124® Jaargang.
1881.
W oensdag
13 Juli.
Spijkerbrug.
N°. 162.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daubs Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behooren twee BIJVOEGSELS.
Middelburg, 12 Juli.
FEUILLETON.
16
De dochter van lord Maskelyne,
ROSA MACKENZIE KETTLE.
MIDBELBIIRGSCHE GOH ANT
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat de Spijkerbrug tijdeJijk voor de passage is
gesloten.
Middelburg, den 12 Juli 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAE.
De commissie belast met het afnemen van de
examens van apothekers-bediende, heeft in hare
beden gehouden zitting vier candidaten geëxami
neerd en aan twee eene akte van bevoegdheid
uitgereikt, zijnde de heeren J. Bakker geb. te
Krommenie en J. C. Bocage, geb. te Brussel.
Twee candidaten trokken zich onder het examen
terug.
De examens zijn afgeloopen.
Het resultaat is geweest dat 48 candidaten zijn
geexamineerd, waarvan 30 zijn geslaagd (18 vrou
welijke en 12 mannelijke) en 18 niet zijn geslaagd
(4 vrouwelijke en 14 mannelijke.)
De heer jhr. J. L. de Jonge heeft aan de
antirevolutionaire kiesvereeniging Nederland en
Oranje alhier te kennen gegeven, dat zijne be
noeming tot voorzitter van het waterschap Schou
wen zeker in de toekomst ziju bedanken als lid
der tweede kamer tot gevolg zal hebben; doch
dat althans dit jaar vermoedelijk de kiezers in het
district Middelburg niet opnienw ter stembus zullen
worden opgeroepen.
Gisteren avond werden op het Molenwater
alhier, na afloop der oefening van de schutterij,
de by den schietwedstrijd te Vlissingen, op 20
en 21 Juni jl., door de korpsachutters behaalde
medailles aan het vaandel gehecht. By deze ge
legenheid hield de majoor kommandant eene korte
toespraak waarbij hij, de korpsschntters, die de
eer van de Middelburgsche schutterij zoo flick
gehandhaafd hebben, nogmaals geluk wenschte en
de hoop uitsprak dat hun voorbeeld door velen
moge worden gevolgd en de schnttery door
nauwgezette plichtsbetrachting en voortdurende
oefening meer en meer worde wat ze moet zgn.
Dan kan het ook niet anders of het
medailles zal spoedig vermeerderen.
DOOR
HOOFDSTUK IX.
het zuiden van het chebiotgebebgte.
- „Madëlon kan nooit goed over dien tyd
spreken, toen was de geheele familie in moeielijk-
faeid en ik vrees dat ik u de geschiedenis van
Önze rampen slechts zeer onvolledig kan verhalen,
want ik was te jong om ér veel van te kunnen
onthouden. Blanche was nog een klein kind en
Madelón gaf een heele mooie betrekking te Parys
waar zy huishoudster was in een handelshuis, op
om op de oude boerdery in Normandië te komen
en ons te helpen in den nood. Ons leed was te
groot om er over te spreken. Dat herinner ik
my, en hoe treurig en ernstig onze grootouders
by het vuur zaten. Zy stierven een week na
elkaar, niet lang nadat zij vernomen hadden dat
het schip waarop hun eenige zoon kapitein was,
vergaan was. In dienzelfden tyd verloren zij
een beeldschoone dochter, insgelijks Blanche ge
naamd, maar die was niet thuis toen zy stierf.
Ik weet niet dat ik haar ooit gezien heb, en
Toen de medailles aan bet vaandel gehecht
waren liet de muziek het Wilhelmus hooren.
Vervolgens werd door den kap.-kwartiermeester
De Raad het woord gevoerd, terwyi daarna kapi
tein Boone, namens de korpsschutters, bedankte
voor de eer hun bewezen en de plechtige wijze
waarop de medailles aan 't vaandel waren gehecht.
Met de mnziek aan het hoofd werd vervolgens
eene wandeling door de stad gemaakt, die op de
Markt werd geëindigd.
Het Nederlandsch Groot-Oosten van de orde
der vrymetselaars heeft by gelegenheid van het
65jarig grootmeesterschap van Z. K. H. prins
Frederik diens borstbeeld van Carrarisch marmer»
Baar eene photographie doen vervaardigen, be
stemd om in de vergaderzaal der loge geplaatst
te worden.
