N«. 160.
12Ï' Jaargang,
1881.
Maandag
11 Juli.
Dit blad Terschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor ^et-Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een -B|J70E(
Middelburg, Juli.
Men beschouwt in België de redevoeringen der
twee gouverneurs als belangrijke gebeurtenissen,
COURANT.
1 -V?--' - r~-rr~r-rr rsas :zr. r
vtt-
o-
De commissie belast met het afnemen van de
examens van apothekers-bediende alhier, heeft in
hare heden gehouden zitting vijf candidaten ge
ëxamineerd, en aan twee eene akte van bevoegd
heid uitgereikt zijnde de heeren H. van Kossum,
geb. te Westzaan en L. 0. Sehomper, geb. te
Leerdam. Drie candidaten trokken zich onder
het examen terug.
Het examen wordt voortgezet.
Aanstaanden Maandag avond zal de Middel-
burgsche schutterij met de muziek op het Molen
water bijeenkomen, bij welke gelegenheid de
medailles, gewonnen bij den schietwedstrijd te
Vlissingen, aan het vaandel zullen worden gehecht.
Onder den naam Recht voor allen is hier ter
Btede eene katholieke kiesvereeniging opgericht,
die aanvankelijk 35 leden telt. Het voorloopig
bestuur, dat voor éen jaar in functie blijft, be
staat uit de heeren D. J. Mes, voorzitter, J. J.
Cenlen, penningmeester, F. Buiterijs, secretaris,
P. J. van Dierendonck, F. J. Larsen én H. Olthof.
In de aanstaande week zal eene vergadering
worden gehouden tot het vaststellen der statuten
en de bespreking van candidaturen voor de aan
staande gemeenteraadsverkiezing.
Door het bestuur der werklieden-vereeniging
Eigen Hulp te Goes, is besloten in de volgende
week eene vergadering te houden, die voor ieder
toegankelijk zal zijn. Het doel dier samenkomst
is hoofdzakelijk, te trachten het ledental te ver
sterken.
Bestuur en leden vleien zich met een talrijke
opkomst, daar zij overtuigd zijn, dat eene veree-
niging als deze uitstekend geschikt is om de
positie van den werkman te verbeteren, en eene
die in dagen van ziekte veel heil brengt. In het
afgeloopen kwartaal zijn aan twee leden uitkeeringen
geschied: nl. aan een, die 18 dagen (f 15,40)
en aan een, die 17 dagen 14,55) heeft getrokken
gedurende de ziekte, waardoor zij buiten staat
waren hun werk te verrichten.
Dit was het gevolg slechts, van een enkel dub
beltje in de week af te zonderen! (ff. Ct.)
De schilderijen-tentoonstelling te Goes wordt
morgen (Zondag) te 4 uren voorgoed gesloten.
Twee gouverneurs van Belgische provinciën,
die van Oost- en West-Vlaanderen, hebben bij
de opening der vergadering hunner provinciale
raden eene toespraak over de noodzakelijke ver
beteringen in den landbouw gehouden.
Dit klinkt vreemd in Nederland, waar de
hoofden van het gewestelijk bestuur zelden eene
vergadering met iets anders openen dan met een
herinnering aan de overleden en een welkomst
groet aan de nieuwe leden. Maar de heeren
Verhaeghe—de Naeyer en Heyvaert volgden
hierin slechts het voorbeeld van koning Leopold
II, die ook al, niet slechts persoonlijk in land
bouw „liefhebbert," maar in openbare redevoe*
ringen nieuwe denkbeelden daarover oppert en
wegen aanwijst, welke ingeslagen zouden kunnen
worden.
De beide Vlaanderen's, heeft de koning gezegd,
moeten trachten de moestuin van Engeland te
worden. De graanbouw moet, tot zekere hoogte,
door groententeelt vervangen worden.
Dat thema hebben de beide gouverneurs uitge
werkt. Die van West-Vlaanderen, de heer Heyvaert,
beeft, wat ook al niet tot de gewoonten behoort
van een Nederlandsch gewestelijk bestuurder,
een reis gedaan langs de Fransche kust, om zich
op de hoogte le brengen van de groententeelt in
Normandiö en Bretagne. In de Vlaanderen's, zegt
hij, kunnen dezelfde voortreffelijke uitkomsten
verkregen worden, met beter gevolg zelfs, omdat
de ligging dezer gewesten ten opzichte der groote
Engelsche markt zoo bij uitstek gunstig is.
welke aan het vraagstuk der hervorming van den
landbouw wel eens een beslissenden stoot konden
geven.
