N°. 163.
124® Jaargang.
1881.
Donderdag
14 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité O. L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behooren drie BIJVOEGSELS,
Middelburg, 13 Juli.
FBTJILLBTOW.
De dochter van lórd Maskelyne,
ROSA MACKENZIE KETTLE.
Op de algemeene vergadering der Vereen, t. b.
v. fabr. en handtc. nijverheidwelke den 3en en
4en Aug. a. te Botterdam gehouden zal worden,
zullen belangrijke punten in behandeling komen.
Wij stippen daaruit aan: een voorstel omtrent
de middelen om werklieden het verzekeren van
hun inboedel en gereedschap tegen brandgevaar
gemakkelijk te maken; een ander om de aandacht
der regeering te vestigen op het nieuwe Fransche
tarief van inkomende rechten en op de maatregelen
welke noodig kunnen zijn om te voorkomen dat
Nederland daardoor in minder gunstige positie
komeeen voorstel tot het samenstellen eener
statistiek der arbeidskrachten die in de nijverheid
werkzaam zijn, op grond van de uitkomsten der
jongste volkstelling; voorstellen tot het in
voeren van regeeringstoezicht op ziekenbussen en
overlijdenskassen, tot het doen van verschillende
onderzoekingen en voorstellen in het belang van
den toestand en de opleiding der handwerkslieden.
Het belangrijkst is echter de vraag: „langs
welken weg kunnen werkgevers de toekomst
hunner werklieden verzekeren?" Het belangrijkst
noemen wij die daarom, dewijl zij ingeleid zal
worden door den heer J. C. van Marken jr., te
Delft, wiens verlichte en doeltreffende zorg voor
zijne werklieden bekend is en die reeds bij het
mededeelen der pnnten van beschrijving de hoofd
trekken zijner inleiding in eenige stellingen heeft
omschreven.
Aan die stellingen is het volgende ontleend
I. Het is wenschelijk dat ieder werkgever telken
jare, wanneer zijn onderneming voldoende winst
oplevert, een gedeelte daarvan afzondere om de
toekomst van zijn personeel allengs te verzekeren.
II. Dit kan geschieden wanneer de werkgever,
door z. g. n. „stortingen in eens", bij soliede
levensverzekeringmaatschappijen voor ieder lid van
zijn personeel kleine uitgestelde lijfrenten aan
koopt, ingaande op b. v. 60jarigen leeftijd, naar
verhouding van ieders loon.
III. Teneinde den werkgever in de gelegenheid
te stellen met die stortingen zooveel mogelijk
jaarlijks voort te gaan, is het raadzaam dat hij
bij het vaststellen zijner bijdrage uitga van een
lager dan het gemiddelde winstcijfer zijner onder
neming, en in gunstige jaren een reserve vorme,
om daaruit de geregelde storting ook in ongun
stige jaren te kannen bestrijden.
IV. Het noodzakelgk bedrag der stortingen
om aan alle billijke eischen te voldoen, is 7 pet.
19
DOOR
TWEEDE DEEL.
DE LOOPSTEEHEN.
HOOFDSTUK X.
Mijn oude buurman hield woord en kort na St
Michel was de Heerenhoeve ledig. De rentmeester
gaf orders voor het bearbeiden van den grond
en er werden allerlei veranderingen op touw ge
zet om het woonhuis van de boerderij te scheiden,
waar lord Maskelyne dikwijls zelf uit Londen
naar kwam kijken. Bij die gelegenheden zorgde
ik steeds dat ik hem uit den weg bleef, en uit
angst van hem te ontmoeten kwam ik dan ook
zelden to Stonelands.
Op zekeren dag echter, toen het mij gelukt
was een goudvink voor mademoiselle Blanche
mak te maken, ging ik met de kooi in de hand
op weg naar de villa, vast overtuigd dat ik er
geen Londensche bezoekers zon vinden. Mylord
was de geheele week buiten geweest en Zaterdag
nkar de stad teruggekeerd, nadat hij de noodige
bevelen voor het werk gegeven had.
van het loon. KaD de werkgever 9 pet. afzonde
ren, dan is het wenschelijk dat hij daardoor tevens
de toekomst der gezinnen van werklieden bij hun
overlijden verzekert. Hij kan daartoe de 9 pet.
by eene levensverzekering-maatschappij storten
als „premie van uitgestelde lijfrente, met teruggave
der betaalde premie bij overlijden des verzekerden
vóór het ingaan der lijfrente."
