N«. 176.
124® Jaargang,
1881.
Vrijdag
29 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3|m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 28 Juli.
De dochter van lord Maskelyne,
ROSA MACKENZIE KETTLE.
GSCHE
Aanstaanden Zondag zal de Stedelijke Harmonie
van Dendermonde, onder geleide van haren eere
voorzitter, den burgemeester Léon de Bruijn, onze
stad bezoeken en bij die gelegenheid in het Schut
tershof, ten voordeele der Middelburgs che armen,
een concert geven. Het eerste nommer van bet
programma is eene Herinnering aan Middelburg,
feestmarsch, den heer mr. C. J. Pické, burgemeester
van Middelburg opgedragen, en gecomponeerd door
den directeur der Harmonie, den heer G. H.Hilgé.
De gunstige herinneringen die deze vereeniging,
die hier den 8en Juli 1877 een concert gaf dat
f 230 voor de armen opbracht, bij de bezoekers
van dat concert naliet, beloven eene drukke op
komst van het publiek, waartoe ook het doel der
uitvoering en de lage entréeprijs van 25 cent
zeker zullen medewerken.
De reizigers worden in den voormiddag hier
gewacht en het concert zal te half drie aanvangen.
Op het geneeskundig congres te Londen zullen
prof. Snellen en dr. Guye de eer hebben de
Nederlandsche regeering officieel te vertegenwoor
digen, doch buiten bezwaar van 'a lands schat
kist. Reis- of verblijfkosten worden hun niet
verstrekt.
De regeering heett zich eerst met hetzelfde
aanbod tot prof. Donders gewend, doch deze be
dankte. Wanneer aan den titel van „vertegen
woordiger der regeering" niet het daaraan toeko
mende geldelijk voordeel verbonden was, dan
gaf de professor er de voorkeur aan, op eigen
gelegenheid naar Londen te gaan.
Men moet toch maar in Nederland komen om
zuinigheid met 's lands penningen te zien, al
tijd in 't zeer kleine. Met de miilioenen is men
kwistiger dan met de honderden.
Vöor eenige maanden werd door een aantal
steenfabrikanten in de provincie Utrecht een adres
aan den minister van waterstaat ingediend over
den invoer van Dnitschen steen, zoowel voor
metsel- als voor straatwerken. Daarin werd aan
gedrongen op het herstel der vroegere bepaling
in de „algemeene voorwaarden van 's rijks water
staat," dat de steen, voor rijkswerken te gebrui
ken, moest zijn „van Nederlandschen oorsprong."
Op dit adres is thans door den minister, op
advies van den hoofdinspecteur van den water
staat, geantwoord
«dat, de Duitsche steen roor bestratingen niet geschikt
gebleken zijnde, het gebruik daarvan voor dat doel niet
meer zal worden toegelaten; dat hieruit evenwel geen
aanleiding kan worden genomen om gebakken steenen
DËRDG DEEL.
ÓVER DE GREBTZEK.
HOOFDSTUK XV.
Mevrouw Kennedy was op dit punt zeer nieuws
gierig, zooals dames van haar stand gewoonlijk
zijn, ten opzichte van personen van hoogeren
rang; maar mijnheer Ducie bezat meer bescheiden
heid dan ik van hem verwacht had en al zijn
reisverhalen bepaalden zich bij de tochten die hij
met lord Maskelyne ondernomen had, wiens
groote goedheid hij niet genoeg kon roemen. Op
isekeren dag vertelde hij, sprekende van het
beklimmen van een der Albaneesche bergen, dat
die tocht zeer vermoeiend was geweest voor de
dame die hen vergezeldemaar ik bemerkte met
verbazing dat dit Blanche was geweeest.
Ik kan mij nu geen rekenschap geven van de
hardnekkigheid, waarmede ik, ondanks het zwijgen
van Ducie en de snapachtigheid van mevrouw
Jieuuedy vasthield aait de meening dat Marguérite
van vreemden oorsprong bij de rijkswerken onvoorwaardelijk
te verbieden."
Uit dit antwoord blijkt dat, in afwijking van
vroeger, voor rijkswerken Duitsche steenen ge
bruikt zijn, die echter ongeschikt zijn gebleken
en waarvan het gebruik daarom voortaan „niet
meer" geoorloofd zal zijn.
Hieruit volgt verder, dat door Nederlandsche
ingenieurs voor rijkswerken aan buitenlandsch
materieel de voorkeur gegeven is, niettegenstaande
het inlandsche van beter hoedanigheid was.