Als een bewijs van de snelle vaart der mail
booten van de stoomvaartmaatschappij Zeeland
wordt ons medegedeeld dat Dinsdag avond de
Prins Hendrik, kapt. Kromwijk, van Vlissingen
vertrok te 10 u. 50 m. en te QueeBboro is aange
komen te 5. u. 20 m., terwijl het koninklijke
Engelsche jacht Osborne, dat te 11 n. 20 m. ver
trok, eerst te 7 uren te Qneenboro arriveerde.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft een adres
aan de eerste kamer ontworpen, betreffende het
wetsontwerp tot verbetering der Keulsche vaart,
waarin de raad als zijne overtuiging uitspreekt
«dat de aanneming van dit weta-ontwrerp voor Amsterdam,
en daarom voor een groot deel van den Nederlandschen
handel, te eenenmale ongeraden is. De behoefte van den
Eijnhandel wordt daardoor niet in het minst bevredigd; de
Rijnschippers zullen van den weg over Utrecht, ook na
het aanbrengen der voorgestelde verbeteringen, geen gebruik
maken zeer stellig de voorkeur geven aan den verbeterden
weg over Gouda, welke ter voldoening aan de behoeften
der scheepvaart, slechts 3 millioen vordert. Al wat dus
meer besteedt wordt aan de verbetering van den weg over
Utrecht naar Gorinchem dan voor de binnenlandsche
scheepvaart gevorderd wordt, zal noodeloos en zonder nut
voor den handel uitgegeven zijn.
»De beste haven aan de Noordzee, met de grootste
koopstad van Nederland achter zich, drage liever tijdelijk
luttele vrucht, dan dat de kans, om haar eenmaal langs
den besten en kortsten weg met den Boven-Rijn te ver
hinden, althans voor langen tijd, verloren ga. Het kan
toch niet worden verwacht, dat reeds terstond of spoedig
nevens de verbeterde Keulsche vaart een kortere en heter e
weg naar den Rijn zal worden gemaakt, ook al zou die
weg weldra onvermijdelijk noodzakelijk blijken."
Tevens is door burg. en weth. aan den raad
van Amsterdam voorgesteld
„Het aanbod der commissie, die zooveel leven
wist te wekken in de door het onverwachte votum
der tweede kamer verslagen burgerij met erken
telijkheid te aanvaarden en daardoor uit te spreken,
dat Amsterdam bereid is, voor het tot stand
komen van een voldoend kanaal in oostelijke
richting, eene bijdrage van 3 millioen te verleenen."
Zoowel het ontwerp-adres als het voorstel van
burg. en weth. zijn gisteren avond door den
raad aangenomen.
Behalve acht naturalisatiewetten bevat de St. Ct
de wet tot herziening van de art. 264,265 en 266
der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. no. 85), regelende
de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der
gemeentebesturen en de wet houdende bekrachti
ging eener provinciale heffing in Groningen.
Voor het aanstaande congres der Ned. Mij. t. b.
v. Nijverheid, op Woensdag 13 Juli e. k. te Haar
lem te houden, mag eene talrijke opkomst van
belangstellenden worden tegemoet gezien. Verschil
lende deskundigen hebben reeds hunDe mede
werking tot de behandeling der voornaamste
onderwerpen toegezegd.
Tot de belangrijkste vragen behooren die over
de ontwikkeling van kunstzin by den Nederland
sehen handwerksstandover de afschaffing van alle
rechten tusschen Nederland en de koloniën over
de instelling van informatie-bureaux en proefsta
tions voor de nijverheid; over de beste beweeg
kracht van tramwagens; den toestand der bede
laarskoloniën, enz.
Woensdag den 13 Juli a. zal aan generaal
Van der Heijden een feestmaal worden aangeboden
door de leden der Groote Club te Amsterdam.
De generaal heeft geseind, dat hij de uitnoo-
diging gaarne aanneemt.
Het te Botterdam door den heer W. van Zuy-
len opgericht schouwburggezelschap zal in Sep
tember a. zijn eerste campagne openen. Het is
samengesteld als volgt:
Dames: M. de Graaf—Verstraete, W. van
OffelKley, ValoisSablairolles, EgenerVan
Dam, E. van Bijk, BruynSablairolles, Egener—
Van Dijk, Marie ten Voorden, H. van Offel, M. de
Heer, B. Bremerkamp.
Heeren: W. van Zuylen, A. Faassen, L. H.
Chrispijn, M. van Nieuwland, S. H. Spoor, G.
Wagemans, A. yan Zuylen, W. F. Bentmeester,
A. van Sprinkhuijzen, F. A. Wiebes, B. Ruys-
broek, A. C. Kleyn, L. J. van den Berg.
W. van Korlaar, administrateur, A. Faassen,
régisseur, J. de Vos, tooneelmeester, J. J. Poutsma,
decoratieschilder, J, Egeuer, orkestmeester, L.
Zagewijn, souffleur, A. C. Kleyn, 2e tooneelmees
ter, C. Jansen Smit, requisiteur, W, L. Jambroes,
kapper.