V. Het is wenschelijk den werkman die na een
zeker minimum van diensttijd (b. v. 2 jaren) zijn
ontslag neemt of krijgt, zonder zich aan ernstig
plichtverzuim of benadeeling van den patroon te
hebben schuldig gemaakt, te handhaven in zijn
verkregen aanspraak op lijfrente over afgeloopen
dienstjaren.
VI. Indien de winst den werkgever niet toelaat
de verzekering voor eenig jaar geheel of gedeel
telijk te bekostigen, dan is het wenschelijk dat hij
zijn personeel trachte over te halen, door korting
op hun loon en dus uit eigen middelen, in het
ontbrekende te voorzien.
YJI. De toepassing van pensioen verzekering op
bovenstaande grondslagen is niet afhankelijk van
de talrijkheid van het personeel, noch van den
aard van het bedrijf. Zij kan worden toegepast
door de huisvrouw ten bate harer eenige dienst
bode, door den meester timmerman ten behoeve
ziiner weinige werklieden, door den bankier of
handelaar in 't belang zijner kantoorbedienden,
door den fabrikant ten gunste zijner honderden
arbeiders en beambten.
Eenige tabellen en berekeningen strekken tot
toelichting dezer verkort door ons medegedeelde
stellingen, welke eene inleiding en een debat be
loven die inderdaad het vraagstuk der levensver
zekering voor den handwerksman een stap nader
tot zijne oplossing zullen kunnen brengen.
Door het schoone zomerweder daartoe uitgelokt,
had zich gisteren avond een talrijk publiek in het
Schuttershof vereenigd om getuige te zijn van
de uitreiking der bekroningen voor den wedstrijd,
verworven bij de onlangs alhier gehouden tentoon
stelling van kunst en nijverheid, en om hot bij
die gelegenheid te geven feestconcert bij te wonen.
Nadat de laatste tonen van het eerste nommer
van het programma, de in Mei meermalen uitge
voerde Tentoonstellings-marsch, waren verstomd,
werden de bekroonden en inzenders, die zich in
de groote zaal hadden vereenigd, door den heer
De Stoppelaar toegesproken. Hij begon met hen
en de commissie geluk te wenschen met den
goeden uitslag van tentoonstelling en wedstrijd
beide. Zoowel uit het talrijk bezoek, in 20 dagen
7700 personen, als uit de inzendingen is gebleken
dat Middelburg met andere gemeenten van gelijken
omvang op het gebied vau knust en nijverheid
kan wedijveren.
Spreker deed uitkomen hoe eene tentoonstelling
De arme Blanche was lang niet wel geweest,
zooals Margnérite voorzien had. Zij was gedrukt
en kon uren lang met hare handen over elkaar
by het venster zitten, zonder iets nit te voeren.
De geschenken, dié haar voogd haar meêbracht,
vermaakten haar niet zoo zeer, als de Yogels,
wier gezang ik haar had leeren onderscheiden of
de krielkippetjes, die ik haar gegeven had en die
zij trouw voederde, tot groot nadeel voor de net
onderhonden bloembedden, maar noch madame,
noch Marguérite beklaagden er zich ooit over of
weigerden haar iets.
Misschien was het verbeelding, maar het kwam
my voor dat naar mate haar gestel verzwakte
hare geestvermogens helderder werden en het
scheen somtyds alsof voor hét eerst het gevoel
van haar bekrompenheid haar hinderde. Zij was
niet meer het schoone, argeiooze, onnadenkende
kind dat ik in mijne armen gedragen had; maar een
zeer zwakke, ïydende, gevoelige vrouw; hoe zeer
Marguérite echter ook vervuld was van de ken-
teekenen van verval in haar gezondheid, scheen
die inwendige verandering haar te ontgaan.
Blanche nam mijn eenvoudig geschenk met
blijdschap aan. Zy streelde het beestje met glin
sterende oogen en blozende wangen en zette het
daarna weer in zijn kooitje.
„Is het wel goed," zei zy nadenkend, „om
een levend wezen van zyn vrijheid te berooven,
alleen voor ons pleizier?"
als deze, die vermoedelijk de voorbode zijn zal
van eene volgende, aan den werkman gelegenheid
geeft om te leeren uit eigen oogen te zien, onder
scheid te maken en te beoordeelen, en zoo tot
voordeel strekt van patroon en werkman beide.
