Gemengde Berichten. Benoemingen en besluiten. Onderwys. Amsterdam 21 Juli. Voor de benoeming van een 3en onderwijzer aan de openbare lagere school 2e klasse alhier is als no. 1 voorgedragen de heer Van den Nieuwenhuizeu te Middelburg. Kerknieuws. Marine en leger, Rechtszaken* Verkoopingen en aanbestedingen, Staten-Generaal. 39 en Joziaa de Koeljen met 36 stemmen. Beide aftredende leden. ZoDnemaire. Getal kiezers47. Ingeleverde geldige biljetten 20. Gekozen K. Hocke Hoogen- bootn, burgemeester met 17 en D. Hocke IznM wethouder, met 15 stemmen. Beide aftredende leden. Zierikzee. Getal kiezers 440. Ingeleverde geldige biljetten 174. Herkozen de aftredende leden mr. J. Moolenburgh met 164, EL G. Mulock Houwer met 175, mr. J. W. A. Schneiders van Greijffenswerth met 159, jhr. mr. A. B. P. van Kinschot met 159 en D. B. P. Zuurdeeg met 158 stemmen. Zoutelande. Getal kiezers 43. Ingeleverde geldige biljetten 15. Gekozen P. Verhage met 15 en W. Polderman met 13 stemmen. Beide aftredende leden. Herstemming tusschen P. Louwerse Jz., die 6 en A. Jobse Rz., die 4 stemmen bekwam. Zuidzande. Getal kiezers 74. Ingeleverde geldige biljetten 42. Gekozen Adr. Luteijn Pz. met 38, Pieter de Hullu met 36beide aftredend lid en Abr. Luteijn Iz. met 32 stemmen. Vlisslngen, 20 Juli. Heden is met het beste gevolg aan de fabriek der kon. Mg De Schelde alhier, te water gelaten een ijzeren schroefsleep» boot, bestemd voor de havenwerken te Batavia en gebonwd voor rekening van het departement van koloniën. De heer B. J. Heldt heeft bij de verkiezing van leden van den Amsterdamschen gemeenteraad, van de uitgebrachte 2279 geldige stemmen, er 1052 op zich vereenigd. Hij komt met 5 andere candi- daten voor 3 plaatsen in herstemming. De St. Ct. bevat de wet betrekkelijk het toe staan van credieten ten behoeve van tot de afge sloten dienstjaren 1869 en 1872 tot en met 1878 behoorende onverevende vorderingen ten laste der begrooting van N.-I. voor het dienstjaar 1881. consuls. De heer G. Berthelsen, benoemd tot vioe-consnl der Nederlanden te Ringkjöbing, is in die hoedaningheid door de Deensche regeering erkend. Beroepen naar Linschoten, de heer L. L. van Stein Callenfels, predikant bij de Ned. Herv. gemeente te St. Laurens. De alg. synode van de N. H. kerk werd gisteren te 's Gravenbage geopend met eene toe spraak van het oudste lid in diensttijd, den heer Bruna, pred. te Hasselt. Daarna werd het voorzitterschap aanvaard door ds. J. J. L. Lnti, van Middelburg, die allereerst, even als de vorige spreker, den overleden alg. secretaris, wijlen dr. Van Hasselt, met waardeering herdacht en voorts verklaarde niet te wanhopen aan den toestand der kerk, al mocht die verre van wenschelijk heeten. Hij wekte allen op om haar ie maken tot draagster van de waarheid des evangelies, om eendrachtig samen te werken zoo lang overtuigingen het toelieten, en al het goede tot stand te brengeD, dat langs dien weg kan verkregen worden. De luit. t/z. 1ste kl. L. M. L. de Haan, dienende als 1ste off. aan boord van Zr. Ms. schroefstoom. schip Van Galenwordt op nonactiviteit gesteld en vervangen door den luit. t/z 1ste kl. J. J. Stooker. Aan het 3e bataljon van het reg. grenadiers en jagers is door Z. M. den koning een nieuw vaandel geschonken, dat gisteren morgen op eene parade, door den gen. maj. Queysen, met eene krachtige toespraak aan den bataljons-kommt., den luit. kol. Boellaard, werd overhandigd. De kolonel Van Bel, kommt., van het reg. beantwoordde de toespraak, waarna met een driemaal herhaald Leve de koning! het spelen van het Wilhelmus, een défilé van het reg. en eene wandeling door de stad de plechtigheid besloten weid. Tengevolge van de storing der telegrafische gemeenschap ontvingen wij gisteren het te half zes uit 's Gravenbage verzonden telegram betref fende de volgende rechtszaak eerst te kwart over tienen. Voor het gerechtshof werd de zaak behandeld van A. R., oud 71 jaren, geboren te Kleef, laatst ontvanger der registratie