Men schrijft ons nit Den Haag:
Ons corps diplomatique is zeer ingenomen met
het bericht dat wg een Chineeschen gezant, myn
heer Li-Fung-Pao, krijgen. Men zegt dan ook dat
de Amerikaansche gezant, de heer Birney, wiens
vertrek voor eenige dagen werd aangekondigd,
alleen uithoofde der uitbreiding van de Haagsche
diplomatie met een Chinees, besloten heeft hier
te blyven, althans slechts voor eenige maanden
naar zijn land terug te keeren. Het is geen
kleinigheid, zoo'n Chineesoh diplomaat; daar is
Jushu Singo Nagaoki, de Japansche ambassadeur,
eigeniyk niets bij. Want deze maakt geen indruk;
hij is een klein, zeer eenvoudig Japansch heertje,
in een gewoon zwartlakensch costuum met hoogen
cyiin der-hoed en als hij, uit de loges der tweede
kamer, wier zittingen hij nog al eens bgwoont,
niet zulke onnoozel-Japansche blikken op de
hoogmogende vergadering wierp, dan zou men te
nauwernood gelooven dat hij een Kami of zoo iets
was. Maar een Chiueesche gezant, met een staart
aan zgn kruin en scheve oogen, zulk een aanwinst
is niet gering te schatten. Het succes van den
Turkschen gezant, die zich bg plechtigheden
alleen door 't dragen van zijn fes onderscheidt, of
van den Amerikaan, die als al de heeren in goud
verschgnen, door zijn zwarte frak de aandacht
trekt, is uit. Voortaan zal de Chinees onder
ons, Chineezen van Europa, de man zgn die alle
oogen op zich vestigt.
In elk geval is het feit dat wg een Kami krg-
gen, een bijzonderheid in onze diplomatieke ge
schiedenis die niet onopgemerkt mag voorbijgaan.
Ik zou bgna aan het Nederlandsch tooneel in
overweging willen geven om, bij de komst van
den vertegenwoordiger uit het Hemelsche rijk,
Multatuli's Japansche gesprekken, tot een tooneel-
stuk omgewerkt, te zgner eere als gelegenheids
stuk op te voeren.
Van de diplomatie en het Ned. Tooneel naar
de overdekte markt is slechts éen stap, want de
heer B. de Vries, die bij de Haagsche diplomaten
de rol van onbeëedigd vertaler vervult en de
heer K. T. van Bgleveld, de administrateur van
het Ned. Tooneel in de residentie, hebben zich
vereenigd om aan den gemeenteraad concessie te
vragen voor het stichten en exploiteeren eener
overdekte markt. Dit plan is met groot genoegen
door de Hagenaars ontvangen. Wij hebben aan
zulk een markt behoefte. Onze Vrijdagsehe,
Zaterdagavondsche en Maandagsche markt is niets
anders dan een walgelijke opeenhooping van
bokking-, groenten- en aardewerk-kramen, afge
wisseld door uitstallingen van oude boeken,
straatliedjes, kruidenierswaren, levende vogeltjes,
in stryd met de vogelenwet en de beginselen der
dierenbescherming, wollen dekens, manufac
turen, kunstboter en Amerikaansch spek. Alleen
onze overdekte Vischmarkt is een vertoonbare
inrichting. Het is een raadsel waarom het ge
meentebestuur niet reeds jarenlang de hulp-
vischmarkten op het Lage Zand en Ledig Erf,
waar ze in een toch niet al te welriekende omgeving
oudrageüjken stank en ziekte verspreiden heeft
opgeheven. Men hoopt dat de heeren De Vries
en Van Bijleveld hun pogingen met goed gevolg
zullen bekroond zien en dat de Turfmarkt en het
Lage Zand voor de vestiging der overdekte markt
zullen worden aangewezen, waardoor te gelijkertgd,
zonder kosten voor de gemeente, een der gevaar-
lgkste modderpoelen die men hier grachten noemt,
zou gedempt worden. De onderneming zou voor
onze stad een verbetering en voor de concessio
narissen zeker een voordeelige zaak zgn.
Zy ontkennen dit laatste geenszins en dat is
niet altoos het geval. Toen voor eenigen tijd
moeite werd gedaan om hier een zwem- en bad
inrichting te stichten, waaraan werkelgk groote
behoette bestond, werd er hoog opgegeven van
de weldaad, die de deelnemers aan dit werk daar
mede aan de menschheid zouden bewijzen. Men
zag in ieder aandeelhouder reeds een Nederland
sen Mason of Bischoffsheim. En wat zien wy
nu gebeuren, nu het kapitaal bijeengebracht en
de vennootschap gesticht is? Nu gaan de aan
deelhouders foor zich een pré nemennu gaan zy
zich het recht qjj^gratis 20 zwem- en 10 bad-
kaarten en andere voorrechten, boven de hun toeko
mende rente en winst, voor elke inschrijving
van f 100 toekennen. Ik vind dit akelig, klein.