De prins is voorgesteld in maarschalks-uniform,
de teekenen van het grootmeesterschap dragende
en het gelaat voor een vierde links gewend.
Uitvoering en gelijkenis van dit kunstwerk
worden zeer geprezen. Het is ons daarom aan
genaam hierin den arbeid te mogen begroeten
van onzen verdienstelijken stadgenoot, den beeld
houwer G. J. den Hollander.
In de heden gehouden vergadering van aan
deelhouders der stoomvaartmij Zeelandte Vlis
singen, hebben de heeren J. Spanjaard en F. G.
Sprenger als commissarissen zitting genomen en
is het voorstel van het bestuur tot wyziging der
statuten aangenomen.
Rilland-Bath, 11 Juli. Gedurende eenige
jaren wordt hier door enkele landbouwers karwei
verbouwd. De oogst van die vrucht is dit jaar
tameiyk goed. Ook is thans een proef genomen
met cichorei-wortel. Aangaande de aardappels
kan men tot nu toe gerust zijn. Ze beloven veel
en er is van ziekte nog goen spoor te ontdekken.
Men leest in de Arnh Ct.:
„De leerlingen van de hoogere burgerschool te
Utrecht zijn voornemens, het löjarig feest van
het bestaan dier instelling op 10 September a.
feestelijk te vieren. Men spreekt van een rijpartij,
een dinè aan de leeraren, een serenade en eén
concert van de grenadiers.
„Het pleit voor de instelling, dat de jongelui
er zoo mede ingenomen zijn dat zij haar stichting
feestelgk gedenken; maar voor den leerling eener
hoogere burgerschool schijnt ons de dag, welke
het meest in aanmerking komt om gevierd te
worden, die te zijn, waarop hij na wèl volbrachte
studiën haar verlaat.
„Als jonge menschen van hoogstens achttien
jaren dinó's gaan geven en concerten van de
grenadiers natuurlijk uit de beurzen der
Madeion Bpreekt nooit over haar. Er waren ook
financiëele moeielijkheden en wij zouden dood
ongelukkig achtergebleven zgn, indien onze goede
nicht ons niet zoo liefderijk geholpen had.
„Mijne vroegste herinneringen" vervolgde Mar-
guérite na een poos, „spreken echter van .de
groote goedheid van onzen voogd en van dien
tyd af is hij onze vriend en bescbermer geweest.
Madeion is zeer aan hem gehecht en gehoorzaamt
hem zeer nauwgezet. Hij heeft ons nooit lang uit
het oog verloren en vergeet ons nimmer; ofschoon
hij zegt dat er redenen bestaan, die hem beletten
om altyd met ons samen te wonen. Hij betreurt
dit zeer en hoopt dat het mettertyd zal verande
ren. In alles eerbiedigen wij zijne wenschen."
Dit roerende doch onvolledige verhaal voldeed
my maar half, maar ik kon in dat reine gemoed
geen argwaan wekken. Na eenig nadenken
vroeg ik:
„Was lord Maskelyne een vriend van uw
vader? Hoe raakte hg in kennis met uw familie
„Hij woonde op het kasteel op den heuvel
dat vroeger aan onzen landheer behoord had;
maar dat was alles al voor myn geboorte veran
derd" zei Marguérite, haar best doende om den
draad harer blykbaar kinderlgke herinneringen
weer aan te knoopen. „Het was een mooie plaats,
maar zy was lang verlaten geweest. De oudo
graaf was tydens de groote revolutie omgekomen
en zgn zoon was uitgeweken. Lord Maskelyne
ouders omdat eene gemeente-inrichting, volgens
de wet ingesteld, in stand bleef, waar houden dan
de feesten op en hoe moeten ze dan door ouderen
gevierd worden?
„Laat men op den gelukkigen leeftijd, dat men
nog niets te maken heeft met de groote-menschen-
maatschappij, ook maar binnenskamers, onder
elkander, pret maken. Dit is wel zoo natuurlijk
en een jongens jool geeft veel meer genot aan de
hoofdpersonen dan die vroegtijdige nabootsing van
hetgeen zij als volwassenen nog dikwijls genoeg
herhalen kunnen."