en domeinen en hypo tbeekbewaarder te Goes. Voor de hierna volgende bijzonderheden is ten deele gebruik gemaakt van het meer uitvoerig verslag der Goesche Ct. De reeds vroeger door ons medegedeelde akte van beschuldiging hield in hoofdzaak in: I» het in zjjne betrekking verduisteren van gelden, 2° bet vervalschen van zes akten en 3° het des bewust gebruik maken daarvan. Na voorlezing der akte van beschuldiging werd bescb. een ywhoor afgenomen, waarin deze erkende de roemoriën van suceessiën van een zestal in het buitenland opengevallen nalaten schappen te hebben geborgen en ze niet te hebben ingeschreven. Hij zegt die inschrijving te hebben nagelaten wegens zijne vele bezigheden, dcch bedoeld te hebben de sommen later terng te geven. Overigens bekende hij verscheidene koopsommen van verkochte onroerende goederen in den Schen- gepolder, welke verkoop ten zijnen verzoeke door den staat geschiedde, te hebben achtergehouden en later afgegeven te hebben verklaringen van onbezwaardheid, niettegenstaande hij wist dat er nog hypothecair verband op rustte en dat wel uit vrees dat anders de betrokkenen bij den directeur der registratie machtiging tot opheffing van het hypothecair verband zouden vragen en dat dan het bedrog zou uitkomen; dat hg in een opge- maakten staat valschelijk heeft opgegeven het bedrag der verschuldigde ontvangen ea schuldig gebleven koopprijzen en dat stuk heeft ingediend aan den inspecteur. Als getuigen d charge werden gehoord C. A. Daverveldt, burgemeester van Wouw, mr. J. J. H- Liebert, notaris te Goes, Goudoever, inspecteur der registratie, Crockaert, grondeigenaar te Brussel, eenige andere koopers van grond in den Schen- gepolder en twee surnumerairs by de registratie. Volgens den notaris Liebert heeft beschuldigde voor Goes niet opulent geleefd in verhouding tot zijn inkomen, dat 5000 zuiver bedroeg. Hij f tond goed aangeschreven en getuige hield hem voor een braaf man, ofschoon hij financieel niet als soliede bekend stond. Ambachtslui moesten lang op hun geld wachten. Van spelen of speculeeren door beschuldigde heeft hg nooit iets gehoord. Ook weet getuige, dat beschuldigde verscheidene oude schulden had, wegens geleende gelden. De inspecteur Goudoever legde verklaringen af omtrent een bij de kasopneming bevonden tekort, dat later, onder verschillende voorgeven s, tot op ƒ464 na was aangezuiverd. Hij heeft uit de registers ontdekt, dat ten aanzien van zes memo- riën van aangifte, in de akte van beschuldiging vermeld, de verschuldigde rechten niet waren betaald. In Februari 1880 heeft hij van besch. een valschen staat van ontvangen of verschuldigde sommen ontvangen en dien als waar aangenomen in goed vertrouwen op beschuldigde, die bij de administratie gunstig stond aangeschreven. Getuige verklaarde voorts, dat hij in de hypo- theekregisters nagezien heeft, dat op een vijftal gronden, waarvan beschuldigde certificaten van onbezwaardheid had afgegeven, hypothecair ver band rustte. Omtrent het gedrag en den levens wandel wist getuige niets- aan te merken. Zijne verhouding tot beschuldigde was zeer goed; hij had het gebeurde nooit verwacht. Het traktement van beschuldigde was zeker niet meer dan f 5000; de vernieuwing der hypothecaire inschrijvingen gaf hem tijdelijk 1000 extra. Beschuldigde gaf veel geld uit aan klerken, maar getuige weet niets van oneerlijkheid van klerken of eonniventie tusschen hen en beschuldigde nopens knoeierijen. Getuige meent, dat de verduisterde 90,000 ge bruikt zijn voor afdoening van oude schulden met rente op rente, terwijl beschuldigde ook renten moest betalen voor de verduisterde gelden, die als nog niet betaald door hem waren geboekt. Uit de verklaringen der twee surnumerairs bleek dat de twee klerken van besch. voor de registra tie-werkzaamheden f 55 en ƒ20'smaands ont vingen. Uit de verklaringen der getuigen a décharge blijkt dat beschuldigde bij notaris Reukens in Maart 1859 ƒ1500 had geleend en bij den heer Prumers terzelfder