Gemengde Berichten.
Benoemingen en besluiten,
Onderwijs,
Marine en legert
nog nooit voorgekomen. Er bestaan wel opga
ven van geiyke, of nog-hooger standen, doch ze
zijn, bij de menigvuldige oorzaken van onjuiste
aanwijzing, niet te vertrouwen. De eenige goed
vaststaande waarnemingen moeten zijn in 1803,
toen te Parijs eenmaal 36,75° C. en in 1808 toen
36,2° C., of te Montmorency 37° C. werden af
gelezen. De Julimaand van '81 zon dus inderdaad
de kroon spannen.
Wat nn de voorspelling betreft, zegt de heer
De Parville dat hij in zijn feuilleton van 18 Dec.
1879 gezegd heeft, op grond eener daarin medege
deelde wet van de verdeeling der regenachtige
jaren, der koude winters en warme zomers, dat
de zomers van '81 en '82 droge zomers zouden
zijn. Hg geeft voor deze voorspelling de vol
gende redenen.
De hoeveelheid regen die op de aarde valt, bUjit
altgd nagenoeg even groot, alleen is hare verdee
ling ongelijk, tengevolge van het verschil der
stroomingen in den dampkring, door welke de
regen wordt medegevoerd.
De beweging der zon oefent een grooten invloed
op de winden uit. Men weet dat in Europa en
Noordelijk Afrika het regenachtige jaargetijde
heerBCht wanneer de zon zich in het Zuidelijk
halfrond bevindt. Ook de maan oefent, blijkens
langdurige waarnemingen van den heer De Par
ville, door haar maandelijkschen overgang van
het eene in het andere hailrond, een merkbaren
invloed op de richting der winden nit. De maan
verwydert zich ieder jaar op verschillende afstan
den van de evenachtslyn, of om juister te spreken,
hare uiterste declinatie bereikt beurtelings een
maximum of een minimum.
Na schgnt de aard der seizoenen voornamelijk
van deze veranderingen in uiterste declinatie
afhankelijk te zijn. De regenachtige jaren komen
op onze breedte voor wanneer de uiterste decli
natie der maan 28, 26 en 18 graden is. Zij
worden van elkander gescheiden door tg d vakken
van 3 en 6 jaren. Dit blijkt uit de volgende
opgaaf van regenachtige jaren en grootste decli-
natiën:
1879—26° 1856-28° 1821—26° 1800-28" 1798—26°
76-28 53—26 14-28 92—18
72—26 45—18 16—26 87—26
66—18 36—26 10—18 85-28
59—26 28—18 4—26 83—26
De koude winters vallen nagenoeg met dezelfde
declinatiën samen. Als voorbeelden kan men
noemen: 1879, 75, 71, 67, 59, 57, 58, 46,37, 35,
30, 29, 22, 19, 16, 15, 12, 9, 4, 1, 1798, 92, 88,
85, 82 enz.
De droge zomers komen natuurlijk in het mid
den van het tgdvak, dat twee regenachtige jaren
van elkander scheidt. Uitgaande van bovenstaande
opgaaf krijgt men b. v. 1874, 69, 63, 57, 54, 49,
42, 32, 25 enz.
Past men dezen regel op den zomer van '81
toe, dan vindt men dat het volgende regenachtige
jaar ongeveer moet samenvallen met de kleinste
declinatie van 18°, dat is in 1884. Het vorige
was gelijktijdig met de declinatie van 26°, in
1879. Hieruit volgt dat de droge zomers in bet
midden van bedoeld tgdvak moeten voorkomen,
dat is in 1881 en '82.
Rekening houdende met deze eenvoudige be
ginselen, zegt de heer De Parville, viel het
gemakkelijk te voorspellen dat van 1880 af, een
tydelijk seizoen van droogte in aantocht was.
Droogte of warmte? De schryver begint, in
bovenbedoeld feuilleton, met alleen over de bui
tengewone hooge temperatuur in Juli te spreken,
maar gaat weldra over in een beschouwing over
de droge „zomers." Nu is de groote hitte van Juli
een feit, maar of de zomer van '81 onder de zeer
droge moet gerangschikt worden, is nog niet uit
gemaakt. Desniettemin scheen ons de theorie van
den heer De Parville belangrijk genoeg om er de
aandacht van diegene onzer lezers, die in meteo
rologische waarnemingen en verschijnselen belang
stellen, op te vestigen.
in Amerika gewoon was en ik betwytel of het
haar op den duur goed zal bekomen. Daar had
zy meer jonge lieden om zich heen en een veel
vryer levenswgs. Als zij nog meer afvalt, ga
ik met haar terug en doe u de hoeve present.