Middelburgs kunstenaars en industrieelen bracht
de heer De Stoppelaar vervolgens hulde voor
hunne inzendingen, waarbij hij de hoop uitBprak
dat zy zich zullen aangemoedigd voelen om op
het met zoo goed gevolg ingeslagen spoor voort
te gaan.
Ook op den wedstrijd kan met voldoening
worden teruggezien als op een getuigenis, hoe
de waarheid gevoeld wordt der woorden van een
onzer groote industrieelen, die voor en met zijne
handwerkslieden leefde en die gezegd heeft„de
werkman moet meer zyn dan eene machine, die,
door eene groote kracht gedreven, alleen datgene
uitvoert wat de mensch wil en in de richting
werkt waarheen de meester haar stuurt. Alleen
de werkman, die denkend handelt, die zich het
waarom der dingen afvraagt, die zich rekenschap
kan geven waarom hg zóo en niet anders zijne
taak vervult, altgd in den geest van patroon
of baas, die hem het werk ter uitvoering heeft
gegeven, alleen hg kan goed werk leveren."
Moge daartoe zei spreker met de ten
toonstelling ook de weldra hier op te richten
ambachtsschool het hare bg dragen.
Na ook dank betuigd te hebben aan de jury
voor den wedstrijd, deelde de beer De Stoppelaar
mede dat de bekroonden, die aan spaarbankboekjes
boven eene medaille de voorkeur hadden gegeven,
bovendien een getuigschrift zouden ontvangen.
Dewijl de burgemeester, die zich wel met de uit
reiking der prijzen had willen belasten, verhin
derd was tegenwoordig te zijn, noodigde de
voorzitter den heer Koning, voorzitter der jury,
uit om zich met die taak te belasten.
Na een korten gelukwensch voldeed de heer
Koning hieraan, terwgl na elke serie van bekroningen
de muziek dien gelukwensch met een schetterende
fanfare bekrachtigde.
Na de uitreiking wees de heer Koning erop dat
de behaalde bekroningen volkomen verdiend waren
en sprak de hoop uit dat bij een volgenden wed
strijd, de dan te benoemen jnry, zoo door vele
inzendingen als door uitstekend werk, nog veel
zwaarder taak moge hebben dan die van de nn
afgetreden jury reeds geweest is.
Ook de heer De Stoppelaar wenschte daarna de
bekroonden geluk. Namens de Vereeniging Uit
het Volle—voor het Volle betuigde hij tevens dank
aan allen die zoo krachtig medegewerkt hebben
om het doel te bereiken; aan de ingezetenen,
bevorderaars van kunst en industrie, voorstanders
van hetgeen den handwerksman kan verheffen en
de welvaart van dien stand kan vermeerderen 5
aan de leden der subcommissie te Vlissingenniet
Dit trof mijwant daar zij van haar vroegste
jeugd af bedorven was geweest, was zij over het
algemeen tamelijk zelfzuchtig. Alle levende wezens,
met haar znster aan het hoofd, stonden haar ten
dienste en, ofschoon niet wreed van aard, was zg
door haar ziekelijkheid eenigszins ongevoelig ge
worden.
„Het diertje is zoo mak dat het zonde zon
zijn om het te laten vliegen", zei ik eenigszins
geraakt, bij het denkbeeld dat al mgn moeite te
vergeeis zou geweest zijn. „De roofvogels zouden
het spoedig doodpikken als gij het losliet. Ik
vond het in een boschje, waar het uit het nest
gevallen was. Uw nieuw troetelkind heeft de
vrijheid nooit gekend."
„Des te beter", zei het meisje ernstig, ja
bijna bitter, „het beste is niet te kennen wat
wij verloren hebben." Dit zeggende keek zij
angstig rond. „Hebt gij madame of Marguérite
ook gezienis er niemand om n welkom te heeten
dan ik?"
„Ik kwam alleen om u dit vogeltje te bren
gen", zei ik, „ik vrees dat gij van daag niet wel
zijt en het spreken u hindert. Zal ik heengaan
„Neen, Neen! Integendeel; ik verlangde
naar u; maar," vervolgde zg aarzelend, „als ik
wil spreken komen de woorden niet of zij
komen te ganw. Ik ben niet zoo als Margnérite,
die altijd precies weet te zeggen wat noodig is.