tijd zekere som, die op 9 Maart 1871 tot ƒ2400 was gedaald en waarvan de rente, tot enkele jaren geleden, was betaald. Voorts, dat hij aan mr. Van Dam ƒ400 schuldig was cd aan den heer J. W. Vader f 500 van f 2000, in 1861 en 1864 opgenomen. Beschuldigde weet niet op te helderen, waar het verduisterde geld gebleven is. Aan zgn kin deren bracht hij weinig ten offer. De kinderen van zijne tweede vrouw hebben school gelegen voor geld van moeders versterf. Beschuldigde zegt steeds eenvoudig te hebben ge leefd en niet te weten waar het gebleven is. Beschuldigde bekent ten slotte volkomen schuld, beroept zich als verzachtende omstandigheden op zijn hoogen leeftijd, veertigjarigen dienst in drukke kantoor werkzaamheden, die zijn denkvermogen in de war brachten. In zijn requisitoir betoogde de adv. gen., mr. Bijleveld, dat ai de punten der beschuldiging uit de bekentenis van beschuldigde en de getuigen verklaringen waren bewezen, uitgezonderd de verduistering v an 2620.45 wegens overgangs rechten bij overlijden van den heer Spruijt, waaromtrent de bekentenis van beschuldigde op zich zeif staat. Men heeft hier een opeenstapeling van feiten en als beschuldigde zegt„Ik weet niet, waar de gelden zgn gebleven", moet men de schouders ophalen. Hij had het moeten weten en wist het, daar hij zich op oude schuld beroept. Zijn hooge leeftijd als verzachtende omstandig heid te doen gelden gaat niet op, want de knoeierijen zijn reeds negen jaren geleden aangevangen. De adv.-gen. requireert ten slotte, beschuldigde schuldig te verklaren aan de ten laste gelegde feiten en hem te veroordeelen tot eene tuchthuisstraf van zeven jaren en 13 geldboeten, éen van 7321 en twaalf van f 50 ieder? De advocaat mr. Van Gigh riep, tegenover de bekentenis van besch. en de bewezen feiten, alleen het medelijden van het hof in voor den 71jarigen man en zijne familie. Een deficit is er, maar hij noch zijn familie hebben er voordeel van genoten. Beschuldigde was geen doorbrenger en op zijn moreel gedrag was niets aan te merken. Voor oude schulden heeft hg het geld niet besteed, want die oude sehulden bestaan grootendeels nog. De ware reden is de achteloosheid van beschul digde, tengevolge van zijn hoogen leeftijd. Vaak is hij door zijn geneesheeren naar Scheveningen gezonden wegens zgn zwakke hersenen, en hooge waarschijnlijkheid bestaat er, dat evenals men in zijn zwarten rok 2000 vond, hij vele sommen heeft verloren, doordien anderen van zijn noncha lance misbruik hebben gemaakt. Een zevenjarige tuchthuisstraf staat niet ia verhouding tot het misdrijf: het doen verdwijnen van gelden door zijne onbegrijpelijke slof heid. Valachheden zgn slechts een middel geweest van noodweer en de eene was het gevolg van de andere. Spr. schetste ten slotte de nadeelen vaa een crimineele veroor deeling,. niet voor beschuldigde, wiens aardsche loopbaan is geëindigd, onverschillig of hij gevan gen gezet wordt of niet, maar voor zijn eerlijke, fatsoenlijke, brave familie, zijne kinderen, die het brandmerk zouden dragen hun leven lang daarom riep pleiter de goedertierenheid des rechters in. Hij verzocht genade voor recht met het oog op den hoogen leeftijd van beschuldigde. Nadat door den advocaat-generaal nog geant woord en door den pleiter gerepliceerd was, be paalde het hof de uitspraak op Woensdag 27 dezer, des middags te 3 aren. ElIewouSsdijk, 20 Juli. Gisteren avond omstreeks half zeven sloeg de bliksem in de zoo genaamde werkschuur alhier, waardoor al de ruiten werden verbrijzeld, en de gesloten deur met een geweldigen slag tegen den grond werd geslagen. Vier personen, die eene schuilplaats daarin gezocht haddenkwamen met den schrik vrij, doch bleven ongeveer een half uur doof. Gelukkig is geen brand ontstaan. Wij namen eergisteren het volgende bericht over: „De milieien, wien onlangs door een onderofficier in de Maliebaan te 's Hage een stomp in den rug werd toegebracht, is aan de gevolgeD daarvan overleden. De ongelukkige overleed aan