Dit is juist de verkeerde wereld. In plaats dat
de inlandsche nijverheid voor rijkswerken eenige
voorkeur geniet, is zij door ambtenaren achteruit
gesteld en eerst na een klacht der Nederlandsche
belanghebbenden, van hooger hand in hare rechten
hersteld.
Dit geval staat niet op zichzelf. Er is meer
geklaagd over bevoordeeling der huitenlandsche
nijverheid bij het bestellen van rijkswerken.
Naarmate men de juistheid van het beginsel, in
de tweede Zinsnede tder ministerieele beschikking
uitgesproken, meer ten volle erkent, dat namelijk
de huitenlandsche concurrentie geenszins onvoor
waardelijk uitgesloten mag worden, moet men
met meer nadruk verlangen dat althans de iu'and-
sche nijverheid niet ongunstiger behandeld
worde en, bij gelijkheid van prijs en hoedanigheid,
de voorkeur geniete.
De N. Bott. Ct. is in den jong3ten tijd niet
gelukkig met sommige berichten. In de vorige
week liet zij zich door den heer De Bergh (den
bekenden detective op eigen hand in het proces-
De Jongh) wijs maken dat een sergeant een
milicien had dood geslagen, terwijl het jonge
mensch niets mankeerde. Nu weder heeft zij een
heel verhaal gehad overeen „oproer" te Oldenzaal,
wegens het verplaatsen van den kapelaan Mes,
waarvan zij heden meldt dat geen woord waar is.
Beide berichten zijn door ons, onder vermelding
der bron, overgenomen. Daarom zijn wij verplicht
ook van de tegenspraak melding te maken.
Overigens leidt het publiek ten onrechte uit der
gelijke onjuistheden iets af ten nadeele der redactie
van een blad. Deze kan onmogelijk de correspon
denten, die zij aanneemt, in hun hart lezen om
hun geloofwaardigheid te beoordeelen. Evenmin
kan zij ieder berichtgever, die op een onjuistheid
betrapt wordt, dadelijk zijn congé geven. Van een
correspondent, die doorgaande te vertrouwen is,
dient zij een enkele „eend" op den koop toe te
nemen.
Een verslaggever van het Handelsblad meldt
omtrent de thans geopende nijverheids-ten toon
stelling te Leeuwarden, dat zij, enkele afdeelingen
uitgezonderd, niet door rijkdom en verscheiden
heid der inzendingen uitmunt. De provincie heeft
zich, met hare uitgebreide takken van nijverheid,
het voorwerp zijner liefde moest zijn. Het is, ge
loof ik, een eigenaardigheid van minnaars dat een
persoon die hen aantrekt ook een magneet voor
ieder ander moet zijn. Hoe mooi ik Blanche ook
vond, kon niemand toch geregelder trekken, fraaier
tint, betooverender uitdrukking bezitten dan baar
nichtje. Behalve wanneer zij ziek was, en meer
een engel dan een mensch geleek, had het arme
kind mij nooit half zooveel belang ingeboezemd
als haar edele, zelfopofferende zuster, van het
eerste oogenblik af dat zij mijn hulp inriep.
Ik vond het onmogelijk dat iemand, die vrij
was in zijn keus, Marguérite voor Blanche zou
voorbij gaan en buitendien hadden niet die twee
meisjes in dekenken van de boerenherberg, lachend
tot elkaar gezegd dat Margnêrite en Frank den
storm trotseerden om bij den Heksendoorn te
vertoeven, die plaats, geheiligd door de herin
nering aan onze eerste ontmoeting?
Het was geheel in overeenstemming met haar
karakter dat zij, na een uur met hem doorgebracht
te hebben, waarschijnlijk teeder door hem be
schermd voor wind en regen, aan Blanche dacht
en haar jongen vriend uitzond om te zien hoe
zij het had; evenals zij haar het genoegen van
den tocht in Albanië zelfopofferend had afgestaan,
Mijn eigen veelvuldige tekortkomingen vielen
mij maar al te duidelijk in het oog, als ik Frank
hoorde spreken van zijne reizen vooral in
Italië.
niet naar behooren in hare hoofdplaats doen gel
den. Ook het aantal bezoekers is tot dusverre
nog al schraal geweest.
Als redenen van een en ander beweert hij, in
de eerste plaats, dat er te veel tentoonstellingen
gehouden worden.