Zy is het eenige wat ik op de wereld heb, behalve
n, Harry, en ik wenschte dat gy van elkaar
hieldt; maar gij schijnt geen van beiden aan zoo
iets te denken."
Oom George zweeg, maar daar ik hem niets
bemoedigends kon zeggen over het denkbeeld dat
hy geopperd had en dat noch Jessie noch my
zou passen, vervolgde hij, met een zucht:
„Dat zy alzoo Gods wil. Ik ben geen kop
pelaar of spelbreker. Als Jessie en gij zoo gezind
waart geweest zou het mg genoegen gedaan
hebben; maar gij zult er geen van beiden een
woord van mij meer over hooren. Niets is onbe
rekenbaarder dan menschelijke voorliefde en
afkeer. Denkt gij, Harry, dat zij iemand anders
liefheeft Ik zou alles willen geven om haar
gelukkig te maken, als ik maar wist hoeen ik
ben overtuigd dat ik spoedig in het graf ga, als
ik het eenige wezen, dat ik met blijdschap naast
juy zie opgroeien om het oude huis op te vroo-
iy ken, zoo voor myne oogen moet zien wegkwynen."
Hy stond op en ging uit het venster kyken;
maar ik geloof dat zyne oogen verduisterd werden
door tranen, die de flinke Schot niet gewoon is
$0 yergieten, zelfs onder het zwaarste leed. Ik
consuls. De heer G. A. H. van der Spar,
benoemd tot consul der Nederlanden te Point de
Galle, op Ceylon, is in die hoedanigheid door de
Britsobe regeering erkend.
Op den 25, 26, 27 en 28 dezer had alhier het
onderzoek plaats van de candidaten, die verzocht
hadden in September a. aan de rijkskweekschool
voor onderwijzers te Middelburg te worden ge
plaatst.
Van de 56, die zich hadden aangemeld, kwamen
er 49 op, t. w. uit Zeeland 42, uit Zuid-Holland
3, uit Noord-Brabant 1 en uit Friesland 3. Van
die 49 werden by het lichamelgk onderzoek 5
candidaten ongeschikt bevonden, zoodat het exa
men met 44 aangevangen, en na schifting, met
34 hunner, die het best hadden voldaan, tot het
einde toe wordt voortgezet. Van den uitslag van
het examen zal later mededeeling worden gedaan.
Door den raad der gemeente Rotterdam ia
tot leerares in de Hoogduitsche taal aan de H.
B. S. met 5 jarigen cursus voor meisjes benoemd
mej. A. Lewin te Middelburg en tot leeraar in de
Ned. taal aan de H. B. S. met 3jarigen cursus
voor jongens de heer M. F. van der Hord.
De luit t/z. Ie kl. E. Simon van der' Aa woxdt
eervol ontheven van zijne betrekking van officier
instructeur bij het koninklijk instituut voor de
marine te Willemsoord, op nonactiviteit gesteld en
vervangen door den luit. t/z. l9kl.H.A. Schippers.
De volgende adelborsten 2e klasse zullen tot
adelborst le klasse benoemd worden: T. Bot,
C. E. Dittlinger, T. E. W. v. Dompseler, J. F. B.
v. Dijk, A. Gelderman, A. Gersen, A. W. graaf
v. Hogendorp, G. J. v. d. Hout, E. 0. Kerkhoven,
jhr. H. M. De Cock, A. H. F. M. Latour, J. F. T.
Modderman, G. H. Pfeiffer, F. W. Planten, H. Van
Praag, L. A. Rooien, H. A. Schoonhoven, J. T.
Van Sloten, jhr. W. F. Van Spengler, C. L.
Strootman, H. P. J. Tutein Nolthenius, W. Th.
v. Vloten.
Heden morgen is weder een knaap byna bet
slachtoffer zijner onvoorzichtigheid gewordeD. Zich
vermakende met over de sluisdeuren in het dok
te loopen, verloor hij het evenwicht en geraakte
in het natte dok. Een voorbijganger, die zich te
water begaf, bracht den roekeloozen knaap op 't
droge.
*Zleribzee, 28 Juli. De heer G. A. de Looze
alhier, die onlangs nog in de loterij der landbouw
tentoonstelling te Goes den hoogsten prijs, een span
paarden, en in vorige jaren in de Haarlemsche
paardenloterij den hoogsten prys en verscheidene
andere pryzen won, ontving gisteren een telegram,
dat hg weder een paard had getrokken.
