N°. 183. 124® Jaargang. 1881: Zaterdag 6 Augustus. Nationale Militie. Jaarmarkt. Oprichting van een brood fabriek. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 5/m, franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enzvan 1-7 regels 1.50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz. Oproeping van verlofgangers der lichting 1878. FEUILLETON. 3© De dochter van lord Maskelyne, ftOSA MACKENZIE KETTLE. Middelburg, 5 Augustus. Somtijds ontmoette ik haar op zulke tochten en Vlissingen, 5 Aug. Heden middag te ruim half drie is de tramtrein, bestaande uit de loco motief en drie wagens, van Vlissingen vertrokken om een proeftocht te maken. Een klein opont houd in Vlissingen uitgezonderd, is de tocht uitstekend geslaagd, e» het traject van de remise te Vlissingen tot aan de Langeviele brug in 20 minuten afgelegd. Te 4| en 61 ure wordt weder een rit gemaakt en zal men daarmede morgen (Zaterdag) den geheelen dag voortgaan. Het eerste vertrekuit Vlissingen is bepaald op 10 nren des voor middags en voorts om de 2 uren tot den avond toe de tusschenvallende uren rijdt men vau Middelburg naar Vlissingen terug. De passage voor passagiers is vrijgesteld, zoodat ieder in de gelegenheid zal zijn de verschillende ritten mede te maken. Alleen zal men gedurende den tocht eene collecte honden, waarvan de opbrengst bestemd is voor de armen. Met den eersten rit uit Vlissingen hebben verscheidene passagiers de reis mede gemaakt. MIDDELBUHGSCHE COURANT De burgemeester en wethouders van Mfddelbur g, gezien art. 12 der verordening op het marktwe zen van den 13 Mei 1857, nader gewijzigd: maken bekend, dat de kramen, tenten en andere inrichtingen, welke bij gelegenheid der jaarmarkt zijn opge richt, Dinsdag den 9 Augustus a. des avonds zullen moeten zijn afgebroken, en de daarin aan wezige koopgoederen en voorwerpen van de markt en pleinen weggevoerd. Hiervan is afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 5 Augustus 1881. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÈ De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de artikelen 6 en 7 der wet van den 2 Juni 1875 {Stbl. n° 95) tot regeling van het toe zicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken: maken bekend: dat ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van A. Jeionimus, alhier, om vergnn- ning tot het inrichten van perceel wijk letter P. n° 77, op den Korendijk, tot eene machinale broodbakkerij. dat op Maandag den 22 Augastns a. ten raad- huize dezer gemeente, des namiddags te half twee uren, gelegenheid zal worden gegeven, om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Middelburg, den 4 Augastns 1881. De burgemeester en wethouders voornoemd. PICKÉ De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire vau den commissaris des konings in deze provincie van den 28 Mei 1881, A n°. 1860, 3de afdeeling (provinciaal blad n°. 62), roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 1878, behoorende tot het regiment grenadiers en jagers, het 2e, 3e, 5e en 6e regiment infanterie en de 2e, 4e, 6e batterij en 2e trein-compagnien van het 2e regi ment veld-artillerie om op den tijd en plaats als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voor werpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf, en wel op Vrijdag den 12 Augustus a., des voormiddags tusschen 10 eu 11 BOOK VIERDE DEEL. ONDER DEN ORDEN WIL 6. HOOFDSTUK XIX. Uren later, wanneer een der zorgvuldige bedienden haar ongevraagd eenige ververschingen kwam bren gen, vond hg haar altijd werkeloos, met de hengelroede naast zich zitten en een boek in haar schoot, peinzend starende in het verleden of in de toekomst, of misschien aan geen van beiden denkende, maar eenvoudig genietende van de heerlijke zomerlucht, het gegons der insecten, het gefladder der vogels en het verkwikkende zuchtje door de berkentakken. Een iegelijk die haar aanzag begreep dat haar leven jaren lang een zware strijd was geweest. Men zei dat zij vreeselijk geleden had onder het buitensporige, zelfzuchtige, lastige humeur van haar echtgenoot en dat hg jaloersch was geweest van den grond waarop zij liep, doch meer uit hoogmoed dan uit liefde. Hg was nu dood en dus baatte het niet de ljjst zijner tekortkomingen pp te maken, 't was genoeg dat niemand gaarne uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aan melden, voorzien van hnn verlofpas, teneinde de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zy dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps gestraft. Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteur behandeld, terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandig heid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps. Middelburg, den 4en Augustus 1881. De burgemeester voornoemd, PICKÉ. Het Vaderland deelt de toespraak door Z. M. den koning Dinsdag jl. aan het galadiner op Het Loo gehouden, aldus mede: „De toost, dien ik de eer heb in te stellen, is gericht tot zijne exc. den luitenant-generaal Van der Hegden, onzen adjudant in buitenge wonen dienst. Aan uwe excellentie heeft het vaderland, het huis van Oranje en het geheele Nederlandsche volk de grootste en diepste erkentelijkheid voor de belangrjke en gewichtige diensten, zoo ruimschoots bewezen. Wij allen begroeten in uw persoon den dap peren, onverschrokken en heldhaftigen veldheer, die de Nederlandsche driekleur en de Neder landsche vaandels roemrjk heeft doen wapperen in de gewesten op Sumatra's Noordkust, aan uw zoo wijze als trouwe zorgen toevertrouwd. Op dezen voor Nederland zoo heugljken dag was het voor mijn konings- en soldatenhart een behoefte en een groote voldoening uwe excellentie het harteljkst welkom toe te roepen en u bij ons te zien naast den broeder van nw doorluchtigen voorganger op Atjeh's kusten, wijlen den braven generaal Pel. Aan uwe excellentie zijn beide legers, zoowel dat van het moederland als het Indische, een der roemrjkste bladzijden verschuldigd in hunne al zoo roemvolle geschiedrollen De tiendaagscbe veldtocht begroet en ontmoet heden den held van Atjeh Hasselt en Leuven begroeten Ay'eh en Sama- langan! Ieder rechtgeaard Nederlander moet fier zijn in uw excellentie een onzer edelste zonen te mogen erkennen en begroeten. dacht aan hetgeen die arme vrouw zoo geduldig gedragen had. Indien ooit een vrouw door fljden tot een engel gelouterd was, was lady Nairn zulk een engelachtig wezen. Zg bezat nog de fijne trekken uit haar jeugd; een hemelsch licht scheen nit hare bruine oogen te stralen en ofschoon de frischheid der huid verdwenen was, bleef haar gelaat blank en het kastanjebruine haar glanzig en zwaar. In mijne oogen was de gravin nog een schooue vrouw en ik was niet de eenige die dat vond. Zij ging niet in gezelschappen en beantwoordde geen der bezoeken die haar gebracht werden, op grond van haar zwakke gezondheid. Zelfs het rijden in het gemakkelijkste rijtuig vermoeide haar, paardrijden was haar verboden en zg kon niet ver loopen. Zy bracht evenwel toch den tgd grootendeels in de lucht door en was nooit thuis wanneer de enkele families uit de buurt of verder af, haar wilden bezoeken. Zij kwam tronw ter kerk en elk hutje op het goed van haar broer werd vroeg of laat door een bezoek vereerd. Zy kwam ook dikwyis in de dorpsschool, waar de kinderen haar aanbadeq. De eenzame pachthoeven op de heuvels, waar zj als meisje bekend en bemind was geweest, lagen niet buiten het bereik harer wandelingen, of zj besteeg een kleinen Schotschen hit en hield een bediende naast zich. Ten slotte zij het mij vergund te drinken de gezondheid van alle hoofdofficieren, officieren, onderofficieren en manschappen der troepen, welke de eer en het groote voorrecht hebben gehad onder uwer excellenties bevelen te staan. Ik drink insgelijks op de nagedachtenis van alle braven, die daar hun leven hebben gelaten voor koning en vaderland! Den generaal Van der Heijden Het Nederlandseh-Indische leger! Het Nederlandsche leger De generaal antwoordde, diep getroffen, op deze koninklijke woorden, met de verzekering dat hij steeds bereid is, alles wat een soldaat voor zijn vorst en vaderland ten offer kan brengen, voor het doorluchtig huis des konings veil te hebben. Hij eindigde met verlof te vragen om aan de land- en zeemacht in Indië te mogen overbrengen hoe hoog beiden door den koning gewaardeerd worden, teneinde ook op deze wijze, nit 's konings naam, zgn plicht der dankbaarheid jegens zijne wapenbroeders te vervullen. Aan bet diner zat generaal Van der Hegden tegenover den koning. Onder de genoodigden behoorden nog generaal Smits, van Bronbeek generaal Pelkolonel Hubarkolonel Listde proc.-generaal van het hof te Arnhem mr. De Meijierde majoor der rgdende artillerie VonPestel. Den 12en Augustus zal de koning een bezoek aan Bronbeek brengen. Op nitnoodiging van Z. M. zal generaal Van der Heijden zich ook dien dag op Bronbeek bevinden. Werd bij de eerste stemming voor de verkie zing van raadsleden te Amsterdam de beer Hovy gekozen, waarop wy te zgner tyd de aandacht gevestigd hebben, bij de herstemming heeft ook de heer Glinderman de meerderheid verkregen. De anti-revolntionairen hebben dan nu twee hunner besliste partijmannen in den raad, of schoon, naar het schijnt, tot beider verkiezing door liberalen is medegewerkt. Daarentegen is de katholieke candidaat, de heer Van den Biesen, niet gekozen. Tusschen de anti revolutionaire en de katholieke vereenigingen was afspraak gemaakt om elkander te stennen. Misschien is