hebben genomen. De
huisjongen zou alleen zijn omgekocht, om zijn
meester van kant te helpen.
In het Indisch Vaderland leest menVan goed
ingelichte zijde wordt ons bericht, dat in een
conferentie tusschen den gonverneur-generaal en
den directeur van justitie besloten zou zijn, om
met kracht een einde te maken aan de overal
bestaande achterstanden bij verschillende recht
banken. Onder de maatregelen waartoe besloten
is, zou behooren, dat de promotie van de rech
terlijke ambtenaren niet meer naar anciënniteit
zal geschieden. Trouwens reeds sedert eenigen tijd
is daarop uitzondering gemaakt.
In de laatstgehouden zitting van den gemeente
raad van Amerongen, welke door drie leden
werd bijgewoond, is, met twee stemmen tegen
éen, het volgende beslait genomen
»De raad der gemeente Amerongen,
Gezien de overgelegde geloofsbrieven van de heeren
A. J. Versteegh, N. ten Broek en A. Messchaert, be
noemd tot leden van den gemeenteraad in dato 19 Juli
1881. Overwegende dat bij deze verkiezing 113 kiezers
hebben gestemd, waarvan een van onwaarde blijft, alzoo
112, waarvan de meerderheid 57 stemmen;
Overwegende, dat van deze stemmen hebben verkregen:
N. ten Broek 64, A. J. Versteegh 62 en A. Messchaert
60 stemmen;
ervaring dat, evenals ik, gedurende een lang en
moeielijk leven te midden van vreugde en leed,
steeds dien onden boom en zijn spiegelbeeld in
het water gezien heb, zij dat gezicht zou bewaren
door welke landen het noodlot haar ook voeren
mocht, eu wat ook haar bestemming mocht zijn.
Al moest zij die noordelijke streken nooit terug
zien, zou zij die toch steeds voor oogen hebben.
Het water zou hare voeten besproeien als zij in
gedachten op de loopsteenen stond, en de Meiwind
zou de witte bloesems van den ouden boom onder
den Heksendoornpiek om haar heen strooien. Het
is niet iedereen gegund, zooals mij, om terug
te keeren naar de tafereelen mijner jeugd; weer
de oude boomen te aanschouwen, mij zelve, hoe
veranderd ook door den tijd, weer te spiegelen in
de kom, die mijn meisjesgelaat weerkaatste.
„Maar als zij in het leven blijft, hetgeen hoop ik
lang en gelukkig mag zijn, zal het meisje, dat op
dien zomermiddag naast mg over de Northumber
landsche heide reed, zich nog menigmaal de
hoogten en laagten, den blinkenden stroom en
den granietznil, die zij dien dag, niet voor het
eerst, met zulk een glans van liefde in de oogen
beschouwde, voor den geest roepen."
„Nog één woord", sprak ik en legde onwil
lekeurig de hand op den tengel, daar ik meende
dat lady Nairn wilde voortrijden. „Zijt gij
heeft Margnérite u dien dag naar mijne hoeve
gebracht? Was die glans waarvan gg spreekt toen
nog in hare oogen?"
Overwegende dat pi. min. 40 kiezers op last van den
heer G. graaf Bentinck hunne stembiljetten hebben
moeten laten invullen op bet kasteel Amerongen, zoo
dat zij geene vrije keuze hadden en hierdoor genoodzaakt
waren te stemmen op candidaten, die de hunne niet waren;
Overwegende dat na het invullen der stembiljetten, de
kiezers door den hoschwachter Johannes Knoppers alhier,
als een kudde schapen naar de stembus werden geleid;
Overwegende dat er alzoo een hoogst onzedelijke invloed
is uitgeoefend, die op deze verkiezing van beduidenden
invloed is geweest
Overwegende dat de burgemeester in gebreke is geweest
raadsvergadering te beleggen tot bet benoemen van een
stembureau, waardoor het bureau van stemopneming niet
wettig was samengesteld volgens art. 43 der ki eswet
Gezien art. 31 der gemeentewet;
Besluit-de drie heeren A. J. Versteegh, Ni ten
Broek en A. Messchaert niet als leden van den raad van
Amerongen toe te laten en daarvan aan hen en aan ge
deputeerde staten dezer provincie kennis te geven."