Aan de schrobnetviascherij werd in de eerste
helft van dit jaar te Scheveningen door 183 vaar
tuigen deelgenomen. De gemiddelde ontvangst
per schuit bedroeg f 1420; in het jaar '80 ge
middeld per schuit f 1219. De resnltaten zijn
bijgevolg dit jaar gunstiger dan het vorige, doch
niet van dien aard, dat de reeders daarmede alle
onkosten knnnen bestrijden. Men is er in de
laatste jaren aan gewoon geraakt de schrobnet
visscherij als een schadepost te boeken.
Volgens het Fad. zal de gewezen luit. t/z.
le klasse W. van Hasselt optreden als chef van
het tweede, te Amsterdam op te richten meteoro
logisch instituut.
Gisteren nacht is in verscheidene woningen aan
de Laan van Meerdervoort te 's Hage ingebroken.
Denachteiyke bezoekers hebben zich overal door
verbrijzeling van ruiten toegang tot de buizen
sprak de eerste de beste troostwoorden uit die njj
in de gedachte kwamen en die schenen hem gced
te doen, ofschoon ik geloof dat het meer het
diepe medegevoel was, dan dat zij werkelijk
eenigen troost bevatten.
Dien avond in de schemering vond ik onver
wachts het arme meisje in een klein grotje van
rooden zandsteen, begroeid met jonge braamstrui
ken, zitten zij keek naar het ondergaan der zon,
die, even als zg zelf, haar kleur begon te ver
liezen.
„Het is hier warmer dan by den haard,
Harry", zei zy met een blos, 't zij van verlegen
heid of door de weerkaatsing van den zonnegloed.
„En o 1 ik kan dat bedroefde gezicht van vader
niet verdragen. Ach zeg hem toch dat hij mij
zoo niet aankykt! Ik doe myn best om myn
verdriet te verbergen, maar hg ziet het toch."
Ik ging naast haar zitten op de bank, waar
het inderdaad heel warm en aangenaam was.
„Zgt gy wel zeker dat gij al doet wat gy
kunt voor dien goeden man, Jessie?" zei ik
ernstig, „ik meen niet wat het verbergen van
eenig leed betreft, dat God u toezendt. Somtijds
denk ik dat het beter en liever zou zyn om er
rond mee voor den dag te komen, ofschoon ik
ook niet iemand ben die gaarne over zyne ge
voelens spreekt. Maar een gestadig neervallende
droppel bolt een steen uit en die eenzaamheid
des harten is doodend, Zou het niet beter zyn
verschaft en verschillende kamers en kasten met
zilverwerk doorsnuffeld, zonder echter voorwerpen
van waarde te ontvreemden.
In eene kweekerij te Zwolle heeft Maandag nacht
een Cerus grandiflora gebloeid, waarvan de bloem
te middernacht, toen zij ten volle open wa3, in
doorsnede eene oppervlakte van 0.25 m. had. De
bloem van dezen prachtigen nacht-cactus was wit,
in lichtgeel overgaande en verspreidde een heer-
lyken vanillegeur. Twee uren na middernacht
was de bloem reeds verwelkt, om zich niet weder
te openen.
Sedert veertien dagen vertoeft te Zutten
een gezin, uit man, vrouw en eenige kinderen
bestaande, onder den blooten hemel. Na krach
tens een rechterlijk vonnis uit hunne woning te
zijn gezet, hebben de ongelukkigen een verblijf
plaats gevonden in een droge sloot, waaruit zij
nu door de aanhoudende regens verdreven zyn,
zonder te weten waarheen.
Het R.-K. armbestuur meent reden te hebben
om zich dit gezin niet aan te trekken, niettegen
staande de kinderen ten gevolge der geleden
ontbering ziek zijn.
Het „praten" over barmhartigheid en liefde tot
den naaste is zeker gemakkelijker dan de uitoefe
ning ervan.
Naar aanleiding van by den hoofdcommissaris
van politie te 's Hage, uit verschillende oorden
des lands, ontvangen klachten, waarschuwt hy het
publiek, op zijne hoede te zgn bij het aan-
kuoopen van onderhandelingen over den verkoop
van kleedingstukken, uniformen, oud-porselein enz.
met en het verleenen van crediet aan Louis
Grenade of Granade, koopman, wonende op de
gedempte Gracht no. 201 te 's Hage.
Na 65jarigen dienst is op zijn verzoek
eervol ontslag, onder toekenning van den rang
van luitenant-kolonel, verleend aan den heer D. K.
Steenbergen, majoor-kommandant van bet 8e batal
jon rustende schutterij in Overijsel. Hij was de
oudste officier van dit wapen en heeft na zoo
langen dienst zyne rust wel verdiend.