Het is echter niets nieuws. Indertijd werd de
opening der Haagsche melkinrichting met bazuin
geschal begroet. Iedereen was gelukkig; alle
melkboeren gevoelden den slag; te meer omdat
de Haagsche geneesheeren, schier zonder uitzonde
ring, aan alle moeders den raad gaven hun
kindertjes de melk van deze inrichting te geven
't was een uitkomst voor zwakken en zieken
winstbejag stond geheel op den achtergrond. En
nu? Men hoort in den laatsten tyd dag aan dag
over de melk der inrichting klagen; ze is niet
alleen duur, maar ook dun en meer dan
andere melk' aan bederf onderhevig.
De redactie der Zutf. Ct. heeft, tot verklaring
van het vaststaande feit dat dr. Burgers, oud
president der Transvaal-republiek, sedert de inlij
ving geregeld betaling uit de Engelsebe staatskas
ontvangt, aan den oud-president zeiven geschreven.
Haar doel daarmede was een einde te maken aan
den laster, waarmede dr. Burgers door de heeren
Lion Cachet, Buitendijk en andere orthodoxe
„broeders" vervolgd wordt, als zou hij de Trans
vaal voor geld aan de Britten verkocht hebben.
Het antwoord van dr. Burgers is thans in de
Zutf. Ct. opgenomen. Aan de waarheid ervan
kan niet getwyfeld worden, dewgl zulk een voor
openbaarheid bestemd stuk zeer gemakkelijk te
logenstraffen zou zijn. Er volgt uit dat Bur
gers, by al de gebreken die hg als staatsman en
volksleider moge bezitten, geen verrader geweest
is. De betaling welke hij ontvangt, is slechts de
teruggave van voorschotten, die hij uit zijn eigen
zak voor de republiek gedaan heeft. Deze beta
ling is, tengevolge der annexatie, op de Engelsche
regeering overgegaan en moet nadat de republiek
hare zelfstandigheid teruggekregen zal hebben,
door deze voortgezet worden.
„De geheele zaak, zoo begint hy, is een ver
zinsel. Noch van de Britsche regeering, noch
van de Transvaal regeering, ontvang ik een pen
sioen. Zegt dit gerust voort!
„Mij werd door Shepstone na de annexatie eea
toelage van 1000 p. st. per jaar uit de kas van
de Transvaal beloofd, ter vergoeding van myne
geledene verliezen aan gelden, door mij betaald in
den Secocoeni-oorlog, voor verlies van traktement
enz., enz. Yan die belofte is nooit iets gekomen
en zg werd wellicht slechts gedaan om mij, die
alles verloren had, de Transvaal te doen verlaten,
waar voor mij geen vooruitzicht op een bestaan
te vinden was.
„Dit neemt echter niet weg dat er een bericht
in de couranten de ronde deed, dat ik een pen»
sioen van 750 p. st. per jaar van de Eng. regee
ring trok. Ik sprak dit tegen en verklaarde
tevens dat ik van Engeland geen cent zou aan
nemen, maar wel een toelage Yan de Transvaal
voor hetgeen mg rechtens toekomt.
„In weerwil hiervan ging men voort mij te
belasteren. In 1878, een jaar na de annexatie,
toen ik letterlijk met vrouw en kinderen gebrek
leed en van de Kaapstad met behulp van eenige
vrienden was vertrokken om ergens in de Trans»
vaal een bestaan te vinden, werd er door eenige
vrienden bij den gouv. aangedrongen, om my
eenige compensatie te geven voor mijn geleden
verliezen en in Juli 78, terwijl ik met mijn vrouw
en kinderen in een herdershut op een boerenhoeve
nabij Hanover herberg had gevonden, kreeg ik
bericht dat men mij nit de Transvaalsche kas
500 pd. st. per jaar zou toekennen, totdat ik een
middel van bestaan zou gevonden hebben. Van toen
af en niet eerder (de belofte van Shepstone waar
over ik myne vrienden had geraadpleegd, liep op
niets uit) was er sprake van die Retiring Allo-
wance. Ik ontving die als myn rechtmatig eigen
dom. En zoodra ik mgn verloren geld zal ont
vangen hebben, hetgeen bij den hoogen rentekoers
alhier, nog wel 12 jaren dnren moet, houdt die
Allowance op, zoo zij namelijk niet eer wordt
teruggetrokken.
„Intussehen moet ik mij verbinden voor terug
betaling van de rente voor die som, a 9 percent
'sjaars. Ziedaar de zuivere waarheid. En ik