De raad kon met de kleinste helft der leden
een besluit nemen, wyl de vergadering was be
legd overeenkomstig artikel 49 der gemeentewet,
nadat tweemaal het vereischte aantal leden niet
was opgekomen.
Het Vaderland beklaagt zich erover dat een
telegraaf-ambtenaar een voor het Vaderland be
stemd telegram op de enveloppe verkeerdelijk
aan het Dagblad heeft geadresseerd. Zulk eene
slordigheid is zeer onaangenaam, maar blijft ver
klaarbaar.
Volgens het Vaderland heeft echter het Dagblad
van het telegram gebruik gemaakt door het op
te nemen en het toen eerst aan het ware adres
laten bezorgen. Indien dit waar is, zou het ons
minder verklaarbaar voorkomen.
De heer De Haan, te Winterswijk, geeft in de
jongste aflevering van het Album der Natuur
eenige mededeelingen omtrent de grondboringen
in de Noord-Duitscbe laagvlakte, de laatste jaren
op last der Pruisische regeering ondernomen.
Aan het slot van zijn artikel schrijft hij:
„Wat is tot nogtoe in Nederland in deze rich
ting geschied? Door de regeering niets.
Door de burgers zelf niet veel. Een onder
nemend Dnitscher, de heer Koppel Simons van
Dnsseldorp ik noem zijn naam met eere
dreef ten jare 1873 de boor in het Nederlandsch
diluvium. Men bereikt de diepte van 876 voet.
Kennelpk was men in steenzout bevattende lagen.
Was het keuper, (een mergelsoort) muschelkalk,
zechsteen? Ik weet het niet. Toen werd de boring ge
staakt. Zij ging de krachten van een enkele te boven.
Te vergeefs trachtte ik onder de inwoners mijner
verblijfplaats aandeelhouders te winnen voor eene
op te richten boorvennootschap. Het hart zat te
laag by onze indnstrieelen. Moge een machtiger
„Dat moet gy haar zelf maar vragen", zei
tg en reikte mg de hand, toen ik met een ver
ontschuldiging den tengel losliet. „Wij zyn naar
de Hoeve onder de herken geweestmaar zy liet
mij in de woonkamer om uit te rusten en kennis
te maken met de weduwe Brand, terwijl zg in
den tuin ging om te zien hoe de bloemen bloeiden
en een blik op de heuvels te werpen. Ik zag
haar gelaat toen niet en in het naar huis rijden
vond ik dat zij bleek en ernstig zag. Znlk een be
toovering duurt niet lang, ofschoon zij vaak in het
leven kan terugkeeren. Zij verdwijnt gewoonlijk
wanneer de zon ondergaat, of wordt wel eens
door tranen weggespoeld. Ik meende Iater sporen
van tranen op haar gelaat te zien, terwijl wij in
de schemering naar het Heerenhuis terug reden."
Lady Nairn raakte de zijde van haar hit met
de karwats aan en wij scheidden in stilte, doch
met een warmen handdruk.
Ik volgde haar niet en keerde ook niet terstond
naar huis terug; maar bleef Op het gras onder
den wilgenboom liggen tot dat de schemering
bosch en veld in een vochtigen nevel hulde. Toen
de laatste zonnestraal van de oppervlakte van den
vijver verdween keerde ik naar Birklands terug.
lichaam eerlang deze zoo gewichtige zaak ter
hand nemen. Wordt de industrie er niet door
gebaat, wanneer, gelijk mogelijk is, de resultaten
negatief zijn, de wetenschap, de geologie van ons
vaderland, zal er rijken oogst bg winnen. En
mocht de boor werkelijk steenzout of steenkolen
uit de diepte te voorschgn halen, de gevolgen
zijn niet te berekenen. Denk aan Oberhausen>
gg, die het leestVöor 40 jaren een gehucht
in de hei, is Oberhansen thans eene stad van
beteekenis. Eene steenkolenbedding in den Gel-
derschen AchterhoekWelk een vooruitzicht 1"
De audiëntie van den minister van justitie zal
Dinsdag en die van den minister van oorlog Don
derdag a. niet plaats hebben.