Daarenboven hebben de Friesche boeren eenige
onvoordeelige jaren achter den rug. Tot 1879,
toen alles voor den wind ging, hebben ze hun
geld niet „achter het linnen, maar op den dijk"
gebracht, in den vorm van mooi paard en rijtuig
enz. Wat ze toen te roekeloos waren, zijn ze nu
te zuinig. Het jaar 1879 bracht namelijk zeer
lage boterprijzen. De pachten moesten verlaagd
worden, zoodat do landerijen ongeveer 30 pet.
in waarde daalden. De toestand is dus eeniger-
mate gedrukt, en het drieklassenstelsel op de
botermarkt schijnt weinig geschikt om daarin
verbetering te brengen. Bepaalde de boer vroeger
zelf zijn prijs, thans levert hij de boter aan „de
vereeniging", die haar keurt en haar tegen eerste,
tweede of derde soort van de hand zet. De
Friesche boer behoorde slechts éen soort, de beste,
aan de markt te brengen. Aan de bereiding moet
dus, onder voorlichting der wetenschap, meer zorg
worden besteed.
Ook de veeteelt bloeit niet meer gelijk vroeger.
Op dat terrein is de Vereeniging voor het Bundvee-
stamboek echter reeds ten goede werkzaam.
Z. K. H„ prins Frederik heeft het eere-voor-
zitterschap aanvaard van de hoofdcommissie tot
voorbereiding van het feest, dat te Amsterdam
op 5 Aug. a. zal gevierd worden, ter herinne
ring aan den zeeslag van Doggersbank op den
5en Aug. 1781.
Door den min. van financiën wordt in de St. Ct.
ter kennis van de belanghebbenden gebracht dat
in het jaar 1881 kunnen worden aangesteld 15
surnumerairs der directe bel., invoerr. en ace.
dat in een der laatste maanden van het loopend
jaar, op nader te bepalen plaats en dagen, zal
worden afgenomen het vergelijkend examen, en
dat de verzoekschriften om toelating tot dat
examen vöor of uiterlijk op den len October 1881
bij het dep. van financiën moeten zijn ingekomen.
Omtrent de vöor een paar dagen geopende
tentoonstelling van decoratieve, rijtuig-, wapen
en huis-schilderkunst te Arnhem, ontleenen wij
aan de Zwolsche Ct de volgende opgave der be
langrijkste inzendingen.
Er zijn keurige deurpaneelen in miniatuur, o. a.
zes van J. W. Kieffer te Leeuwardenmen vindt
er kasten, bedriegelijk nagebootst, zooals het
notenhout geschilderde penantkastje met marme
ren blad, van P. Akkermans, te Tilburg, en het
als ingelegd geschilderde schrijfbureau, nagevolgd
antiek, van F. A. Hansen Jr., te Den Haag; het
Niemand, zei hij, kon een beter gids zijn dan
lord Maskelyne en hij scheen van zijn gezelschap
geprofiteerd te hebben. Zijn opvoeding was vol
tooid aan de beste Engelsche universiteit, waar
hij hooge graden gehaald had, en zij was aange
vuld door het bezoeken van landen, die ik ook
gaarne verlangde te zien, maar op verre na niet
zoo zou weten te waardeeren als deze beschaafde)
geletterde en kundige critikus. Hij was natuur
lijk niet geheel in zijn element in het gezelschap
der Noordsche pachters; maar ik moet zeggen dat
hg met al zijn geleerdheid en talenten een flinke
man was. Ik verwonderde mij niet meer over
de belangstelling, waarmede mevrouw Kennedy
en Jessie naar de verhalen zijner avonturen luis
terden. Op zekeren avond was hij met zijn gast
heer en gastvrouw opgewandeld naar Birksland,
waar mijn oom hen uitnoodigde om te blijven
soupeeren en na het souper verzocht hij Jessie
haar hoed en mantel te halen en wandelden wij
allen langs het meer tot vlak bQ het hek van
Craigie Hall.
Den volgenden morgen ging ik alleen een lange
wandeling doen langs de rivier, die op sommige
plaatsen door vruchtbare akkers stroomt en zich
plotseling met een scherpe bocht in de schaduw
van een bosch stort, waar eeD schilderachtige
brng over den stroom was geslagen. Het was
geen zeer aangename verrassing voor mij, dat ik
van die brng aangeroepen werd door den jongen
aantal stalen hout- en mamersehilderwerk is
legio. De tentoonstelling bevat voorts eenige
schoone inzendingen van materialen.