dat den anti-revolutionai ren echter door het hoofd gegaan, 't Was ook zoo warm! Nog eene bijzonderheid uit de jongste gemeen- teraads-verkiezingen. De gemeente Oost-Stellingwerf bestaat uit twee buurten, Hanlerwyk en Donkersloot. Na strgden bg de verkiezingen de Haulerwijkers steeds met de Donkerslooters, om een bewoner hunner buurt in den raad te brengen. dan lachte zij mij vriendelijk toe. In dien be leefden groet lag meer dan gewone welwillendheid men voelde dat hg goed deed, ofschoon er geen woord gesproken werd. Of wanneer zij in het voorbggaan een enkel woord zei, zooals tegen de herders op de heuvelen, of tegen de kinderen die aan het spelen waren, maakte de muziek van haar stem en de zonneschijn in hare oogen dat de zomerdag helderder en warmer scheen. Een huis van de verspreide gemeente betrad zy niet en dat was het onze; ook ging mijnheer Forbes haar eenzaamheid niet verstoren. Het was heel duidelijk dat zij rust verlangde en even als wanneer een vorstelijk personaadjo incognito reist, was het de beleefdste manier om toe te geven aan haar verlangen om ongemoeid gelaten te worden. Jessie vroeg eens aan haar vader of hg haar geen bezoek moest brengen; maar hij zei zoo beslist „neen" dat zg de vraag niet durfde opperen: waarom hg alleen in de geheele buurt zgn op wachting niet ging maken by de zuster van zijn landheer? Jessie ging dikwijls naar mevrouw Kennedy en profiteerde, even als iedereen, bij de tegenwoordigheid der gravin op het kasteel. Lady Nairn had behagen in haar gevonden en koos boeken voor haar, die vrij wat beter geschikt waren voor een jong meisje dan de poëtische studies, die mynheer Frank haar aanried. Jessie was opgetogen over haar goedheid en ofschoon haar vader zieh niet genoopt voelde om op zijn Toevallig zijn echter de meeste Haulerwijkers liberaal en hebben zij geen anderen candidaat kunnen vinden dan een Chr. gereformeerde; ter wijl omgekeerd de Donkerslooters kerkelijk» orthodox zijn, maar slechts een liberaal voor eene plaats in den raad geschikt keuren. Men zou dit kunnen noemenbuurtverwantschap boven geloofsverdeeldheid. De Nederlandsche leger-quaestie mag voortaan wel het vraagstuk genoemd worden niet van vermeerdering, maar allereerst van verbetering der bestaande strydkrachten. De dagbladen krioelen letterlijk dagelgks van berichten van soldaten, die hun wapens gekeerd hebben, hetzij tegen vreedzame burgers, hetzy tot beslechting hunner particuliere geschillen. Te Nijmegen is Woensdag nacht een formeel gevecht geleverd tusschen een paar honderd sol daten, die in een slecht huis alles kort en klein sloegen en tien agenten van politie, die met ge trokken sabels tegen de sabels en bajonetten der militaire roovers storm liepen. Toen de politie om hnlp zond naar de militaire hoofdwacht, bleek het dat alle wachthebbenden beschonken waren, zoodat er geen hnlp ver leend en de wacht afgelost moest worden Deze voorstelling is ontleend aan de N. B. Ct. De ons toegezonden verbetering van het bericht omtrent het feest te Vlissingen (M. Ct. van gis teren) is door ons verkeerd begrepen. Niet het fanfarengezelschap Ons Genoegen, heeft gezongen, maar wel Vlissing's Mannenkoordat de eenige zangvereeniging is, welke aan het festival heeft deelgenomen. Bovendien is aan Vlissing's Man nenkoor en niet aan de Eonink. fanfarenmaat- besluit terug te komen, luisterde hij met belang stelling en moedigde haar zelfs aan om over haat nieuwe vriendin te spreken. „Het kon haar niet dan goed doen, zei hg op zekeren avond, nadat zg ons verlaten had, om met zulk een vrouw oui te gaan. Van kind af was zg als zuiver goud geweest." Hij voegde verder geen woord by die loftuiting, maar ging regelrecht naar bed en sliep onmiddellgk in. Den volgenden morgen, juist toen wij naar het hooiland wilden gaan, waar de arbeiders aan het werk waren, kwam er een met potlood geschre ven briefje van het kasteel „Zou mijnheer Forbes zoo goed willen zgn lady Nairn toe te staan om aan zyne zgde van de beek en in den poel, onder den ouden wilgen boom te visschen. Zy zon zoo gaarne willen zieoj of daar nog zooveel forellen waren als vroeger." Nog nooit zag ik een man zoo verlegen worded als oom, toen hem dit stukje papier, niet meer dan een afgescheurd strookje van een velletje, zonder adres of onderteekening overhandigd werd. Hy gaf het my, alsof hg niet goed begreep wat erin stond of wat hy er mee doen moest, rukte het my weer besluiteloos uit de hand en stak het in zijn vestzak. Toen ik hem herinnerde dat de knecht der gravin op antwoord wachtte en ge zegd had dat een mondelinge boodschap voldoende was, mompelde hjj: „Natuurlijk, natuurUjk. De gravin kau aan beide zijden vau deu strooéj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1