Tot aanvulling van het gisteren onder onze
Laatste'berichten medegedeelde omtrent de alge-
meene vergadering der vereeniging Eigen Hulp,
hebben wy alleen nog te melden dat besloten is
tot de oprichting eener coöperatieve afdeeling
ten behoeve der zee- en landmacht.
Het doel dezer afdeeling is om aan officieren
van zee- en landmacht, leden van Eigen Hulp,
gelegenheid te verschaffen op goedkoope wgze
zich kleeding en uitrusting aan te schaffen, voor
hen een voorschotkas op te richten om die uit
rusting aan te schaffen, de gelden van buiten
s lands vertoevende officieren te beheeren en tot
dien einde o. a. een spaarkas op te richten.
Reeds 130 leden hadden zich aangemeld, die te
zamen 500 aandeelen hadden genomen.
Volgens den Haagschen briefschrijver der Zutf.
Ct. lijkt het alsof de heer Van Lgnden van San-
denbnrg er ernstig aan denkt om zich geheel aan
't ministerie van financien te wijdeD. „Zelden
toch, vertelde een ambtenaar van 't departement,
heeft men definitieve ministers gekend, die zich
zooveel moeite voor de zaken gaven als deze
minister a. i."
Te Amsterdam is Zondag de algemeene verga
dering gehouden van de afdeeling Nederland van
de Alliance Israelite (Israëlieten-verbond).
In zijn jaarverslag zeide de secretaris, de heer
H, Binger, o. a.: „Wie zich in ons gezegend
land van vrijheid wil ontwikkelen gelijk zijne
medeburgers, kan daartoe geraken, mits hij zelf
slechts den wil en de macht hebbe. Waar ieder
volle vrijheid geniet, kan ieder zich zelf helpen; doch
waar men voor zijn geloof onderdrukt en achternit
gezet wordt, zich maatschappelijk noch zedelijk
ontwikkelen kan, daar treedt het Verbond met
vereende krachten op, biedt geloofsgenooten steun
en hulp en poogt door alle bereikbare middelen
hun belangen te behartigen." Niet voor de Neder
landers dus, die onder een vrijzinnige grondwet
een gezegende vrybeid en verdraagzaamheid ge
nieten, maar voor de verstootenen en misdeelden
onder hen wekte de secretaris derhalve op tot
offervaardigheid en samenwerking.
Uit het verslag van den penningmeester bleek,
hield veel van het kasteel met het roode dak
„Les Collines" heette het, en wij plachten als kin
deren altyd in de mooie tuinen en op de terrassen
te spelen. Hy was dikwijls afwezig; maar hij
zon toch gaarne de bezittingen in huur gehouden
hebben als het geoorloofd ware geweest. Er
hadden echter veranderingen plaats, die de oude
familie in staat stelde om terng te keeren. Dat
was lang na den dood onzer ouders en groot
ouders en den tijd van familieleed, waarvan ik u
verteld heb. Was het niet gelukkig dat; wij in
dien Engelschen edelman zulk een goeden vriend
bezaten, wij, die slechts de kinderen van zijn
buurman op de pachthoeve waren. Hg en nicht
Madeion zijn als ouders voor ons geweest en wij
hadden toch geen andere aanspraak op zgn hulp,
dan dat wg geboren waren op de pachthoeve
waarop de torens van zgn kasteel uitzagen, en
hij was niet eens de landheer, maar alleen een
liefderijk vreemdeling."
Ik kon haar niet tegenspreken en toch stemde
ik niet met haar redeneering in. Marguérite
ging op denzelfden ongekunstelden toon voort:
„Gij ziet, ik ben, zooals ik u gezegd heb,
geen groote dame. Mijne grootouders waren
fatsoenlijke lieden en zij lieten ons, toen alles
afbetaald was, een karig middel van bestaan na.
Madeion heeft haar geheele leven hard gewerkt.
Alleen Blanche heeft luie manieren ik geloot
omdat wij haar allen bedorven hebben. Die fijne j
dat ongeveer f 10,000 in Nederland voorloopig
reeds is bijeengebracht ten behoeve van de
vervolgde Joden in Zuid-Rusland.
De St. ct. bevat de wetten tot verhooging en
wijziging van het negende hoofdstuk der staats-
begrooting voor 1880; die houdende wettelijke
bepalingen tot regeling van den kleinhandel in
sterken drank en tot beteugeling van openbare
dronkenschap; tot aanvulling der wet van 25 Dec.