Somtijds komen myne gedachten zoo snel dat ik
het minst aan de regelingscommissie, waarbg zich
de beide hier gevestigde nijverheidsvereenigingen
hebben aangesloten en eindelijk aan de leden der
Vereeniging die zich met het dagelgksch toezicht
hebben belast.
Onmiddellgk na deze toespraak nam het concert
een aanvang en werd onder begunstiging van
den schoonen avond en de fraaie verlichting met
goed gevolg ten uitvoer gebracht.
Aan het einde van 't concert maakte de heer
L. Vogel zich tot tolk der inzenders en be
kroonden, toen hij aan de commissie dank bracht
voor hetgeen zij door dit werk in het belang van
de gemeente, de patroons en de werklieden heeft
gedaan en voor de opoffering welke zij zich voor
dit doel heeft getroost.
Nn de bekroningen zijn uitgereikt behoort de
tentoonstelling van Kunst eu Nijverheid van 1881
tot de geschiedenis, doch zeker niet zonder vrucht
te hebben gedragen. Moge eene volgende tentoon
stelling of wedstrgd, binnen niet te langen tyd
te houden, het bewijs daarvan leveren.
De opening der jacht op waterwild in de
provincie Zeeland is door de gedeputeerde staten
bij besluit van 7 dezer no. 112 bepaald op den
25en Juli aanstaande.
Z. M. de koning der Belgen heeft den heer
H. L. F. Pisuisse, hoofdredacteur der Middel-
burgsche courantbenoemd tot ridder der Leopolds
orde.
Goes, 12 Juli. De leeraren der hoogere bur
gerschool voor jongens dr. Diehl, Van de Poll en
Van der Voort, maakten heden, even als het vorige
jaar, met de leerlingen nit de 2e, 3e en 4e klasse
een uitstapje naar Wouw. Niet alleen dat een
dergelijke tocht in het belang van het onderwijs
is de jongelui hielden zich bezig met het
determineeren van planten maar zg levert ook
veel genot op en daarvoor komt den leeraren een
woord van dank toe.
Van „schoolfeesten" gesproken, het gewone
zomerfeest, dat het comité tot wering van school
verzuim jaaTlgks geeft, is voorloopig bepaald op
Donderdag 20 Juli a.
Generaal Van der Heijden beeft Maandag te
Utrecht professor Donders geraadpleegd over den
staat van zijn rechteroog. De hoogleeraar heeft
hoogen lof gebracht aan den off. van gezondheid
Vriesman, die de operatie van het uitnemen van
het door een kogel getroffen oog uitstekend heeft
verricht, zoowel als aan den off. van gezondh.
Fiseher, die het eerste verband legde. Hij meende
den géneraal de verzekering te kunnen geven dat
de gevoeligheid aan het rechteroog slechts voor-
bijgaand zal zgn, terwijl alle kans bestaat dat het
bang ben om ze te uiten, als wist ik niet
waarheen ze mg voeren zullen!"
Een donkere blos overtoog haar gelaat en zij
bedekte dien met hare handen.
„Ik geloof dat gij sedert eenigen tijd ver
andering in mij ziet, mijnheer Forbes. Niemand
anders ziet het, of het moest mijn voogd zijn,
die zich ongerust maakt over mijn gezondheid
en telkens als hij hier komt andere dokters
medebrengt. Marguérite maakt dat ik mij zeiven
verfoei daar ik nu zie, wat ik nooit vroeger ge
zien heb, dat zij zich den ganschen dag voor mij
opoffert. Wat moet ik afschuwelijk zelfzuchtig
geweest zijnmaar misschien wordt het mij ver
geven. Ik denk niet dat ik hard geoordeeld zal
wordenwant ik ben iemand die weinig gegeven
is eerst sedert kort weet ik hoe weinig!"
voegde zij er hartstochtelijk bij. „Ik geloof dat
Margnérite alles op de wereld zou geven om mij
het kleinste, kinderachtigste genoegen te doen en
het is zoo vreeselijk dat ik het tot voor nog
korten tijd zou aangenomen hebben! Dat ik jaar
in jaar uit gebruik gemaakt heb van haar goed
heid, bijna zonder er haar ooit voor te bedanken.
Maar iets heeft de wolk van mijn hart wegge
nomen. Denkt gij,"vroeg zij fluisterend, „dat de
koude hand van den doodsengel mij aangeraakt
heeft V'
Ik was zeer aangedaan. Blanche liet hare
handen zakken en zag mij strak aan. Haar blos