een zware bloedspuwing. De sergeant is in arrest." Het Vaderland kan gelukkig verzekeren, dat bedoelde milicien „niet" overleden is, „geen" bloedspuwing heeft gehad en niet eens in 't hospitaal is geweest. De man is volkomen gezond en doet zijn gewonen dienst. De verlichting der spoorwegwaggons der Hall. Spoorw. Mig. heeft tegenwoordig plaats door middel van gas, uit olie gestookt, dat ia samen- gedrukten staat wordt medegevoerd in reservoirs onder de rijtuigen en van daar, door middel van een regelaar, onder een druk als bij gewoon lichtgas, wordt geleid naar de pitten in de rijtuig- atdeelingen, die van porseleinen reflectors zijn voorzien en met een glazen bol omsloten. De reiziger kan door middel eener kraan de lichtsterkte regelen, zonder evenwel het licht geheel te kunnen uitdraaien. Het gas wordt vervaardigd in een daartoe op het station te Amsterdam gebouwde fabriek en door pompwerktuigen geperst in drie groote, zeer sterke reservoirs, die door buisleidingen onder den grond verbonden zijn met verticale kolommen op het stationsterrein, ter plaatse waar de treinen staan. De vulling der rijtuigresetvoirs geschiedt uit die kolommen door eaoutchoucslan- genieder rijtuigreservoir houdt eene hoeveelheid gas in, voldoende om nagenoeg 24 uren te branden. (R. Nbl.) Eene eigenaardige bijdrage tot de kennis Van Russische toestanden vindt men in de woor den, waarmede de Russische Couriereen te Moskou verschijnend dagblad, de benoeming van een nieuwen bisschop te Penza begroet. „Deze kerkvorst, schrijft het blad, is bekend als een uitnemend preêker en een verstandig en ge streng meester. Men koestert hier groote ver wachtingen van hem. Men hoopt dat hij de gees telg kheid zijner diocees, welke zich in den iaatstea tijd ophield met het houden van herber gen en andere huizen, met leenen op pand, woeker enz., wat korter zal houden dan de overleden bisschop, een zwakke, oude man, dat kon doen." Over de vraag, wien bij afwezigheid van den majoör-kommandant het commando toekomt, is tusschen twee kapiteins der dienstdoende schutterij te Deventer een conflict ontstaan. De majoor heeft een jongeren kapitein verzocht het commando te voeren en een oudere beweert dat dit hem krachtens art. 32 van den inwendigen dienst toekomt. Eergisteren won de oudere kapitein het advies van een off. van gezondheid in of hij, met het oog op de hitte, de gewone exercitie zou laten honden, en dit advies luidde dat de temperatuur te hoog was. De jongere kapitein wilde hier niet van wéten en belette dat de signalen op den toren gebracht werden Om de exercitie af te gelasten. Hij verscheen dan Ook met eenige officieren en schutters en hield oefeningen. Van een en ander is proces-verbaal opgemaakt en de zaak aan de uitspraak van den schuttersraad onderworpen. Aan een der Londensche bladen wordt geseind dat de nihilisten te St. Petersburg een congres houden en dat de regeering daarvan verwittigd is, doch de plaats der vergadering niet kan vinden. De directeur van openbare werken te Parijs heeft Maandag bekend gemaakt dat er reden tot ongerustheid omtrent den wateraanvoer in de stad beBtond. Het wasechea en besproeien der straten was reeds gestaakt, maar het verbruik van parti culieren bleef groot. Hij maande daarom ieder aan om zijn verbruik tot het strikt noodzakelijke te beperken en geen water te vermorsen, wijl achtenveertig uren verdere verspilling gebrek aan water zou kunnen tengevolge hebben. Parijs is verschrokken door de waarschuwing. Wat, vraagt men zich af, zijn wij in deze groote stad, waar zoovele menschen zijn opeengehoopt, voor eene levensbehoefte ais water afhankelijk van den regen? En als het niet regent, mogen wij dan niet meer drinken en ons niet meer wasschen? Is Parijs in een drogen zomer een woestijn? En als er eens een groote brand kwam? Indien de nationale bibliotheek of het Louvre vlam vatten Anderen beschouwen de zaak van minder alge- meene zijde en beweren dat de heer Alphand, de directeur van