Door een paar ingezetenen van Veenendaal
is concessie aangevraagd om een stoomtram aan
te leggen van het station van den staatsspoor,
lijn Amerfoort—Nijmegen, door het dorp, tot aan
de gebouwen der Veenendaalsche stoomspinnery
en weverij.
Woensdag is aan den Amsterdamschen
straatweg te Utrecht de eerste steen gelegd van
de 100 woningen, welke de commissie van beheer
van het pensioenfonds, ten behoeve van het per
soneel der Centraal spoorwegmaatschappij hoofd-
zakeiyk voor zyne leden, doet bouwen. In het
laatst der maand September wordt het grootste
deel van het werk opgeleverd, zoodat, naar alle
waarschijnlijkheid, de woningen begin October
kunnen betrokken worden.
Volgens het Vad. zal het terrein van den
Holl. spoorweg te Rotterdam, waar het nu afge
broken wordende oude station staat, worden
gebruikt voor een stratenplan. Wat de uitvoering
betreft, stuit men nog op een moeilijkheid, die
echter wel op te lossen zal zyn. Wanneer nl. het
terrein zoo bleef als het thans is, zonden de
straten weinig of geen waarde hebben, doordat
zij zouden „doodloopen", zooals men dat noemt.
Het is dus noodzakelijk dat ook een daarachter
gelegen stnk grond, aan een particulier toebe-
hoorende, wordt aangekocht; maar de eigenaar
van het terrein stelt hooge eischen. Hij straft de
spoorwegmaatschappij met dezelfde moeilijkheid,
waarmede deze de diergaarde behandelt. Omdat
de diergaarde niet in de gestelde eiscben kan
treden, zal zy een harer schoonste gedeelten
moeten verliezen en daarenboven haar hoofdingang.
Zij heeft haar prachtige papegaaienlaan slechts in
bruikleen tot wederopzeggens toe eu van 3 Ang.
af heeft de spoorwegmaatschappij het recht de
ontruiming te eischen. De hoofdingang van de
diergaarde zal alsdan komen aan het tegenwoor
dige tweede hek aan de Kruiskade.
Woensdag nacht heeft een geweldige brand
in korten tijd geheel en al het gebouw vernield,
waarin de ambachtsschool te Groningen was ge
vestigd. Het gebouw behoorde aan de stad en de
inrichting aan de vereeniging voor industrieelen
en werkbazen.
De eerste sneltrein van Rotterdam naar Am
sterdam ondervond gisteren morgen voorbij Moor
drecht een belangryk oponthoud. Door het breken
van een wielband van de locomotief ontspoorde
deze. Een aanmerkelijke beschadiging van het
materieel en een groote schrik onder de passagiers
waren er het gevolg van, maar gelukkig zjjn geen
persoonlijke ongelukken te betreuren. De passagiers
om, wanneer gij twee mensehen hebt, die niets
dan nw gelnk beöogen, ons beiden in het vertrou
wen te nemen en u door ons op het moeielijke
pad te laten voorthelpen? Misschien komt er
spoediger dan gij denkt een wending."
Ik weet niet wat er in die eenvoudige woorden
lag dat baar zoo trof, maar zij barstte eensklaps
in tranen uit. Ik dacht dat het baar goed zou
doen en sprak verder geen woord.
(Wordt vervolgd.)
kwamen anderhalf nur na den bepaalden tijd te
Amsterdam aan.
De predikant die bij de laatste verkiezing
in Gorinehem door den overmatigen ijver, dien hij
daarbij aan den dag legde bij een godsdienstoefe
ning, die bij als ringpredikant te Hoornaar leidde,
het met den hoofdonderwijzer, tevens koster en
voorzanger, aan den stok kreeg, blijkt te zijn de
heer Groeneveld, van Hoog-Blokland. fly heeft
den onderwgzer, den heer In 'tVeld, bij het
klassikaal bestuur te Dordrecht aangeklaagd, als
zou deze den godsdienst gestoord, en hem later
in de consistoriekamer geslagen hebben. „Een en
ander zal later moeten blijken, scbryft do N. Oor.
Ct.maar zooveel is zeker, dat noch de predi
kanten van Hoornaar, noch iemand van de ring-
predikanten ooit over den heer Ia 't Veld, die
gedurende 21 jaren de betrekking van voorzanger
waarnam, hebben te klagen gehad. Integendeel."
Het Leidsche Plein te Amsterdam is door het
wegruimen van het politiebureau zóo rnim ge
worden, dat de gemeente een gedeelte daarvan tot
den aanleg van een plantsoen bestemd beeft.