De St. Ct. bevat: de wet houdende goedkeuring
eener met de AkenMaastriehtsohe spoorweg
maatschappij aangegane overeenkomst tot wijzi
ging van het tusschen den staat en die maatschappy
gesloten contract betrekkelijk de exploitatie der
domaniale steenkolenmijnen te Kerkrade;
de wet houdende goedkeuring der overeenkomst
betrekkelijk eene ruiling van gronden en gebou
wen met de gemeente Groningen;
de wet tot verhooging van het negende hoofd
stuk der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1881,
en de wet betrekkelijk den aanleg van een
kanaal ter verbinding van Amsterdam met de
Merwede.
Het volgende ingezonden stak komt voor in
het Bat. Handelsblad
„Mynheel Letacteul!
„Ik Chinees man welk hald vool mijn lgst. en
vleesch, ik hooi van mgn landsman in Atjeh veel
te verdienen, ik ga naar Atjeh om beetje geld te
verdienen, omdat mgn landsman zeg geen oolog
meel in Atjeh, kompagne alle soldaten zal weg
zenden en politie kom in de plaats om ons alle
maal te bewaken. HaaijaDie Atjehnees kom
's nachts maak lawaai schiet veel geweel, veel
kogels vlieg dool Chinees huizen, mijn kamelaad
een man dood, twee dlie man klijgen wond, ik
zeel bang, ik schleeuw hald, ik zeg Tjilaka!
Hofolomi Atjehnees niet bang vool soldaten, ik
loop weg, ik kom hiel. Ik vlaag Mijnheel Letac
teul wanneer zal kompagne politie zenden naai
Atjeh dan Atjhenees bang, zal niet meel schieten
op Chineezen, en alle Chinees man zal gaan naar
Atjeh en zal biginaga senang en kompagne kiygt
veel winst met pacht en invoel legten, en alle
eulopees man klgg alles goedkoop en dan zal
spoedig ook naai Atjeh gaan.
„Mijnheel Letacteul
„Ik alma Chinees man
„Lim Tiam Seng.''
HOOFDSTUK XXI.
Na dit gesprek verlangde ik in dien heeten
zomer meer dan ooit naar het frissche koeltje dat
altijd over de noordelijke Éeide waait; maar het
was moeielyk en onhensch om n>gne plannen te
veranderen, daar ik Snsanne beloofd had hen in
het ongestoorde bezit mijner hoeve te laten; na
hun huwelijk dat op mijn aandringen bespoedigd
werd, en oom verzocht mij ook, hem in den
drukken tijd niet te verlaten. Ik maakte een
lange, ongestoorde wandeling ondanks de bijna
ondragelijke hitte, toen de menschen het werk
staakten; maar het gelukte mij niet mijn onge
duld te bedwingen.
Ik meen dat Jessie, toen ik 's avonds doodmoedö
thuis kwam, merkte dat ik nog onrustig was. Zy
zong in de schemering het eënë lied na het andere
voor haar vader en voor mij, met zachte, stem
mige melodieën, maar niet zoo weemoedig als
haar gezang dikwijls was. Dien avond ademden
al de liederen, die zy zong, hoop en bemoediging:
Toen zij moede was nam zij naast mij op dé
vensterbank plaats. Haar vader zat stil uit té
rusten aan het andere einde van het lange, met
eikenhout beschoten vertrek en stoorde ons zacht
gesprek niet. Buiten stond de maan aan deö
wolkenloozen hemel. De dampen en nevelen,
die den dag drukkend en onaangenaam gemaakt
hadden, schenen door haar helderen glans op te
trekken; maar het was nog heel warm. Geeq