1878 (St. bl. n«. 222), tot regeling der voor
waarden tot verkrijging der bevoegdheid van arts,
tandmeester, apotheker, Vroedvrouw en apothekers
bediende; tot vereeniging der gemeenten Zwijndrecht
en Groote Lindt, en tot wijziging van eenige
artikelen der wet van 28 April 1876 (St. bl. n«.
102), houdende regeling van het hooger onderwijs.
In den gemeenteraad van Breda gaat het
voortdurend weinig gezellig toe. (Men herinnert
zich dat de voorzitter zich indertijd berucht heeft
gemaakt door de onbeschofte manier, waarop hy
zich over den heer Havard uitliet). In de jongste
zitting had eerst een zeer onaangename woorden
twist plaats over het traktement der gemeente
geneeskundigen, waarbij een raadslid zeide dat
burg. en weth. de geneeskundigen behandelden als
kwajongens, voor welke uitdrukking hy deor den
voorzitter tot de orde geroepen werd.
Bij de behandeling der rekening van de gas
fabriek ontstond weer twist. 'tGing bij die
discussie zoo warm toe, dat dé heer Van Aken
de volgende motie voorstelde: „De raad, gehoord
de onparlementaire en beleedigende wgze, waarop
door den voorzitter de discussie is gevoerd, gaat
over tot de orde van den dag". Gevraagd naar
't geen de heer Van Aken beleedigend noemde,
antwoordde, hg dat de voorzitter tot hem heeft
gezegd: „als u satisfactie hebben wil, dan woon
ik in de Katerstraat."
De heer Van Dam stelde daarop eene andere
motie voor, die, behalve door de heeren Rikkers
en Van Aken, met algemeene stemmen werd
aangenomen, eu aldus luidde: „De raad, de wijze
waarop de laatste discussie is gevoerd betreu
rende, gaat over tot de orde van den dag.''
Door burg. en weth. van Rotterdam is aan den
raad voorgesteld over te gaan tot eene uitbrei
ding van het stedelgk ziekenhuis op den Cool-
singel, naar een plan, indertgd voorgesteld door
wijlen den directeur dr. Molenwater. In hoofdzaak
bestaat dit in het aanbouwen van 4 barakken,
eik met 10 bedden, voor lijders aan sporadische
besmettelijke ziekteD, benevens van een paviljoen
van twee verdiepingen met 144 bedden voor
lijders aan niet-besmettelgke ziekten. Bij het
uitbreken eener epidemie kan dit gebonw daar
voor aangewezen worden. De kosten van een en
witte handjes waren nooit tot werken geschikt
en zij was zoo gauw moede. Ik hen net als
Madeion en voel mij niet gelukkiger dan wanneer
ik het druk heb. Al onze kleeren maken wy
zelf en wij wasschen, sty ven en strgken al ons fijn
linnen en als het moest zou Ik er niet tegen opzien
om nog meer te doen.
Alles is beter dan afhankelijk te zyn van dé
beste vrienden. Ons inkomen, hoe klein ook, is
voldoende voor onze behoeften. Mgn voogd geeft
ons wel is waar nu en dan iets moois; en bjj
heeft ons gaarne bij zich dit kunnen wg niet
altgd weigeren. Blanche houdt meer van kost
bare kleinigheden dan ik en hy wordt het niet
moede om haar allerlei presentjes te geven, dia
ik niet gaarne aanneem, ofschoon hy ze mg even
vaak zou willen geven. In den laatsten tyd
komt het mg echter voor dat zij het meest gesteld
is op die boekenplankjes, die gg voor haar ge
sneden hebt, en de vogeltjes die gij voor ons mak
gemaakt hebt."
„Neen, Marguérite mademoiselle meen
ik die vogeltjes heb ik altemaal voor made
moiselle Blanche mak gemaakt. Ik weet dat gij
hen liever vrg, in de open lucht ziet. Maar is
er iets dat ik voor u kan doen? kan ik u met
niets genoegen doen? Gy denkt geloof ik nooit
aan u zelve. Die dierbare voogd is nu goed en
wel; maar ik zie niet in dat hy het monopolie
moet hebben om voor uw genoegen te zorgen/ of