De heer F. Raland, in rang de oudste kapitein
der schutterij te Deventer, heeft zich tot den minis
ter van oorlog gewend, met het verzoek, dat de
schutterij quaestie onderzocht en hy in zijn eer
hersteld worde.
Een telegram uit Washington verzonden om
kwart over twaalven in den nacht van Woensdag
op Donderdag, lnidt: De president g ng gisteren
(Woensdag) aanhoudend vooruit en slaapt nu
rustig. De geneesheeren toonen een vast vertrou
wen dat hij van zyue wond zai opkomen. De
ongunstige berichten der laatste dagen, vinden
volgens de Daily News hnn oorsprong in beurs-
manoenvres van speculanten.
Er is weder een nieuwe komeet in aantocht,
welke volgens de meening van eenige sterreknn-
digen nog nimmer is waargenomen. In het
midden van Augustus bereikt de ster haar
geringsten afstand van de zon en later haar
geringsten afstand van de aarde. Waarschijnlijk
zal omstreeks 15 Augustus bare lichtsterkte 15
maal grooter zyn dan thans, zoodat men de
nieuwe staartster met bet bloote oog zal kannen
zien.
Een karakteristieke eigenschap van de
Spaansche pers is hare zich altgd gelgkblg vende
beleefdheid. Zoo bracht het blad La Palmera de
Cadix eens het bericht van de aanstaande terecht
stelling van een alom bekenden roover in de
volgende woorden: „Don Enriquo Pino, onze
bekende medeburger, wiens familie met volle recht
tot de meest geachte ingezetenen onzer goede
stad gerekend wordt, zal beden middag door
ouzen handigen, goed geoetenden scherprechter
geworgd worden. Wij houden ons overtuigd dat
d'è onversaagde Cadizane zijn leven op waardige
wijze zal weten af te staan, en verhengen ons
daar reeds bij voorbaat in."
Koning Kalakaua is door koningin Victoria
benoemd tot „eerelid van de eerste klasse der
ridders grootkruis van de zeer aanzienlijke orde
van St. Michael en St. George."
Te Berlijn is eene besmettelijke ziekte onder
de paarden uitgebroken, met verschijnselen die
aan koorts doen denken. Vyf weken geleden
deed zich het eerste geval voor en nu heeft de
ziekte zich reeds zoo uitgebreid, dat het aantal
ritten der tramiynen verminderd is wegens
gebrek aan paarden. Gevallen met doodeiyken
afloop doen zich niet veel voor.
De wanden der Antwerpsche beurs zijn
versierd met geografische muurschilderingen, waarop
alle zeeën en kusten der aarde, die voor den
handel van belang zyn, werden afgebeeld op eene
schaal, welke den toeschonwer in staat stelt met
een oogopslag den betrekkelyken afstand van
verschillende plaatsen te meten. De kaarten zijn
gemaakt op 28 boogvormige paneelenzeven
van 6.35 meter breedte en 21 van 4 meter. De
stoomboot- en spoorwegverbindingen, nitsluitend
van Antwerpen, naar alle deelen der aarde zyn
met dikke roode lijnen aangegeven, waarby nauw
keurig is gelet op den koers der stoombooten. De
kaarten zyn op verschillende schaal genomenzoo
zijn de zandbanken op de Vlaamsche knat op
1/20.000 genomen en de Poolstreken en de beide
groote Oceanen op 1/3.500.000. De kaarten zyn
geschilderd door de heeren Gbesquière en Van
der Wee, vader en zoon, eu znllen eerstdaags met
eenige plechtigheid worden ingewijd.
Zondag wordt te Antwerpen het panorama
van den schilder Verlat geopend, voorstellende
den slag by Waterloo.
Men herinnert zich dat door zekeren Clarke
voor eene Londensche rechtbank eene procedure
is ingesteld tegen het parlementslid Bradlaugh,
wijl deze, zonder den gevorderden eed afgelegd te
hebben, herbaaldeiyk deel had genomen aan de
stemmingen in het lagerhuis. Clarke eischte van
hem, volgens eene oude wet, voor iedere keer dat
hg gestemd heeft, eene boete van, naar wy meenen
500. Deze Clarke is slechts de strooman van
het streng rechtzinnige parlementslid Newdegate.
Het oude recht, dat ieder Engelachman eene der
gelijke vordering in het openbaar belang kan
instellen, eischt ook in eene door velen vergeten
wet dat men handele voor zicbzelve, opdat niet
zaakwaarnemers met andermans geld procedeeren,
maar het werkelyk de burger is, wiens rechtsge
voel beleedigd werd, die de aetie instelt.
Deze oude law of maintenance bedreigt boeten,