Ofschoon men licht hooger eischen kan stellen,
mag de tentoonstelling, wat hot genoemde betreft,
bevredigend heeten. Maar wat de decoratieve
schilderkunst aangaat, beschaamt zij de billijke
verwachting.
Wat ware er bij onderling overleg niet te maken
geweest van een aantal gecombineerde inzendin
gen 1 Een eetzaal, een boekerij zaal, een receptie
zaal, een boudoir, een vestibule, een biljartzaal,
een koffiezaal, voor deze en veel meer onderdeelen
eener rijke woning of café of hotel had men pla
fonds, wandschilderingen, gordijnen, deurlijsten,
bovenstukken, enz. kunnen aangeven. Nu vindt
men slechts enkele plafonds, o. a. een zeer
schoon van Ch. Roskam, den chef-decorateur van
den Amsterdamschen stadsschouwburg, een
aantal losse decoratiestukken, zooals vogels, wild,
vruchten, ornamenten, enz., die op zichzelf zeer
verdienstelijk zijn uitgevoerd. Onder meer ver
dienen vermelding de fraaie proeven der firma
J. en W. Hendriks, studiën naar de natuur; de
lijsten door leerlingen der Arnhemsche Ambachts
school; de met talent vervaardige zoogen. grijsjes
of grauwtjes, in het genre van de beroemde
relief schilderingen van De Wit in het Paleis op
den Dam te Amsterdam ook de spelende kinderen
met den ram door J. Voskuil; de gordijnen (voor
ëen galanttrie magazijn bijv.) van C. W. van Rije
te Dordrechtde decoratieve wanden in modernen
stijl, van H. van Steel te Den Haag; de paneeltjes
met groepen van voorwerpen aan de jacht en
visseherij ontleend; het met talent ontworpen
en uitgevoerde schildersuithangbord boven den
ingang van het salon, door Van Rije te Dordrecht
de proeven van kerkdecoratien door Z. Fokken
te Arnhem ingezonden, enz., enz.
Onder wat men zou kunnen noemen de hulp
middelen van den decoratie schilder zijn zeer inte
ressante inzendingen. In de eerste plaats verdienen
als zoodanig genoemd te worden de rijke collec
tieve inzending van de ornamentklasse aan de
polytechnische school te Delft en hare ontwerpen
en teekeningen op het gebied van decoratie en
ornament. Verder de in de onmiddellijke nabijheid
geplaatste, uitgebreide collectieve inzending van
de leerlingen der teeken- en schilderschool van
den heer Huibers te Zwolle; de ontwerpen in
modernen stijl en de portefeuille met ornament
voorbeelden der Ambachtsschool te Arnhem; de
kostbare verzameling Fransche plaatwerken door
de firma L. van Bakkenes Co. te Amsterdam
geexposeerdde zeer fraaie ontwerpen (kerkpoly-
chromie en zaal in Franschen renaissance stijl)
van den architect Schmitz Jr. te Amsterdam; de
platen van het Binnenhof (de Trèveszaal) te Den
Haag, door C. H. L. Susan.
man, dien ik steeds zooveel mogelijk ontweek en
die, voor zoover mij betrof, te vergeefs den vorigen
avond zijne verschillende talenten voor dé con
versatie had ten toon gespreid. Frank Ducie was
in een oogwenk den steilen heuvelkant afgesneldt
en noodlgde mij uit om met hem door het bosch
te dwalen.
Ofschoon ik veel liever alleen was geweest,
had ik toch geen geldige reden om mij aan zijn
gezelschap te onttrekken en wij stapten flink
door naar een beroemde bron, die ons een ver-
kwikkenden dronk verschafte en door afwisselende
punten van de vallei, waar de rivier zich door
heen slingerde. Mijn onheusche stemming weer
stond niet lang den invloed van het zomerweer
en het heerlijke landschap, om niet te spreken
van de opgeruimde stemming van mijn metgezel
en het duurde niet lang of wij liepen langs dien
sehilderaehtigen weg op veel vertrouwelijker voet
dan ik ooit gemeend had dat tusschen ons zoü
kunnen bestaan.
Lordt Maskelyne, zei hij, had hem geschreven
dat hij ervan moest profiteeren dat ik zijn
huurman was, om mij tot vriend te maken en
het zou zijn schuld niet zijn, als hij dien uitste
kenden raad niet volgde.
Ik verbeeldde mij, terwijl hij dit met een glim
lach zeide, dat hij gemerkt had dat ik zijn ge=
zeischap vermeden had. Misschien was dit hem
een prikkel om eiken hinderpaal uit den weg te