openbare werken, niets te maken heeft met het contract der particulieren te Parijs met de maatschappij tot aanvoer van water. Of zou misschien de stad die haar aandeel heeft in de winsten dezer maatschappijertegen opzien dat er groote uitgaven zullen geschieden? Is het wel zoo zeker dat de maatschappij, in het bezit van haar monopolie, alles dost wat mogelijk is om Parijs water te bezorgen Dat al hare re- seivemaebines dag en nacht doorwerken met de maximum-kracht welke zij kunnen bereiken Neemt de maatschappij buitengewone maatregelen, zooals de omnibusmaatschappij in den winter van 1879 op 1880 door krachtsinspanning toonde haar monopolie te verdienen? Weet het stadsbestuur wel welke verantwoordelijkheid het op zich laadt door de besproeiing der straten indagen als deze na te laten? door het doorspoelen der riolen te verminderen De bezwaren schijnen volkomen gegrond. Water- gebiek in Parijs zou eene zoo onberekenbare ramp zijn, dat de bevolking recht heeft op betere zorg dan een communiqué dat, als men niet zuinig is met het water, binnen 48 uren er gebrek zal zijn. Reeds karig gebruik in warme dagen is gevaarlijk in eene stad waar de menschen zoo in laadjes zes of zeven verdiepingen boven elkander zijn gestapeld. Gisteren werd op het Zand, onder Koudekerke, in het openbaar te koop aangeboden: Een hofstede met woonhuis, schuur, enz., bene vens 83 a 75 ca. hoveniering en weiland, aan het Zand, wijk C no 25, verkocht voor 40011 h. 12 a. 80 ca. weiland, aan den Kriekenweg te Koudekerke, verkocht voor f 1905; 96 a. 90 ca. bouwland, aan den Groenenweg, te O. en W.- Soufcurg, verkocht voor ƒ1718; 60 a 70 ca. bouw land, aan het Perduinswegje te Grypskerko, verkocht voor ƒ900. Het uitvoerig afdeelingsverslag van de eerste kamer over het wetsontwerp tot aanleg van een kanaal ter verbinding van Amsterdam met de Merwede, is verschenen. Uit dat verslag blijkt, dat twee gevoelens scherp tegenover elkander stonden, waarvan het eene de verwerping van de voordracht in het welbegrepen belang des lands dringend noodzakelijk keurde en het andere met niet minder overtuiging op aanneming aandrong. Uit een financieel oogpunt werd de opportuni teit van het ontwerp aan bedenking onderhevig geoordeeld; uit een oeconomisch en handelsoog- punt in beginsel nagenoeg algemeen toegegeven, ofschoon enkelen staande hielden, dat er na al hetgeen in de laatste jaren ten behoeve van onze verschillende koopsteden is verricht, met het oog op den toestand der schatkist, in dit opzicht voortaan bezuinigd moet worden. Terwijl som mige leden er bezwaar tegen hadden, dat geen minister van financiën aanwezig is, meenden an deren dat juist nu geen ernstig man de aanvaar ding eener portefeuille in overweging kan nemen. De vraag, die de leden verdeeld hield, was dan ook geen andere dan deze, of dit wetsontwerp op voldoende wijze en binnen den koristen tijd de verbinding van Amsterdams Noordzeehaven met den Rijn waarborgt. Zooals reeds gezegd fs, stonden hieromtrent de gevoelens scherp tegen elkander over. De tegen standers waren niet overtuigd dat het ontwerp op breeden grondslag is onderzocht. De voor standers achtten het met ernst voorbereid. Men ontkende beslist dat de kortste weg ia aangeno men, hetgeen op de vrachtprijzen werkt; welk gevoelen werd weerlegd met een beroep op de practijk. Bezwaren tegen dit plan warende bochten, de kostbare spoorwegbruggen en de vele sluizen. De bezwaren tegen een oostelijke richting waren de rivierovergang en de kwel. De tegenstanders gaven in elk geval de voor keur aan verbetering van de vaart over Gonda; de voorstanders wezen erop, dat die 74 mijlen langer is. Als eisch van Amsterdam werd nn genoemd: een nieuw kanaal in oostelijke richting, maar geen verbetering van bestaande vaarten. Verder stelt Amsterdam zich geen party. De voorstand ders hoopten dat Amsterdam eenmaal zou moeten en willen erkennen, te goeder trouw te hebben gedwaald.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2